audio OPEL KARL 2016.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: KARL, Model: OPEL KARL 2016.5Pages: 85, PDF Size: 1.59 MB
Page 6 of 85

6InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................6
Antidiefstalfunctie ........................... 7
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 11Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de radiofuncties kunt u maximaal 25 zenders op vijf favorietenpagina's
instellen.
U kunt externe gegevensopslagappa‐
raten als andere audiobronnen op het infotainmentsysteem aansluiten, bijv.
iPod, USB-apparaten of andere rand‐
apparatuur; via een kabel of via Blue‐
tooth.
Ook is het infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een telefoonportal waar‐
mee u uw mobiele telefoon comforta‐ bel in de auto kunt gebruiken.
Met de telefoonweergavefunctie kunt
u specifieke applicaties op uw smart‐
phone via het infotainmentsysteem
bedienen.
Optioneel kunt u het infotainmentsys‐
teem bedienen met de knoppen op
het aanraakscherm of stuurwiel, of
door middel van spraakherkenning
(indien uw mobiele telefoon dit onder‐ steunt).Door het goed doordachte design van de bedieningselementen, het aan‐
raakscherm en de heldere displays
kunt u het systeem gemakkelijk en in‐
tuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Page 9 of 85

Inleiding91Display / aanraakscherm ......14
2 Beginmenu ............................ 14
Knoppen op het scherm
voor toegang tot:
AUDIO : audiofuncties
GALLERIJ : afbeeldings-
en filmfuncties
TELEFOON : mobiele-
telefoonfuncties
PROJECTIE : telefoonweergave
INSTELLINGEN : sys‐
teeminstellingen
OnStar : OnStar Wi-Fi-
instellingen ............................ 11
3 Tijd-, datum- en tempera‐
tuuraanduiding ......................18
4 g
Kort indrukken:
telefoonmenu openen ...........41of telefoonweergave‐
functie openen (indien
geactiveerd) .......................... 34
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................... 36
5 v
Kort indrukken: ga naar de
volgende zender als de
radio actief is ......................... 21
of ga naar het volgende
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ..............30
Lang indrukken: omhoog
zoeken als de radio actief is . 21
of snel vooruit als externe
apparaten actief zijn ..............30
6 m
Kort indrukken: infotain‐
mentsysteem inschakelen
indien uitgeschakeld .............11
of systeem onderdrukken
indien ingeschakeld .............11Lang indrukken: infotain‐
mentsysteem uitschakelen ...11
Draaien: volume
aanpassen ............................ 11
7 t
Kort indrukken: ga naar de
vorige zender als de radio
actief is .................................. 21
of ga naar het vorige
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ..............30
Lang indrukken: omlaag
zoeken als de radio actief is . 21
of snel achteruit als
externe apparaten actief
zijn ......................................... 30
8 ;
Kort indrukken: startmenu
openen .................................. 11
Lang indrukken: telefoon‐
weergavefunctie openen
(indien geactiveerd) ..............34
Page 10 of 85

10InleidingAudiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen ..37
of laatste nummer in
oproeplijst bellen wanneer
telefoonmenu wordt
weergegeven ........................ 41
of wisselen tussen
gesprekken als
gesprekken in de wacht
staan ..................................... 41
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................... 36
2 SRC (bron) ............................ 11
Drukken: selecteren
audiobron .............................. 11
Omhoog/omlaag draaien:
volgende/vorige
voorkeurszender
selecteren als de radio
actief is .................................. 21
of volgende/vorige
nummer/hoofdstuk/
afbeelding selecteren
wanneer externe
apparaten actief zijn ..............30of volgende/vorige
nummer in oproeplijst
selecteren als de
telefoonportal actief en de
oproeplijst geopend is ...........41
Omhoog/omlaag draaien
en vasthouden: snel door
de items in de oproeplijst
bladeren ................................ 41
3 +
Indrukken: harder zetten
4 –
Indrukken: zachter zetten
5 xn
Indrukken: oproep
beëindigen/weigeren .............41
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 36
of mutefunctie in-/
uitschakelen .......................... 11
Page 11 of 85

Inleiding11GebruikBedieningselementen
Het infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een aanraakscherm en op het display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● de centrale bedieningseenheid op het bedieningspaneel 3 8
● het aanraakscherm 3 14
● audioknoppen op het stuurwiel 3 8
● de spraakherkenning 3 36
Het infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk op X. Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐
bron actief.Automatisch uitschakelen
Wanneer u het infotainmentsysteem
met behulp van X hebt ingeschakeld
terwijl het contact is uitgeschakeld,
schakelt het 10 minuten na de laatste invoer weer automatisch weer uit.
Volume instellen Draai X. De actuele instelling ver‐
schijnt op het display.
Bij het inschakelen van het infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt. Voor een
gedetailleerde beschrijving 3 17.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 17 wordt
het volume automatisch zodanig aan‐
gepast dat u geen geluid van het weg‐
dek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op X om het geluid van het in‐
fotainmentsysteem te onderdrukken.Druk nogmaals op X om de mute‐
functie te beëindigen. Het laatst ge‐
selecteerde volume wordt weer inge‐
steld.
Bedieningsstanden
Druk op ; om het startmenu weer te
geven.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de werking van het menu
via het aanraakscherm 3 14.
AUDIO
Selecteer AUDIO op het scherm om
het hoofdmenu van de laatst geselec‐ teerde audiomodus te openen.
Page 12 of 85

12InleidingSelecteer Bron op het scherm om de
interactieve selectiebalk weer te ge‐
ven.
Om naar een andere audiomodus te
gaan: druk op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 21
● Externe apparaten ( USB, AUX ,
Bluetooth ) 3 30
Let op
Druk in de bovenste regel van een willekeurig scherm op A om snel
naar het audioscherm te gaan dat
momenteel actief is.
GALLERIJ
Selecteer GALLERIJ om het afbeel‐
dingen- en filmmenu te openen voor
de opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB-stick
of smartphone.
Selecteer l of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven. Se‐
lecteer de gewenste afbeelding of het
filmbestand voor weergave op het
display.Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 32
● Filmfuncties 3 33
TELEFOON
Voordat u de telefoonportal kunt ge‐
bruiken, moet een verbinding tot
stand worden gebracht tussen het in‐ fotainmentsysteem en de mobiele te‐
lefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 37.
Als de mobiele telefoon is verbonden, selecteer dan TELEFOON om het
hoofdmenu van de telefoonportal
weer te geven.
Page 16 of 85

16Basisbediening●Druk op S of R aan de boven- en
onderzijde van de schuifbalk.
● Beweeg de schuifbalk omhoog en omlaag met uw vinger.
Druk op de titel van de lijst om terug
te keren naar het begin.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den de stappen voor het bladeren
naar een optie uit de lijst via het aan‐ raakscherm beschreven als "...bla‐
der naar
Door de pagina's bladerenLet op
U kunt alleen door pagina's bladeren als er meerdere pagina's beschik‐baar zijn.
Om van de ene pagina naar de an‐
dere te bladeren:
● Plaats uw vinger op een willekeu‐
rige plek van het scherm en be‐
weeg hem naar links om naar de
vorige pagina te gaan of naar
rechts om naar de volgende pa‐
gina te gaan.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een con‐ stante snelheid.
● Druk op q of p op het scherm.
Let op
In volgende hoofdstukken worden
de stappen voor het bladeren door
pagina's via het aanraakscherm be‐ schreven als "...blader naar...pa‐
gina...".Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kun‐
nen de toonkarakteristieken worden
ingesteld. Het menu is toegankelijk
vanuit elk audiohoofdmenu.
Open het geluidsinstellingenmenu
met Menu op de onderste regel van
het betreffende audiohoofdmenu.
Blader zo nodig door de lijst met me‐
nuopties en selecteer Geluidsinstel‐
lingen . Het betreffende menu ver‐
schijnt.
Page 17 of 85

Basisbediening17EqualizermodusGebruik deze instelling voor een op‐
timaal geluid voor het genre, bijv. Rock of Klassiek .
Selecteer de gewenste geluidsstijl in
de interactieve selectiebalk onderaan het scherm. Als u Aangepast kiest,
kunt u de volgende instellingen hand‐ matig aanpassen.
Bass
Met deze instelling kunt u de lage fre‐
quenties van de audiobronnen ver‐
sterken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Midden
Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐
ken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Hoge ton.
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen ver‐ sterken of dempen.Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Balance en fader instellen
Gebruik de illustratie rechts van het
menu om balance en fader in te stel‐
len.
Druk op het bijbehorende punt in de
afbeelding om het punt in het interieur
te bepalen waar het geluidsniveau
het hoogst is. Ook kunt u de rode mar‐ ker naar het gewenste punt verschui‐
ven.
Let op
De instellingen voor balance en fa‐
der gelden voor alle audiobronnen.
Deze kunnen niet apart voor elke au‐
diobron worden ingesteld.
Volume-instellingen
Maximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Radio, blader door de lijst
en selecteer vervolgens Max.
inschakelvolume .Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Radio, blader door de lijst
en selecteer vervolgens Automatisch
volume .
Selecteer een van de opties in de lijst
om de mate van volumeaanpassing
te wijzigen.
Uit : geen harder volume bij een toe‐
nemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Geluidsfeedbackfunctie voor
bediening activeren of
deactiveren
Als de geluidsfeedbackfunctie is ge‐
activeerd, hoort u een pieptoon als
een schermtoets of menuoptie wordt
bediend.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Page 19 of 85

Basisbediening19Raak + en - om de instellingen te ver‐
anderen.
Taalinstellingen
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Taal(Language) om het be‐
treffende menu weer te geven.
Taal voor de menuteksten wijzigen:
druk op de gewenste taal.
Bladerfunctie voor tekst
Als er lange tekst op het scherm ver‐
schijnt, zoals bij titels van nummers
en zendernamen, kan de tekst con‐
tinu over het scherm rollen of kan
deze eenmaal over het scherm rollen
en in verkorte vorm worden weerge‐
geven.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Radio.
Activeer Tekst bladeren als u wilt dat
de tekst continu doorloopt.
Deactiveer de instelling als wilt dat de tekst bloksgewijs wordt doorlopen.
Display uitzetten
Als u het display niet wilt zien, bijvoor‐ beeld in de nachtelijke uren, kunt u
het display uitzetten.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer
Display uitschakelen . Het display
wordt uitgeschakeld, maar de audio‐
functies blijven actief.
Fabrieksinstellingen
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer Terug
naar fabrieksinstellingen .
Selecteer Voertuiginstellingen
herstellen om alle persoonlijke instel‐
lingen terug te zetten.
Selecteer Alle privégegevens wissen
om de gekoppelde Bluetooth-appara‐ ten en de opgeslagen contactenlijst
en voicemailnummers te verwijderen.
Selecteer Radio-instellingen
herstellen om de geluids- en volume-
instellingen te resetten, alle favorie‐
ten te verwijderen en de gekozen bel‐
toon te wissen.
In elk van deze gevallen verschijnt er
een waarschuwing. Selecteer
Doorgaan om de instellingen te reset‐
ten.
Systeemversie Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer
Software-informatie .
Page 21 of 85

Radio21RadioGebruik........................................ 21
Zender zoeken ............................. 21
Favorietenlijst ............................... 23
Radio Data System (RDS) ...........24
Digital Audio Broadcasting ..........25Gebruik
Radio activeren
Druk op ; en selecteer vervolgens
AUDIO . Het laatst geselecteerde
hoofdmenu audio verschijnt.
Selecteer Bron op de onderste regel
van het actieve radiohoofdmenu om
de interactieve selectiebalk te ope‐
nen.
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der van het geselecteerde frequentie‐
bereik wordt ontvangen.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk kort op t of v op het bedie‐
ningspaneel of op het scherm om
naar de vorige of volgende zender in
het zendergeheugen te gaan.
Handmatig zender zoeken
Druk op t of v op het bedienings‐
paneel. Loslaten wanneer de gewen‐ ste frequentie bijna bereikt is.
De volgende ontvangbare zender wordt opgezocht en automatisch af‐
gespeeld.
Page 24 of 85

24RadioHet aantal beschikbare
favorietenpagina's instellen
Druk op HOME en selecteer vervol‐
gens INSTELLINGEN op het scherm
om het aantal favorietenpagina's vast te stellen waaruit kan worden geko‐
zen.
Selecteer Radio en dan Favorieten
beheren om het betreffende submenu
weer te geven.
Activeer of deactiveer de pagina's, af‐
hankelijk van de favorietenpagina's
die u wilt zien.
Radio Data System (RDS)
Is een dienst voor FM-zenders die er‐ voor zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en
zonder problemen wordt ontvangen.
Voordelen van RDS ● Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de zender in
plaats van de frequentie.
● Tijdens het zoeken naar zenders
stemt het infotainmentsysteem
alleen af op RDS-zenders.● Het infotainmentsysteem stemt altijd af op de zendfrequentie vande ingestelde zender met de
beste ontvangst via AF (alterna‐
tieve frequentie).
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het infotainment‐
systeem radioteksten weer met
bv. informatie over het actuele
programma.
RDS-configuratie
Druk op Menu op de onderste regel
van het FM-radiohoofdmenu om het
bijbehorende submenu voor de spe‐
cifieke golfband te openen.
Blader naar RDS.
Activeer of deactiveer RDS.
Verkeersinformatie
Verkeersinformatiezenders zijn RDS- zenders die verkeersinformatie uit‐zenden. Als verkeersinformatie is in‐geschakeld, wordt de actieve audio‐
bron voor de duur van het verkeers‐
bericht onderbroken.Verkeersinformatiefunctie activeren
Druk op Menu op de onderste regel
van het FM-radiohoofdmenu om het
bijbehorende submenu voor de spe‐
cifieke golfband te openen.
Druk op de schermtoets naast Ver‐
keersberichten om de functie te acti‐
veren of deactiveren.
Let op
In de zenderlijst verschijnt TP naast
de zenders die verkeersinformatie
verschaffen.
Als de verkeersinformatie geacti‐
veerd is, verschijnt [TP] op de boven‐
ste regel van alle menu's. Als de ac‐
tuele zender geen verkeersinforma‐
tiezender is, wordt TP grijs weerge‐
geven en wordt er automatisch naar
de volgende verkeersinformatiezen‐
der gezocht. Zodra er een verkeers‐
informatiezender wordt gevonden,
wordt TP gemarkeerd. Als er geen
verkeersinformatiezender wordt ge‐
vonden, blijft TP grijs.
Als er een verkeersbericht op de be‐
treffende zender wordt uitgezonden,
verschijnt er een bericht.