TPMS OPEL KARL 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: KARL, Model: OPEL KARL 2016Pages: 232, PDF Size: 5.77 MB
Page 81 of 232
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
80 Instrumenten en knoppen
Banden inleren
Op dit scherm kunt u nieuwe
banden en wielen met de
TPMS-sensoren koppelen.
Druk enkele seconden opSET/CLR
om het koppelen uit te voeren.
Zie Lampje bandenspanningscontro-
lesysteem
0Lampje bandenspan-
ningscontrolesysteem 072
ii.
Draagvermogen banden
Druk enkele seconden op SET/CLR
om het menu te selecteren.
Draai aan het stelwiel om één van
de instellingen te kiezen.
. capaciteit laag
. capaciteit eco
. capaciteit hoog
Boordberichten
Berichten worden voornamelijk
weergegeven op het Driver Informa-
tion Center; in sommige gevallen
samen met een waarschuwings-
zoemer.
Druk op SET/CLR, MENUof draai
aan het stelwiel om een bericht te
bevestigen.
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van cijfercodes.
Nr. boordinformatie
3 Koelvloeistofpeil laag bijvullen
4 Airco uit door hoge motortemp.
Page 188 of 232
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
Verzorging van de auto 187
{Waarschuwing
Als de spanning te laag is,
kunnen de banden behoorlijk
warm worden en inwendig schade
oplopen, wat loslaten van het
loopvlak en zelfs een klapband bij
hoge snelheid tot gevolg heeft.
Als u de bandenspanning van een
auto met bandenspanningscontrole-
systeem moet verhogen of verlagen,
moet u het contact uitzetten.
Zet na het aanpassen van de
bandenspanning het contact aan en
selecteer de betreffende instelling
op de pagina Bandenbelasting in
het Driver Information Centre, Driver
Information Center (DIC) 075
ii.
Afhankelijkheid van tempe-
ratuur
De bandenspanning is afhankelijk
van de temperatuur van de band.
Onderweg lopen de temperatuur en
de spanning van de band op. De
bandenspanningswaarden zoals
vermeld op het etiket met informatie over de banden en het bandenspan-
ningsoverzicht gelden voor koude
banden, d.w.z. bij 20 °C.
Bij een temperatuurstijging van 10 °
C loopt de spanning op met bijna 10
kPa. Neem dit in acht wanneer u
warme banden controleert.
De bandenspanningswaarde op het
Driver Information Center geeft de
werkelijke bandenspanning aan.
Een afgekoelde band geeft een
afgenomen waarde weer. Dit duidt
niet op een lekkage.
Bandenspanningscontro-
lesysteem
Het bandenspanningscontrolesys-
teem (TPMS) controleert eenmaal
per minuut de bandenspanning van
de vier banden vanaf een bepaalde
snelheid.
Voorzichtig
Het bandenspanningscontrolesys-
teem waarschuwt alleen bij een te
lage bandenspanning en vervangt
het gewone onderhoud van de
banden door de bestuurder niet.
Alle wielen moeten druksensoren
hebben en de banden moeten de
voorgeschreven bandenspanning
hebben.
Aanwijzing
In landen waar het bandenspan-
ningscontrolesysteem wettelijk
vereist is, wordt de typegoedkeuring
van de auto bij het gebruik van
wielen zonder druksensoren
ongeldig.
U kunt de actuele bandenspan-
ningswaarden bekijken in het Boord-
informatiemenu op het Driver
Information Center (DIC).
U selecteert het menu met de
knoppen op de richtingaanwijzer-
hendel.
Page 190 of 232
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
Verzorging van de auto 189
Schakel het contact uit wanneer de
bandenspanning verhoogd of
verlaagd moet worden.
Monteer alleen wielen met druksen-
soren, anders wordt de banden-
spanning niet weergegeven en
brandt
7voortdurend.
Een tijdelijk reservewiel is niet uitge-
rust met spanningssensoren. Het
bandenspanningscontrolesysteem
werkt niet op deze wielen. De
controlelamp
7brandt. Voor de
overige drie wielen blijft het systeem
werken.
Gebruik van in de handel verkrijg-
bare vloeibare bandenreparatiesets
kan de werking van het systeem
nadelig beïnvloeden. Gebruik door
de fabriek goedgekeurde repara-
tiesets.
Werkende elektronische apparatuur
of de nabijheid van installaties die
op dezelfde frequenties werken
kunnen het bandenspanningscontro-
lesysteem verstoren.
Bij het verwisselen van de banden
moeten de sensoren van het
bandenspanningscontrolesysteem steeds worden gedemonteerd en
onderhouden. Voor de geschroefde
sensor: Vervang het bandventiel en
de afdichtring. Voor de ingeklikte
sensor: Vervang de volledige
klepsteel.
Status belading van auto
Pas de bandenspanning volgens de
informatie op het etiket van de band
of in de tabel bandenspannings-
waarden
Bandenspanning 0217
iiaan op de belading van de auto en
selecteer de betreffende instelling in
het menu Bandenbelasting op het
Driver Information Center, Boordin-
formatiemenu. Driver Information
Center (DIC) 075
ii.
Deze instelling is de referentie voor
de bandenspanningswaarschu-
wingen.
Het menu Bandenbelasting
verschijnt alleen als de auto stilstaat
en de handrem is aangetrokken.
Selecteer:
. Lovoor een comfortabele
spanning tot 3 inzittenden.
. Eco voor Eco-spanning tot 3
inzittenden.
. HIvoor volledige belading
Afstemmingsproces
TPMS-sensor
Elke TPMS-sensor heeft een unieke
identificatiecode. De identificatie-
code moet aan de positie van een
nieuwe band/nieuw wiel worden
gekoppeld nadat de banden zijn
geroteerd of alle wielen zijn verwis-
seld en als één of meer
Page 191 of 232
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
190 Verzorging van de auto
TPMS-sensor is vervangen. Het
TPMS-afstemmingsproces moet ook
worden uitgevoerd als een reserve-
band is vervangen door een rijband
met TPMS-sensor.
Bij de volgende contactcyclus
moeten de storingslamp en het
waarschuwingsbericht doven/
verdwijnen. De sensoren worden
met een TPMS-inleergereedschap
in de volgende volgorde aan de
diverse banden/wielen gekoppeld:
Band linksvoor, band rechtsvoor,
band rechtsachter, band linksachter.
De richtingaanwijzer in de huidige
actieve stand wordt verlicht totdat
de sensor is gekoppeld.
Raadpleeg uw werkplaats voor
onderhoud of voor het aanschaffen
van een inleergereedschap. Het
kost twee minuten om de eerste
band/ wiel-positie af te stemmen en
in totaal vijf minuten om de alle vier
band/wiel-posities af te stemmen.
Duurt het langer, dan wordt het
afstemproces gestopt en moet het
opnieuw worden gestart.
Het TPMS-sensorafstemmings-
proces is:1. Trek de handrem aan.
2. Schakel het contact in.
3. Zet de keuzehendel in
neutraal.
4. Gebruik MENUop de hendel
van de richtingaanwijzer om
het Boordinformatiemenu in
het Driver Information Center te
selecteren.
5. Draai het afstelwiel om naar het bandenspanningsmenu te
schuiven.
6. Druk op SET/CLRom de
sensorafstemming te starten.
Er moet een bericht
verschijnen met de vraag de
procedure te bevestigen.
7. Druk nogmaals op SET/CLR
om uw keuze te bevestigen. De
claxon piept twee keer om aan
te geven dat de ontvanger in
de inleermodus staat.
8. Begin met de band linksvoor.
9. Plaats de programmeertool naast de bandwang, bij het
ventiel. Druk vervolgens op de
knop om de TPMS-sensor te activeren. Een kort signaal van
de claxon bevestigt dat de
sensoridentificatiecode op deze
band en wielpositie is
afgestemd.
10. Ga verder met de band rechts- voor en herhaal de procedure
zoals beschreven in stap 9.
11. Ga verder met de band rechts- achter en herhaal de procedure
zoals beschreven in stap 9.
12. Ga verder met de achterband links en herhaal de procedure
zoals beschreven in stap 9. De
claxon piept twee keer ter
aanduiding dat de sensoridenti-
ficatiecode aan de achterband
links is gekoppeld en dat de
procedure voor het koppelen
van de sensoren van het TPMS
afgesloten is.
13. Schakel het contact uit.
14. Breng de vier banden op de aanbevolen bandenspanning
zoals aangegeven op het label
bandenspanningswaarden.