MPG OPEL KARL 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: KARL, Model: OPEL KARL 2019Pages: 201, PDF Size: 5.43 MB
Page 95 of 201
Verlichting93VerlichtingRijverlichting................................ 93
Lichtschakelaar ......................... 93
Grootlicht ................................... 93
Lichtsignaal ............................... 93
Koplampverstelling ....................94
Koplampinstelling in het buitenland ................................. 94
Dagrijlicht ................................... 94
Bochtverlichting ......................... 94
Alarmknipperlichten ...................94
Richtingaanwijzers ....................95
Mistlampen voor ........................95
Mistachterlicht ........................... 95
Parkeerlichten ........................... 96
Achteruitrijlichten .......................96
Beslagen lampglazen ................96
Binnenverlichting .........................96
Regelbare instrumentenverlich‐ ting ............................................ 96
Leeslampen ............................... 97
Verlichtingsfuncties ......................97
Uitstapverlichting .......................97
Ontlaadbeveiliging accu ............98Rijverlichting
Lichtschakelaar
Lichtschakelaar draaien:
7:verlichting uit8:zijmarkeringslichten9:dimlicht of grootlicht
Controlelampje 8 3 75.
Achterlichten De achterlichten branden tegelijk met
de koplampen en zijmarkeringslich‐
ten.
Grootlicht
Om van dimlicht naar grootlicht om te
schakelen, duwt u tegen de hendel.
Om het dimlicht in te schakelen, duwt
u nogmaals tegen de hendel of u trekt eraan.
Lichtsignaal
Lichtsignaal activeren door de hendel naar u toe te trekken.
Page 98 of 201
96VerlichtingParkeerlichten
Bij het parkeren kunnen de parkeer‐
lichten aan één kant worden inge‐
schakeld:
1. Schakel de ontsteking uit.
2. Beweeg de hendel helemaal omhoog (parkeerlichten rechts) of
omlaag (parkeerlichten links).
Inschakelen wordt bevestigd door
een geluidssignaal en het bijbeho‐
rende controlelampje van de richting‐
aanwijzer.
Achteruitrijlichten
Het achteruitrijlicht gaat branden
wanneer het contact aanstaat en de
auto in de achteruitversnelling staat.
Beslagen lampglazen
De binnenkant van de lampenglazen
kan bij koud en vochtig weer, bij
hevige regen of na een wasbeurt
korte tijd beslaan. De condens
verdwijnt na korte tijd vanzelf, om dit
te versnellen de verlichting inschake‐
len.Binnenverlichting
Regelbare instrumenten‐ verlichting
Wanneer de rijverlichting aanstaat,
kunt u de lichtsterkte van de volgende lampen regelen:
● instrumentenverlichting
● Info-Display
● verlichte schakelaars en bedie‐ ningselementen
Draai aan het kartelwiel A en houd dit
vast totdat de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Page 196 of 201
194TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............171, 176
Aanduidingen op banden ..........150
Aansteker .................................... 64
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 131
Accu ........................................... 136
Achterdeuren ............................... 23
Achterlichten .............................. 141
Achterruitverwarming ................... 30
Achteruitrijlichten .........................96
Afmetingen auto ........................180
Airbag deactiveren ....................... 44 Airbag-deactivering ...................... 71
Airbag en gordelspanners ...........71
Airbaglabel.................................... 38
Airbagsysteem ............................. 38
Airconditioning ........................... 100
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 107
Alarmknipperlichten .....................94
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 108
Antiblokkeersysteem .................116
Antiblokkeersysteem (ABS) .........73
Asbakken ..................................... 64
Autogegevens ....................176, 179
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 166Auto stallen ................................. 131
Autostop ..................................... 112
B Bagageruimte ........................ 23, 53
Bagageruimte-afdekking .............55
Bandenreparatieset ...................156
Bandenspanning .......................150
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 74, 151
Bandenspanningswaarden ........181
Batterijspanning ........................... 84
Bedieningsorganen ......................60
Bekerhouders .............................. 52
Bekleding .................................... 168
Beladingsinformatie .....................58
Beslagen lampglazen ..................96
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 121
Binnenspiegels ............................. 27
Binnenverlichting .................97, 143
Bochtverlichting ............................ 94
Boordgereedschap .....................149
Boordinformatie ........................... 82
Brandstof .................................... 127
Brandstofmeter ............................ 66
Brandstof voor benzinemotoren 127
Buitenspiegels .............................. 26
Buitentemperatuur .......................62