ESP OPEL MERIVA 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: MERIVA, Model: OPEL MERIVA 2016Pages: 185, PDF Size: 2.92 MB
Page 165 of 185

Cd-speler165● Bij Mixed-Mode-CD’s (waaropaudiotracks en gecomprimeerde
bestanden, bijv. MP3 zijn opge‐
slagen) kunnen audiotrackge‐
deelte en de gecomprimeerde
bestanden separaat worden
afgespeeld.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen beschadiging en vuil
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kun‐ nen de lens van de cd-speler bin‐nen in het apparaat vies maken
en storingen veroorzaken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
● De volgende beperkingen gelden
voor mp3/wma-cd's:
Bit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s.
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1)en 24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz
(voor mpeg-2).
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die
op een mp3/wma-cd zijn opge‐
slagen:
Aantal tracks: max. 999.
Aantal tracks per mapniveau:
max. 512.
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus.
Let op
Dit hoofdstuk beschrijft alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden, aange‐
zien het werken met mp3- en wma- bestanden hetzelfde is. Bij het laden van een cd met wma-bestanden ver‐ schijnen er mp3-gerelateerde me‐
nu's.
Gebruik
Cd afspelen starten
Druk één of meerdere keren op CD
om naar het hoofdmenu Cd of Mp3 te
gaan.
Als er zich een cd in de cd-speler be‐ vindt, wordt deze automatisch afge‐
speeld.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen ver‐
schijnt er op het display verschillende informatie over de cd en de huidige
muziektrack.
Cd plaatsen
Plaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de
CD naar binnen wordt getrokken.
Let op
Bij het plaatsen van een cd ver‐ schijnt 0 op het display.
Page 168 of 185

168USB-poortUSB-poortAlgemene aanwijzingen.............168
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 169Algemene aanwijzingen
In de middenconsole onder de knop‐
pen voor de klimaatregeling bevindt
zich een USB-aansluiting voor het
aansluiten van externe audiogege‐
vensbronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Op de USB-poort kunt u een mp3-
speler, USB-drive, SD Card (via USB-
aansluiting/adapter) of iPod aanslui‐
ten.
Na het aansluiten op de USB-poort
kunnen diverse functies van de bo‐
venstaande apparaten worden be‐
diend via de bedieningsorganen en
menu's van het infotainmentsysteem.
Let op
Niet alle modellen mp3-spelers, USB-drives, SD Cards of iPods wor‐ den ondersteund door het infotain‐
mentsysteem.Opmerkingen
● De op de USB-poort aangesloten
externe apparaten moeten vol‐
doen aan de USB Mass Storage
Class-specificatie (USB MSC).
● Via USB aangesloten apparaten worden ondersteund volgens
USB-specificatie V 2.0. Maxi‐
male ondersteunde snelheid:
12 Mbit/s.
● Alleen apparaten met een FAT16/FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
● Vaste-schijfstations (HDD) wor‐ den niet ondersteund.
● USB-hubs worden niet onder‐ steund.
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 Level 1, Level 2 (Ro‐
meo, Joliet).
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een an‐
der formaat zijn geschreven dan
hierboven vermeld niet correct
worden afgespeeld en dat hun
Page 169 of 185

USB-poort169bestands- en mapnamen niet
correct worden weergegeven.
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op de bestanden
die op het externe apparaat zijn
opgeslagen:
Bit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s.
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1)
en 24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz
(voor mpeg-2).
● Voor de gegevens op externe ap‐
paraten die zijn aangesloten op
de USB-poort gelden de vol‐
gende beperkingen:
Aantal tracks: max. 999.
Aantal tracks per mapniveau:
max. 512.
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus.
Wma-bestanden met Digital
Rights Management (DRM) van online-muziekwinkels kunnenniet worden afgespeeld.
Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als
deze met Windows Media Player,minimaal versie 9, zijn aange‐
maakt.
Toepasbare afspeellijstexten‐ sies: .m3u, .pls, .wpl.
De afspeellijstitems moeten als
relatieve paden zijn opgemaakt.
Het systeemkenmerk voor map‐
pen/bestanden dat audiogege‐
vens bevat, mag niet ingesteld
zijn.
Opgeslagen audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus MP3 of iPod te
activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het toestel zijn opgeslagen, wordt
automatisch gestart.
Toestelspecifiek menu gebruiken
Druk op de multifunctionele knop omnaar het menu van het momenteelverbonden toestel te gaan.
Page 174 of 185

174Telefoontelefoneren verboden is, als demobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbindingBluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur. Gegevens zoals een telefoon‐ boek, gesprekslijsten, de naam van
de netwerkoperator en de sterkte van
de verbinding kunnen worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐ baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met de telefoonportal tot stand te kunnenbrengen, moet de Bluetooth-functie
van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐
foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. U vindt een gedetailleerde be‐
schrijving in de gebruiksaanwijzing
van de mobiele telefoon.
Bluetooth inschakelen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen .
Zet
Bluetooth op Aan .
Een Bluetooth-apparaat koppelen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen. Selecteer Te‐
lefooninstellingen en vervolgens
Apparaat koppelen .
Het volgende display verschijnt.
Zodra het telefoonportal van het Info‐
tainmentsysteem wordt gedetec‐
teerd, verschijnt het in de apparaten‐ lijst van uw Bluetooth-toestel. Selec‐
teer het telefoonportal.
Voer op verzoek de pincode op uw
Bluetooth-toetsel in. De apparaten
worden gekoppeld en verbonden.
Page 176 of 185

176TelefoonKies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
Als het apparaat verbonden is, moet
het eerst worden losgekoppeld (zie bovenstaand).
Selecteer Wissen om het apparaat te
verwijderen.
Fabriekswaarden terugzetten
De telefooninstellingen, bijv. de ap‐
paratenlijst, de Bluetooth-code en de
beltoon, kunnen op de fabriekswaar‐
den worden teruggezet.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen. Selecteer Te‐
lefooninstellingen en vervolgens Fa‐
brieksinstellingen herstellen .
In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Page 177 of 185

Telefoon177BedieningZodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
er gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enkele minuten duren.
Tijdens deze periode is het bedienen
van de mobiele telefoon via het Info‐
tainmentsysteem slechts beperkt mo‐
gelijk.Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk dat
de functionaliteit die bij deze speci‐
fieke mobiele telefoons staat be‐
schreven, afwijkt.
Voorwaarden
Voor de handsfreemodus van het in‐
fotainmentsysteem moet aan de vol‐
gende voorwaarden zijn voldaan:
● De Bluetooth-functie van het in‐ fotainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn 3 174.
● De Bluetooth-functie van de mo‐ biele telefoon moet geactiveerd
zijn (zie gebruiksaanwijzing van het apparaat).
● De mobiele telefoon moet op "zichtbaar" staan (zie gebruiks‐
aanwijzing van het apparaat).
● De mobiele telefoon moet aan het infotainmentsysteem gekop‐
peld zijn 3 174.Handsfreemodus activeren
Druk op PHONE op het bedienings‐
paneel van het Infotainmentsysteem. Het hoofdmenu van de telefoon ver‐
schijnt.
Let op
Als er geen mobiele telefoon met het Infotainmentsysteem verbonden is,
verschijnt Geen telefoon
beschikbaar . Voor een gedetail‐
leerde beschrijving van het tot stand brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding 3 174.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunnen nu worden bediend via het
hoofdmenu van de telefoon (en bijbe‐
horende submenu's) en via de tele‐
foonspecifieke knoppen op het stuur‐ wiel.
Telefoongesprek initiëren
Handmatig een nummer invoeren
Druk in het telefoonhoofdmenu op de
multifunctionele knop om Menu
telefoon te openen.
Selecteer Nummer invoeren . Het vol‐
gende scherm verschijnt.
Page 179 of 185

Telefoon179Het telefoonboek wissen
Als u alle vermeldingen in het tele‐
foonboek van het Infotainmentsys‐ teem wilt wissen, drukt u op PHONE.
Selecteer Telefoonboek en dan Alles
wissen .
Bellijsten gebruiken
Alle inkomende, uitgaande of gemiste
oproepen worden geregistreerd in bij‐ behorende bellijsten.
Druk in het actieve telefoonhoofd‐
menu op de multifunctionele knop om
Menu telefoon te openen. Selecteer
Gesprekslijsten .
Het volgende scherm verschijnt.Selecteer de gewenste gesprekslijst,
bijv. Gemiste oproepen . Er verschijnt
een menu met de betreffende ge‐ sprekslijst.
Telefoongesprek initiëren: selecteer
de gewenste lijstvermelding. Het sys‐ teem kiest het betreffende telefoon‐
nummer.
Telefoonnummer opnieuw kiezen
Het systeem kan het laatst gekozen
telefoonnummer opnieuw kiezen.
Druk op 7 op het stuurwiel om naar
het menu Opnieuw kiezen te gaan.
Druk op 7 om een telefoonnummer te
gaan kiezen.
Druk op xn op het stuurwiel om het
menu Opnieuw kiezen te verlaten.
Gebruik eventueel de multifunctio‐ nele knop om op het display Nee te
selecteren.
Inkomend telefoongesprek
Als er bij een inkomende oproep een audiomodus, bijv. de radio- of cd-mo‐
dus, actief is, wordt het geluid van de
betreffende audiomodus onderdrukt
en blijft dit zo totdat het gesprek wordt beëindigd.Oproep beantwoorden: selecteer
Aannemen op het display.
Oproep weigeren: selecteer
Weigeren op het display.
Tweede inkomende oproep
Als er tijdens een gesprek nog een
oproep binnenkomt, verschijnt er een
bericht.
Tweede oproep beantwoorden en
huidig gesprek beëindigen: selecteer
Aannemen op het display.
Tweede oproep weigeren en huidig
gesprek voortzetten: selecteer
Weigeren op het display.
Beltoon wijzigen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen ,
Geluid & Signalen en vervolgens
Beltoon . Er verschijnt een lijst met alle
beschikbare beltonen.
Selecteer de gewenste beltoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het beltoonvolume 3 154.
Page 180 of 185

180TelefoonFuncties tijdens een
telefoongesprek
Tijdens een telefoongesprek ver‐
schijnt het hoofdmenu op het display.
Selecteer Menu op het display om
naar het menu Verbonden te gaan.
Selecteer Ophangen op het display
om het gesprek te beëindigen.
Privémodus activeren
Selecteer Gesprek via handset in het
menu Verbonden om het gesprek
door te schakelen naar de mobiele te‐
lefoon.
Selecteer Menu op het display en
daarna Gesprek doorschakelen om
het gesprek terug te schakelen naar
het Infotainmentsysteem.
Microfoon deactiveren/activeren
Stel Mic dempen in op Aan in het
menu Verbonden . De beller kan u niet
meer horen.
Stel Mic dempen weer op Uit in om de
microfoon weer in te schakelen.Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de mo‐
delspecifieke montagehandleiding en de gebruiksvoorschriften van de fa‐
brikant van de telefoon en de hands‐
free-carkit in acht genomen worden.
Anders kan de typegoedkeuring van
de auto vervallen (EU-richtlijn
95/54/EG).
Aanbevelingen voor een storingsvrij
gebruik:
● De buitenantenne moet profes‐ sioneel worden geïnstalleerd om
het maximaal mogelijke bereik te krijgen.
● Maximaal zendvermogen 10 watt.
● De mobiele telefoon moet op een
geschikte plek worden geïnstal‐
leerd. Zie de betreffende opmer‐
king in het Instructieboekje,
hoofdstuk Airbagsysteem .Laat u informeren over de voorziene
montageposities voor de buitenan‐
tenne of de toestelhouder en de mo‐
gelijkheden tot gebruik van toestellen
met een zendvermogen van meer
dan 10 watt.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan, wan‐
neer het maximale zendvermogen
van de mobiele telefoon niet groter is
dan 2 watt bij GSM 900 en niet groter
is dan 1 watt bij de andere types.
Uit veiligheidsoverwegingen wordt te‐
lefoneren tijdens het rijden afgera‐
den. Ook bij handsfree telefoneren
kan de aandacht op het verkeer ver‐
slappen.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor mo‐
biele telefoons voldoen en radio's
is alleen toegestaan met een bui‐ tenantenne op de auto.
Page 182 of 185

182TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen..... 164, 167, 168, 173
AUX-ingang ............................. 167
Bluetooth-muziek ....................171
CD-speler ................................ 164
Infotainmentsysteem ...............144
Telefoon .................................. 173
USB-poort ............................... 168
Algemene informatie................... 171
Antidiefstalfunctie ......................145
Audioknoppen op stuurwiel ........146
Automatische volumeregeling ....154
Autostore-lijsten .......................... 156
Zenders ophalen .....................156
Zenders opslaan .....................156
AUX-functie activeren .................167
AUX-ingang Algemene aanwijzingen ..........167
Bediening ................................ 167
Inschakelen ............................. 167
Volume aanpassen .................167
B Basisbediening ........................... 150
Bediening ........................... 171, 177
AUX-ingang ............................. 167
Bluetooth-muziek ....................171
CD-speler ................................ 165
Menu ....................................... 150Radio....................................... 155
Telefoon .................................. 177
USB-poort ............................... 169
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...............146
Stuurwiel ................................. 146
Telefoon .................................. 173
Bedieningspaneel Infotainment ..146
Bel Beltoon .................................... 177
Functies tijdens het gesprek ...177
Inkomend gesprek ..................177
Telefoongesprek initiëren ........177
Beltoon Beltoon selecteren ..................177
Beltoonvolume ........................ 154
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................171
Bluetooth-verbinding ...............174
Telefoon .................................. 177
Bluetooth-muziek Algemene aanwijzingen ..........171
Bediening ................................ 171
Inschakelen ............................. 171
Voorwaarden ........................... 171
Bluetooth-verbinding ..................174
C Categorielijst ............................... 157
Cd afspelen starten ....................165
Page 183 of 185

183Cd-menu..................................... 165
CD-speler Algemene aanwijzingen ..........164
Cd afspelen starten .................165
Cd plaatsen ............................. 165
Cd-menu ................................. 165
Een cd verwijderen .................165
Gebruik.................................... 165
Inschakelen ............................. 165
CD-speler activeren ....................165
D DAB ............................................ 162
Datuminstellingen .......................149
De radio inschakelen ..................155
Digital Audio Broadcasting .........162
Dynamisch audioaanpassing .....162
F
Favoriete lijsten .......................... 157
Zenders ophalen .....................156
Zenders opslaan .....................156
Favorietenlijst ............................. 156
Frequentiebereikmenu's .............157
Frequentiebereik selecteren .......155
Functie Opnieuw kiezen .............177
G
Gebruik ............... 149, 155, 165, 167
AUX-ingang ............................. 167
Bluetooth-muziek ....................171CD-speler................................ 165
Menu ....................................... 150
Radio ....................................... 155
Telefoon .................................. 177
USB-poort ............................... 169
Geluidsinstellingen .....................153
Gesprekslijsten ........................... 177
H Handsfree telefoonmodus activeren.................................. 177
I
Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 149
M
Maximaal opstartvolume............. 154
Menubediening ........................... 150
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................180
Multifunctionele knop ..................150
Mute............................................ 149
N Noodoproep ................................ 176
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 169
Overzicht bedieningselementen. 146R
Radio Afstemmen op zender .............155
Autostorelijsten........................ 156
Bereik selecteren ....................162
Categorielijst ........................... 157
DAB configureren ....................162
DAB-berichten ......................... 157
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 162
Dynamisch audioaanpassing ..162
Favoriete lijsten ...............156, 157
Frequentiebereik selecteren ...155
Frequentiebereikmenu's.......... 157
Gebruik.................................... 155
Inschakelen ............................. 155
Radio Data System (RDS) ......160
RDS configureren.................... 160
Regio-instelling........................ 160
Verkeersberichten ...................160
Verkeersinformatie ..................160
Zender zoeken ........................ 155
Zenderlijsten............................ 157
Zenderlijsten bijwerken ...........157
Zenders ophalen .....................156
Zenders opslaan .....................156
Radio activeren........................... 155
Radio Data System (RDS) ......... 160
RDS ............................................ 160
Regio-instelling ........................... 160