OPEL MOKKA 2014.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: MOKKA, Model: OPEL MOKKA 2014.5Pages: 145, PDF Size: 3.14 MB
Page 61 of 145

Navigatie61
Selecteer voor het uitsluiten van be‐
paalde straten/wegen van de route de
schermtoets Vermijden naast de be‐
treffende straat/weg.
De route wordt opnieuw berekend en de betreffende straat/weg wordt uit‐
gesloten.
Lijst Vermijden
Straten/wegen die uit de oorspronke‐
lijke route zijn uitgesloten, verschij‐
nen in de Vermijdingslijst .
Druk op de DEST / NAV -toets en se‐
lecteer de menuoptie Vermijdingslijst
om het betreffende submenu weer te
geven.
Selecteer voor het weergeven van
alle vermeden straten/wegen de
menuoptie Weergavelijst .
Selecteer voor het wissen van alle te
vermijden straten/wegen en terugke‐
ren naar de oorspronkelijke route de
menuoptie Alle items verwijderen .
Omleiding
Druk op de toets DEST / NAV en se‐
lecteer vervolgens de menuoptie
Omleiding .Selecteer voor het wijzigen van de
route gedurende een bepaalde af‐
stand de menuoptie Omleiding op
afstand . Er verschijnt een menu met
daarin verschillende afstanden.
Selecteer de gewenste afstand. De route wordt op basis daarvan op‐
nieuw berekend.
Selecteer voor het blokkeren van de gehele route de menuoptie Omleiding
complete route . De oorspronkelijke
route wordt geblokkeerd en er wordt
een nieuwe route naar de gewenste
bestemming berekend.
Lijst met afslagen
Druk voor een lijst van de komende
afslagen en rustplaatsen langs de
snelweg op de toets NAV en vervol‐
gens op de multifunctionele knop om
de Navigatiemenu weer te geven.
Blader door de lijst en selecteer de
menuoptie Lijst met afslagen .
Routeopties
Druk bij actieve routebegeleiding op
de toets DEST / NAV en selecteer de
menuoptie Route-opties .Er verschijnt een lijst met routebere‐
keningsopties en wegtypes.
Activeer voor het definiëren volgens
welke criteria een route kan worden
gecalculeerd één van de opties:
Snelste voor de snelste route (qua
tijd), Kortste voor de kortste route
(qua afstand) of Eco voor de route
met het laagste brandstofverbruik.
Activeer voor het definiëren welke
wegtypen bij de berekening van de
route kunnen worden ingecalculeerd
de gewenste opties: snelwegen, tol‐
wegen, veerboten, enz.
Page 62 of 145

62SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie....................62
Gebruik ........................................ 63Algemene informatie
Geïntegreerde
spraakherkenning De spraakherkenning van het Info‐
tainmentsysteem stelt u in staat om
diverse functies van het Infotainment‐
systeem met uw stem te besturen. De
spraakbesturing herkent comman‐
do's en cijferreeksen, ongeacht de
desbetreffende spreker. De instruc‐
ties en cijferreeksen kunnen zonder
pauze tussen de afzonderlijke woor‐ den worden uitgesproken.
Bij onjuist gebruik of onjuiste com‐
mando's geeft de spraakherkenning
visuele en/of akoestische feedback
en wordt u gevraagd het gewenste
commando te herhalen. Bovendien
bevestigt de spraakherkenning be‐
langrijke instructies en stelt zo nodig
een vraag hierover.
In het alegmeen zijn er verschillende
manieren voor het uitspreken van de commando's voor de taken. Voor de
meeste ervan, behalve het invoerenvan een bestemming en het stem‐
toetsenblok, is een enkel commando voldoende.
Ga als volgt te werk als voor de han‐
deling meer dan één commando no‐ dig is:
Geef in het eerste commando het te
verrichten type handeling aan, bijv.
"Navigatiebestemming invoeren".
Het systeem reageert met vragen die
u door een dialoog voor het invoeren
van de benodigde voeren. Zeg als er
een bestemming voor routebegelei‐ ding nodig is bijvoorbeeld "Navigatie" of "Bestemming invoeren".
Let op
Om te voorkomen dat gesprekken in
de auto onbedoeld de systeemfunc‐ ties beïnvloeden, start de stemher‐
kenning pas nadat deze is geacti‐
veerd.
Page 63 of 145

Spraakherkenning63
Ondersteunde talen■ Niet alle talen die voor het display van het Infotainmentsysteem be‐
schikbaar zijn, zijn ook beschikbaar
voor de spraakherkenning.
■ Als de momenteel geselecteerde displaytaal niet door de spraakher‐
kenning wordt ondersteund, is de
spraakherkenning niet beschik‐
baar.
In dat geval moet u een andere taal selecteren voor het display als u het
Infotainmentsysteem via spraak‐
commando's wilt bedienen. Taal
van display wijzigen, zie "Taal" in
het hoofdstuk "Systeeminstellin‐
gen" 3 22.
Adresinvoer voor bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming
in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van het Infotainmentdisplay in de taal van
het betreffende land wijzigen.Als het display bijv. momenteel op
Engels is ingesteld en u de naam van een stad in Frankrijk wilt invoeren,moet u de displaytaal in Frans wijzi‐
gen.
Uitzonderingen: Voor het invoeren
van adressen in België kunt u de dis‐
playtaal naar keuze in Frans of Ne‐
derlands wijzigen. Voor het invoeren
van adressen in Zwitserland kunt u de displaytaal naar keuze in Frans, Duits
of Italiaans wijzigen.
Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐ instellingen" 3 22.
Invoervolgorde voor
bestemmingsadressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de be‐ stemming ligt.
Het systeem geeft een voorbeeld van
de betreffende invoervolgorde.Spraakdoorschakel-toepassing
Via de spraakdoorschakel-toepas‐
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐ ningscommando's op uw smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om na te
gaan of uw smartphone deze functie
ondersteunt.
Gebruik Geïntegreerde
spraakherkenning
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.
Druk op de knop w rechts op het
stuurwiel.
Het geluid van het audiosysteem wordt onderdrukt, het symbool w op
het display wordt gemarkeerd en een
gesproken bericht vraagt u om een
commando uit te spreken.
Page 64 of 145

64Spraakherkenning
Zodra de spraakherkenning gereed is
voor gesproken commando's, klinkt
er een pieptoon.
U kunt nu een spraakcommando ge‐
ven om een systeemfunctie direct te
starten (bijv. een voorkeuzezender
afspelen) of om een dialoogreeks te
starten met een aantal dialoogstap‐
pen (bijv. het invoeren van een be‐
stemmingsadres); zie "Bediening via
spraakcommando's" verderop.
Nadat een dialoogreeks voltooid is,
wordt de spraakherkenning automa‐ tisch gedeactiveerd. Om een andere
dialoogreeks te starten moet u de
spraakherkenning weer activeren.
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Druk op de knop w of ─ rechts op het
stuurwiel.
Een gesproken vraag onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een ge‐
sproken vraag onderbreken door
even op de knop w op het stuurwiel te
drukken.Er klinkt meteen een pieptoon en u
kunt zonder te wachten een com‐
mando uitspreken.
Een dialoogreeks annuleren
Er zijn diverse mogelijkheden om een dialoogreeks te annuleren en despraakherkenning te deactiveren:
■ Zeg " Annuleren " of "Afsluiten ".
■ Druk op de knop n rechts op het
stuurwiel.
In de volgende situaties wordt een
dialoogreeks automatisch geannu‐
leerd:
■ Als u enige tijd geen commando's zegt (standaard wordt u driemaal
gevraagd een commando te zeg‐
gen).
■ Als u commando's zegt die niet door het systeem worden herkend
(standaard wordt u driemaal ge‐
vraagd een juist commando te zeg‐
gen).Bediening via spraakcommando's
De spraakherkenning kan comman‐
do's in de vorm van natuurlijke zinnen of directe commando's met de appli‐
catie en de taak begrijpen.
Voor de beste resultaten: ■ Luister naar de gesproken vraag en
wacht op de pieptoon voordat u een commando uitspreekt of antwoordt.
■ Zeg " Help" als de helpvraag voor
de huidige dialoogstap nog eens wilt horen.
■ U kunt de gesproken vraag onder‐ breken door nogmaals op de toets
w te drukken. Druk als u uw com‐
mando rechtstreeks wilt inspreken twee keer op de toets w.
■ Wacht op de pieptoon en spreek het commando op natuurlijke wijze
uit. Meestal werkt de herkenning
beter als pauzes tot een minimum
beperkt blijven. Gebruik korte en di‐
recte commando's.
Meestal kunnen telefoon- en audio‐
commando's in één keer worden uit‐
gesproken. Bijvoorbeeld "Bel Jan
Page 65 of 145

Spraakherkenning65
Jansen op het werk", "Speel af" ge‐volgd door de naam van de artiets of
song of "Stem af op" gevolgd door de
radiofrequentie en het golfbereik.
Navigatiebestemmingen zijn echter
te complex voor één commando. Zeg eerst "Navigatie" en dan bijv. "Adres"
of "Markant punt". Het systeem rea‐
geert hierop door naar meer details te
vragen.
Na het commando "Markant punt"
kunt u alleen grote ketens op naam
selecteren. Ketens zijn bedrijven met
ten minste 20 locaties. Noem voor an‐
dere POI's de naam van een catego‐
rie, bijv. "Restaurants", "Winkelcen‐
tra" of "Ziekenhuizen".
Het systeem werkt gemakkelijker met
directe commando's, bijv. "Bel
01234567".
Bij het commando "Telefoon" begrijpt
het systeem dat u wilt bellen en ant‐
woordt het met nadere vragen totdat
het voldoende details heeft. Als het
telefoonnummer met een naam en
een locatie opgeslagen is, moet u inhet directe commando beide vermel‐
den, bijvoorbeeld "Bel Jan Jansen op het werk".Lijstvermeldingen selecteren
Wanneer er een lijst verschijnt, wordt
u via een gesproken bericht gevraagd om een vermelding uit die lijst te be‐
vestigen of te selecteren. U kunt een
lijstvermelding handmatig of door het
uitspreken van het regelnummer van
de vermelding selecteren.
De lijst op een spraakherkennings‐
scherm werkt net als bij een lijst op
andere schermen. Bij het handmatig
scrollen door de lijst op een scherm
tijdens een spraakherkenningssessie
wordt de huidige spraakherkenning
opgeschort en klinkt er een instructie
als "Selecteer handmatig een lijstver‐
melding of druk op de knop Terug op
de console om het nogmaals te pro‐
beren".
Als u niet binnen 15 seconden hand‐
matig een lijstvermelding selecteert,
wordt de spraakherkenningssessie
beëindigd, volgt er een bericht met
een vraag en verschijnt het eerdere
scherm weer.Het commando "Terug"
Om terug te gaan naar de vorige stap
in de dialoog kunt u ook " Terug" zeg‐
gen of op de toets BACK op het in‐
strumentenbord drukken.Het commando "Help"
Na het commando " Help" wordt de
helpvraag voor de huidige stap in de
dialoog voorgelezen.
Druk voor het onderbreken van de
helpvraag nogmaals op de toets w. Er
klinkt een pieptoon. U kunt een com‐ mando uitspreken.
Spraakdoorschakel-toepassing
Spraakherkenning
spraakdoorschakeling activeren
Houd de knop w rechts op het stuur‐
wiel ingedrukt totdat er een spraak‐
herkenningssessie wordt gestart.
Voor nadere informatie over de wer‐
king verwijzen wij u naar de gebruiks‐ aanwijzing van uw smartphone.
Page 66 of 145

66Spraakherkenning
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Druk op de knop w of ─ rechts op het
stuurwiel.
Spraakherkenning
spraakdoorschakeling deactiveren
Druk op de knop n rechts op het
stuurwiel. De spraakherkenningsses‐ sie wordt beëindigd.
Page 67 of 145

Telefoon67TelefoonAlgemene aanwijzingen...............67
Bluetooth-verbinding ....................68
Noodoproep ................................. 69
Bediening ..................................... 70
Tekstberichten ............................. 73
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ....................75Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de be‐
langrijkste functies van de mobiele te‐
lefoon te bedienen. Om het telefoon‐
portaal te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon via Bluetooth aan‐
gesloten zijn.
Het telefoonportaal kan daarnaast
ook met het spraakherkenningsys‐
teem worden bediend.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐
treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐
handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
Page 68 of 145

68Telefoonvoordat u de telefoon in hands‐free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. mobiele telefoons, iPod/iPhone-
modellen of andere apparaten.
Voor het maken van een Bluetooth-
verbinding met het Infotainmentsys‐
teem moet de Bluetooth-functie van
het Bluetooth-apparaat geactiveerd
zijn. Voor nadere informatie verwijzen
wij u naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
Via het menu Bluetooth worden Blue‐
tooth-apparaten met het Infotain‐
mentsysteem gekoppeld (uitwisselen
van pincode tussen Bluetooth-appa‐
raat en Infotainmentsysteem) en ver‐
bonden.
Opmerkingen ■ Aan het systeem kunnen maximaal
vijf apparaten worden gekoppeld.
■ Er kan slechts één gekoppeld ap‐ paraat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbonden.
■ Koppelen is in de regel slechts één
keer noodzakelijk, tenzij het appa‐
raat van de lijst met gekoppelde ap‐
paraten wordt gewist. Als het appa‐raat eerder verbonden was, brengt
het Infotainmentsysteem de verbin‐
ding automatisch tot stand.
■ Bij werken via Bluetooth wordt de accu van het apparaat aanzienlijk
belast. Laat het apparaat daarom
via een stopcontact opladen.
Bluetooth-menu
Voor het openen van het menu
Bluetooth kunt u naar keuze:
■ Druk op de O-toets. Selecteer de
menuoptie Telefooninstelling en
daarna Bluetooth .
■ Druk op de CONFIG-toets. Selec‐
teer de menuoptie Telefooninstel‐
ling en daarna Bluetooth.
■ Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram Instellingen . Selecteer
de menuoptie Telefooninstelling en
daarna Bluetooth .
De menuopties Apparatenlijst en
Apparaat koppelen verschijnen.
Apparaat koppelen
Activeer het koppelen op het Infotain‐ mentsysteem door de menuoptie
Apparaat koppelen te selecteren. Er
Page 69 of 145

Telefoon69
verschijnt een bericht met de viercij‐
ferige code van het Infotainmentsys‐
teem.
Activeer het koppelen op het Blue‐
tooth-apparaat. Voer zo nodig de
code van het Infotainmentsysteem op
het Bluetooth-apparaat in.
Voor het koppelen verschijnt er een
zescijferige pincode op het Infotain‐ mentsysteem.
Koppelen bevestigen: ■ Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Vergelijk (desgevraagd) de pinco‐
des op het Infotainmentsysteem en op het Bluetooth-apparaat en be‐
vestig het bericht op het Bluetooth-
apparaat.
■ Als SSP (secure simple pairing) niet wordt ondersteund:
Voer de pincode op het Bluetooth-
apparaat in en bevestig uw invoer.
De apparaten zijn gekoppeld en het
telefoonhoofdmenu verschijnt.
Het telefoonboek en de oproeplijsten
(indien beschikbaar) worden vanaf
het Bluetooth-apparaat gedownload.Bevestig zo nodig het bijbehorende
bericht op het Bluetooth-apparaat.
Apparatenlijst
De apparatenlijst bevat alle Blue‐
tooth-apparaten die aan het Infotain‐
mentsysteem gekoppeld zijn.
Als een nieuw appraat wordt gekop‐
peld, verschijnt het in de apparaten‐
lijst.
Een apparaat aansluiten
Selecteer het apparaat dat u wenst te
koppelen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer de knop Selecteren op het
scherm.
Het eerder verbonden apparaat wordt
ontkoppeld en dit apparaat wordt ver‐
bonden.
Een apparaat wissen
Selecteer het apparaat dat u wenst te wissen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer de knop Verw. op het
scherm.
Het apparaat is gewist.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
Page 70 of 145

70Telefoon9Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonapplicatie.
Daarom kan het bereik aan beschre‐ ven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Om het hoofdmenu Telefoon weer te
geven, drukt u op de toets O. Het
volgende scherm verschijnt (als er
een mobiele telefoon verbonden is).