ESP OPEL MOKKA 2014 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: MOKKA, Model: OPEL MOKKA 2014Pages: 239, PDF Size: 4.82 MB
Page 63 of 239

Spraakherkenning63
spraakherkenning niet beschik‐
baar.
In dat geval moet u een andere taal
selecteren voor het display als u het Infotainmentsysteem via spraak‐
commando's wilt bedienen. Taal
van display wijzigen, zie "Taal" in
het hoofdstuk "Systeeminstellin‐
gen" 3 22.
Adresinvoer voor bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van
het Infotainmentdisplay in de taal van het betreffende land wijzigen.
Als het display bijv. momenteel op
Engels is ingesteld en u de naam van
een stad in Frankrijk wilt invoeren,
moet u de displaytaal in Frans wijzi‐
gen.
Uitzonderingen: Voor het invoeren
van adressen in België kunt u de dis‐
playtaal naar keuze in Frans of Ne‐
derlands wijzigen. Voor het invoerenvan adressen in Zwitserland kunt u de displaytaal naar keuze in Frans, Duitsof Italiaans wijzigen.
Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐ instellingen" 3 22.
Invoervolgorde voor
bestemmingsadressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de be‐ stemming ligt.
■ Oostenrijk, Duitsland:
■ België, Frankrijk, Groot-Brittannië:
■ Italië, Nederland, Portugal, Rus‐ land, Spanje, Zwitserland:
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.
Druk op de knop w rechts op het
stuurwiel.
Het geluid van het audiosysteem
wordt onderdrukt, het symbool w op
het display wordt gemarkeerd en een
gesproken bericht vraagt u om een
commando uit te spreken.
Zodra de spraakherkenning gereed is voor gesproken commando's, klinkt
er een pieptoon.
U kunt nu een spraakcommando ge‐
ven om een systeemfunctie direct te
starten (bijv. een voorkeuzezender
afspelen) of om een dialoogreeks te
starten met een aantal dialoogstap‐
pen (bijv. het invoeren van een be‐
stemmingsadres); zie "Bediening via
spraakcommando's" verderop.
Page 64 of 239

64Spraakherkenning
Nadat een dialoogreeks voltooid is,
wordt de spraakherkenning automa‐ tisch gedeactiveerd. Om een andere
dialoogreeks te starten moet u de
spraakherkenning weer activeren.
Volume van gesproken vragen aanpassen Druk op de knop w of ─ rechts op het
stuurwiel.
Een gesproken vraag
onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een ge‐
sproken vraag onderbreken door
even op de knop w op het stuurwiel te
drukken.
Er klinkt meteen een pieptoon en u
kunt zonder te wachten een com‐
mando uitspreken.
Een dialoogreeks annuleren Er zijn diverse mogelijkheden om een
dialoogreeks te annuleren en de
spraakherkenning te deactiveren:
■ Zeg " Annuleren " of "Afsluiten ".
■ Druk op de knop n rechts op het
stuurwiel.In de volgende situaties wordt een
dialoogreeks automatisch geannu‐
leerd:
■ Als u enige tijd geen commando's zegt (standaard wordt u driemaal
gevraagd een commando te zeg‐
gen).
■ Als u commando's zegt die niet door het systeem worden herkend
(standaard wordt u driemaal ge‐
vraagd een juist commando te zeg‐ gen).
Bediening via
spraakcommando's
De spraakherkenning kan comman‐
do's in de vorm van natuurlijke zinnen
of directe commando's met de appli‐
catie en de taak begrijpen.
Voor de beste resultaten: ■ Luister naar de gesproken vraag en
wacht op de pieptoon voordat u een commando uitspreekt of antwoordt.
■ Zeg " Help" als de helpvraag voor
de huidige dialoogstap nog eens
wilt horen.■ U kunt de gesproken vraag onder‐ breken door nogmaals op de toets
w te drukken
■ Wacht op de pieptoon en spreek het commando op natuurlijke wijze
uit, niet te snel, niet te langzaam.
Gebruik korte en directe comman‐
do's.
Meestal kunnen telefoon- en audio‐
commando's in één keer worden uit‐
gesproken. Bijvoorbeeld "Bel Jan Jansen op het werk", "Speel af" ge‐volgd door de naam van de artiets of
song of "Stem af op" gevolgd door de
radiofrequentie en het golfbereik.
Navigatiebestemmingen zijn echter
te complex voor één commando. Zeg eerst "Navigatie" en dan bijv. "Adres"
of "Markant punt". Het systeem rea‐
geert hierop door naar meer details te
vragen.
Na het commando "Markant punt"
kunt u alleen grote ketens op naam
selecteren. Ketens zijn bedrijven met
ten minste 20 locaties. Noem voor an‐
dere POI's de naam van een catego‐
rie, bijv. "Restaurants", "Winkelcen‐
tra" of "Ziekenhuizen".
Page 65 of 239

Spraakherkenning65
Het systeem werkt gemakkelijker met
directe commando's, bijv. "Bel
01234567".
Bij het commando "Telefoon" begrijpt
het systeem dat u wilt bellen en ant‐
woordt het met nadere vragen totdat
het voldoende details heeft. Als het
telefoonnummer met een naam en
een locatie opgeslagen is, moet u in
het directe commando beide vermel‐
den, bijvoorbeeld "Bel Jan Jansen op het werk"
Lijstvermeldingen selecteren
Wanneer er een lijst verschijnt, wordt
u via een gesproken bericht gevraagd om een vermelding uit die lijst te be‐
vestigen of te selecteren. U kunt een
lijstvermelding handmatig of door het
uitspreken van het regelnummer van
de vermelding selecteren.
De lijst op een spraakherkennings‐
scherm werkt net als bij een lijst op
andere schermen. Bij het handmatig
scrollen door de lijst op een scherm
tijdens een spraakherkenningssessie
wordt de huidige spraakherkenning
opgeschort en klinkt er een instructie
als "Selecteer handmatig een lijstver‐melding of druk op de knop Terug op
de console om het nogmaals te pro‐
beren".
Als u niet binnen 15 seconden hand‐
matig een lijstvermelding selecteert, wordt de spraakherkenningssessie
beëindigd, volgt er een bericht met
een vraag en verschijnt het eerdere
scherm weer.
Het commando "Terug"
Om terug te gaan naar de vorige stap
in de dialoog kunt u ook " Terug" zeg‐
gen of op de toets BACK op het in‐
strumentenbord drukken.
Het commando "Help"
Na het commando " Help" wordt de
helpvraag voor de huidige stap in de
dialoog voorgelezen.
Druk voor het onderbreken van de
helpvraag nogmaals op de toets w. Er
klinkt een pieptoon. U kunt een com‐ mando uitspreken.
Page 68 of 239

68Telefoon
verschijnt een bericht met de viercij‐
ferige code van het Infotainmentsys‐
teem.
Activeer het koppelen op het Blue‐
tooth-apparaat. Voer zo nodig de
code van het Infotainmentsysteem op het Bluetooth-apparaat in.
Voor het koppelen verschijnt er een
zescijferige pincode op het Infotain‐
mentsysteem.
Koppelen bevestigen: ■ Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Vergelijk (desgevraagd) de pinco‐
des op het Infotainmentsysteem en op het Bluetooth-apparaat en be‐
vestig het bericht op het Bluetooth-
apparaat.
■ Als SSP (secure simple pairing) niet wordt ondersteund:
Voer de pincode op het Bluetooth-
apparaat in en bevestig uw invoer.
De apparaten zijn gekoppeld en het
telefoonhoofdmenu verschijnt.
Het telefoonboek en de oproeplijsten
(indien beschikbaar) worden vanaf
het Bluetooth-apparaat gedownload.Bevestig zo nodig het bijbehorende
bericht op het Bluetooth-apparaat.
Apparatenlijst De apparatenlijst bevat alle Blue‐tooth-apparaten die aan het Infotain‐
mentsysteem gekoppeld zijn.
Als een nieuw appraat wordt gekop‐
peld, verschijnt het in de apparaten‐
lijst.
Een apparaat aansluiten
Selecteer het apparaat dat u wenst te
koppelen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer de knop Selecteren op het
scherm.
Het eerder verbonden apparaat wordt
ontkoppeld en dit apparaat wordt ver‐
bonden.
Een apparaat wissen
Selecteer het apparaat dat u wenst te wissen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer de knop Verw. op het
scherm.
Het apparaat is gewist.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
Page 69 of 239

Telefoon699Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonapplicatie.
Daarom kan het bereik aan beschre‐ ven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Om het hoofdmenu Telefoon weer te
geven, drukt u op de toets O. Het
volgende scherm verschijnt (als er
een mobiele telefoon verbonden is).
Page 70 of 239

70Telefoon
Telefoongesprek initiëren
Een nummer invoeren
Druk op de toets O en selecteer ver‐
volgens de menuoptie Nummer
invoeren . Er verschijnt een toetsen‐
blok.
Voer het gewenste nummer in.
Selecteer de schermtoets Del of druk
op de toets BACK om het laatst inge‐
voerde cijfer te wissen.
Selecteer de schermtoets l of k om
de cursor in het reeds ingevoerde
nummer te verplaatsen.
Selecteer de schermtoets OK om het
bellen te starten.
Let op
U hebt vanuit het toetsenblok toe‐
gang tot het telefoonboek door op de toets Telefoonboek te drukken.
Telefoonboek
Druk op de toets O en selecteer ver‐
volgens de menuoptie Telefoonboek.
Het Zoeken in telefoonboek -menu
verschijnt.
Selecteer de gewenste eerste letter‐
groep om een voorselectie weer te
geven van de telefoonboekvermel‐
dingen die u wilt zien. Het telefoon‐
boek springt naar de positie van de
geselecteerde lettergroep.
Selecteer de gewenste vermelding in het telefoonboek om de nummers tetonen die hieronder zijn opgeslagen.
Selecteer het gewenste nummer om
het bellen te starten.
Telefoonboek sorteren
U kunt het telefoonboek op achter‐
naam of op voornaam sorteren.
Wijzig de sorteervolgorde door de
toets O en daarna de menuoptie
Telefooninstelling te selecteren.
Page 71 of 239

Telefoon71
Selecteer Sorteervolgorde om het be‐
treffende submenu weer te geven.
Activeer de gewenste optie.
Gesprekslijsten
Druk op de toets O en selecteer ver‐
volgens de menuoptie
Gesprekslijsten . Het Gesprekslijsten
-menu verschijnt.
Selecteer de gewenste oproeplijst.
Afhankelijk van de geselecteerde lijst worden de laatste ontvangen, uit‐
gaande of gemiste oproepen weerge‐
geven.
Selecteer de gewenste vermelding in de oproeplijst om het bellen te star‐
ten.
Binnenkomend gesprek
Bij een binnenkomende oproep ver‐
schijnt er een bericht op het scherm.
Selecteer voor het aannemen van de oproep de schermtoets Aannemen.
Selecteer voor het afwijzen van de
oproep de schermtoets Weigeren.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Bij een actieve oproep verschijnt het
in-gesprekscherm.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer voor het beëindigen van de
oproep de schermtoets Ophangen.
Geluid van een gesprek onderdrukken
Activeer voor het tijdelijk onderdruk‐
ken van het microfoongeluid de
schermtoets Microfoon uit.
Deactiveer de schermtoets Microfoon
uit om het microfoongeluid weer te la‐
ten klinken.
Page 72 of 239

72Telefoon
Naar handset doorschakelen
Selecteer de menuoptie
Doorverb.naar handset om het ge‐
sprek door te schakelen naar de mo‐ biele telefoon. Het Privé gesprekken
-menu verschijnt.
Selecteer de menuoptie Gesprek
doorverbinden in het menu Privé
gesprekken om het gesprek weer te‐
rug te schakelen naar het Infotain‐
mentsysteem.
Wisselgesprek Wisselgesprek initiëren
Selecteer tijdens een actieve oproep
de menuoptie Nummer invoeren op
het in-gesprekscherm. Het toetsen‐
blok verschijnt. U kunt een nummer
invoeren of een nummer uit het tele‐
foonboek selecteren, zie boven‐
staand.
Tweede inkomende oproep
Bij een wisselgesprek verschijnt er
een bericht onderaan op het scherm.
Selecteer de gewenste optie.Bij het aannemen van het gesprek
wordt het eerste gesprek in de wacht
gezet en wordt het wisselgesprek ac‐ tief.
Beide gesprekken verschijnen op het
in-gesprekscherm.
Selecteer de menuoptie Gesprekken
wisselen om te schakelen tussen de
gesprekken.
Conferentiegesprek
Selecteer de schermtoets Conferen‐
tiegesprek om beide gesprekken te‐
gelijkertijd te activeren.
De schermtoets Conferentiegesprek
verandert in Gesprek vrijgeven .
Selecteer voor het beëindigen van
een conferentiegesprek de scherm‐
toets Gesprek vrijgeven .
Telefoongesprekken beëindigen
Selecteer in een conferentiegesprek
de schermtoets Ophangen om beide
telefoongesprekken te beëindigen.
Tekstberichten Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, hebt u via het Infotainment‐
systeem toegang tot het Postvak IN
van uw mobiele telefoon.
Niet elke telefoon ondersteunt de
tekstberichtenfunctie van het Infotain‐
mentsysteem.
Berichtenapplicatie op de
mobiele telefoon activeren Het verzenden van tekstberichtgege‐
vens naar het Infotainmentsysteem
moet op de mobiele telefoon geacti‐
veerd zijn.
Page 73 of 239

Telefoon73
Selecteer in het Bluetooth-menu van
uw mobiele telefoon de naam van het
gekoppelde Infotainmentsysteem om
het betreffende submenu weer te ge‐ ven.
Activeer voor het weergeven van de
tekstberichten in de berichtenapplica‐
tie van het Infotainmentsysteem de
betreffende functie in het submenu op de mobiele telefoon.
Het pictogram Messages in het menu
Start van het Infotainmentsysteem is
dan selecteerbaar.
Inkomend tekstbericht Bij het ontvangen van een nieuw
tekstbericht verschijnt er een bericht
met de naam of het nummer van de
afzender.
Selecteer één van de opties in het be‐ richt.
Beluisteren
Als u het bericht door het systeem wilt laten voorlezen, selecteer dan de
schermtoets Luisteren.Weergave
Selecteer voor het weergeven van
het bericht op het scherm de respec‐
tievelijke schermtoets.
Let op
Berichten verschijnen alleen op het
scherm wanneer de auto gepar‐
keerd is.
Weigeren
Selecteer voor het weigeren van het
bericht de respectievelijke scherm‐
toets.
Beantwoorden
Selecteer voor het beantwoorden van
het bericht de schermtoets Antwoord.
Er verschijnt een lijst met voorgedefi‐ nieerde berichten.
Selecteer het gewenste bericht en
bevestig uw invoer.
Het bericht wordt verzonden.
Let op
U kunt nieuwe voorgedefinieerde
berichten in het instellingenmenu
aanmaken.Bel
Selecteer de schermtoets Bellen om
de afzender van het tekstbericht te
bellen.
Postvak IN
Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram Messages om het betref‐
fende menu weer te geven.
Selecteer de menuoptie Inbox om
een lijst met alle berichten in het Post‐
vak IN weer te geven.
Selecteer het gewenste bericht. Het
bericht verschijnt op het scherm.
Page 77 of 239

77
CCategorielijst ................................. 25
CD-speler ..................................... 32
CD-speler activeren ......................33
D DAB .............................................. 30
Datum ........................................... 22
Digital Audio Broadcasting ...........30
E
EQ ................................................ 20
Equalizer....................................... 20
F
Fabrieksinstellingen ......................22
Fader ............................................ 20
Favoriete lijsten Zenders ophalen .......................27
Zenders opslaan .......................27
Favorietenlijst ............................... 27
G Gebruik ................. 14, 25, 33, 43, 63
AUX ........................................... 37
Bluetooth-muziek ......................37
CD ............................................. 33
Infotainmentsysteem .................14
Navigatiesysteem ......................43Telefoon.................................... 69
USB ..................................... 37, 38
Geluidsinstellingen .......................20
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................... 14
Het navigatiesysteem activeren ...43
I
Infotainmentsysteem inschakelen 14
Invoer van de bestemming ..........47
K Kaarten ......................................... 43
Koppelen ...................................... 67
L
Lijst met afslagen.......................... 57
M Maximaal inschakelvolume........... 21
Meldingen ..................................... 17
Menubediening ............................. 17
Middenbereik ................................ 20
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................74
Multifunctionele knop ....................17
Mute.............................................. 14N
Navigatie Adresboek ................................. 47
Algemene instellingen ...............43
Begeleidingswaarschuwingen ...57
Bestemmingsinvoer................... 47
Broodkruimels ........................... 57
Coördinaten............................... 47
Favoriete routes ........................47
Gesproken instructies ...............57
Huidige locatie........................... 43
Kaart manipuleren .....................43
Kaartvenster .............................. 43
Lijst met afslagen ......................57
Nuttige plaatsen ........................47
Recente bestemmingen ............47
Reis met viapunten ...................47
Route simuleren ........................43
Route terugvinden .....................57
Routebegeleiding ......................57
Routeopties ............................... 57
Thuisadres ................................ 47
TMC-zenders ............................ 57
Toetsenbord .............................. 47
Verkeersincidenten ...................57
Navigatiesysteem .........................42
Navigatievolume ........................... 21
Noodoproep .................................. 68
Nuttige plaatsen............................ 47