display OPEL MOKKA X 2019.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019.5, Model line: MOKKA X, Model: OPEL MOKKA X 2019.5Pages: 261, PDF Size: 6.79 MB
Page 203 of 261

Verzorging van de auto201MinizekeringenNr.Stroomkring1Carrosserieregelmodule2Carrosserieregelmodule3Carrosserieregelmodule4Carrosserieregelmodule5Carrosserieregelmodule6Carrosserieregelmodule7Carrosserieregelmodule8Carrosserieregelmodule9Contactslot10Diagnosemodule veiligheid11Datalinkconnector12Verwarming en ventilatie13Achterklep14Centrale gateway-module15Lane Departure Warning /
binnenspiegel16Adaptief rijlicht (AFL)17Stuurslot18Module ultrasoonparkeerhulpNr.Stroomkring19Carrosserieregelmodule / gere‐
gelde spanningsregeling20Stuurwiel21–22Aansteker / gelijkstroomaanslui‐
ting voor accessoires (voor)23Aansteker / gelijkstroomaanslui‐
ting voor accessoires (achter‐
kant middenconsole)24Reserve25Module telematicaservice26Verwarmd stuurwiel27Instrumentengroep / Infotain‐
mentsysteem / schakelaar hulp‐
verwarming28Aanhangeraansluiting29Info-Display / Infotainmentsys‐
teem30Transmissieregelmodule31Instrumentengroep32InfotainmentsysteemNr.Stroomkring33Aanhangeraansluiting34Module passieve ontgrendeling /
passieve start
Zekeringen S/B
Nr.Stroomkring01Schakelaar elektrisch bediende
stoelen02Reserve03Elektrisch bediende ruiten voor04Elektrisch bediende ruiten
achter05Logistieke modus06Schakelaar elektrisch bediende
stoelen07Reserve08Reserve
Midi-zekering
Nr.StroomkringM01PTC 
Page 208 of 261

206Verzorging van de auto9Waarschuwing
Bij specifieke banden mag de
aanbevolen bandenspanning
zoals vermeld in de bandenspan‐
ningstabel de op de band aange‐
geven maximale bandenspanning
overschrijden. Overschrijd nooit de op de band aangegeven maxi‐
male bandenspanning.
Afhankelijkheid van temperatuur
De bandenspanning hangt af van detemperatuur van de band. Onderweg
lopen de temperatuur en de spanning
van de band op. De bandenspannin‐
gen op de bandinformatiesticker en in de bandenspanningentabel verwijzennaar koude banden, dus bij een
temperatuur van 20 °C.
De druk wordt voor iedere tempera‐
tuurstijging van 10 °C met bijna
10 kPa verhoogd. Houd hiermee
rekening wanneer u warme banden
controleert.
De bandenspanningswaarde die u op
het Driver Information Center ziet, is
de werkelijke bandenspanning. Bij
een afgekoelde band is deze waarde
iets lager, maar is de band niet lek.
Bandenspanningscontrole‐systeem
Het bandenspanningscontrolesys‐
teem controleert vanaf een bepaalde
snelheid eenmaal per minuut de
bandenspanning van alle vier de
banden.Voorzichtig
Het bandenspanningscontrole‐
systeem waarschuwt alleen bij
een te lage bandenspanning en
treedt niet in de plaats van regulier onderhoud van de banden door de bestuurder.
Alle wielen moeten zijn voorzien van
een druksensor en de banden
moeten de voorgeschreven banden‐
spanning hebben.
Let op
In landen waar het bandenspan‐
ningscontrolesysteem wettelijk
vereist is, vervalt de typegoedkeu‐
ring van de auto bij het gebruik van
wielen zonder spanningssensoren.
U kunt de actuele bandenspannings‐
waarden bekijken op het Driver Infor‐
mation Center.
Midlevel-display:
Selecteer de pagina
Bandenspanningcontrole  in het menu
Informatie- menu voertuig  ?  op het
Driver Information Center  3 100.
Uplevel-display: 
Page 210 of 261

208Verzorging van de autoworden gedemonteerd en onderhou‐
den. Vervang bij opgeschroefde
sensoren het ventiel en de afdicht‐
ring. Bij opgeklikte sensoren moet het hele ventiel worden vervangen.
Beladingsstatus van de auto
Stem de bandenspanning volgens de informatie op het etiket van de band
of in de tabel bandenspanningswaar‐ den aan op de belading van de auto
3  242  en selecteer de juiste instelling
in het menu  Bandenbelasting  op het
Driver Information Center,  Informatie-
menu voertuig  3  100. Deze instelling
is de referentie voor de bandenspan‐
ningswaarschuwingen.
Het menu  Bandbelasting  verschijnt
wanneer de auto stilstaat en de hand‐ rem aangetrokken is. Bij auto's met
automatische versnellingsbak moet
de keuzehendel op  P staan.
Midlevel-display:
Selecteer de pagina  Bandbelasting in
het menu  Informatie- menu
voertuig  ?  op het Driver Informa‐
tion Center  3 100.
● Licht  voor een comfortabele
spanning tot drie inzittenden.
● Eco  voor een Eco-spanning tot
drie inzittenden.
● Max  voor volledige belading.
Uplevel-display:Selecteer de pagina
Bandenbelasting  in het menu Opties
op het Driver Information Center
3  100.
● Licht  voor een comfortabele
spanning tot drie inzittenden.
● Eco  voor een Eco-spanning tot
drie inzittenden.
● Max  voor volledige belading.
Koppelingsprocedure
bandenspanningssensor
Elke bandenspanningssensor heefteen unieke identificatiecode. De iden‐
tificatiecode moet aan de positie van
een nieuw wiel worden gekoppeld 
Page 211 of 261

Verzorging van de auto209nadat de wielen zijn geroteerd of alle
wielen zijn verwisseld en als een of
meer bandenspanningssensoren zijn
vervangen. De bandenspannings‐
sensoren moeten ook worden gekop‐
peld na het vervangen van een reser‐
vewiel door een reguliere band met
een bandenspanningssensor.
Bij de volgende contactcyclus moeten
jet storingslampje  w en het waar‐
schuwingsbericht doven/verdwijnen. De sensoren worden met een inleer‐
gereedschap in de volgende volgorde
gekoppeld aan de wielposities: voor‐
wiel linkerzijde, voorwiel rechterzijde,
achterwiel rechterzijde en achterwiel linkerzijde. De richtingaanwijzer in de huidige actieve stand wordt verlicht
tot de sensor is gekoppeld.
Roep de hulp in van een werkplaats.
U hebt twee minuten voor het koppe‐
len van de positie van het eerste wiel
en vijf minuten voor het koppelen van
de positie van alle vier de wielen. Bij
het overschrijden van deze tijd stopt
het koppelen en moet u opnieuw
beginnen.De koppelingsprocedure voor de
bandenspanningssensoren is als
volgt:
1. Trek de handrem aan.
2. Schakel het contact in.
3. Op auto's met automatische versnellingsbak: zet de keuze‐
hendel in  P.
Bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak: selecteer
Neutraalstand.
4. Druk op  MENU op de richtingaan‐
wijzerhendel om  Informatiemenu
voertuig  op het Driver Information
Center te selecteren.
5. Draai aan het stelwiel om naar het
bandenspanningsmenu te schui‐
ven.
Midlevel-display:
Uplevel-display: 
Page 228 of 261

226Verzorging van de autoInstrumentengroep en de displays
alleen met een zachte, vochtige doek reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met
een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name op lichtgekleurde bekleding. Reinig
verwijderbare vlekken en verkleurin‐
gen zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten
omdat geopende klittenbandslui‐
tingen schade aan de stoelbekle‐
ding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals  ritssluitingen, riemen of spij‐
kerbroeken met metalen accen‐ ten.
Kunststof en rubber onderdelen
Kunststof en rubberen onderdelen
mogen met dezelfde middelen
worden gereinigd als de carrosserie.
Zo nodig een interieurreiniger gebrui‐ ken. Geen andere middelen gebrui‐ken. Vooral geen oplosmiddelen of
brandstof. Niet schoonmaken met
hogedrukreinigers. 
Page 229 of 261

Service en onderhoud227Service en
onderhoudAlgemene informatie ..................227
Service-informatie ...................227
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............228
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................228Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar in de werkplaats.
Servicedisplay  3 88.
Europese service-intervallen
Aan de auto moet om de 30.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt
mogelijk een korter onderhoudsinter‐
val.
De Europese service-intervallen
gelden voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐
vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk,
Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Servicedisplay  3 88.
Internationale service-intervallen
Aan de auto moet om de 15.000 km
onderhoud verricht worden, of na één jaar (afhankelijk van wat het eerst
wordt bereikt). Het controlesysteem
oliekwaliteit geeft aan of er tussen‐
tijdse verversing/vervanging van de
motorolie en het filter vereist is (indien eerder vereist dan de termijn voor‐
schrijft).
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de
volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, vaak stoppen en 
Page 230 of 261

228Service en onderhoudoptrekken, rijden met een aanhanger,
rijden in de bergen, rijden op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
lucht, rijden op grote hoogtes en
aanzienlijke temperatuurwisselingen.
In deze zware omstandigheden
moeten bepaalde onderhoudswerk‐
zaamheden mogelijk vaker dan met
het reguliere service-interval worden
verricht.
De internationale service-intervallen zijn geldig in de landen die niet tot de groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden
opgesteld.
Servicedisplay  3 88.
Registraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐
meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de
uitvoerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het service- en garan‐ tieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs vanservice essentieel is bij aanspraken
op garantie of goodwill en tevens een
pluspunt is bij verkoop van de auto.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen ensmeermiddelen
Gebruik alleen producten die voldoen aan de aanbevolen specificaties.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig
hanteren. Informatie op de verpak‐ king in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit
belangrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De 
Page 258 of 261

256Handrem..................................... 153
Handschoenenkastje  ...................59
Handzender  ................................. 21
Hellingrem  ................................. 154
Hoofdsteunen  .............................. 39
Hoofdsteunverstelling  ....................8
Hulpverwarming.......................... 131
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen  ......................... 56
Indicatie afstand tot voorligger ...163
Info-Display................................. 105
Info-Displays ............................... 100
Inhouden  ................................... 240
Inklapbare spiegels  .....................33
Inleiding  ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 124
Interieurverlichting ......................122
K Katalysator ................................. 144
Kentekenverlichting  ...................197
Keuzehendel  ............................. 148
Kilometerteller .............................. 85
Kindersloten ................................. 29 Kinderveiligheidssystemen  ..........53
Kinderzitjes ................................... 53
Klimaatregeling  ............................ 15
Klimaatregelingen .......................126
Klok............................................... 82Koelvloeistof  .............................. 188
Koelvloeistof en antivries ............228
Koelvloeistoftemperatuurmeter  ...88
Koplampinstelling in het buitenland  .............................. 117
Koplampverstelling  ....................117
L
Laadsysteem  ............................... 95
Lane Departure Warning ......96, 171
Leeslampen  ............................... 123
Lekke band ................................. 215
Lichtschakelaar .......................... 114
Lichtsignaal ................................ 116
Lpg ............................... 87, 175, 233
Luchtinlaat  ................................. 132
M
Meters........................................... 85
Midlevel-display .......................... 100
Mistachterlicht .............. 99, 122, 197
Mistlampen voor  ..........99, 121, 195
Motorgegevens  .......................... 236
Motor-ID...................................... 232
Motorkap .................................... 186
Motorolie  .................... 187, 228, 233
Motoroliedruk  ............................... 97
Motor starten  ............................. 138
N Nieuwe auto inrijden  ..................135O
Obstakeldetectiesystemen .........163
Olie, motor .......................... 228, 233
Ontlaadbeveiliging accu  ............125
Opbergruimte voor........................ 60
Opbergvakken .............................. 59
Opbergvak middenconsole  ..........61
Opbergvak onder passagiersstoel  60
Opgeslagen instellingen ...............24
Overzicht instrumentenpaneel  .....10
P
Parkeerhulp  ............................... 163
Parkeren  .............................. 18, 142
Partikelfilter ................................. 143
Pech ........................................... 221
Persoonlijke instellingen  ............108
Portieren ....................................... 30
Portier open  ................................. 99
Prestaties ................................... 238
Profieldiepte ............................... 210
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 253
REACH ....................................... 246
Regelbare instrumentenverlichting ...........122
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 250
Remassistentie  .......................... 154 
Page 259 of 261

257Rem- en koppelingssysteem .......95
Rem- en koppelingsvloeistof ......228
Remmen  ............................ 153, 190
Remvloeistof  .............................. 190
Reservewiel  ............................... 216
Richtingaanwijzers ............... 93, 121
Ruiten ........................................... 35
Rijgedrag en aanhangertips  ......180
Rijregelsystemen ........................154
Rijverlichting  .......................... 12, 98
S Schakelen ..................................... 96
Selectieve katalysatorreductie ....145
Service ....................................... 132 Service-display  ............................ 88
Service-informatie ...................... 227
Sjorogen  ...................................... 74
Sleutel, opgeslagen instellingen ...24
Sleutels  ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen  .......................211
Snelheidsbegrenzer .............99, 159
Snelheidsmeter ............................ 85
Spiegelverstelling  ..........................8
Sproeiervloeistof  ........................190
Startbeveiliging  ......................32, 98
Starten en bedienen ...................135
Starthulp gebruiken  ...................219
Stoelpositie  .................................. 40Stoelverstelling ........................6, 41
Stoelverwarming ........................... 43
Stop/Start-systeem .....................140
Storing  ....................................... 150
Storingsindicatielamp  ..................95
Stroomonderbreking  ..................150
Sturen ......................................... 135
Stuurbedieningsknoppen  .............78
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......189
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 78
Symbolen ....................................... 4 Systeem voor gecontroleerde afdaling  ............................ 96, 156
T Tanken ....................................... 175
Te laag brandstofpeil  ...................98
Toerenteller  ................................. 86
Traction Control  .........................154
Traction Control-systeem UIT....... 97
Trekhaak .................................... 181
Trekken............................... 180, 221
Trekstang.................................... 180
Typeplaatje  ................................ 231
U Uitlaatfilter................................... 143
Uitlaatgassen  ............................. 143
Uitrol-brandstofafsluiter  .............140
Uitstapverlichting  .......................124Ultrasoonparkeerhulp .................163
Uplevel-display ........................... 100
Uw autogegevens  ..........................3
V Valetmodus................................. 105Van banden- en velgmaat veranderen  ............................. 211
Vaste luchtroosters  ....................132
Veiligheidsgordel  ...........................8
Veiligheidsgordels  .......................44
Velgen en banden  .....................204
Ventilatie ..................................... 126
Ventilatieopeningen ....................131
Verbanddoos  ............................... 74
Vergrendelingssysteem  ...............31
Verkeersbordherkenning ......99, 167
Verlichting handschoenenkastje. 123
Verlichtingsfuncties..................... 124
Verlichting zonneklep  ................123
Versnellingsbak  ........................... 16
Versnellingsbakdisplay  ..............148
Verstelbare luchtroosters ........... 131
Vertraagde uitschakeling stroom 138
Vertraagde vergrendeling .............28
Verwarmde spiegels  ....................34
Verwarmd stuurwiel  .....................78
Verwarming  ................................. 43
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 126