OPEL MOVANO_B 2016.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2016.5Pages: 241, PDF Size: 5.69 MB
Page 41 of 241

Stoelen, veiligheidssystemen39Stoelen,
veiligheidssysteme
nHoofdsteunen .............................. 39
Voorstoelen .................................. 40
Stoelpositie ................................ 40
Stoelverstelling .......................... 41
Armsteun ................................... 45
Verwarming ............................... 46
Achterbank ................................... 46
Zitplaatsen achterin ...................46
Veiligheidsgordels .......................48
Driepuntsgordel ......................... 49
Airbagsysteem ............................. 51
Frontaal airbagsysteem .............54
Zijdelings airbagsysteem ...........55
Airbag deactiveren ....................56
Kinderveiligheidssystemen ..........57
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 59
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ......66
Top-Tether-bevestigingsogen ..66Hoofdsteunen
Stand9 Waarschuwing
Alleen met correct ingestelde
hoofdsteunen rijden.
De bovenrand van de hoofdsteun
moet op één lijn met de hoofdkruin
staan. Is dit bij zeer lange personen
niet mogelijk, dan de hoofdsteun in de
hoogste stand zetten (bij zeer kleine
personen de hoofdsteun juist in de
laagste stand zetten).
Instellen
Trek omhoog om de hoofdsteun ho‐
ger te plaatsen of druk de pal in en zet
de hoofdsteun lager. Zorg ervoor dat
de hoofdsteun vastklikt.
Page 42 of 241

40Stoelen, veiligheidssystemen
Afhankelijk van de versie kunt u de
hoofdsteunen ook voor- of achterover kantelen. Stel de hoofdsteun af door
tegen het onderste gedeelte te duwen
of eraan te trekken.
Let op
Alleen goedgekeurde accessoires
aan de hoofdsteun van de passa‐ giersstoel voorin bevestigen. Monte‐
ren als de stoel niet in gebruik is.
Demonteren
Beide pallen indrukken, hoofdsteun
omhoog en eruit trekken.
Hoofdsteunen veilig opbergen in de
laadruimte. Bij verwijderde hoofd‐
steunen niemand op de desbetref‐
fende zitplaatsen vervoeren.
Voorstoelen
Stoelpositie9 Waarschuwing
Alleen met een correct ingestelde
stoel rijden.
9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden ver‐
stellen, omdat ze ongecontroleerd kunnen bewegen.
9 Waarschuwing
Nooit losse voorwerpen onder de
stoelen plaatsen.
Opbergvak onder passagiers‐
stoel, opbergvak 3 69.
Page 43 of 241

Stoelen, veiligheidssystemen41
● Zitvlak zo dicht mogelijk naar derugleuning schuiven. De afstand
tot de pedalen zo instellen dat de
benen bij het bedienen van de
pedalen licht gebogen zijn. De
passagiersstoel voorin zover mo‐ gelijk naar achteren schuiven.
● Zithoogte zo instellen, dat u rondom een goed zicht hebt en
alle instrumenten goed kunt afle‐ zen. Tussen hoofd en dakrand
moet minstens een handbreed
tussenruimte zitten. De dijen die‐
nen licht op de zitting rusten, zon‐ der druk uit te oefenen.
● Schouders zo dicht mogelijk te‐ gen de rugleuning houden. De
hoek van de rugleuning zo instel‐
len dat u het stuurwiel met licht
gebogen armen kunt vastpak‐
ken. Bij het verdraaien van het
stuurwiel contact blijven houden
tussen schouders en rugleuning.
De rugleuning mag niet te ver achteroverhellen. De aanbevo‐
len hellingshoek bedraagt maxi‐ maal ca. 25°.
● Stuurwiel instellen 3 76.
● Hoofdsteun instellen 3 39.
● Hoogte veiligheidsgordel instel‐ len 3 49.
● Lendensteun zodanig afstellen dat deze de natuurlijke vorm van
de ruggengraat ondersteunen
3 41.
Stoelverstelling
Zorg bij het rijden dat de stoelen en
rugleuningen altijd vastgeklikt zijn.Verstelling in de lengterichting
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
Probeer de stoel heen en weer te be‐ wegen om na te gaan of deze op zijnplaats zit.
Page 44 of 241

42Stoelen, veiligheidssystemenVerstelling in lengterichting geveerde
stoel
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
Probeer de stoel heen en weer te be‐ wegen om na te gaan of deze op zijnplaats zit.
Hoek van rugleuning
Aan hendel trekken, hellingshoek in‐
stellen en hendel loslaten. Stoel hoor‐
baar laten vastklikken.
Hoek rugleuning geveerde stoel
Aan hendel trekken, hellingshoek in‐
stellen en hendel loslaten. Stoel hoor‐
baar laten vastklikken.
Page 45 of 241

Stoelen, veiligheidssystemen43Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog:stoel hogeromlaag:stoel lagerHoogte geveerde stoel
Trek de voorste ontgrendelhendel
omhoog om de hoogte van het voor‐
ste deel van de stoel in te stellen.
Trek de achterste ontgrendelhendelomhoog om de hoogte van het ach‐
terste deel van de stoel in te stellen.
Lendensteun
Lendesteun naar wens afstellen.
Draai voor meer of voor minder steun aan de draaiknop en oefen daarbij
geen druk op de rugsteun uit.
Page 46 of 241

44Stoelen, veiligheidssystemenLendensteun geveerde stoel
Lendesteun naar wens afstellen.
Bedien de handpomp een aantal
maal (aan onderzijde van de stoel‐
constructie) om de stevigheid te ver‐
hogen.
Druk de aflaatknop in (aan voorzijde
van de stoelconstructie) om de ste‐
vigheid te verlagen.
Gevoeligheid geveerde stoel
Draai aan de knop om de gevoelig‐
heid van de geveerde stoel af te stel‐
len.
naar rechts
draaien:stuggernaar links
draaien:minder stugZwenkstoelverstelling
Zitpositie
Handgreep 2 verplaatsen, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
Probeer de stoel heen en weer te be‐ wegen om na te gaan of deze op zijnplaats zit.
Rugleuning voorstoelen
Trek aan de hendel 1, stel de rugleu‐
ning in en laat de hendel los. Stoel
hoorbaar laten vastklikken.
Zittinghoek
Verstel de zittinghoek met hendel 3.
Page 47 of 241

Stoelen, veiligheidssystemen45Lendensteun
Lendesteun naar wens afstellen.
Bedien de handpomp 8 een aantal
maal (aan onderzijde van de stoel‐
constructie) om de stevigheid te ver‐
hogen.
Druk de aflaatknop 7 in om de stevig‐
heid te verlagen.
Zittingpositie
Til hendel 5 op, verplaats zitting naar
achteren of naar voren, laat hendel
los.
Armsteunen
Verstel de hoogte van de armsteunen
met regelknop 4 of 9.
De stoel zwenken
De bestuurdersstoel kan vanuit de
vooruit gerichte stand 180° worden
gedraaid, bijv. voor comfortabele toe‐ gang tot de bagageruimte wanneer
de auto stilstaat en de motor uitge‐
schakeld is.
Ga vóór het zwenken van de stoel als volgt te werk:
● Veiligheidsgordel losmaken.
● Klap de armsteunen omhoog.
● Stoel zover mogelijk naar ach‐ teren schuiven.
● Zet de zittinghoek in de laagste stand.
● Zet de rugleuning rechtop.
● Open het bestuurdersportier.
Til hendel 6 op, zwenk de stoel vanuit
de vooruit gerichte stand, laat de hen‐ del los.
Zet de stoel vóór vertrek altijd terug in
de vooruit gerichte stand en zorg dat
de stoel goed vergrendeld is voordat
u wegrijdt.Armsteun
Zo nodig kunnen de armsteunen wor‐
den opgeklapt.
Page 48 of 241

46Stoelen, veiligheidssystemenVerwarming
Druk op ß voor de betreffende stoel.
De LED in de schakelaar licht op.
Druk voor het uitschakelen van de
stoelverwarming op het andere uit‐
einde van de tuimelschakelaar.
De stoelverwarming wordt via een
thermostaat geregeld en schakelt au‐ tomatisch uit wanneer de stoel op
temperatuur is. De LED brandt ook
wanneer het systeem aan is, niet al‐
leen wanneer de verwarming werkt.
Langdurig gebruik voor personen met een gevoelige huid wordt afgeraden.
De stoelverwarming werkt bij een
draaiende motor.
Achterbank
Zitplaatsen achterin Achterinstap
Om de achterinstap te vergemakke‐
lijken, trekt u, afhankelijk van de ver‐
sie, aan de ontgrendelingshendel en klapt u de rugleuning voorover.
9 Waarschuwing
Controleer of de rugleuning naar
de juiste stand terug gaat en of de
veiligheidsgordelgespen goed
vastzitten.
Veiligheidsgordel omdoen 3 49.
Verwijderbare achterbank9 Waarschuwing
Nooit onderweg de achterbank
verstellen, omdat dit oncontroleer‐ bare bewegingen kan veroorza‐
ken.
Demonteren
Bij sommige modellen kan de laad‐
ruimte vergroot worden door de ach‐ terbank te verwijderen.
Page 49 of 241

Stoelen, veiligheidssystemen47
● Trek hendel 1 aan beide kanten
van de stoel omhoog; pennen 2
verschijnen ter aanduiding dat de
stoel ontgrendeld is.
● Verplaats de stoel naar achter om hem los te maken van de an‐kerpunten op de vloer.
● Til de stoel op om hem te verwij‐ deren.
9Waarschuwing
Verwijderbare stoelen zijn zwaar!
Niet zonder hulp proberen te de‐
monteren.
MonterenVoorzichtig
De zitplaatsen op de 2e en 3e rij
kunnen niet onderling worden ver‐ wisseld en moeten op hun oor‐
spronkelijke plaats worden terug‐
gezet.
Plaats de stoelgeleiders direct achter
de voorste ankerpunten op de vloer
en schuif de stoel voorwaarts om hem
te vergrendelen.
De stoel vergrendelt automatisch en
de pennen 3 zijn niet langer zichtbaar,
om aan te geven dat de stoel is ver‐
grendeld.
Voorzichtig
Bij het monteren ervoor zorgen dat de stoelen goed op de veranke‐
ringspunten vastzitten en dat de
pallen volledig ingrijpen.
Page 50 of 241

48Stoelen, veiligheidssystemenCombi, bus
Demonteren
Draai de hendels met het gereed‐
schap uit de gereedschapsset in het
handschoenenkastje om de stoel te
ontgrendelen.
1. Maak de bevestiging aan de bui‐ tenkant los.
2. Maak de bevestiging aan de bin‐ nenkant los.
3. Til de stoel aan de buitenkant om‐
hoog en breng de stoel naar het
midden van de auto.
9 Waarschuwing
Verwijderbare stoelen zijn zwaar!
Niet zonder hulp proberen te de‐
monteren.
Monteren
1. Plaats de stoel boven de anker‐ punten.
2. Laat de stoel zakken tot hij vast‐ klikt.
3. Controleer of de stoel goed op zijn
plaats is vergrendeld.
Veiligheidsgordels
De veiligheidsgordels worden bij snel optrekken of hard remmen geblok‐
keerd, om de inzittenden op hun stoel te houden. Het gevaar voor letsel
neemt hierdoor aanzienlijk af.