traction control OPEL MOVANO_B 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2016Pages: 239, PDF Size: 5.61 MB
Page 13 of 239
Kort en bondig111Vaste ventilatieopeningen ..117
2 Instellen koplampreikwijdte 100
Park pilot met
ultrasoonsensoren ..............147
Traction Control-systeem ....141
Elektronisch stabiliteits‐
programma (ESP) ..............142
3 Zijdelingse luchtroosters ....116
4 Lichtschakelaar ....................98
Richtingaanwijzers .............101
Grootlicht en dimlicht,
lichtsignaal ........................... 99
Zijmarkeringslichten ..............98
Automatisch dimlicht ............98
Omgevingsverlichting ......... 104
Mistlampen ......................... 101
Mistachterlicht ....................102
Grootlichtassistentie .............. 995 Instrumenten ........................ 80
Versnellingsbakdisplay .........84
Driver Information Centre
(DIC) ..................................... 92
6 Claxon .................................. 76
Bestuurdersairbag ...............54
7 Afstandsbediening op
stuurwiel ................................ 76
Cruisecontrol ...................... 143
8 Voorruitwissers,
voorruitsproeiers ..................77
Boordcomputer .....................95
9 Munthouder .......................... 67
10 Elektrische aansluiting,
USB-sleuf .............................. 79
11 Middelste luchtroosters ......116
12 Opbergvak ............................ 67
13 Passagiersairbag ..................54
Opbergvak ........................... 67
14 Handschoenenkastje ...........68
15 Bekerhouders ....................... 6816Klimaatregelsysteem .......... 106
Elektronische
klimaatregeling (ECC) .........108
Gordelverklikker ....................87
Passagiersairbag
deactiveren ........................... 56
17 Aansteker ............................. 80
Stekkerdoos ......................... 79
18 Schakelhefboom,
handgeschakelde
versnellingsbak ...................134
Geautomatiseerde
versnellingsbak ...................134
19 Cruise control en snel‐
heidsbegrenzer ..................143
Geautomatiseerde
versnellingsbak,
winter- en beladingsmodus . 137
Stationair-toerentalregeling . 122
Stop/Start-systeem .............123
Modus ECO ........................ 120
20 Contactslot met stuurslot ...121
21 Stuurkolomknoppen .............76
Page 91 of 239
Instrumenten en bedieningsorganen899Waarschuwing
Stoppen. De auto meteen stilzet‐
ten. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Remsysteem 3 138.
Antiblokkeersysteem (ABS) u brandt geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld. Het systeem is na het
doven van u klaar voor gebruik.
Als controlelampen u en A oplich‐
ten en de berichten CONTROLEER
ABS en CONTROLEER ESP op het
Driver Information Center (DIC)
3 92 verschijnen, is er een storing
in het ABS. Het remsysteem blijft wer‐
ken maar zonder ABS-regeling.
Als controlelampen u, A , R en
C oplichten, worden ABS en ESP
gedeactiveerd en verschijnt het be‐
richt DEFECT REMSYSTEEM . De
hulp van een werkplaats inroepen.
Antiblokkeersysteem 3 138.
Opschakelen
k of j brandt geel.
Gaat branden wanneer voor zuinig rij‐ den schakelen wordt aanbevolen.
ECO-modus 3 120.
Lane Departure Warning
ì licht op wanneer het systeem
wordt ingeschakeld en gebruiksklaar
is.
Wanneer het systeem onbedoeld wis‐
selen van rijstrook herkent, klinkt er
een geluidssignaal in combinatie met
ì .
Lane Departure Warning 3 151.
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP)
b knippert of brandt geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld.Knippert tijdens het rijden
Het systeem is actief ingeschakeld.
Het motorvermogen kan worden be‐
grensd en de auto kan automatisch
iets worden afgeremd 3 142.
Brandt onderweg
Het systeem is niet beschikbaar. Kan samen met de controlelamp A
oplichten 3 88. Er verschijnt ook een
bijbehorend bericht op het Driver In‐
formation Center (DIC) 3 92.
ESP® Plus
3 142, Traction Control-
systeem 3 141.
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma uit
Ø brandt groen.
Als ESP® Plus
gedeactiveerd is met
Ø op het instrumentenpaneel, dan
brandt controlelamp Ø en verschijnt
een bijbehorend bericht op het Driver Information Center (DIC) 3 92.
ESP® Plus
3 142, Traction Control-
systeem 3 141.
Page 121 of 239
Rijden en bediening119Rijden en bedieningRijtips......................................... 120
Economisch rijden ...................120
Controle over de auto ..............120
Sturen ...................................... 120
Starten en bediening .................121
Nieuwe auto inrijden ................121
Contactslotstanden ..................121
Motor starten ........................... 121
Regeling stationair toerental ....122
Uitrol-brandstofafsluiter ...........122
Stop/Start-systeem ..................123
Parkeren .................................. 125
Luchtvering .............................. 126
Uitlaatgassen ............................. 128
Roetfilter .................................. 128
Katalysator .............................. 129
AdBlue ..................................... 129
Handgeschakelde versnellings‐
bak ............................................. 134
Geautomatiseerde versnellings‐
bak ............................................. 134
Versnellingsbakdisplay ............134
Motor starten ........................... 135
Keuzehendel ........................... 135
Handgeschakelde modus ........136Elektronische rijprogramma's ..137
Storing ..................................... 138
Stroomonderbreking ................138
Remmen .................................... 138
Antiblokkeersysteem ...............138
Handrem .................................. 139
Remassistentie ........................140
Hellingrem ............................... 140
Rijregelsystemen .......................141
Traction Control .......................141
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP) ........................ 142
Bestuurdersondersteuningssys‐
temen ......................................... 143
Cruise control .......................... 143
Snelheidsbegrenzer ................146
Parkeerhulp ............................. 147
Achteruitkijkcamera .................149
Lane Departure Warning .........151
Brandstof ................................... 153
Brandstof voor dieselmotoren . 153
Tanken .................................... 153
Brandstofverbruik - CO 2-
uitstoot ................................... 154
Trekhaak .................................... 155
Algemene informatie ...............155
Rijgedrag en aanhangertips ....155
Aanhanger trekken ..................155
Aanhangerstabilisatie ..............156Extra functies ............................. 156
PTO (krachtafnemer) ...............156
Page 143 of 239
Rijden en bediening141Rijregelsystemen
Traction Control
Traction Control (TC) is een onder‐
deel van het elektronische stabiliteits‐
programma (ESP® Plus
) dat helpt bij
het behoud van de rijstabiliteit, onge‐
acht wegdek en grip van de banden,
en voorkomt dat de wielen gaan door‐ slippen.
Zodra de aangedreven wielen begin‐ nen door te slaan, wordt het motor‐
vermogen verminderd en wordt het
wiel met de meeste slip afzonderlijk
afgeremd. Daardoor wordt de rijstabi‐
liteit van de auto op een glad wegdek
aanmerkelijk verbeterd.
TC is bedrijfsklaar zodra het contact
wordt ingeschakeld en de controle‐
lamp b op de instrumentengroep
dooft. Er verschijnt ook een bijbeho‐
rend bericht op het Driver Information Center (DIC) 3 92.
Wanneer TC ingrijpt, knippert b.9 Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Controlelamp b 3 89.
Aanhangerstabilisatie (TSA) 3 156.
De functie Meer tractie
Indien nodig kan het Traction Control-
systeem (TC) worden uitgeschakeld
voor meer grip op zachte grond of
modderige of besneeuwde wegen.
Druk op Ø op het instrumentenpa‐
neel.
Controlelamp Ø brandt op de instru‐
mentengroep en er verschijnt een bij‐
behorend bericht op het DIC 3 92.
Wanneer de snelheid 50 km/u be‐
reikt, schakelt het systeem automa‐
tisch van Meer tractie naar TC. Con‐
trolelamp Ø dooft op de instrumen‐
tengroep.
U kunt TC weer activeren door nog‐
maals op Ø te drukken. Controle‐
lampje Ø dooft.
De TC wordt ook opnieuw geacti‐
veerd wanneer u het contact de vol‐
gende keer weer inschakelt.
Page 144 of 239
142Rijden en bedieningStoring
Als het systeem een storing detec‐
teert, gaat de controlelamp b 3 89
samen met A 3 88 op de instrumen‐
tengroep branden en verschijnt er
een bijbehorend bericht op het DIC 3 92.
Het Traction Control-systeem (TC)
werkt niet. Oorzaak van de storing on‐
middellijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Boordinformatie 3 93.
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP)
Het elektronische stabiliteitspro‐
gramma (ESP® Plus
) verbetert zo no‐
dig de rijstabiliteit ongeacht de staat
van het wegdek of de grip van de ban‐ den. Het voorkomt ook dat de aange‐
dreven wielen doorslaan.
Zodra de auto dreigt uit te breken (on‐ derstuur/overstuur) wordt het motor‐
vermogen verminderd en worden de
wielen afzonderlijk afgeremd. Daar‐door wordt de rijstabiliteit van de auto
op een glad wegdek aanmerkelijk
verbeterd.
ESP® Plus
is bedrijfsklaar zodra het
contact wordt ingeschakeld en de controlelamp b op de instrumenten‐
groep dooft. Er verschijnt ook een bij‐ behorend bericht op het Driver Infor‐
mation Center (DIC) 3 92.
Wanneer ESP® Plus
ingrijpt, gaat b
knipperen.9 Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Controlelamp b 3 89.
Aanhangerstabilisatie (TSA) 3 156.
De functie Meer tractie
Indien nodig kan ESP® Plus
worden
uitgeschakeld voor meer grip op
zachte grond of modderige of be‐
sneeuwde wegen.
Druk op Ø op het instrumentenpa‐
neel.
Page 236 of 239
234Service-informatie ...................... 201
Sjorogen ...................................... 70
Sleepoog .................................... 196
Sleutels ........................................ 19
Sleutels, sloten ............................. 19
Sneeuwkettingen .......................186
Snelheidsbegrenzer .............80, 146
Snelheidsmeter ............................ 80
Spiegels .................................. 33, 35
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................164
Startbeveiliging ............................ 33
Starten en bedienen ...................121
Starthulp gebruiken ...................194
Stoelpositie .................................. 40
Stoelverstelling ........................7, 41
Stoelverwarming ........................... 45
Stop/Start-systeem ...............17, 123
Stop-startsysteem......................... 91
Storing ....................................... 138
Storingsindicatielamp ..................87
Stroomonderbreking ..................138
Sturen ......................................... 120
Stuurbedieningsknoppen .............76
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......163
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 76
Symbolen ....................................... 4T
Tachograaf ............................. 92, 97
Tanken ....................................... 153
Technische gegevens ................208
Te laag brandstofpeil ...................91
Toerenteller ................................. 81
Top-Tether-bevestigingsogen ......66
Traction Control .........................141
Trekhaak .................................... 156
Trekken....................................... 155
Trekken van een aanhanger ......155
Trekstang.................................... 155
Tripcomputer ............................... 95
Triple-Info-Display .......................93
Typeplaatje ................................ 206
U Uitlaatgassen .............................. 128
Uitrol-brandstofafsluiter .............122
Uitstapverlichting .......................104
Uittrekbare handrem ...................139
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 185
Vaste luchtroosters ....................117
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................48
Veiligheidsnet .............................. 72
Velgen en banden .....................181Ventilatie..................................... 106
Ventilatieopeningen ....................116
Verbanddoos ............................... 72
Vergrendelingssysteem ...............31
Verlichting ..................................... 98
Verlichtingsfuncties..................... 104
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ........84, 134
Verstelbare luchtroosters ........... 116
Verwarmbare achterruit ................15
Verwarmbare buitenspiegels ........15
Verwarmde spiegels ....................34
Verwarming ................................. 45
Verwarming achterin .................. 110
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 106
Verwerking van sloopauto .........160
Verzorging .................................. 198
Verzorging exterieur ..................198
Verzorging interieur ...................200
Voertuiggewicht .........................209
Voertuigidentificatienummer ......205
Voordat u wegrijdt ........................ 17
Voorruit ......................................... 36
Voorste interieurverlichting .........102
Voorstoelen .................................. 40
Voorverwarmen .......................... 121
Voorverwarming .......................... 90