radio OPEL VIVARO 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: VIVARO, Model: OPEL VIVARO 2014Pages: 179, PDF Size: 4.26 MB
Page 22 of 179
20Sleutels, portieren en ruiten
Afstandsbediening met zorg behan‐
delen, vochtvrij houden, beschermen
tegen hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het ge‐
volg zijn van het volgende:
■ Bereik overschreden
■ Batterijspanning te laag
■ Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten het be‐
reik, waardoor het systeem op‐
nieuw moet worden geprogram‐
meerd in een werkplaats
■ Storing door radiogolven afkomstig
van externe zenders met een hoog vermogen
Ontgrendelen 3 21.
Batterij van de handzender
vervangen Zodra de reikwijdte afneemt, de bat‐
terij meteen vervangen.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Handzender met twee toetsen
Batterijvak openen door een munt‐
stuk in de sleuf te steken en dit te ver‐
draaien.
Batterij (type CR 2016) vervangen, hierbij op de juiste plaatsing letten.
De twee helften van de behuizing op
elkaar plaatsen en erop letten dat ze
goed vastklikken.
Handzender met drie toetsen
Boutje verwijderen en batterijvak ope‐ nen door een munt in de sleuf te ste‐
ken en de munt te verdraaien.
Batterij (type CR 2016) vervangen,
hierbij op de juiste plaatsing letten.
De twee helften van de behuizing op
elkaar plaatsen en erop letten dat ze
goed vastklikken.
Page 136 of 179
134Verzorging van de auto
Voor het vervangen van zekeringen
bevat de zekeringendoos een zeke‐ ringtrekker.
Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op zekering steken en zekering
lostrekken.
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
Zit aan de linkerkant van het instru‐
mentenpaneel, onder de bekerhou‐
der.
Asbak uit de linker bekerhouder ver‐
wijderen en de afdekking van de ze‐
keringenkast opentrekken. Geen
voorwerpen achter de afdekking op‐
bergen.
Bepaalde functies worden mogelijk door meerdere zekeringen beveiligd.
SymboolFunctieZAirconditioningdVerwarmbare buitenspie‐
gelsUVerwarmde voorstoelen,Elektrisch bediende ruitenLGrootlicht linksNGrootlicht rechtsKVoorruitwissersZRadio, infotainmentsys‐
teem)AanstekerBoilerVerwarming achter in
passagiersruimtejClaxonaDimlicht linksWDimlicht rechtseInstrumentenpaneelZVerwarmingdInterieurverlichting
Page 137 of 179
Verzorging van de auto135
SymboolFunctieuAntiblokkeersysteem
(ABS)ÜVerwarming achterruiten+Klok, interieurverlichting,
radio, infotainment-
systeemUCH
INJBrandstofinjectiesysteemfAchterruitsproeiereAchterruitwisserTStadslicht linksSStadslicht rechtsUCentrale vergrendeling:Elektrisch verstelbare
buitenspiegelsCControlelamp Stop, dagrij‐
lichtenrMistachterlicht>Mistlampen voor?StekkerdoosTTachograafBoordgereedschap
Gereedschap
Krik, adapters, ratelsleutel, torx-sleu‐
tel, wieldophaak, sleepoog en reser‐
vewielbevestiging liggen in een kof‐ fertje, dat onder de bestuurdersstoel
opgeborgen is.
Reservewiel 3 143.
Auto's met een bandenreparatieset:
Sleepoog en torx-sleutel liggen in het koffertje met de bandenreparatieset,
dat onder de voorstoel opgeborgenis.
Bandenreparatieset 3 138.
Velgen en banden
Conditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden over scherpe randen kan schade aan
banden en velgen tot gevolg hebben. Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadi‐
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een
werkplaats inroepen.
Banden
Af fabriek gemonteerde banden zijn op het chassis afgestemd en bieden
een optimum aan rijcomfort en veilig‐
heid.
Winterbanden
Winterbanden verhogen bij tempera‐
turen onder 7 °C de rijveiligheid en
dienen daarom om alle wielen gelegd te worden.
Page 172 of 179
170KlantinformatieKlantinformatieKlantinformatie........................... 170
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 170Klantinformatie
Conformiteitsverklaring
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven conform Richtlijn 1999/5/EC
verzenden en/of ontvangen. Deze
systemen voldoen aan de essentiële
vereisten en alle andere relevante be‐
palingen van Richtlijn 1999/5/EC.
Exemplaren van de originele Confor‐
miteitsverklaringen vindt u op onze
website.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders
(EDR)
Gegevensopslagmodules in de
auto
Een groot aantal elektronische com‐ ponenten van uw auto bevat gege‐
vensopslagmodules die tijdelijk of
permanent technische gegevens
over de staat van de auto, voorvallen en fouten opslaan. In het algemeen
documenteert deze technische infor‐
matie de staat van onderdelen, mo‐
dules, systemen of de omgeving.
■ Staat van systeemcomponenten (bijv. vulniveaus)
■ Statusberichten van de auto en de afzonderlijke componenten (bijv.
aantal omwentelingen van het wiel /
toerental, deceleratie, zijwaartse
acceleratie)
■ Disfunctioneren en defecten in be‐ langrijke systeemcomponenten
Page 173 of 179
Klantinformatie171
■ Reacties van de auto in specifiekeverkeerssituaties (bijv. ontplooien
van een airbag, activeren van de
stabiliteitsregeling)
■ Omgevingscondities (bijv. tempe‐ ratuur)
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐ nisch en helpen bij het identificeren
en corrigeren van fouten en het opti‐
maliseren van boordfuncties.
Bewegingsprofielen die op afgelegde
routes duiden, kunnen niet met deze
gegevens worden aangemaakt.
Als er services worden gebruikt (bijv.
reparatiewerkzaamheden, onder‐
houdsprocessen, garantieclaims,
kwaliteitsborging), kunnen medewer‐
kers van het servicenetwerk (inclusief de fabrikant) deze technische infor‐
matie met speciale diagnoseappara‐
tuur uit de voorvaal- en foutgege‐
vensopslagmodules aflezen. Raad‐
pleeg desgewenst deze werkplaat‐
sen voor meer informatie. Na het cor‐
rigeren van een fout worden de ge‐
gevens gewist uit de foutopslagmo‐
dule of worden ze constant over‐ schreven.Bij het gebruik van deze auto kunnen
er zich situaties voordoen waarin
deze technische gegevens in ver‐
band met andere informatie (o.a. on‐
gevalmelding, schade aan de auto,
getuigenverklaringen) met een per‐
soon kunnen worden geassocieerd -
mogelijk met behulp van een expert.
Bij extra contractueel met de klant
overeengekomen functies (bijv. loka‐
liseren van de auto in noodgevallen)
mogen er bepaalde gegevens m.b.t.
de auto vanuit de auto worden ver‐
zonden.Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals
handzenders voor het vergrendelen/
ontgrendelen van de deuren en star‐
ten en zenders in de auto voor het
openen van garagedeuren. RFID-
technologie in Opel-voertuigen ge‐
bruikt geen persoonlijke informatie,
houdt ze niet bij of koppelt deze niet
aan andere Opel-systemen die per‐
soonlijke informatie bevatten.
Page 177 of 179
175
Portieren....................................... 25
Profieldiepte ............................... 136
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 171
Regelmatig gebruik airconditioning .......................... 95
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 170
Remassistentie .......................... 106
Rem- en koppelingsvloeistof ......153
Remmen ............................ 104, 125
Remsysteem ................................ 74
Remvloeistof .............................. 125
Reservewiel ............................... 143
Richtingaanwijzers ................. 73, 84
Richtingaanwijzers vooraan ......129
Roetfilter ...................................... 99
Ruiten ........................................... 31
Rijgedrag en aanhangertips ......116
Rijverlichting ................................ 12
S Schuifdeur ................................... 25
Service ................................. 95, 151
Service-display ............................ 70
Service-indicatie .......................... 74
Service-informatie ...................... 151
Sjorogen ...................................... 60Sleepoog.................................... 146
Sleutels ........................................ 19
Sleutels, sloten ............................. 19
Sneeuwkettingen .......................138
Snelheidsmeter ............................ 68
Spiegels .................................. 29, 31
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................125
Startbeveiliging ............................ 29
Starten en bediening ....................97
Starthulp gebruiken ...................144
Stoelpositie .................................. 35
Stoelverstelling ........................7, 36
Stoelverwarming ........................... 37
Stoppen ....................................... 74
Storing ....................................... 104
Storingsindicatielamp ..................74
Stroomonderbreking ..................104
Sturen ........................................... 96
Stuurbedieningsknoppen .............63
Stuurbekrachtigingsvloeistof .....124
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 63
Symbolen ....................................... 4
T
Tachograaf ................................... 81
Tanken ....................................... 114
Technische gegevens ................160
Te laag brandstofpeil ...................76Toerenteller ................................. 69
Top-Tether-bevestigingsogen ......57
Traction Control .........................106
Trekhaak .................................... 117
Trekken............................... 116, 146
Trekken van een aanhanger ......116
Trekstang.................................... 116
Tripcomputer ............................... 79
Triple-Info-Display .......................77
Typeplaatje ................................ 156
U
Uitlaatgassen ................................ 99
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 137
Vaste uitstroomkanalen ...............94
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................41
Veiligheidsnet .............................. 60
Velgen en banden .....................135
Ventilatie ....................................... 87
Ventilatieopeningen ......................94
Verbanddoos ............................... 61
Vergrendelingssysteem ...............27
Verlichting ..................................... 82
Verlichting instrumentenpaneel . 132
Versnellingsbak ........................... 16