service OPEL VIVARO 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: VIVARO, Model: OPEL VIVARO 2014Pages: 179, PDF Size: 4.26 MB
Page 3 of 179
Inleiding......................................... 2
Kort en bondig ............................... 6
Sleutels, portieren en ruiten .........19
Stoelen, veiligheidssystemen ......34
Opbergen ..................................... 58
Instrumenten en
bedieningsorganen ......................63
Verlichting .................................... 82
Klimaatregeling ............................ 87
Rijden en bediening .....................96
Verzorging van de auto ..............119
Service en onderhoud ................151
Technische gegevens ................155
Klantinformatie ........................... 170
Trefwoordenlijst ......................... 172Inhoud
Page 5 of 179
Inleiding3Uw autogegevensVoer hier de gegevens van de auto in
zodat ze gemakkelijk te vinden zijn.
Deze informatie is beschikbaar in de
kopjes "Service en onderhoud" en
"Technische gegevens", alsmede op
het typeplaatje.
Inleiding
Uw auto is de intelligente combinatie van vernieuwende techniek, overtui‐
gende veiligheid, milieuvriendelijk‐
heid en zuinigheid.
In deze gebruikershandleiding vindt u alle informatie die u nodig hebt om uw auto veilig en efficiënt te kunnen be‐
dienen.
Zorg ervoor dat uw passagiers ervan
op de hoogte zijn dat onjuist gebruik
van de auto een ongeval tot gevolg
kan hebben en dat er risico bestaat
voor persoonlijk letsel.
Houd u altijd aan de specifieke wet‐
geving van het land waarin u zich be‐
vindt. Deze wetgeving kan afwijken
van de informatie in deze gebruikers‐
handleiding.Wanneer wij u in deze gebruikers‐
handleiding adviseren de hulp van
een werkplaats in te roepen, raden wij uw Opel Service Partner aan.
Elke Opel Service Partner biedt u eer‐
steklas service tegen redelijke prij‐
zen. Ervaren, door Opel geschoolde
specialisten werken volgens speciale
richtlijnen van Opel.
Houd het informatiepakket voor de
gebruiker altijd onder handbereik in
de auto.
Gebruik van deze
handleiding ■ Deze handleiding geeft een om‐ schrijving van alle voor dit model
beschikbare opties en functies.
Mogelijk zijn bepaalde
omschrijvingen, waaronder die voor display- en menufuncties, niet op uw auto van toepassing
wanneer er sprake is van een
modelvariant, afwijkende
landenspecificaties of speciale
uitrustingen of accessoires.
■ In het hoofdstuk "Kort en bondig" krijgt u een beknopt overzicht.■ De inhoudsopgave aan het beginvan de handleiding en in de afzon‐
derlijke paragrafen geeft aan waar
u de informatie die u zoekt kunt vin‐
den.
■ Met behulp van het trefwoordenre‐ gister kunt u specifieke informatie
zoeken.
■ In deze gebruikershandleiding wor‐
den linksgestuurde auto's getoond.De bediening van rechtsgestuurde
auto's is vergelijkbaar.
■ In de gebruikershandleiding wor‐ den motoraanduidingen van de fa‐
briek gebruikt. De bijbehorende
marktaanduidingen vindt u in de paragraaf "Technische gegevens".
■ Richtingaanduidingen in de be‐ schrijvingen, zoals links, rechts,
voor of achter moeten altijd met de
blik in de rijrichting worden gezien.
■ De displays van het voertuig onder‐
steunen mogelijkerwijs uw taal niet.
■ Displayteksten en opschriften in het
interieur zijn vet gedrukt.
Page 72 of 179
70Instrumenten en bedieningsorganen
Let op
Om er zeker van te zijn dat het juiste brandstofpeil wordt weergegeven,
moet het contact worden uitgescha‐
keld voordat wordt bijgetankt. Ver‐
mijd bijvullen met kleine hoeveelhe‐
den (bijv. minder dan 5 liter), om ze‐
ker te zijn van een nauwkeurige af‐
lezing.
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
gespecificeerde tankinhoud.
Peilsensor motorolie De bewaking van het motoroliepeil is
alleen juist bij een koude motor en als
de auto op een vlakke ondergrond
geparkeerd staat.
Als het minimum motoroliepeil wordt bereikt, verschijnt gedurende
30 seconden na inschakeling van het
contact het bericht OIL op het be‐
stuurdersinformatiecentrum. Motor‐ olie controleren en bijvullen 3 121.Als het oliepil bij het inschakelen van
het contact juist is, verschijnt korte tijd
het bericht OLIEPEIL CORRECT op
het bestuurdersinformatiecentrum.
Als het motoroliepeil boven minimum
is, drukt u binnen 30 seconden na het inschakelen van het contact op de
boordcomputerknop aan het uiteinde
van de ruitenwisserhendel. Het be‐ richt OLIEPEIL verschijnt samen met
de blokjes op het bestuurdersinfor‐
matiecentrum, ter aanduiding van het oliepeil.
Naarmate het oliepeil daalt, worden
de blokjes op het oliepeildisplay ver‐
vangen door streepjes:▢▢▢▢▢▢=Maximumpeil▢▢▢- - -=Tussenpeil- - - - - -=Minimumpeil
Om de aanduiding voor het motoro‐
liepeil te verlaten opnieuw op de knop boordcomputer drukken.
Boordcomputer 3 79.
Service-display
Na het inschakelen van het contact,
kan de resterende afstand tot aan de
volgende onderhoudsbeurt korte tijd
in het driver information center ver‐
schijnen. Afhankelijk van de rijom‐
standigheden kan een onderhouds‐
beurt met aanzienlijk variërende tus‐
senpozen worden gemeld.
Als de resterende afstand of tijd tot de volgende onderhoudsbeurt minder
dan 3000 km of twee maanden is,
verschijnt ONDERHOUD OVER in
het driver information center.
Als de afstand op 0 km komt of de on‐
derhoudsdatum daar is, gaan contro‐
lelampje A en F op de instrumen‐
tengroep resp. het bestuurdersinfor‐
matiecentrum branden en verschijnt
het bijbehorende bericht VERVANG
ZSM DE MOTOROLIE op het be‐
stuurdersinformatiecentrum.
De auto vergt een onderhoudsbeurt.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Page 73 of 179
Instrumenten en bedieningsorganen71
Service-display terugzetten
Na de onderhoudsbeurt moet het ser‐ vice-display worden gereset. Afstand
vóór onderhoudsbeurt selecteren op
het service-display van het bestuur‐
dersinformatiecentrum, indien aan‐
wezig. Vervolgens de knop aan het
uiteinde van de ruitenwisserhendel
gedurende ongeveer 10 seconden in‐
gedrukt houden totdat de afstand vóór de onderhoudsbeurt ononder‐
broken verschijnt. Boordcomputer
3 79.
Driver Information Center 3 77.
Service-informatie 3 151.Versnellingsbakdisplay
De modus of ingeschakelde versnel‐
ling van de geautomatiseerde ver‐
snellingsbak verschijnt op het be‐
stuurdersinformatiecentrum.
R=AchteruitversnellingN=Neutrale standA=Automatische moduskg=BeladingsmodusV=WintermodusT=Rempedaal intrappenW=VersnellingsbakelektronicaGeautomatiseerde versnellingsbak
3 100.
Controlelampen
De beschreven controlelampen zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze be‐ schrijving geldt voor alle instrument‐
uitvoeringen.
Afhankelijk van de apparatuur kan de
plaats van de Controlelampen varië‐
ren.
Bij het inschakelen van de ontsteking
lichten de meeste controlelampen
korte tijd op bij wijze van functietest.
Betekenis kleuren controlelampen:Rood
bereik=gevaar, belangrijke her‐
inneringGeel=waarschuwing, aanwij‐
zing, storingGroen=inschakelbevestigingBlauw
bereik=inschakelbevestiging
Page 76 of 179
74Instrumenten en bedieningsorganen9Gevaar
Levensgevaar voor kinderen in
een kinderveiligheidssysteem te‐
zamen met een geactiveerde air‐
bag op de passagiersstoel voorin.
Levensgevaar voor volwassenen
bij een buiten werking gestelde
airbag van de passagiersstoel
voorin.
Airbagsysteem 3 44, gordelspanners
3 41, airbag-deactivering 3 49.
Laadsysteem
p brandt rood.
Brandt na het inschakelen van het
contact en dooft vlak na het aanslaan
van de motor.
Brandt bij een draaiende motorStoppen, motor afzetten. Accu wordt
niet opgeladen. Motorkoeling wordt
mogelijk onderbroken. De rembe‐
krachtiging weigert mogelijk dienst.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Storingsindicatielamp
Z brandt of knippert geel.
Brandt na het inschakelen van het
contact en dooft vlak na het aanslaan
van de motor.
Brandt bij een draaiende motor Storing in het uitlaatgasreinigingssys‐ teem. De toegestane emissiewaar‐
den worden mogelijk overschreden.
Onmiddellijk de hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Knippert bij een draaiende
motor
Storing die schade aan de katalysator kan veroorzaken. Gas terugnemen
totdat de lamp niet meer knippert. On‐ middellijk de hulp van een werkplaats
inroepen.
Service-indicatie
A brandt geel.
Brandt na het inschakelen van het
contact en dooft vlak na het aanslaan
van de motor.Kan oplichten in combinatie met een
ander controlelampje of een melding
op het bestuurdersinformatiecen‐
trum. Onmiddellijk de hulp van een
werkplaats inroepen.
Stoppen
C brandt rood.
Brandt in combinatie met p, I , W
of R : motor onmiddellijk afzetten en
de hulp van een werkplaats inroepen.
Remsysteem
R brandt rood.
Licht op als de handrem wordt gelost
en het remvloeistofpeil te laag is
3 125.9 Waarschuwing
Stoppen. De auto meteen stilzet‐
ten. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Brandt nadat het contact is ingescha‐
keld en de handrem is aangetrokken
3 105.
Page 79 of 179
Instrumenten en bedieningsorganen77
SnelheidsbegrenzerU brandt geel.
U brandt geel als het systeem aan is.
Cruise control, snelheidsbegrenzer
3 108.Informatiedisplays
Driver Information Center
Afhankelijk van de voertuigconfigura‐ tie, verschijnen de volgende zaken in
de display:
■ Kilometerteller, dagteller 3 68
■ Brandstofmeter 3 69
■ Peilsensor motorolie 3 70
■ Service-display 3 70
■ Versnellingsbakdisplay 3 71
■ Boordinformatie 3 78
■ Boordcomputer 3 79
Triple-Info-Display
Toont de tijd, buitentemperatuur en
informatie over het infotainment-sys‐
teem.
■ Buitentemperatuur 3 66
■ Klok 3 66
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van het infotainmentsys‐teem.
Page 97 of 179
Klimaatregeling95
Voor optimale verdeling wordt de
meeste lucht naar uitstroomkanalen
in het midden en rechts geleid.Onderhoud
Luchtinlaat De luchtinlaat vóór de voorruit in demotorruimte schoon houden om lucht
te laten instromen. Eventuele blade‐
ren, vuil of sneeuw verwijderen.
Pollenfilter
Het pollenfilter ontdoet de lucht die
via de luchtinlaat in de auto komt van stof, roet, pollen en sporen.
Regelmatig gebruik
airconditioning Om te zorgen dat het systeem goed
blijft werken, moet de koeling een‐
maal per maand, ongeacht de weers‐
gesteldheid of het seizoen, enkele mi‐
nuten worden ingeschakeld. Bij te
lage buitentemperaturen kan de koe‐
ling niet worden ingeschakeld.Service
Om optimale koeling te garanderen,
wordt aangeraden het klimaatregel‐
systeem jaarlijks, voor het eerst 3 jaar
na ingebruikneming van de auto, te
laten controleren, lettend op:
■ functie- en druktest,
■ werking van de verwarming,
■ lektest,
■ controle van de aandrijfriemen,
■ afvoer van condensor en verdam‐ per reinigen,
■ prestatietest.
Page 153 of 179
Service en onderhoud151Service en onderhoudAlgemene informatie..................151
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............153Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐
veiligheid en voor het behoud van de waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar
in de werkplaats.
Service-display 3 70.
Motoraanduiding 3 156.
Europese
onderhoudsintervallen - alleen motoren M9R 630 en M9R 692 Onderhoud van uw auto is nodig om
de 40.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.Europese
onderhoudsintervallen -
behalve motoren M9R 630 en
M9R 692 Onderhoud van uw auto is nodig om
de 30.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
De Europese service-intervallen gel‐
den voor de volgende landen:
Andorra, België, Denemarken,
Duitsland, Engeland, Estland,
Finland, Frankrijk, Griekenland,
Hongarije, Ierland, IJsland, Israël, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein,Litouwen, Luxemburg, Nederland,
Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Slovenië, Slowakije,
Spanje, Tsjechische Republiek,
Zweden, Zwitserland.
Internationale service-
intervallen
Roemenië, Bulgarije - behalve F9Q-
motoren:
Page 154 of 179
152Service en onderhoud
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 30.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Roemenië, Bulgarije - F9Q-motoren,
Marokko - F4R-motoren, Turkije:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 20.000 km of na 1 jaar, afhankelijk
van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Internationale benzinemotoren,
Marokko - behalve F4R, Rusland,
Oekraïne:
Onderhoud van uw auto is nodig om de 15.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Internationale dieselmotoren,
internationale+ benzinemotoren,
Algerije, Tunesië, V.A.E:Onderhoud van uw auto is nodig om
de 10.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Internationale+ dieselmotoren:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 8.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Internationale++ dieselmotoren:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 5.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Internationale++ benzinemotoren:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 5.000 km of na 6 maanden, afhan‐
kelijk van wat zich het eerst voordoet,
tenzij anders aangegeven op het ser‐ vice-display.
De internationale onderhoudsinter‐
vallen gelden voor: Albanië, Australië,
Bosnië-Herzegovina, Cyprus,Kosovo, Macedonië, Malta,
Montenegro, Nieuw-Zeeland, Servië,
Singapore, Zuid-Afrika.
De internationale+ onderhoudsinter‐
vallen gelden voor: Wit-Rusland, Mol‐
davië.
De internationale++ onderhoudsin‐
tervallen gelden voor: Hong Kong, Kazachstan.
Registraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Serviceboekje. De da‐
tum en afgelezen kilometerstand wor‐ den bevestigd met stempel en hand‐
tekening van de uitvoerende werk‐
plaats.
Zorg ervoor dat het Serviceboekje
correct wordt ingevuld, omdat een
sluitend bewijs van service essentieel
is bij aanspraken op garantie of good‐ will en tevens een pluspunt is bij ver‐
koop van de auto.
Page 155 of 179
Service en onderhoud153
ServicedisplayHet onderhoudsinterval is gebaseerd
op diverse parameters afhankelijk van het gebruik.
De Service-display, in het Driver In‐
formation Center, geeft de volgende
onderhoudsbeurt aan. De hulp van
een werkplaats inroepen.
Service-display 3 70.
Peilsensor motorolie 3 70.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen
en smeermiddelen Gebruik alleen producten die voldoenaan de aanbevolen specificaties.Schade als gevolg van het gebruik
van producten die niet voldoen aan
deze specificaties, wordt niet gedekt
door de garantie.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig han‐ teren. Informatie op de verpakking in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis
van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit be‐
langrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De vis‐
cositeit geeft informatie over de dikte
van de olie bij diverse temperaturen.
Dexos is de nieuwste kwaliteit motor‐ olie, en biedt optimale bescherming
voor benzine- en dieselmotoren. Als deze niet verkrijgbaar is, gebruikt u
motoroliën van een van de andere
vermelde kwaliteiten.
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 158.
Motorolie bijvullen
Motoroliesoorten van verschillende
fabrikanten en merken kunnen wor‐ den gemengd zolang ze voldoen aan de vereiste motoroliecriteria kwaliteit
en viscositeit.
Het gebruik van motorolie van alleen de kwaliteit ACEA A1/B1 of alleen
A5/B5 is verboden, omdat deze onder
bepaalde omstandigheden langdu‐
rige motorschade kan veroorzaken.