ESP OPEL VIVARO B 2015.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.5, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2015.5Pages: 149, PDF Size: 1.94 MB
Page 20 of 149
20Inleiding
1Audio-informatie, bijv.
Radio ..................................... 42
Randapparatuur ....................57
M USB-apparaten ..................59
Bluetooth-muziek ..................63
2 H: Systeemmeldingen ...........23
3 r: Buitenluchtkwaliteit ........ 23
Eco-functie ............................ 23
4 y: Telefoonstatus ...............121
Gesprekkenlijst ...................132
5 Buitentemperatuur ................23
6 Klok ....................................... 23
7 Verkeersinformatie ..............105
8 R: Lijsten weergeven:
omhoog bladeren ..................23
Kaart: Schaal aanpassen ....105
9 Menukeuze, acties
bevestigen ............................. 23
10 S: Lijsten weergeven:
omlaag bladeren ...................23
Kaart: Schaal aanpassen ....10511 ;: Startpagina ...................... 23
12 m - Indrukken: In-/
uitschakelen .......................... 23
Draaien: Volume
aanpassen ............................ 23
13 Navigatie: Richting en
afstand tot volgende rich‐
tingsverandering ...................73
14 <: Pop-upmenu ....................23
15 Navigatiedisplay ....................73
Kaart ................................... 105
16 f: Favorieten, bijv. voor
Navigatie .............................. 73
Media (bijv. Radio) ................42
Telefoon .............................. 121
Services ................................ 77
17 Zuinig rijden .......................... 23
18 Menu : Hoofdmenu openen ...23Bedieningselementen op
stuurkolom - Type A
Page 21 of 149
Inleiding21
1 AUDIO/SOURCE -
Audiobron wijzigen ................23
2 6TEL - Telefoonmenu ........121
NAVI - Navigatiemenu ..........77
3 ! - Volume verhogen ............ 23
4 @ - Geluidsonderdrukking
inschakelen/opheffen ............23
5 78 - Telefoongesprek
aannemen/beëindigen ........132
6 # - Volume verlagen .............23
7 5 - Stemherkenning ............119
8 OK - Handelingen
bevestigen ............................. 42
Draaien: Omhoog/omlaag
bewegen in
displaymenu's, volgende/
vorige radiovoorkeuren
selecteren/
radiofrequentie/
audionummer ....................... 44
9 _ / 6 - Binnen de
displaytekst naar links/
rechts bewegen, over het
displayscherm bewegen .......54Bedieningselementen op
stuurkolom - Type B1 RADIO/CD - Audiobron
wijzigen ................................. 42
MEDIA - Audiobron
wijzigen ................................. 42
2 ! - Volume verhogen ............ 23
3 @ - Geluidsonderdrukking
inschakelen/opheffen ............23
4 # - Volume verlagen .............23
5 Kort indrukken:
Radiobron/
frequentiebereik wijzigen ......42
Lang indrukken:
Automatische
zenderopslag ........................ 47
6 Draaien: Radiofrequentie
wijzigen ................................. 44
Kort indrukken:
Audionummer selecteren
(cd-spelermodus) ..................54
Lang indrukken: Een
audionummer snel vooruit/
achteruit (cd-spelermodus) ...54
Page 22 of 149
22Inleiding
Bedieningselementen op
stuurkolom - Type C1 SOURCE/AUDIO -
Audiobron wijzigen ................23
2 78 ...................................... 121
Telefoongesprek
aannemen/beëindigen ........132
@ - Geluidsonderdrukking
inschakelen/opheffen ............23
3 5 - Stemherkenning
activeren ............................. 119
4 ! - Volume verhogen, ge‐
luidsonderdrukking
inschakelen/opheffen ............23
5 # - Volume verlagen, ge‐
luidsonderdrukking
inschakelen/opheffen ............23
6 MODE/OK - Handelingen
bevestigen, audiomodus
wijzigen ................................. 42
Telefoongesprek
aannemen/beëindigen ........1327Draaien: Displaymenu-
opties oproepen,
volgende/vorige
radiovoorkeur/
radiofrequentie/
audionummer ....................... 42
Page 24 of 149
24Inleiding
Druk de knop/toets X (of houd hem
ingedrukt) om het infotainmentsys‐
teem weer uit te schakelen.
Let op
Wanneer het infotainmentsysteem
is uitgeschakeld, wordt de klok weer‐ gegeven.NAVI 80:
Het infotainmentsysteem schakelt
automatisch in wanneer het contact wordt ingeschakeld. Druk in plaats
daarvan op de knop X.
De volgende opties worden getoond: ■ Instellingen wijzigen (om het delen
van gegevens goed te keuren of te
weigeren)
Let op
Als het delen van gegevens is uitge‐
schakeld, werken bepaalde toepas‐ singen wellicht niet naar behoren.
■ Taal (om de systeemtaal te wijzi‐
gen)
■ Gereed (om door te gaan naar de
startpagina)Het infotainmentsysteem schakelt
automatisch uit wanneer u het con‐
tact uitschakelt en het bestuurders‐
portier opent. Druk in plaats daarvan
op de knop X.
Let op
Wanneer het infotainmentsysteem
is uitgeschakeld, worden de klok en
de buitentemperatuur weergege‐
ven.
Automatisch uitschakelen
Bij uitgeschakeld contact wordt het in‐ fotainmentsysteem automatisch
korte tijd na de laatste invoer van de gebruiker uitgeschakeld, als het werd
ingeschakeld met de toets/knop X.
Afhankelijk van het systeem wordt het
na 5 tot 20 minuten automatisch uit‐
geschakeld.
Als u de knop/toets X opnieuw in‐
drukt, blijft het infotainmentsysteem nog eens 5 tot 20 minuten actief.
Volume instellen
Draai aan de (volume) draaiknop X,
of druk op de knop < of ].Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op de toets ! of #.NAVI 80:
Om vanuit de startpagina de verschil‐ lende volumeniveaus (zoals voor na‐vigatieaanwijzingen, verkeersberich‐
ten en telefoongesprekken) afzonder‐
lijk in te stellen, drukt u op MENU, ge‐
volgd door Systeem en Geluid op het
displayscherm.
Raadpleeg (NAVI 80) "Systeemin‐
stellingen" 3 37.
Opgeslagen volume
Als het infotainmentsysteem wordt
uitgeschakeld, wordt het huidige vo‐
lume opgeslagen.
Snelheidsafhankelijk volume
Wanneer snelheidsafhankelijk vo‐
lume ( 3 36) wordt geactiveerd,
wordt het volume automatisch aan‐
gepast om weg- en windlawaai te
compenseren.
Page 28 of 149
28Inleiding
■ USB-poortfuncties 3 59
■ Werking van streaming audio via Bluetooth 3 63NAVI 50
Gedetailleerde beschrijving van:
■ AUX-ingangsfuncties 3 57
■ USB-poortfuncties 3 59
■ Werking van streaming audio via Bluetooth 3 63NAVI 80
Gedetailleerde beschrijving van:
■ AUX-ingangsfuncties 3 57
■ USB-poortfuncties 3 59
■ Werking van streaming audio via Bluetooth 3 63
NAVIGATIE, KAART
(CD35 BT USB NAVI, NAVI 50,
NAVI 80)
Gedetailleerde beschrijving van het
navigatiesysteem 3 73, Bekijk kaart
3 105.
PHONE
Gebruik de displayopties in de onder‐ staande menu's om mobiele tele‐
foons te verbinden, telefoongesprek‐
ken te voeren, contactlijsten aan te
maken en diverse instellingen te wij‐
zigen.
Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het handsfree-telefoon‐
systeemfuncties 3 121.R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB - Te‐
lefoon
Het Telefoon -menu openen: Druk op
de toets 6 of TEL .
Telefooninstellingenmenu openen:
Druk op de toets TEL en selecteer
Telefooninstellingen .CD35 BT USB - Telefoon
Het Telefoon -menu openen: Druk op
de toets 6 of TEL.
Telefooninstellingenmenu openen:
Druk op de toets SETUP / TEXT en
selecteer Telefooninstellingen .NAVI 50 - Telefoon
Telefoonmenu op ieder gewenst mo‐
ment openen: Druk op de knop
Start ;, gevolgd door TELEFOON op
het displayscherm.NAVI 80 - Telefoon
Telefoonmenu openen vanuit de
startpagina: druk op MENU, gevolgd
door Telefoon op het displayscherm.
VOERTUIGINFORMATIE (NAVI 80)
Menu Auto openen vanuit de startpa‐ gina: druk op MENU, gevolgd door
Auto op het displayscherm.
Afhankelijk van het specifieke voer‐
tuigmodel verschijnen de volgende
menu's:
■ Driving Eco 2
■ Luchtkwaliteit
■ Boordcomputer
■ Instellingen
Page 29 of 149
Inleiding29
Driving Eco2
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
■ Ritgegevens
Dit overzicht bevat de volgende ge‐
gevens van de laatste rit:
Gemiddeld brandstofverbruik, ge‐
middelde snelheid, totaal brand‐ stofverbruik, teruggewonnen ener‐
gie of afgelegd aantal kilometers,
gemiddelde milieu-/rijprestaties,
anticiperend remmen, vermogen
om rijsnelheid onder controle te
houden.
Ritgegevens opslaan: Druk op "Op‐ slaan" en selecteer vervolgens het
soort rit uit de onderstaande lijst:
Woon-werk, vakantie, weekend, rit, persoonlijk.
Ritgegevens resetten: Druk op "Re‐ set". Bevestig of annuleer met "Ja"
of "Nee".
■ Mijn favoriete ritten
Hier worden wijzigingen in uw rijstijl
weergegeven (wanneer de ritgege‐ vens zijn opgeslagen).Het tabblad "Overzicht" bevat de
volgende gegevens: Totale ritaf‐
stand, afgelegde afstand, datum
van informatie-update, gemiddelde
score (max. 100).
Het tabblad "Details" toont de ge‐
registreerde ritgegevens.
■ Eco-coaching
Hier worden adviezen voor brand‐
stofbesparing weergegeven.
Blader door de pagina's en raak
vertrouwd met de adviezen.Luchtkwaliteit
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
■ Ionisator : Selecteer de modus "Rei‐
nigen" om bacteriën en allergenen
uit de lucht te verwijderen, of selec‐
teer de modus "Relax" om de lucht‐ kwaliteit van het interieur te verbe‐
teren door de emissie van ionen.
De ionisator stopt automatisch na
30 minuten.
Schakel de ionisator uit als deze
niet nodig is.
Om de automatische regeling van
ionisator in te schakelen, drukt u op"Start ionisator" wanneer u de auto
start (keuzevakje geselecteerd).
■ Geurverspreider : Kies een andere
geur en wijzig de intensiteit ervan in
het interieur.
■ Buitenluchtkwaliteit : Er verschijnt
een diagram van de buitenlucht‐
kwaliteit gedurende een bepaalde
periode, waarbij de kwaliteit wordt
uitgedrukt als ô "Goed",
õ "Vervuild ]" (geringe mate) of
ö "Vervuild <" (ernstige mate).
Druk op Gereed om de wijzigingen te
bevestigen.Boordcomputer
Hier worden de volgende gegevens sinds de vorige reset getoond:
■ Startdatum van de berekening
■ Totale afstand
■ Gemiddelde snelheid
■ Gemiddeld brandstofverbruik
■ Totaal brandstof- of energiever‐ bruik
Page 38 of 149
38Inleiding
Beeldscherm
Selecteer Display voor de volgende
opties:
■ Helderheid (Laag/Normaal/Hoog)
■ Kaartmodus (Auto/Dag/Nacht)
◆ Auto : De dag- en nachtmodus
schakelen automatisch om.
◆ Dag : Het kaartscherm wordt altijd
met heldere kleuren weergege‐
ven.
◆ Nacht : Het kaartscherm wordt al‐
tijd met donkere kleuren weerge‐ geven.Bluetooth
Selecteer Bluetooth voor de volgende
opties:
■ Bluetooth-apparatenlijst bekijken
■ Bluetooth-apparaat zoeken
■ Extern apparaat goedkeuren
■ Wachtwoord wijzigen (om Blue‐
tooth-apparaten met het infotain‐
mentsysteem te koppelen)Raadpleeg voor meer informatie
(NAVI 50) "Streaming audio via Blue‐
tooth" 3 63 en "Bluetooth-verbin‐
ding" in het hoofdstuk "Telefoon"
3 126.Systeem
Selecteer Systeem voor de volgende
opties:
■ Taal (Wijzig de displaytaal en de
taal van de gesproken aanwijzin‐
gen voor het navigatiesysteem)
■ Klok/eenheden
U kunt de volgende instellingen wij‐ zigen:
◆ Tijdweergave (12 uur/24 uur)
◆ Navigatie-eenheden (km/mijl)
◆ Tijdinstelling
Druk op l om het submenu
Tijdinstelling te openen. Dit sub‐
menu bevat de volgende opties:
Auto /Handmatig
Als voor een handmatige tijdin‐
stelling is gekozen, dient u deze
aan te passen.■ Fabrieksinstellingen
U kunt de onderstaande instellin‐
gen terugzetten naar de standaard
fabrieksinstellingen:
◆ Alle
◆ Telefoon
◆ Navigatie
◆ Audio-Media-Radio-Systeem
■ Navigatie (Aan/Uit)
■ Systeemversie (het versienummer
van het infotainmentsysteem ver‐
schijnt)
Wanneer u systeeminstellingen hebt
gewijzigd, druk dan op ; (en selec‐
teer een ander menu op het display)
om het instellingenmenu te verlaten
en de wijzigingen op te slaan. Na een vertraging slaat het systeem ook au‐
tomatisch op en sluit af.
NAVI 80 - Systeeminstellingen Om vanuit de startpagina naar het
menu Systeeminstellingen te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Systeem op het displayscherm.
Page 39 of 149
Inleiding39
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
■ Taal
■ Beeldscherm
■ Geluid
■ Klok
■ Veiligheidsaanwijzingen
■ Startscherm
■ Toetsenborden
■ Eenheden instellen
■ Status en informatie
■ SD-kaart verwijderen
■ Fabrieksinstellingen terugzetten
Druk op Gereed om te bevestigen dat
de systeeminstellingen zijn gewijzigd.Taal
Om de taal en het stemtype van het
infotainmentsysteem te wijzigen.Beeldscherm
De volgende instellingen verschijnen:
■ Helderheid overdag : Helderheid
van het scherm aanpassen aan het
lichtniveau buiten (daglicht).Als er weinig licht is, is het display‐
scherm eenvoudiger af te lezen als het display niet te helder is.
■ Helderheid in het donker : Helder‐
heid van het scherm aanpassen aan het lichtniveau buiten (lichtni‐
veau 's avonds en 's nachts).
Als er weinig licht is, is het display‐
scherm eenvoudiger af te lezen als
het display niet te helder is.
■ In het donker omschakelen naar
nachtmodus : Automatische om‐
schakeling tussen helderheid bij
daglicht/in het donker activeren.
De nachtmodus wordt geactiveerd als het buiten donker is of als de
koplampen worden ingeschakeld.
■ Nachtmodus gebruiken : Nachtmo‐
dus activeren.Geluid
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
■ Geluidsniveaus : Volume en gelui‐
den aanpassen voor verkeersinfor‐
matie, handsfree-telefoonsysteem,beltoon, toepassingswaarschuwin‐
gen, systeemstem en navigatie‐
aanwijzingen.
■ Waarschuwingen : Waarschu‐
wingsvolume instellen en waar‐
schuwingen in- en uitschakelen
wanneer het displayscherm is uit‐ geschakeld.
■ Snelheidsgevoeligheid : Snelheids‐
afhankelijke volumeaanpassing in‐
stellen.
■ Computerstem : Bepalen welk type
informatie door het infotainment‐
systeem wordt uitgesproken.
■ Stem : Wijzig de stem die door het
infotainmentsysteem wordt ge‐ bruikt.Klok
Systeemklok en notatie van de tijd‐
weergave instellen.
Aanbevolen wordt om de automati‐
sche tijdinstelling ingeschakeld te
houden.
Page 45 of 149
Radio45
NAVI 50 - Automatisch zender
zoeken
Druk op l of m in het display om
naar de volgende te ontvangen zen‐ der in het huidige frequentiebereik te
zoeken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
l of m nogmaals wordt ingedrukt.
NAVI 80 - Automatisch zender
zoeken
Druk op Y of Z in het display om naar
de volgende te ontvangen zender in
het huidige frequentiebereik te zoe‐
ken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
Y of Z nogmaals wordt ingedrukt.
Handmatig zender zoeken
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Handmatig zender zoeken
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik en houd vervolgens de toets 2
of 3 ingedrukt om het geselecteerde
frequentiebereik te scannen.Laat de toets los wanneer u vlakbij de gewenste frequentie bent. Er wordt
dan automatisch gezocht naar de vol‐ gende te ontvangen zender en deze
wordt automatisch afgespeeld.
Draai aan de draaiknop OK om de
frequentie in stappen te wijzigen.Opgeslagen zender zoeken
Hiermee kunt u radiozenders oproe‐
pen die u voorheen hebt opgeslagen.
Om een zender op te slaan, selec‐
teert u het gewenste frequentiebereik en de gewenste zender en drukt u
vervolgens op toets 1...6 van de zen‐
der totdat een akoestisch signaal
klinkt, wat bevestigt dat de zender in
de juiste zendertoets is opgeslagen.
Er kunnen 6 zenders per frequentie‐
bereik worden opgeslagen.Een opgeslagen zender oproepen Om een zender op te roepen, selec‐teert u het gewenste frequentiebereik en drukt u even op toets 1...6 van de
zender.Naar radiozendernaam (alleen FM)
zoeken
Selecteer het FM-frequentiebereik en markeer dan de zendernaam in het
display met de toets _ of 6.
Druk herhaalde malen op de toets 1 of 4 om handmatig naar de gewen‐
ste zendernaam te zoeken. De fre‐
quentie kan worden weergegeven als de zendernaam niet beschikbaar is.
De alfabetische lijst bevat maximaal 60 FM radio zenders met de beste
ontvangst. De lijst kan op elk gewenst
moment worden bijgewerk. Auto‐
store-lijsten 3 47.
CD35 BT USB - Handmatig zender zoeken
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik en houd vervolgens de toets 2
of 3 ingedrukt om het geselecteerde
frequentiebereik te scannen.
Laat de toets los wanneer u vlakbij de gewenste frequentie bent. Er wordt
dan automatisch gezocht naar de vol‐ gende te ontvangen zender en deze
wordt automatisch afgespeeld.
Page 53 of 149
Cd-speler53Cd-spelerAlgemene informatie....................53
Gebruik ........................................ 54Algemene informatie
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's, mp3-cd's en
ook wma-cd's afspelen.
CD16 BT, CD18 BT: De indelingen
aac en wav kunnen ook worden afge‐
speeld.
Belangrijke informatie over
audio- en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de audio-cd-
standaard, worden mogelijk niet correct of zelfs helemaal niet afge‐
speeld.
■ Zelf-opgenomen cd-r's en cd-rw's en wma-bestanden met Digital
Rights Management (DRM) van on‐ line muziekwinkels spelen wellicht
niet goed of helemaal niet.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de audio‐
tracks herkend en afgespeeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's;
zie hieronder.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
■ Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler om zetegen vuil en beschadiging te be‐
schermen.