OPEL VIVARO B 2016.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2016.5Pages: 139, PDF Size: 2.02 MB
Page 41 of 139
Inleiding41Extra functies (NAVI 50 IntelliLink)
Afhankelijk van de versie zijn de vol‐
gende extra functies beschikbaar:
● Instellingen achteruitrijcamera
● De functie Driving Eco2 (zuinig rijden)
● AhaⓇ-toepassing (voor smart‐ phones)Instellingen achteruitrijcamera
Wanneer het beeld van de achteruit‐
rijcamera op het display staat, drukt u
op ÿInstelling om het instellingen‐
menu te openen.
U kunt de volgende instellingen bij‐
werken:
● Het beeld van de achteruitrijca‐ mera Uit/In schakelen.
● Kleuren
Druk op ]/< om het niveau af te
stellen.
● Helderheid
Druk op ]/< om het niveau af te
stellen.
● Contrast
Druk op ]/< om het niveau af te
stellen.Ga voor meer informatie naar het
hoofdstuk "Achteruitkijkcamera" in de gebruikershandleiding van de auto.De functie Driving Eco2 (zuinig rijden)
Driving eco2 biedt statistische infor‐
matie en advies over zuinig rijden.
Druk op de startpagina op Auto en
selecteer dan ðDriving eco2 op het
displayscherm.
Let op
Afhankelijk van de versie kan
Driving eco2 verschijnen in plaats
van de startpagina.
De volgende menu's zullen dan ver‐
schijnen:
● Ritgegevens
● Eco-score
● Eco-coaching
Ritgegevens geeft gegevens weer
van de laatste reis, waaronder "Ge‐ middeld verbruik", "Totaal verbruik",
"Gemiddelde snelheid" en "Afstand
zonder verbruik". Gegevens kunnen
gereset worden door op Û te druk‐
ken.Eco-score geeft een totaal score van
maximaal 100 voor zuinig rijden. Ho‐
gere getallen geven zuiniger rijden
aan. Sterren worden ook gegeven
voor gemiddelde milieu-/rijprestaties
(accelereren), schakelefficiëntie (ver‐
snellingsbak) en remregeling (antici‐
perend).
Eco-coaching verschaft een beoorde‐
ling van uw rijstijl en geeft advies weer voor optimaal brandstofverbruik.Aha Ⓡ-toepassing
De app AhaⓇ stelt u in staat om fa‐
voriete internetinhoud op de smart‐
phone te organiseren (bijv. podcasts,
audioboeken, internetradio, sociale
netwerksites enz.) en favorieten on‐
middellijk op te roepen. AhaⓇ kan
ook tijdens navigatie worden gebruikt
om bijv. hotels en restaurants in de
buurt te suggereren en weerberichten en de huidige GPS-positie te geven.
AhaⓇ moet eerst op uw smartphone
worden gedownload. Start de app op uw smartphone en maak een gebrui‐
kersaccount aan om gebruik via het
Infotainmentsysteem te activeren.
Page 42 of 139
42InleidingOm AhaⓇ via het Infotainmentsys‐
teem te verbinden moet een blue‐
tooth-verbinding worden opgesteld
tussen de smartphone en het Info‐
tainmentsysteem, d.w.z. het apparaat moet aan de auto worden gekoppeld
voordat het wordt gebruikt. Raad‐
pleeg "Bluetooth-verbinding" in het
hoofdstuk "Telefoon" 3 121 voor
meer informatie.
Let op
Het delen van gegevens en locatie‐
services moeten ingeschakeld zijn
op de smartphone om de app
AhaⓇ te kunnen gebruiken. Tijdens
gebruik kan gegevensoverdracht
extra kosten met zich meebrengen
die niet in het contract met uw net‐
werkprovider zijn opgenomen.
Wanneer een bluetooth-verbinding
actief is, kan AhaⓇ via het Infotain‐ mentsysteem worden opgeroepen.
Druk op de startpagina op üMedia
op het displayscherm. Druk op S in
de linkerbovenhoek om de lijst met
externe bronnen weer te geven en
selecteer dan aha.De volgende menu's zullen dan ver‐
schijnen:
● Speler
● Lijst
● Voorkeuren
● In de buurt
Selecteer Voorkeuren om naar uw
AhaⓇ-favorieten te gaan.
Als u een nuttige plaats (NP) in de
buurt wilt vinden met AhaⓇ terwijl u
het navigatiesysteem gebruikt
3 80, drukt u op In de buurt en se‐
lecteert u een groep (bijv. hotel, res‐
taurant). Een serie NP's in de buurt
wordt weergegeven; druk op de ge‐
wenste NP. De NP kan worden inge‐
steld als een bestemming of een way‐ point door op y te drukken.
Afhankelijk van het type NP kunnen contactgegevens en verdere informa‐
tie worden weergegeven. Wanneer
telefoonnummers voor NP's worden
gegeven, kunnen ze ook worden ge‐
kozen met het handsfree-telefoon‐
systeem door op y te drukken.
Ga voor meer informatie naar "Bedie‐
ning" in het hoofdstuk "Telefoon"
3 125.Geluidsinstellingen
R15 BT USB - Geluidsinstellingen
In het audio-instellingenmenu kunnen de toonkarakteristieken worden inge‐
steld.
Druk op SETUP voor toegang tot het
instellingenmenu.
Selecteer Audio-instellingen en draai
aan OK totdat de gewenste instelling
is geselecteerd uit:
● BASS (lage tonen)
● TREBLE (hoge tonen)
● FADER (balans voor/achter)
● BALANCE (balans links/rechts)
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Selecteer de gewenste waarde door
aan OK te draaien en druk op de knop
om de selecties te bevestigen.
Om het audio-instellingenmenu af te
sluiten, drukt u op /.
Page 43 of 139
Inleiding43Let op
Als er geen activiteit is, sluit het sys‐
teem het menu voor de audio-instel‐ lingen automatisch af.
Lage en hoge tonen instellen
Selecteer Bass of Treble .
Selecteer de gewenste waarde door aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer Balans.
Selecteer de gewenste waarde door aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
Selecteer Fader.
Selecteer de gewenste waarde door aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.NAVI 50 IntelliLink -
Geluidsinstellingen
U kunt op ieder gewenst moment
naar het instellingenmenu gaan door
op 7 te drukken, gevolgd door
ÿ Instellingen op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Audio
Zie "Audio-instellingen" hieron‐
der.
● Beeldscherm
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 45.
● Bluetooth
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 45.
● Systeem
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 45.Audio-instellingen
Selecteer Audio voor de volgende op‐
ties:
● Volume/snelheid (Uit/1/2/3/4/5)Snelheidsafhankelijke volumere‐
geling - zie (NAVI 50 IntelliLink)
"Volume-instellingen" 3 44.
● Loudness (Aan/Uit)
Schakel loudness in om het ni‐ veau lage en hoge tonen te ver‐
hogen.
● BAL/FAD
Beschikbaar afhankelijk van de
versie. Druk op l om het sub‐
menu voor de volumeverdeling
en de geluidsinstellingen te ope‐
nen.
Aan de linkerkant van het display
past u de balans links/rechts met k /l en de balans voor/achter
met R/S aan.
Aan de rechterkant van het dis‐
play past u de toonregeling van
de Bass , Mid en Treble aan (tus‐
sen -5 en +5) met k/l .
Druk op OK om de wijzigingen te
bevestigen.
● Geluid
Afhankelijk van de versie drukt u
op l om het submenu voor de
Page 44 of 139
44Inleidingvolumeverdeling en de geluidsin‐stellingen te openen.
Aan de linkerkant van het display past u de balans links/rechts metk /l en de balans voor/achter
met R/S aan.
Aan de rechterkant van het dis‐
play past u de toonregeling van
de Bass , Mid en Treble aan (tus‐
sen -5 en +5) met k/l .
Druk op OK om de wijzigingen te
bevestigen.
Voor andere versies van het ge‐ luidsubmenu (waar het volume
apart kan worden ingesteld voor
een lijst met audiotypen) kunt u
(NAVI 50 IntelliLink) "Volume-in‐ stellingen" raadplegen 3 44.
NAVI 80 IntelliLink -
Geluidsinstellingen
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink) "Sys‐
teeminstellingen" 3 45.Volume-instellingen
NAVI 50 IntelliLink - Volume-
instellingen
U kunt op ieder gewenst moment naar het instellingenmenu gaan door
op 7 te drukken, gevolgd door
ÿ Instellingen op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Audio
Zie "Audio-instellingen" hieron‐
der.
● Beeldscherm
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 45.
● Bluetooth
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 45.
● Systeem
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 45.Audio-instellingen
Selecteer Audio voor de volgende op‐
ties:
● Volume/snelheid (Uit/1/2/3/4/5)Het volume neemt toe wanneer
de snelheid van de auto toene‐ emt om wind en weggeluid te
compenseren.
Volume dat voor snelheid ge‐
compenseerd is, kan uitgescha‐
keld worden of de mate van vo‐
lumeaanpassing kan worden in‐ gesteld.
● Loudness (Aan/Uit)
Schakel loudness in om het ni‐
veau lage en hoge tonen te ver‐
hogen.
● BAL/FAD
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink) "Geluidsinstellingen" 3 42.
● Geluid
Druk op l om het submenu Au‐
diovoorkeuren te openen.
Afhankelijk van de versie kan het
volume van verschillende audio‐
typen apart worden ingesteld,
bijv. audio, verkeersberichten,
navigatie-instructies, handsfree-
telefoonsysteem en beltoonni‐
veaus. Druk op ]/< om het vo‐
lume van elk audiotype af te stel‐ len.
Page 45 of 139
Inleiding45Druk zo nodig op
Standaardinstellingen herstellen
om alle volumes op de fabrieks‐
instellingen terug te zetten.
Voor andere versies van het ge‐
luidsubmenu kunt u
(NAVI 50 IntelliLink) "Geluidsin‐
stellingen" raadplegen 3 42.
NAVI 80 IntelliLink - Volume-
instellingen
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink) "Sys‐
teeminstellingen" 3 45.
Systeeminstellingen
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Systeeminstellingen
Druk op SETUP en ga naar het in‐
stellingenmenu door aan OK te
draaien en deze in te drukken.
Wanneer systeeminstellingen zijn
veranderd, drukt u op SETUP om het
menu af te sluiten en de veranderin‐
gen op te slaan. Na een vertraging
slaat het systeem ook automatisch op
en sluit af.Systeemtaal wijzigen
Verander de taal van het display door
naar het menu Taal te gaan. Selec‐
teer een taal uit de lijst door aan OK
te draaien en deze in te drukken.Standaard systeeminstellingen her‐
stellen
Om de standaardwaarden van de
systeeminstellingen te herstellen, se‐
lecteert u Fabrieksinstellingen door
aan OK te draaien en deze in te druk‐
ken. Bevestig de wijziging door na de
vraag weer op OK te drukken.
NAVI 50 IntelliLink -
Systeeminstellingen
U kunt op ieder gewenst moment
naar het instellingenmenu gaan door
op 7 te drukken, gevolgd door
ÿ Instellingen op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Audio :
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Geluidsinstellingen" 3 42 en
"Volume-instellingen" 3 44.
● Display : Zie hieronder.
●Bluetooth : Zie hieronder.
● Systeem : Zie hieronder.Beeldscherm
Selecteer Display voor de volgende
opties:
● Helderheid (Laag/Normaal/
Hoog)
● Kaartmodus (Auto/Dag/Nacht)
● Auto : De dag- en nachtmo‐
dus schakelen automatisch om.
● Dag : Het kaartscherm wordt
altijd met heldere kleuren
weergegeven.
● Nacht : Het kaartscherm
wordt altijd met donkere kleu‐ ren weergegeven.
● Airco-info (Aan/Uit)
Beschikbaar afhankelijk van de versie. Schakel het display van
de airco-informatie in/uit tijdens
Page 46 of 139
46Inleidinghet afstellen van instellingen (be‐schikbaar afhankelijk van deauto).
● Achtergrond (Donker/Licht)
Beschikbaar afhankelijk van de
versie. Schakelen tussen een
donkere en lichte weergavemo‐
dus (beschikbaar afhankelijk van
de auto).Bluetooth
Selecteer Bluetooth voor de volgende
opties:
● Bluetooth-apparatenlijst bekijken
● Bluetooth-apparaat zoeken
● Extern apparaat goedkeuren
● Wachtwoord wijzigen (om Blue‐
tooth-apparaten met het Infotain‐
mentsysteem te koppelen)
● Smartphone
Beschikbaar afhankelijk van de
versie.
Voor hulp met activeren en be‐ dienen van stembediening kunt u
"Stemherkenning" raadplegen
3 112.Raadpleeg voor meer informatie over
Bluetooth-instellingen
(NAVI 50 IntelliLink) "Streaming au‐
dio via Bluetooth" 3 71 en "Blue‐
tooth-verbinding" in het hoofdstuk
"Telefoon" 3 121.Systeem
Selecteer Systeem voor de volgende
opties:
● Taal
Wijzig de displaytaal en de taal
van de gesproken aanwijzingen
voor het navigatiesysteem. Druk
op OK om de keuze te bevesti‐
gen.
● Klok/eenheden
U kunt de volgende instellingen
wijzigen:
● Tijdweergave (12 uur/24 uur)
● Eenheden (km/mijl)
● Tijdinstelling
Druk op l om het submenu
Tijdinstelling te openen. Dit
submenu bevat de volgende opties:
Auto /HandmatigAls automatische tijdinstel‐
ling wordt geselecteerd,
wordt de tijd automatisch
door GPS ingesteld.
Als voor een handmatige tij‐
dinstelling is gekozen, dient u
deze aan te passen.
Let op
Navigatiekaarten voor het huidige
land moeten op het systeem geïn‐
stalleerd zijn om er zeker van te zijn dat de lokale tijd correct is.
● Fabrieksinstellingen
U kunt de onderstaande instellin‐ gen terugzetten naar de stan‐
daard fabrieksinstellingen:
● Alle
● Telefoon
● Navigatie
● Audio-Media-Radio-
Systeem
● Navigatie (Aan/Uit)
● Systeemversie (het softwarever‐
sienummer van het Infotainment‐
systeem verschijnt)
Page 47 of 139
Inleiding47Wanneer u systeeminstellingen hebt
gewijzigd, druk dan op 7 (en selec‐
teer een ander menu op het display)
om het instellingenmenu te verlaten
en de wijzigingen op te slaan. Na een
vertraging slaat het systeem ook au‐
tomatisch op en sluit af.
NAVI 80 IntelliLink -
Systeeminstellingen
Om vanuit de startpagina naar het
menu Systeeminstellingen te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Systeem op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Taal
● Beeldscherm
● Geluid
● Klok
● Veiligheidsaanwijzingen
● Startscherm
● Toetsenborden
● Eenheden instellen
● Status en informatie●SD-kaart verwijderen
● Fabrieksinstellingen terugzetten
Druk op Gereed om te bevestigen dat
de systeeminstellingen zijn gewijzigd.Taal
Wijzigen van de taal en het type stem
van het Infotainmentsysteem (afhan‐ kelijk van de versie).Beeldscherm
De volgende instellingen verschijnen:
● Helderheid overdag : Helderheid
van het scherm aanpassen aan
het lichtniveau buiten (daglicht).
Als er weinig licht is, is het dis‐
playscherm eenvoudiger af te le‐ zen als het display niet te helder
is.
● Helderheid bij nacht /
nachthelderheid : Helderheid van
het scherm aanpassen aan het
lichtniveau buiten (lichtniveau 's
avonds en 's nachts).
Als er weinig licht is, is het dis‐
playscherm eenvoudiger af te le‐ zen als het display niet te helder
is.● Automatische dag-/
nachtmodus /'s nachts
overschakelen op nachtmodus :
Automatische omschakeling tus‐ sen helderheid bij daglicht/in het
donker activeren.
De nachtmodus wordt geacti‐
veerd als het buiten donker is of als de koplampen worden inge‐
schakeld.
● Nachtmodus forceren /
nachtmodus gebruiken : Nacht‐
modus activeren.Geluid
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Geluidsniveaus : Volume en ge‐
luiden voor verkeersinformatie
handsfree telefoonsysteem, bel‐
toon van telefoon, systeem-/
computerstem, navigatie-instruc‐
ties en parkeerhulp (afhankelijk
van versie) wijzigen.
● Waarschuwingen : Waarschu‐
wingsvolume instellen en waar‐
schuwingen in- en uitschakelen
wanneer het displayscherm is uit‐ geschakeld.
Page 48 of 139
48Inleiding●Snelheidsgevoeligheid : Snel‐
heidsafhankelijke volumeaan‐
passing instellen.
● Computerstem : Soorten informa‐
tie door de stem van het Infotain‐ mentsysteem aanpassen (bijv.
"Instructies voor rijstrook op snel‐
weg oplezen").
● Stem : Wijzig de stem die door het
Infotainmentsysteem (indien be‐
schikbaar) wordt gebruikt.Klok
Systeemklok en notatie van de tijd‐
weergave instellen.
Aanbevolen wordt om de automati‐
sche tijdaanpassingsinstelling inge‐
schakeld te houden.Veiligheidsaanwijzingen
Diverse waarschuwingen door het In‐ fotainmentsysteem in-/uitschakelen
(bijv. "Waarschuwen bij overschrijden
maximumsnelheid"). Selecteer de
desbetreffende vakjes om ze in te
schakelen.Startscherm
Configuratie van de startpagina wijzi‐ gen.Maak een selectie uit de lijst met op‐
ties om een voorbeeld met de lay-out van de afzonderlijke startpagina's te
bekijken.Toetsenborden
Wijzig eerst het alfabettype (bijv. La‐
tijn, Grieks) en vervolgens het toets‐
enbordtype (bijv. Qwerty, ABCD).Eenheden instellen
Wijzigen van maateenheden, voor
bijv. afstand (km/miles), coördinaten
(graden, minuten, seconden), tempe‐
ratuur (℃, ℉) en barometrische een‐
heden (indien beschikbaar).Status en informatie
Weergave van systeeminformatie, zoals versie, gps-status, netwerksta‐
tus, licenties en copyright-informatie.SD-kaart verwijderen
SD-kaart veilig verwijderen.Fabrieksinstellingen terugzetten
Alle informatie van het Infotainment‐
systeem verwijderen. Volg de aanwij‐ zingen op het display.Let op
Het infotainmentsysteem zal daarna standaard in Engels opstarten. Se‐
lecteer zo nodig Taal in het menu
Systeem om de taal te wijzigen.
Multimedia-instellingen
Om vanuit de startpagina naar het in‐
stellingenmenu Multimedia te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Multimedia en Instellingen op het dis‐
playscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Geluid
● Radio
● Media
● Afbeeldingen
● Video
Druk op Gereed om te bevestigen dat
de instellingen zijn gewijzigd.Geluid
U kunt de volgende geluidsinstellin‐
gen aanpassen:
● Geluidsverdeling: Stel de geluidsverdeling in de
auto in.
Page 49 of 139
Inleiding49● 'Bass Treble'/'Sfeer':Stel de geluidsoptie in, bijv. 'Neu‐traal' of 'Pop-rock', 'Klassiek',
'Jazz' (indien beschikbaar). Se‐
lecteer 'Handmatig' om het ni‐
veau voor treble en bass hand‐
matig in te stellen.
Druk op Bevestigen om de wijzi‐
gingen op te slaan.
● 'Demo arkamys' (indien beschik‐ baar):
Selecteer deze optie om de Ar‐
kamys-modus te proberen.
● 'Bass Boost Arkamys': Schakel de bass-versterkingaan/uit.Radio
U kunt de volgende radio-instellingen
aanpassen:
● schakel het zoeken naar alterna‐
tieve frequenties (AF) in/uit
● schakel i-traffic (verkeersinfor‐ matieprogramma) in/uit
● schakel programmatype (PtY) in/
uit
● schakel Simulcast in/uit● geef informatie i-announcement weer (bijv. lokale weersinforma‐
tie, informatie over events)
● werk lijst met opgeslagen radio‐ zenders bij
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "Radio" 3 50.Media
U kunt de volgende media-instellin‐
gen aanpassen:
● Herhaal (een track): in-/uitscha‐ kelen
● Willekeurige volgorde: In-/uit‐ schakelen
● Albumhoes weergeven: In-/uit‐ schakelen
● Bluetooth-apparaten beheren: Configureren
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "Streaming au‐
dio via Bluetooth" 3 71.Afbeeldingen
U kunt de volgende foto-instellingen
aanpassen:
● weergavetijd voor foto's bij een diavoorstelling ("vertraging dia‐
voorstelling") weergeven
● overgangseffecten tussen foto's bij een diavoorstelling ("over‐
gang diavoorstelling") weerge‐
ven
● van normale weergave naar weergave op volledig scherm
overschakelen ("standaardweer‐
gave")
Raadpleeg voor meer informatie "Af‐ beeldingen weergeven" 3 78.Video
U kunt de volgende video-instellingen
aanpassen:
● soort weergave van video's in‐ stellen (indien beschikbaar)
● omschakelen tussen normale weergave en weergave op volle‐
dig scherm
Raadpleeg voor meer informatie "Vi‐ deo's afspelen" 3 78.
Page 50 of 139
50RadioRadioGebruik........................................ 50
Zender zoeken ............................. 52
Autostore-lijsten ........................... 54
Radio Data System (RDS) ...........56
Digital Audio Broadcasting ..........58Gebruik
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bedieningselementen
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
● RADIO : Radio activeren, fre‐
quentiebereik wijzigen
● 2 3 : zender zoeken
● OK: Frequentie wijzigen
● Zendertoetsen 1...6: Voorkeur‐ zendertoetsen●SETUP : Systeeminstellingen,
zenders automatisch opslaan
● TEXT : Radiotekstinformatie
weergeven
Radio activeren
Druk op RADIO om de audiobron op
radio over te schakelen.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren
Druk herhaalde malen op RADIO om
tussen de beschikbare frequentiebe‐
reiken te schakelen (bijv. FM1, FM2,
AM).
De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
NAVI 50 IntelliLink -
Bedieningsorganen
Gebruik het aanraakscherm om de
radio te bedienen.