OPEL VIVARO B 2016.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2016.5Pages: 139, PDF Size: 2.02 MB
Page 31 of 139
Inleiding31Let op
Afhankelijk van de versie zit de
stemherkenningsknop 5 eventueel
op het stuurwiel.
Antidiefstalfunctie Afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem is een elektronisch beveiligings‐
systeem inbegrepen om diefstal te
ontmoedigen. Het infotainmentsys‐
teem werkt alleen in uw auto en is
daarom voor een dief waardeloos.
De beveiligingscode (apart geleverd)
moet worden ingevoerd bij het eerste
gebruik van het systeem en na lange
onderbrekingen van de voeding.
Let op
De beveiligingscode is niet vereist
voor R16 BT USB, CD18 BT USB.
Beveiligingscode invoeren
Wanneer het Infotainmentsysteemvoor heet eerst wordt ingeschakeld,
verschijnt een bericht op het display‐
scherm om een beveiligingscode in te
voeren, bijv. Radiocode, gevolgd
door 0000. Afhankelijk van het Info‐tainmentsysteem is het mogelijk dat
het bericht alleen na een korte vertra‐ ging verschijnt.
Om het eerste cijfer van de beveili‐
gingscode in te voeren, drukt u her‐
haalde malen op de cijfertoets 1 op de
eenheid totdat het gewenste nummer wordt weergegeven. Voer op de‐
zelfde manier het tweede, derde en
vierde cijfer in met de toetsen 2, 3 en
4 .
Wanneer de volledige code wordt
weergegeven, houdt u de toets 6 in‐
gedrukt tot er een akoestisch signaal klinkt. Het systeem is ontgrendeld
wanneer de correcte code is inge‐
voerd.
NAVI 50 IntelliLink,
NAVI 80 IntelliLink : Voer de beveili‐
gingscode in met behulp van de ge‐
nummerde toetsen 0 tot 9 op het aan‐
raakscherm. Het systeem is ontgren‐ deld wanneer de correcte code is in‐
gevoerd.
Verkeerde code ingevoerd
Afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem wordt, nadat de beveiligings‐
code verkeerd is ingevoerd, een be‐richt voor verkeerde code, bijv.
Codefout , gevolgd door een aftel‐
waarde, bijv. Wacht 100 , weergege‐
ven.
Wacht totdat het aftellen is afgelopen en voer dan de juiste code in. Elke
keer dat de code verkeerd wordt in‐ gevoerd, kan de afteltijd worden ver‐
dubbeld, afhankelijk van het Infotain‐
mentsysteem.
Geografisch gebied veranderen Wanneer de beveiligingscode is inge‐
voerd, kunt u, afhankelijk van het In‐
fotainmentsysteem, gevraagd wor‐
den een geografisch gebied te kie‐
zen, bijvoorbeeld:
● Europa
● Azië
● Arabië
● Amerika
Schakel het Infotainmentsysteem uit
en druk tegelijk op de toets 1 en 5 en
m . Druk vervolgens op _ of 6 totdat
het gewenste gebied op het display‐
scherm wordt gemarkeerd en stel het
in met toets 6.
Page 32 of 139
32InleidingGebruikBedieningselementen van
infotainment
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met toetsen, draaiknoppen
en/of displaymenu's.
Invoer kan plaatsvinden via: ● de centrale bedieningseenheid in
het instrumentenpaneel 3 7 of
● de bedieningselementen op de stuurkolom 3 7
● het stemherkenningssysteem (indien beschikbaar) 3 112
● het aanraakscherm (NAVI 50 IntelliLink,
NAVI 80 IntelliLink) 3 7
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den alleen de meest rechtstreekse
manieren voor de menubediening
beschreven. In sommige gevallen
kunnen er andere opties zijn.Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Schakel het Infotainmentsysteemmet X in.
De eerder gebruikte audiobron is ac‐ tief.
Druk op X (of houd deze ingedrukt,
afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem) om het Infotainmentsysteem
weer uit te schakelen.
Let op
Wanneer het Infotainmentsysteem uitgeschakeld is (afhankelijk van deversie), wordt/-en mogelijk de klok
en/of de buitentemperatuur weerge‐
geven.NAVI 50 IntelliLink:
Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch in/uit wanneer het con‐
tact in/uit wordt geschakeld. Of druk
zo nodig op X.NAVI 80 IntelliLink:
Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch in wanneer het contact
wordt ingeschakeld. Of druk zo nodig
op X.De volgende opties kunnen verschij‐
nen (afhankelijk van versie):
● Instellingen wijzigen (om het de‐
len van gegevens goed te keuren of te weigeren)
Let op
Als het delen van gegevens is uitge‐
schakeld, werken bepaalde functies
wellicht niet naar behoren.
● Taal (om de systeemtaal te wijzi‐
gen)
● Gereed (om door te gaan naar de
startpagina)
Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch uit wanneer u het con‐
tact uitschakelt en het bestuurders‐
portier opent. Of druk zo nodig op X.
Automatisch uitschakelen
Bij uitgeschakeld contact wordt het
Infotainmentsysteem automatisch
korte tijd na de invoer van de laatste gebruiker uitgeschakeld, als het Info‐
tainmentsysteem met X ingescha‐
keld wordt. Afhankelijk van het Info‐
tainmentsysteem wordt het na 5 tot
20 minuten automatisch uitgescha‐ keld.
Page 33 of 139
Inleiding33Als u X opnieuw indrukt, blijft het In‐
fotainmentsysteem nog eens 5 tot 20 minuten actief.
Volume instellen Draai aan de volumedraaiknop X of
druk op < of ].
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op ! of #.NAVI 50 IntelliLink:
Afhankelijk van de versie is het mo‐
gelijk om verschillende volumeni‐
veaus apart in te stellen (inclusief au‐ diospelers, verkeersberichten, navi‐
gatie-instructies, telefoongesprekken
en beltoon).
Druk in de startpagina op
ÿ Instellingen en dan op Audio, ge‐
volgd door Geluid op het display‐
scherm.
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink) "Vo‐ lume-instellingen" 3 44.NAVI 80 IntelliLink:
Om vanuit de startpagina de verschil‐
lende volumeniveaus (zoals voor na‐
vigatieaanwijzingen, verkeersberich‐
ten en telefoongesprekken) afzonder‐lijk in te stellen, drukt u op MENU, ge‐
volgd door Systeem en Geluid op het
displayscherm.
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink) "Sys‐
teeminstellingen" 3 45.
Opgeslagen volume
Wanneer het infotainmentsysteem wordt uigeschakeld, wordt het huidige
volume opgeslagen.
Snelheidsafhankelijk volume
Wanneer snelheidsafhankelijk vo‐
lume ( 3 44) wordt geactiveerd,
wordt het volume automatisch aan‐
gepast om weg- en windlawaai te
compenseren.
Mute
Om het geluid van de huidige bron
(afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem) te onderdrukken drukt u kort op
X of draait u de knop helemaal
linksom.
Druk eventueel (met de knoppen op de stuurkolom) op @ of 8 of druk te‐
gelijkertijd op ! en #.Geluidsonderdrukking uitschakelen
Om de geluidsonderdrukking op te
heffen (afhankelijk van het Infotain‐ mentsysteem) drukt u weer kort op
X of draait u de knop rechtsom.
Eventueel (met de knoppen op de
stuurkolom): druk weer op de toets
@ of druk weer tegelijkertijd op ! en
# .
Let op
Wanneer verkeersinformatie wordt
uitgezonden, wordt de geluidson‐
derdrukking van het systeem auto‐
matisch uitgeschakeld.
Raadpleeg voor meer informatie
"Radio Data System" 3 56.
Bediening van displayscherm
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bediening van displayscherm
● In het display omhoog/omlaag bewegen: Draai OK.
● Handelingen bevestigen: Druk op OK .
● Handelingen annuleren (en terug
naar vorige menu): Druk op /.
Page 34 of 139
34InleidingNAVI 50 IntelliLink - Bediening van
displayscherm
Gebruik het aanraakscherm voor de
volgende menu's die in de afzonder‐
lijke hoofdstukken worden beschre‐
ven:
● è/ñ RADIO
Raadpleeg het hoofdstuk "Radio"
3 50.
● t/ü MEDIA
Raadpleeg het hoofdstuk "USB-
poort" 3 67.
● yTELEFOON
Raadpleeg het hoofdstuk "Tele‐
foon" 3 116.
● s KAART
Raadpleeg het hoofdstuk "Navi‐
gatie" 3 80.
● yNAVI / ýNav
Raadpleeg het hoofdstuk "Navi‐
gatie" 3 80.● ðDriving eco2
Raadpleeg "Extra functies (NAVI
50 IntelliLink)" in het hoofdstuk
"Bedieningsstanden" hieronder.
● ÿ INSTELLINGEN
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Geluidsinstellingen" 3 42, "Vo‐
lume-instellingen" 3 44 en
"Systeeminstellingen" 3 45.
Wanneer de startpagina 7 wordt
weergegeven, kunt u deze menu's op het display verbergen door op
æ Donker te drukken (alleen de klok
en informatie over het audiosysteem
worden dan wellicht getoond). Druk op een willekeurige plaats op het
scherm om deze menu's opnieuw te
tonen.
NAVI 80 IntelliLink - Bediening van
displayscherm
Gebruik het aanraakscherm voor de
volgende menu's die in de afzonder‐ lijke hoofdstukken worden beschre‐
ven.(Type A)
Op de startpagina drukt u op MENU
op het displayscherm om naar het
hoofdmenu te gaan. De volgende me‐
nu's en bedieningsfuncties verschij‐
nen:
Page 35 of 139
Inleiding35(Type B, C)
● ⇑ Navigatie
Raadpleeg "Navigatie" 3 80.
● t Multimedia :
● Radio : Raadpleeg "Radio"
3 50.
● Media :
CD (alleen beschikbaar bij
type B en C): raadpleeg "CD-
speler" 3 61.
USB : Raadpleeg "USB-
poort" 3 67.
SD : Bediening is identiek aan
die van de cd-speler 3 61.
AUX : Raadpleeg "AUX-in‐
gang" 3 64.
Bluetooth : Raadpleeg
"Streaming audio via Blue‐ tooth" 3 71.
● Afbeeldingen : Raadpleeg
"Afbeeldingen weergeven" in het hoofdstuk "Externe appa‐
raten" 3 78.
● Video : Raadpleeg "Films af‐
spelen" in het hoofdstuk "Ex‐
terne apparaten" 3 78.
● g Telefoon
Raadpleeg "Telefoon" 3 116.
● G /J Auto
Druk hierop om de menu's Eco rijden/Eco 2
rijden, Boordcompu‐
ter en Instellingen te openen.
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Bedieningsstanden" hieronder.
● N/@ Services
Druk hierop om de menu's Navi‐
gatieservices en Instellingen te
openen.Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Bedieningsstanden" hieronder.
● tSysteem
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink) "Systeeminstellingen" 3 45.
● i/←: Naar vorige pagina
● j/→: Naar volgende pagina
● ↑: Lijsten weergeven; kaart om‐ hoog
● ↓: Lijsten weergeven; kaart om‐ laag
● <: Pop-upmenu openen
● r: Terug naar vorige menu
U kunt het displayscherm ook bedie‐
nen met de knoppen op het paneel
van het Infotainmentsysteem.
Let op
Afhankelijk van de versie werken
sommige knoppen op het paneel
van het Infotainmentsysteem niet
voor de functies op het display‐
scherm.
Page 36 of 139
36InleidingLet op
Afhankelijk van het voertuigmodel
wordt de bediening van het aanraak‐ scherm mogelijk beperkt tijdens het
rijden.
Bedieningsstanden
Radio
Audiobron in radio veranderen: Druk, afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem, op RADIO, RADIO/CD of
AUDIO/SOURCE .NAVI 50 IntelliLink
U kunt op ieder gewenst moment
naar het menu Radio gaan door op
7 te drukken, gevolgd door è/
ñ Radio op het displayscherm.NAVI 80 IntelliLink
Om vanuit de startpagina naar het
menu Radio te gaan, drukt u op
MENU , gevolgd door Multimedia en
Radio op het displayscherm.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 50.
Audiospelers
Om de audiobron over te schakelen
naar CD, USB , AUX , Bluetooth of
iPod (indien van toepassing): Druk,
afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem, op MEDIA, RADIO/CD of
AUDIO/SOURCE .
NAVI 50 IntelliLink : U kunt op ieder
gewenst moment naar het menu voor
aangesloten randapparatuur gaan
( USB , iPod , BT (Bluetooth) of AUX)
door op 7 te drukken, gevolgd door
t /ü Media op het displayscherm.
Druk in de linkerbovenhoek op S en
selecteer de externe bron.
Voor de AhaⓇ-toepassing (beschik‐
baar afhankelijk van de versie) kunt u
"Extra functies (NAVI 50 IntelliLink)"
hieronder raadplegen.
NAVI 80 IntelliLink : Om vanuit de
startpagina naar het menu voor rand‐ apparatuur te gaan (bijv. Audio-CD,
USB, SD-kaart, AUX-ingang, Blue‐
tooth), drukt u op MENU, gevolgd
door Multimedia en Media op het dis‐
playscherm. Selecteer de externe
bron in de getoonde lijst.R15 BT USB, R16 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
● AUX-ingangsfuncties 3 64
● USB-poortfuncties 3 67
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 71CD16 BT USB, CD18 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
● CD-spelerfuncties 3 61
● AUX-ingangsfuncties 3 64
● USB-poortfuncties 3 67
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 71NAVI 50 IntelliLink
Gedetailleerde beschrijving van:
● AUX-ingangsfuncties 3 64
● USB-poort (inclusief iPod-func‐ ties) 3 67
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 71NAVI 80 IntelliLink
Gedetailleerde beschrijving van:
● CD-functies (alleen type B en C) 3 61
● AUX-ingangsfuncties 3 64
Page 37 of 139
Inleiding37● USB-poortfuncties 3 67
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 71
Navigatie, Kaart (NAVI 50 IntelliLink,
NAVI 80 IntelliLink)
Gedetailleerde beschrijving van het
navigatiesysteem 3 80, Bekijk kaart
3 103.
Telefoon
Gebruik de displayopties in de onder‐ staande menu's om mobiele tele‐
foons te verbinden, telefoongesprek‐
ken te voeren, contactlijsten aan te
maken en diverse instellingen te wij‐
zigen.
Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het handsfree-telefoon‐
systeemfuncties 3 116.R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB - Te‐
lefoon
Het Telefoon -menu openen: Druk op
6 of TEL .
Telefooninstellingenmenu openen:
Druk op TEL en selecteer Telefoon‐
instellingen .NAVI 50 IntelliLink - Telefoon
Telefoonmenu op ieder gewenst mo‐ ment openen: Druk op 7, gevolgd
door yTelefoon op het display‐
scherm.NAVI 80 IntelliLink - Telefoon
Telefoonmenu openen vanuit de
startpagina: druk op MENU, gevolgd
door Telefoon op het displayscherm.
Boordinformatie (NAVI 80 IntelliLink)
Menu Auto openen vanuit de startpa‐ gina: druk op MENU, gevolgd door
Auto op het displayscherm.
Afhankelijk van het specifieke voer‐ tuigmodel verschijnen de volgende
menu's:
● Eco rijden /Eco 2
rijden
● Boordcomputer
● Instellingen
Eco rijden/Eco 2
rijden
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Ritgegevens
Dit overzicht bevat de volgende
gegevens van de laatste rit:Gemiddeld brandstofverbruik,
gemiddelde snelheid, totaal
brandstofverbruik, totale afstand.
Binnen de ritgegevens levertEco-score voor zuinig rijden een
algehele score van 100 op. Ho‐
gere getallen geven zuiniger rij‐
den aan. Er worden ook scores
gegeven voor gemiddelde mi‐
lieu-/rijprestaties (accelereren),
schakelefficiëntie (versnellings‐
bak) en remregeling (anticipe‐
rend).
Ritgegevens opslaan: Druk op
"Opslaan" en selecteer vervol‐
gens het soort rit uit de onder‐
staande lijst:
Woon-werk, vrijdag/vakantie,
weekend, rit/tour, persoonlijk.
Ritgegevens resetten: Druk op
"Reset". Bevestig of annuleer
met "Ja" of "Nee".
Druk op < voor het openen van
een pop-upmenu voor het verge‐
lijken van ritgegevens of weerge‐ ven/verbergen van gegevens na
een rit.
Page 38 of 139
38Inleiding●Mijn favoriete ritten
Hier worden wijzigingen in uw rij‐ stijl weergegeven (wanneer de
ritgegevens zijn opgeslagen).
Op het tabblad 'Overzicht' voor
elk type rit (bijv. Woon-werk) ver‐ schijnt het volgende: Totale ritaf‐stand, afgelegde afstand, datum
van informatie-update en gemid‐
delde score voor zuinig rijden
(max. 100).
Het tabblad 'Detailgege‐
vens'/'Details' toont de geregi‐
streerde ritgegevens.
● Eco-coaching
Hier worden adviezen voor brandstofbesparing weergege‐
ven.
Blader door de pagina's en raak
vertrouwd met de adviezen.
● Eco-uitdaging
Hier worden de beste, gemid‐
delde en huidige score voor zui‐ nig rijden op 100 en het gemid‐
delde brandstofverbruik (afhan‐
kelijk van versie) weergegeven.Boordcomputer
Hier worden de volgende gegevens
sinds de vorige reset getoond:
● startdatum van de berekening
● totale afstand
● gemiddelde snelheid
● gemiddeld brandstofverbruik
● totaal brandstofverbruik
Druk op Reset en bevestig vervol‐
gens met Ja om de gegevens van de
boordcomputer en tripcomputer van
het instrumentenpaneel te resetten.
Ga voor meer informatie naar "Trip‐
computer" in de gebruikershandlei‐
ding.Instellingen
U kunt de volgende instellingen wijzi‐
gen:
● Parkeerhulp
● Druk, afhankelijk van het voertuigmodel, op
Parkeerhulp voor of
Parkeerhulp achter om de
functie in of uit te schakelen
(het vakje is wel of niet gese‐lecteerd). Druk op Gereed/
Bevestigen om de wijzigin‐
gen op te slaan.
● Volume :
Druk op < of ] naast de vo‐
lumebalk om het volume van
het ultrasone parkeerhulp‐
systeem aan te passen. Ga
voor meer informatie naar
"Parkeerhulp" in de gebrui‐ kershandleiding.
● Instellingen
achteruitrijcamera (afhanke‐
lijk van versie beschikbaar):
Selecteer deze functie om de
achteruitkijkcamera in of uit
te schakelen, aanwijzingen te wijzigen (statisch/dyna‐
misch) en beeldinstellingen
aan te passen (zoals helder‐
heid, verzadiging en con‐
trast).
Druk op Bevestigen om de
wijzigingen op te slaan. Ga voor meer informatie naar
Page 39 of 139
Inleiding39"Achteruitkijkcamera" in degebruikershandleiding.
● < (pop-upmenu):
Druk op < in het menu
Parkeerhulp of de subme‐
nu's, gevolgd door
Standaardwaarden
herstellen om de standaard
fabrieksinstellingen van alle
of de huidige parkeerhulp‐ functies terug te zetten.
● Beeldinstellingen (afhankelijk
van versie beschikbaar)
Aanpassen van bijv. helderheid, verzadiging en contrast.
● De volgende opties kunnen eveneens worden aangepast (af‐hankelijk van het voertuigmodel):
● Automatisch inklappen van de buitenspiegels naar de
parkeerstand bij vergrende‐
ling van de auto (schakelaar aan/uit)
● Portieren vergrendelen/ont‐ grendelen tijdens het rijden
● Achterruitwisser activeren bij selectie van de achteruitver‐
snelling (schakelaar aan/uit)● Dagrijverlichting (schakelaar aan/uit)
● Alleen bestuurdersportier ontgrendelen bij openen van
portier (schakelaar aan/uit)
● Gemakkelijke toegang (schakelaar aan/uit)
● Rijstijlmeter (brandstofver‐ bruikmeter) (in-/uitschake‐
len)
● Eco-score (schakelaar aan/ uit)
● Gegevens na rit weergeven (in-/uitschakelen)
Druk op Gereed om te bevestigen dat
de instellingen gewijzigd zijn.
Services (NAVI 80 IntelliLink)
Om vanuit de startpagina naar het
menu Services te gaan, drukt u op
MENU , gevolgd door Services op het
displayscherm.
De volgende menu's zullen dan ver‐
schijnen:
● Navigatieservices
● InstellingenNavigatieservices
Naast de gratis navigatieservices
(zoals verkeersinformatie en flitsca‐
mera's) kunnen extra functies worden
toegevoegd als u zich abonneert op
betaalde LIVE-services.
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"LIVE-services" in het hoofdstuk "Na‐
vigatie" 3 83.Instellingen
De volgende menu's zullen dan ver‐
schijnen:
● Verbindingsbeheerder
Selecteer deze optie om de Blue‐
tooth-randapparatuur te behe‐
ren.
● Navigatieservices
Selecteer deze optie om naar de
aanvullende navigatiefuncties te gaan, zoals verkeersinformatie,
flitscamera's, lokale zoekfunctie,
My TomTom LIVE en het weer.
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink) "LIVE-services" in het hoofdstuk
"Navigatie" 3 83.
Page 40 of 139
40InleidingLet op
Breng voor het gebruik van LIVE-
services een compatibele SD-kaart
aan.
● Instellingen voor delen van
gegevens
Selecteer deze optie om het de‐ len van gegevens in en uit te
schakelen.
Let op
Als het delen van gegevens is uitge‐
schakeld, werken bepaalde functies
wellicht niet naar behoren.
● Bluetooth in-/uitschakelen (of
Bluetooth activeren/deactiveren )
Selecteer deze optie om Blue‐
tooth in en uit te schakelen. Er
verschijnt dan een bevestiging.
Favorieten (NAVI 80 IntelliLink)
Druk in de startpagina op f om fa‐
vorieten van de onderstaande func‐
ties te bekijken, toe te voegen of te
verwijderen:
● ⇑ Navigatie 3 80.
● t Multimedia - zie "Radio"
3 50.● g Telefoon 3 116.
● N/@ Services 3 83.Favorieten voor navigatie
Selecteer een vrije plaats op het dis‐
play of druk op < (om een pop-up‐
menu te openen) en selecteer vervol‐
gens Favoriet toevoegen .
Maak een keuze uit de lijst om een
opgeslagen bestemming toe te voe‐
gen aan de favorieten.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "Invoer van de
bestemming" in het hoofdstuk "Navi‐ gatie" 3 97.Favorieten voor multimedia
Selecteer een vrije plaats op het dis‐
play of druk op < (om een pop-up‐
menu te openen) en selecteer vervol‐
gens Favoriet toevoegen .
Maak een keuze uit de lijst om een FM-voorkeurszender toe te voegen
aan de favorieten.Favorieten voor telefoon
Selecteer een vrije plaats op het dis‐
play of druk op < (om een pop-up‐
menu te openen) en selecteer vervol‐
gens Favoriet toevoegen .Maak een keuze uit de lijst om een
contactpersoon voor de telefoon toe
te voegen aan de favorieten.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "Contacten" in
het hoofdstuk "Telefoon" 3 125.Favorieten voor services
Selecteer een vrije plaats op het dis‐
play of druk op < (om een pop-up‐
menu te openen) en selecteer vervol‐
gens Favoriet toevoegen .
Maak een keuze uit de lijst om een
serviceoptie toe te voegen aan de fa‐ vorieten.Favorieten verwijderen
Druk op < en selecteer Alle favorieten
verwijderen of Een favoriet
verwijderen .
Selecteer daarna een favoriet uit de
lijst. Er verschijnt een bevestiging.
Druk op Verwijderen en bevestig de
vraag die verschijnt.