OPEL VIVARO B 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2019Pages: 241, PDF Size: 5.61 MB
Page 21 of 241
Kort en bondig19Stop-startsysteem
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat
en er bepaalde voorwaarden zijn vervuld, activeer dan een Autostop
zoals hieronder beschreven:
● Het koppelingspedaal intrappen.
● Zet de keuzehendel in neutraal.
● Laat het koppelingspedaal los.
Als Ï op de instrumentengroep
brandt, duidt dit op een Autostop
3 104.
Om de motor te herstarten, moet u het koppelingspedaal opnieuw intrappen.
Stop-startsysteem 3 140.
Parkeren9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
licht ontvlambaar oppervlak.
Door de hoge temperatuur van
het uitlaatsysteem kan het
oppervlak ontbranden.
● Handrem altijd zonder indruk‐ ken van de ontgrendelingsknopstevig aantrekken. Op een aflo‐
pende of oplopende helling zo
stevig mogelijk. Trap tegelijker‐
tijd het rempedaal in om minder
kracht nodig te hebben.
● Zet de motor af.
● Schakel de eerste versnelling in als de auto op een effen
ondergrond of een oplopende
helling. Op een oplopende
helling bovendien de voorwie‐
len van de stoeprand
wegdraaien.
Schakel de achteruitversnelling in als de auto op een aflopende
helling staat. Bovendien de
voorwielen naar de stoeprand toedraaien.
● Sluit de ruiten.
● Trek de contactsleutel uit het contactslot. Stuurwiel
verdraaien totdat het stuurslot
merkbaar vergrendelt.
● Vergrendel de auto door e op de
handzender in te drukken
3 27.
Activeer het vergrendelingssys‐
teem 3 38 en het diefstalalarm‐
systeem 3 39.
● Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in
werking treden 3 173.
Voorzichtig
Na een rit waarbij met hoge motor‐
toerentallen of met hoge motorbe‐
lasting werd gereden, de motor
vóór het afzetten gedurende een
korte tijd met lage belasting laten
draaien of gedurende ca.
Page 22 of 241
20Kort en bondig30 seconden stationair laten
draaien om de turbolader te
beschermen.
Sleutels, sloten 3 21.
Auto een langere tijd stilzetten
3 172.
Page 23 of 241
Sleutels, deuren en ruiten21Sleutels, deuren en
ruitenSleutels, sloten ............................ 21
Sleutels ...................................... 21
Car Pass .................................... 22
Handzender ............................... 22
Elektronisch sleutelsysteem ......23
Portiersloten .............................. 26
Centrale vergrendeling ..............27
Automatisch vergrendelen .........33
Kindersloten .............................. 33
Deuren ......................................... 34
Schuifdeur ................................. 34
Achterdeuren ............................. 34
Bagageruimte ............................ 36
Antidiefstalbeveiliging ..................38
Vergrendelingssysteem .............38
Diefstalalarmsysteem ................39
Startbeveiliging .......................... 41
Buitenspiegels ............................. 42
Bolle vorm ................................. 42
Handmatig verstellen .................42
Elektrische verstelling ................42
Inklapbare spiegels ...................42
Verwarmde spiegels ..................43Binnenspiegel .............................. 43
Handmatige dimfunctie ..............43
Automatische dimfunctie ...........44
Ruiten .......................................... 44
Voorruit ...................................... 44
Elektrisch bediende ruiten .........45
Achterste zijruiten ......................45
Achterruitverwarming ................46
Zonnekleppen ............................ 46Sleutels, sloten
SleutelsVoorzichtig
Bevestig geen zware of massieve
voorwerpen aan de contactsleutel.
Reservesleutels
Het sleutelnummer staat op de sleutelof op een afneembaar label.
Bij het bestellen van reservesleutels moet het sleutelnummer worden
vermeld aangezien de sleutels deel
uitmaken van de startbeveiliging.
Ga als de elektronische sleutel moet
worden vervangen met de auto naar
een werkplaats.
Sloten 3 209.
Handzender 3 22.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23.
Centrale vergrendeling 3 27.
Motor starten 3 138.
Page 24 of 241
22Sleutels, deuren en ruitenCar Pass
Op de Car Pass staan veiligheids‐
technische autogegevens. Daarom
moet deze goed worden bewaard.
Een eventueel ingeschakelde werk‐
plaats heeft voor het verrichten van
bepaalde werkzaamheden deze
autogegevens nodig.
Handzender
Wordt gebruikt voor: ● centrale vergrendeling 3 27
● bagageruimte 3 36
● vergrendelingssysteem 3 38
● diefstalalarmsysteem 3 39
De afstandsbediening heeft een
bereik van ca. 5 m. Dit kan worden
beperkt door externe factoren. Bran‐
dende alarmknipperlichten dienen als
bevestiging.
Afstandsbediening met zorg behan‐ delen, vochtvrij houden, beschermen
tegen hoge temperaturen en onnodig gebruik vermijden.
Afhankelijk van het model werkt de
auto met een handzender met
2 toetsen of 3 toetsen of een elektro‐
nische sleutel met de functionaliteit
van de bediening op afstand.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het
gevolg zijn van het volgende:
● Het bereik wordt overschreden.
● De accuspanning is te laag.● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten hetbereik, waardoor het systeem
opnieuw moet worden gepro‐
grammeerd in een werkplaats.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Bediening met fysieke sleutel 3 27.
Batterij van de handzender
vervangen
Zodra de reikwijdte afneemt, de
batterij meteen vervangen.
Page 25 of 241
Sleutels, deuren en ruiten23Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Boutje verwijderen en batterijvak
openen door een munt in de sleuf te
steken en de munt te verdraaien.
Batterij vervangen (batterijtype
CR2016), hierbij op de juiste plaat‐
sing letten.
De twee helften van de behuizing op
elkaar plaatsen en erop letten dat ze
goed vastklikken.
Boutje terugplaatsen en aanhalen.
Elektronisch sleutelsysteem
Voor een handsfree bediening van de volgende functies:
● centrale vergrendeling 3 27
● bagageruimte 3 36
● contact inschakelen en motor starten 3 136
● vergrendelingssysteem 3 38
● diefstalalarmsysteem 3 39
De bestuurder hoeft alleen de elek‐
tronische sleutel bij zich te dragen.
Page 26 of 241
24Sleutels, deuren en ruitenLet op
Neem bij het uitstappen altijd de
elektronische sleutel mee.
Bij het achterlaten van de elektroni‐
sche sleutel in de kaartlezer klinkt er een geluidssignaal 3 107 en
verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center 3 106 bij
het openen van de bestuurdersdeur.
Daarbij heeft de elektronische sleutel
de functionaliteit van de bediening op afstand 3 22 en een instapverlich‐
tingsfunctie 3 118.
Voor handsfree bediening moet de
elektronische sleutel buiten de auto
zijn, binnen een bereik van ongeveer
1 m van de voordeuren of de baga‐
geruimte. Het werkingsbereik van de
toetsen op de elektronische sleutel
kan door externe invloeden beperkt
zijn. Brandende alarmknipperlichten
dienen als bevestiging.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.Let op
Leg de elektronische sleutel onder‐
weg niet in de bagageruimte, aange‐
zien deze buiten de detectiezone
(aangegeven door een geluidssig‐
naal bij lage snelheid 3 107 en een
bericht op het Driver Information
Center 3 106) ligt.
Let op
Als de elektronische sleutel in het
interieur voorin wordt bewaart en er
een bericht op het Driver Information Center verschijnt (waarbij er moge‐
lijk een geluidssignaal klinkt) ter indi‐
catie dat deze buiten het ontvangst‐
bereik is, adviseren we de elektroni‐
sche sleutel in de kaartlezer te
steken.
Let op
Als de elektronische sleutel niet
wordt gedetecteerd in het interieur
voorin na het openen en sluiten van een portier met draaiende motor,
verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center (begeleid
door een geluidssignaal als een
bepaalde snelheid wordt overschre‐
den) dat deze buiten het ontvangst‐
bereik is.Zo wordt bijv. voorkomen dat u
wegrijdt na het afzetten van een
passagier die de elektronische sleu‐ tel heeft.
Het bericht verdwijnt wanneer de
elektronische sleutel weer wordt
gedetecteerd.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt of de centrale vergrende‐
lingstoets e 3 27 wordt ingedrukt.
Start de motor om de handsfree
bediening weer te activeren.
Aan/Uit-knop 3 136.
Accu elektronische sleutel
vervangen
Batterij meteen vervangen zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt. Een bericht op
het Driver Information Center geeft
aan dat de batterij moet worden
vervangen 3 106.
Page 27 of 241
Sleutels, deuren en ruiten25
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Een bericht op het Driver Information
Center geeft aan dat de batterij moet
worden vervangen 3 106.
Let op
In een noodsituatie kan de auto nog steeds worden vergrendeld /
ontgrendeld met behulp van de fysieke noodsleutel in de behuizingvan de elektronische sleutel 3 23.
Ontgrendelingsknop aan de zijkant
van de elektronische sleutel ingedrukt
houden en fysieke noodsleutel uit de
bovenkant trekken. Klik het batterijk‐
lepje op de achterkant van de elek‐
tronische sleutel los en druk op één kant van de batterij om deze los te
maken en te verwijderen.
Batterij vervangen (batterijtype
CR2016), hierbij op de juiste plaat‐
sing letten.
Breng het batterijklepje weer aan en steek de fysieke noodsleutel er weer
in.
Elektronische sleutel
synchroniseren
Druk vier keer op een toets op de
elektronische sleutel binnen bereik
van de detectiezone (ongeveer 1 m)
van de voordeuren of de bagage‐
ruimte. De elektronische sleutel wordt gesynchroniseerd wanneer het
contact wordt aangezet.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan worden bediend of als de motor niet
kan worden gestart, kan dit de
volgende oorzaken hebben:
● storing in elektronische sleutel
● elektronische sleutel buiten het ontvangstbereik
● batterijspanning te laag
● overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
Page 28 of 241
26Sleutels, deuren en ruitenvan de handzender, waardoor de
stroomvoorziening voor korte tijd
wordt onderbroken
● storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen
Fysieke noodsleutel
Ontgrendelingsknop aan de zijkant
van de elektronische sleutel ingedrukt houden en fysieke noodsleutel uit de
bovenkant trekken.
Deuren handmatig vergrendelen of
ontgrendelen door de sleutel in het
slot te draaien.
Steek de fysieke noodsleutel na
gebruik weer in de behuizing van de
elektronische sleutel.
Portiersloten
Diefstalvergrendeling
Open het bestuurdersportier en scha‐ kel de diefstalvergrendeling in om te
voorkomen dat de portieren van
buiten af wordt geopend.
Draai de schakelaar van de vergren‐
deling op de deur met een geschikt
gereedschap in de vergrendelde
stand. De deuren/achterklep kunnen/ kan van buiten af niet worden
geopend.
De diefstalvergrendeling blijft zelfs na
het ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening ingeschakeld. De
deuren / achterklep kunnen/kan
alleen van binnen of met de fysieke
sleutel worden geopend.
Let op
Afhankelijk van de versie blijft de
achterklep mogelijk ontgrendeld
wanneer de diefstalvergrendeling ingeschakeld is.
Schakel deze uit door de schakelaar
in de ontgrendelde stand te zetten.
Page 29 of 241
Sleutels, deuren en ruiten27Achterdeur handmatig
vergrendelen
Draai de vergrendelschakelaar
rechtsom om de achterdeur links
vanuit de bagageruimte te vergren‐
delen. Draai de schakelaar linksom
om het slot uit te schakelen.
Achterdeuren 3 34.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt de voor‐
portieren, de zijschuifdeuren en de
bagageruimte.
Met de handzender met 3 toetsen worden de voordeuren en de baga‐
geruimte/zijschuifdeuren (indien
aanwezig) onafhankelijk van elkaar
ontgrendeld en vergrendeld.
Om veiligheidsredenen kan de auto
niet worden vergrendeld, wanneer de sleutel in het contactslot steekt.
Let op
Als er binnen ongeveer
twee minuten na het ontgrendelen van de auto geen portier wordt
geopend, wordt de auto automatisch weer vergrendeld.
Portieren en bagageruimte sluiten. Bij
een niet goed gesloten deur werkt de
centrale vergrendeling niet.
Zie "Bediening met fysieke sleutel"
hieronder voor nadere informatie.
Werking van afstandsbediening
De werking van de centrale vergren‐
deling met de handzender wordt
bevestigd door de alarmknipperlich‐
ten. De alarmknipperlichten knippe‐
ren één keer ter indicatie dat de auto
ontgrendeld is en twee keer ter indi‐
catie dat de auto vergrendeld is.Ontgrendelen met handzender met
twee toetsen
Afhankelijk van model en configura‐
tie:
● Druk op c en houd ingedrukt om
alle portieren en de bagage‐ ruimte te ontgrendelen.
- of -
● c eenmaal indrukken om het
bestuurdersportier te ontgrende‐
len en c tweemaal indrukken om
alle portieren en de bagage‐
ruimte te ontgrendelen.
Page 30 of 241
28Sleutels, deuren en ruitenOntgrendelen met handzender met
drie toetsen
Afhankelijk van model en configura‐
tie:
● Druk op c en houd ingedrukt om
alle portieren en de bagage‐ ruimte te ontgrendelen.
- of -
● c eenmaal indrukken om het
bestuurdersportier te ontgrende‐
len en c tweemaal indrukken om
alle portieren en de bagage‐
ruimte te ontgrendelen.
- of -
● Druk één keer op c om alle
portieren en de laadruimte te
ontgrendelen.
Vergrendelen met handzender met
twee toetsen
Druk op e om: Alle deuren en de
bagageruimte worden vergrendeld.
Vergrendelen met handzender met
drie toetsen
Druk op e om: Alle deuren en de
bagageruimte worden vergrendeld.
Let op
Indien aanwezig, wordt de bewaking van het interieur 3 39 uitgescha‐
keld door e ingedrukt te houden (ter
bevestiging klinkt een geluidssig‐
naal).
Als dit per ongeluk is gebeurd, moet
u de portieren opnieuw ontgrende‐
len en e korte tijd indrukken om de
auto te vergrendelen.