spiegel OPEL VIVARO C 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: VIVARO C, Model: OPEL VIVARO C 2020Pages: 297, PDF Size: 10.28 MB
Page 48 of 297

46Sleutels, portieren en ruitenSluiten
Druk op het midden van de ruit totdat
deze volledig gesloten is.
Achterruitverwarming Om in te schakelen è indrukken.
Afhankelijk van de versie werkt de
achterruitverwarming samen met de
verwarmbare buitenspiegels.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
Afhankelijk van de klimaatregeling zit
è mogelijk op een andere plek.Voorruitverwarming
Deze functie verwarmt de voorruit
langs de onderkant ervan en langs beide zijden van de voorruit.
Zo komen eventueel aan de voorruit vastgevroren ruitenwisserbladen met
deze functie snel los van de voorruit. De functie gaat tevens sneeuwopho‐
ping tegen bij gebruik van de voorrui‐ twissers.
De verwarming werkt door op 9 te
drukken. De led in de toets licht op.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt afhankelijk van
de omgevingstemperatuur uitgescha‐ keld.
Page 49 of 297

Sleutels, portieren en ruiten47Als u weer op 9 drukt, stopt de
verwarming met werken. De led in de
toets dooft.
Zonnekleppen Om verblinding te vermijden kunnen
de zonnekleppen worden neerge‐
klapt en opzij worden gedraaid.
Onderweg moeten de spiegelkappen
gesloten zijn.
Aan de achterkant van de zonneklep
zit een kaartjeshouder.
RolschermenOm het zonlicht op de tweede zitrij te
verminderen, trekt u het scherm aan
de handgreep omhoog en haakt u het
vast aan de bovenkant van de portier‐ opening.Dak
Panoramadak
Zonnekleppen
De zonnekleppen zijn handbediend.
Schuif de betreffende zonneklep in de
gewenste stand.
Page 131 of 297

Instrumenten en bedieningsorganen129● Selecteer de te wijzigen snel‐heidsinstelling.
● Voer de nieuwe snelheidswaarde
in via het toetsenblok en bevestig deze met A/OK .
● Bevestig nogmaals met A/OK
om het menu af te sluiten.
Instellingen van de auto.
_ indrukken.
Selecteer Instellingen van de auto. .
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
● Parkeren
Blokkering inklappen
buitenspiegels : Activeert of deac‐
tiveert het automatisch uit-/
inklappen van de buitenspiegels.
Ruitenwisser achter bij
inschakelen achteruit : Activeert
of deactiveert automatische
inschakeling achterruitwisser bij
inschakelen achteruitversnelling.
● Verlichting
Follow me home-verlichting : Acti‐
veert of deactiveert de functie en
past de duur aan.Instapverlichting : Activeert of
deactiveert de functie en past de
duur aan.
Bochtverlichting : Activeert of
deactiveert de bochtverlichting.
● Comfort
Sfeerverlichting : Past de helder‐
heid van de sfeerverlichting aan.
● Beveiliging
Herkenning/advies
snelheidslimiet : Activeert of
deactiveert de snelheidslimietin‐
formatie middels verkeersbord‐
herkenning.
Active safety brake : Activeert of
deactiveert de actieve noodrem,
de waarschuwingsafstand voor
een dreigende botsing kan
worden geselecteerd.
Buitensp. afstellen bij
inschakelen achteruit : Past de
buitenspiegels aan bij inschake‐ ling van de achteruitversnelling
voor een beter zicht op het trot‐
toir.
Driver Alert : Activeert of deacti‐
veert de vermoeidheidsdetectie.Multimedia Navi
Druk op : om het menu Instellingen
te openen.
Eenheidsinstellingen
Selecteer Systeemparam. in het
menu Opties.
Verander de eenheden voor Afstand
en verbruik en Temperatuur .
Bevestig met A/OK .
Taalinstellingen
Selecteer Talen.
Wijzig de taal door de optie van uw
keuze aan te raken.
Bevestig met A/OK .
Page 133 of 297

Instrumenten en bedieningsorganen131of deactiveert automatische
inschakeling achterruitwisser bij
inschakelen achteruitversnelling.
Vergrendeling inklapmecha‐
nisme buitenspiegels : Activeert
of deactiveert het automatisch
uit-/inklappen van de buitenspie‐
gels.
● Verlichting
Follow me home-verlichting : Acti‐
veert of deactiveert de functie en
past de duur aan.
Instapverlichting : Activeert of
deactiveert de functie en past de
duur aan.
Bochtverlichting : Activeert of
deactiveert de bochtverlichting.
● Toegang tot de auto
Handsfree automatisch
vergrendelen : Activeert of deac‐
tiveert de functie.
● Comfort
Sfeerverlichting : Past de helder‐
heid van de sfeerverlichting aan.
● Beveiliging
Verkeersbordherkenning : Acti‐
veert of deactiveert de snelheids‐limietinformatie middels
verkeersbordherkenning.
Active safety brake : Activeert of
deactiveert de actieve noodrem, de waarschuwingsafstand voor
een dreigende botsing kan
worden geselecteerd.
Buitensp. afstellen bij
inschakelen achteruit : Past de
buitenspiegels aan bij inschake‐
ling van de achteruitversnelling
voor een beter zicht op het trot‐
toir.
Driver Alert : Activeert of deacti‐
veert de vermoeidheidsdetectie.Telematicaservices
Opel Connect
Opel Connect is een nieuwe manier
met goede verbindingen en veilig te reizen.
Tot de functies van Opel Connect
behoren:
● noodoproepfunctie
● pechmeldingsfunctie
Wanneer de auto is uitgerust met Opel Connect, worden deze functies
automatisch ingeschakeld. De Alge‐
mene Voorwaarden zijn van toepas‐
sing.
Opel Connect werkt met de knoppen
in de dakconsole.
Let op
Opel Connect is niet op alle markten verkrijgbaar. Neem contact op met
uw werkplaats voor meer informatie.
Noodoproepfunctie
Auto's met de noodoproepfunctie
hebben een rode SOS-knop in de
dakconsole.
Page 144 of 297

142KlimaatregelingKlimaatregelingKlimaatregelsystemen...............142
Verwarmings- en ventilatiesysteem ....................142
Airconditioning ......................... 144
Elektronisch klimaatregelsysteem ............... 146
Parkeerverwarming .................150
Luchtroosters ............................. 152
Verstelbare luchtroosters ........152
Vaste luchtroosters ..................153
Koeling handschoenenkastje ..153
Onderhoud ................................. 154
Luchtinlaat ............................... 154
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 154
Service .................................... 154Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor: ● temperatuur ñ
● luchtverdeling w, x en y
● ventilatorsnelheid ý
● luchtrecirculatie q
● achterruitverwarming è of
verwarmbare buitenspiegels m
Verwarmbare achterruit è 3 46.
Verwarmbare buitenspiegels m
3 41.
Verwarmde stoelen ß 3 54.
Temperatuur
Temperatuur aanpassen door ñ op
de gewenste temperatuur te draaien.HI:warmLO:koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
w:naar de voorruit en de voorste
zijruitenx:naar hoofdhoogte via de
verstelbare luchtroostersy:naar de voetenruimte en voor‐
ruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Luchtdebiet
Page 145 of 297

Klimaatregeling143Luchtdebiet instellen door ý op de
gewenste snelheid te draaien.rechtsom:versnellenlinksom:vertragen
Luchtrecirculatiesysteem q
Luchtrecirculatiemodus met q
inschakelen. De LED in de knop brandt om activering aan te geven.
Luchtrecirculatiemodus weer met q
uitschakelen.
9 Waarschuwing
Als het luchtrecirculatiesysteem is
ingeschakeld, vermindert de lucht‐verversing. Bij het gebruik zonder
koeling neemt de luchtvochtigheid
toe waardoor de ruiten van
binnenuit kunnen aandampen. De kwaliteit van de binnenlucht neemt
na verloop van tijd af, wat tot
vermoeidheidsverschijnselen bij de inzittenden kan leiden.
Wanneer de omgevingslucht warm
en zeer vochtig is, kan de voorruit aan de buitenkant beslaan wanneer er
koude lucht tegenaan stroomt. Als de
voorruit aan de buitenkant aandampt, moet u de ruitenwisser aanzetten en
w uitzetten.
Ontwasemen en ontdooien
● Druk op w: de lucht wordt in de
richting van de voorruit geleid.
● Draaiknop voor temperatuur ñ in
hoogste stand zetten.
● Aanjagersnelheid ý op hoogste
stand zetten,
● Schakel de achterruitverwarming
en de verwarmbare buitenspie‐
gels è in of schakel de
verwarmbare buitenspiegels m
in.
Page 146 of 297

144Klimaatregeling● Voorruitverwarming , inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters openen naar wens en op de zijruiten rich‐ten.
Verwarmbare achterruit è 3 46.
Verwarmbare buitenspiegels m
3 41.
Voorruitverwarming 9 3 46.
Airconditioning
Bedieningsorganen voor: ● temperatuur ñ
● luchtverdeling w, x en y
● ventilatorsnelheid ý
● koeling A/C
● luchtrecirculatie q
● achterruitverwarming è of
verwarmbare buitenspiegels m
Verwarmbare achterruit è 3 46.
Verwarmbare buitenspiegels m
3 41.
Temperatuur ñ
Temperatuur aanpassen door ñ op
de gewenste temperatuur te draaien.HI:warmLO:koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling w, x , y
w:naar de voorruit en de voorste
zijruitenx:naar hoofdhoogte via de
verstelbare luchtroostersy:naar de voetenruimte
Alle combinaties zijn mogelijk.
Luchtdebiet ý
Luchtdebiet instellen door ý op de
gewenste snelheid te draaien.rechtsom:versnellenlinksom:vertragen
Koeling A/C
Druk op A/C om naar koeling om te
schakelen. De LED in de knop brandt
om activering aan te geven. Koeling
werkt alleen bij een draaiende motor
en ingeschakelde ventilator.
Druk opnieuw op A/C om koeling uit
te schakelen.
Page 148 of 297

146KlimaatregelingRuiten ontwasemen en ontdooien
● Aanjagersnelheid ý op hoogste
stand zetten,
● Draaiknop voor temperatuur ñ in
hoogste stand zetten.
● Schakel, indien nodig, de A/C in.
● Schakel de achterruitverwarming
è of de verwarmbare buiten‐
spiegels m in.
● Voorruitverwarming 9 inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters openen naar wens en op de zijruiten rich‐ten.
Let op
Als de instellingen voor ontwasemen
en ontdooien zijn geselecteerd, is er wellicht geen Autostop mogelijk.
Als de instellingen voor ontwasemen
en ontvriezen zijn geselecteerd
terwijl de motor in een Autostop is,
zal de motor automatisch herstarten.
Stop-startsysteem 3 160.
Verwarmbare achterruit è 3 46.
Verwarmbare buitenspiegels m
3 41.
Voorruitverwarming 9 3 46.
Stop-startsysteem 3 160.
Elektronisch
klimaatregelsysteem
Dankzij de twee zones van de
klimaatregeling kunt u de tempera‐
tuur aan de bestuurders- en passa‐
gierskant voorin afzonderlijk regelen.
In de automatische modus worden
temperatuur, luchtdebiet en luchtver‐
deling automatisch geregeld.
Bedieningsorganen voor:
● handmatig bediende luchtrecir‐ culatie q
● luchtverdeling w
● tuimelschakelaar voor aanpas‐ sen van de temperatuur aanbestuurders- en passagierszijde
voorin
● ontwasemen en ontdooien h
Page 149 of 297

Klimaatregeling147● koeling A/C
● automatische modus AUTO
● temperatuursynchronisatie met twee zones MONO
● achterruitverwarming è of
verwarmbare buitenspiegels m
● ventilatorsnelheid r s
Verwarmbare achterruit è 3 46.
Verwarmbare buitenspiegels m
3 41.
De LED in de betreffende knop geeft
de geactiveerde functie aan.
De elektronische klimaatregeling
(ECC) werkt alleen optimaal bij een
draaiende motor.Automatische modus AUTO
Basisinstelling voor maximaal
comfort:
● Druk op AUTO, de luchtverdeling
en ventilatorsnelheid worden
automatisch geregeld.
● Open alle luchtroosters voor opti‐
male luchtverdeling in de auto‐
matische modus.
● De airconditioning moet zijn geactiveerd voor optimale
koeling en ontwaseming. Druk op A/C om de airconditioning in te
schakelen. De LED in de toets
geeft aan dat het systeem geac‐
tiveerd is.
● Stel de voorkeurtemperaturen voor de bestuurders- en passa‐
gierszijde voorin in met de linker
en rechter draairing. De aanbe‐
volen temperatuur is 22 °C.
Druk achter elkaar op AUTO om de
gewenste automatische instellingen
te selecteren:
● Soft Auto voor een zachte en
stille luchtverdeling.
● Auto voor warmtecomfort en een
stille luchtverdeling.
● Auto Fast voor een dynamische
en efficiënte luchtverdeling.
Handmatige instellingen
U kunt de instellingen van de klimaat‐
regeling aanpassen door de volgende functies te activeren:
Page 152 of 297

150Klimaatregelingtoe waardoor de ruiten van
binnenuit kunnen aandampen. De kwaliteit van de binnenlucht neemt
na verloop van tijd af, wat tot
vermoeidheidsverschijnselen bij
de inzittenden kan leiden.
Wanneer de omgevingslucht warm en zeer vochtig is, kan de voorruit aan de buitenkant aandampen wanneer
er koude lucht naartoe stroomt. Als de
voorruit aan de buitenkant aandampt, moet u de ruitenwisser aanzetten en
w uitzetten.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien h
●Druk op h. Het led-lampje in de
knop brandt om activering aan te
geven.
● Airconditioning en automatische stand worden automatisch inge‐schakeld. Het led-lampje in de
toets A/C brandt, AUTO
verschijnt op het display.
● Temperatuur en luchtverdeling worden automatisch ingesteld,
de aanjager draait met een hoge
snelheid.
● Verwarming achterruit è
inschakelen.
● Voorruitverwarming 9 inscha‐
kelen.
● Om weer naar de vorige modus te gaan: h weer indrukken.
Let op
Als h wordt ingedrukt terwijl de
motor loopt, wordt een Autostop verhinderd totdat er opnieuw op
h wordt gedrukt.
Als h wordt ingedrukt terwijl de
motor in een Autostop is, zal de
motor automatisch herstarten.
Verwarmbare achterruit è 3 46.Verwarmbare buitenspiegels m
3 41.
Voorruitverwarming 9 3 46.
Stop-startsysteem 3 160.
Elektronische klimaatregeling
deactiveren
Druk daarna op s totdat het elek‐
tronische klimaatregelsysteem wordt
uitgeschakeld.
Parkeerverwarming
Met de parkeerverwarming kunt u het interieur van de auto verwarmen en
het interieur van de auto ventileren
met omgevingslucht.