OPEL ZAFIRA C 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: ZAFIRA C, Model: OPEL ZAFIRA C 2014Pages: 305, PDF Size: 8.96 MB
Page 61 of 305

Stoelen, veiligheidssystemen59Veiligheidsgordel correct omleg‐
gen en goed vastzetten. Alleen
dan kan de airbag bescherming
bieden.
Zijdelings airbagsysteem
Het zijairbagsysteem bestaat uit een
airbag in de rugleuning van beide
voorstoelen. Ze zijn te herkennen aan het opschrift AIRBAG.
Het zijairbagsysteem treedt in wer‐
king bij een voldoende krachtige zij‐
delingse aanrijding. Het contact moet
ingeschakeld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het bovenlichaam en de
heupen bij een zijdelingse aanrijding
aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Let op
Op de voorstoelen alleen stoelhoe‐
zen gebruiken die voor de auto zijn goedgekeurd. De airbags niet afdek‐
ken.
Gordijnairbagsysteem
Het hoofdairbagsysteem bestaat uiteen airbag aan weerskanten in het
dakframe. Ze zijn te herkennen aan
het opschrift AIRBAG op de dakstij‐
len.
Het gordijnairbagsysteem treedt in werking bij een voldoende krachtige
zijdelingse aanrijding. Het contact
moet ingeschakeld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het hoofd bij een zijdelingse aanrijding aanzienlijk afneemt.
Page 62 of 305

60Stoelen, veiligheidssystemen
Het gordijnairbagsysteem beschermt
de passagiers op de derde zitrij niet.9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
De haken aan de handgrepen van het dakframe zijn alleen geschikt
om lichte kledingstukken, zonder
kleerhangers, aan op te hangen.
Geen voorwerpen in de kleding‐
stukken bewaren.
Airbag deactiveren
Wanneer u een kindveiligheidssys‐
teem op de voorstoel gebruikt, moet
u het airbagsysteem van de passa‐
gier deactiveren. Het zijairbag- en het
gordijnairbagsysteem, de gordelvoor‐ spanners en alle airbagsystemen van de bestuurder blijven actief.
U deactiveert het airbagsysteem vande voorpassagier met een slot aan de rechterzijde van het instrumentenpa‐
neel.
Gebruik de contactsleutel om de po‐
sitie te kiezen:UIT *=airbag van voorpassagier
is gedeactiveerd en gaat
niet af bij een aanrijding.
Controlelamp UIT *
brandt voortdurend in de
middenconsole. U kunt
een kinderzitje aanbren‐
gen in overeenstemming
met de ta‐
bel Inbouwposities kin‐
derveiligheidssystemen
3 63. Er mag geen vol‐
wassen persoon op de
stoel van de voorpassa‐
gier vervoerd worden.AAN V=airbag van voorpassagier
is actief. U mag geen kin‐
derveiligheidssystemen
aanbrengen.
Page 63 of 305

Stoelen, veiligheidssystemen619Gevaar
Kans op dodelijk letsel voor een
kind in een kinderzitje op de pas‐
sagiersstoel met geactiveerde air‐ bag.
Kans op dodelijk letsel voor een
volwassene op de passagiersstoel met gedeactiveerde airbag.
Als de controlelamp AAN V
ong.
60 seconden brandt nadat het contact ingeschakeld is, gaat het airbagsys‐
teem voor de voorpassagier af bij een
aanrijding.
Indien beide controlelampen tegelij‐
kertijd branden, zit er een storing in
het systeem. De systeemstatus wordt
niet aangeduid; er mag niemand op
de stoel van de voorpassagier ver‐
voerd worden. Roep onmiddellijk de
hulp van een werkplaats in.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl de ontsteking is uitge‐
schakeld.
Status blijft actief tot de volgende ver‐ andering.
Controlelamp airbag-deactivering
3 113.Kinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen het Opel kinderveilig‐heidssysteem aan dat specifiek voor
montage in uw auto geschikt is.
Let bij gebruik van een kinderveilig‐ heidssysteem op de volgende ge‐
bruiksaanwijzingen en montagevoor‐
schriften en houd u bovendien aan de
instructies die bij het kinderveilig‐
heidssysteem werden geleverd.
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige
landen is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde zit‐
plaatsen verboden.9 Waarschuwing
Wanneer een kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
voorin wordt gebruikt, moeten de
airbagsystemen voor de passa‐
giersstoel voorin worden uitge‐
schakeld; zo niet, dan kan het in
Page 64 of 305

62Stoelen, veiligheidssystemenwerking treden van de airbags hetleven van het kind in gevaar
brengen.
Dit is vooral van belang wanneer naar achteren gerichte kindervei‐
ligheidssystemen op de passa‐
giersstoel voorin worden gebruikt.
Airbag deactiveren 3 60.
Juiste systeem selecteren De achterbank is de beste plaats om
een kinderveiligheidssysteem vast te
maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk te‐
gen de rijrichting in. Hierdoor wordt de nog erg zwakke ruggengraat van het
kind bij een ongeval minder belast.
Geschikt zijn kinderveiligheidssyste‐
men die voldoen aan ECE 44-03 of
ECE 44-04. Raadpleeg de lokale wet- en regelgeving voor het verplichte ge‐
bruik van kinderveiligheidssystemen.
Controleer of het te monteren kinder‐ veiligheidssysteem compatibel is met
het autotype.
Controleer of de montageplaats van
het kinderveiligheidssysteem in de
auto juist is.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet in gebruik is, het met een veiligheidsgordel vastzetten of uit de
auto verwijderen.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet be‐
plakken of met andere materialen af‐ dekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Page 65 of 305

Stoelen, veiligheidssystemen63Inbouwposities kinderveiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem
Gewichts- of leeftijdsgroep
Op passagiersstoelOp buitenste
zitplaatsen
tweede zitrijOp middelste
zitplaats
tweede zitrijOp zitplaatsen
derde zitrij
geactiveerde
airbaggedeactiveerde
airbagGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenXU 1U 2XUGroep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarXU 1U2XUGroep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarXU 1U2XUGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarXXUXUGroep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarXXUXU1=Alleen wanneer het airbagsysteem van de passagiersstoel vooraan is gedeactiveerd. Wanneer u het kinderveilig‐
heidssysteem met een driepuntsgordel vastzet, moet u de stoelhoogteverstelling in de hoogste stand zetten en de
gordel vóór het bovenste verankeringspunt langs laten lopen. Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop, zodat
de gordel bij de gesp gespannen is.2=Stoel leverbaar met ISOFIX en Top-Tether-bevestigingssteunen 3 66.U=Universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsveiligheidsgordel.X=Kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan.
Page 66 of 305

64Stoelen, veiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
GewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiers‐
stoelOp buitenste
zitplaatsen
tweede zitrijOp middelste
zitplaats tweede
zitrijOp zitplaatsen
derde zitrijGroep 0: tot 10 kgEISO/R1XILXXGroep 0+: tot 13 kgEISO/R1XILXXDISO/R2XILXXCISO/R3XILXXGroep I: 9 tot 18 kgDISO/R2XILXXCISO/R3XILXXBISO/F2XIL, IUFXXB1ISO/F2XXIL, IUFXXAISO/F3XIL, IUFXXIL=Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of
'semi-universeel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF=Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd
voor deze gewichtsklasse.X=Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.
Page 67 of 305

Stoelen, veiligheidssystemen65
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheidA - ISO/F3=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kg.B - ISO/F2=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B1 - ISO/F2X=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.C - ISO/R3=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot 18 kg.D - ISO/R2=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kg.E - ISO/R1=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg.
Page 68 of 305

66Stoelen, veiligheidssystemenISOFIX-kinderveiligheids‐
systemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX veiligheidssyste‐
men voor specifieke auto's worden in de tabel aangeduid met IL.
ISOFIX-bevestigingsbeugels zijn
aangeduid met een label op de rug‐
leuning.
Zet voor het bevestigen van een kin‐
derzitje de hoofdsteun in de stand
3 38.
Aanbevolen wordt om bij met
ISOFIX-bevestigde kinderveilig‐
heidssystemen op de tweede zitrij, de betreffende stoel aan de buitenzijde
in de derde stand van achteren te zet‐
ten, ten opzichte van de basisstand
van de stoelen. Lounge-stoelen, in‐
dien aanwezig, moeten in de normale stand 3 46 staan.
Top-Tether-
bevestigingsogen
Top-tether-bevestigingsogen worden
aangeduid met het symbool : van
een kinderzitje.Afhankelijk van de landspecifieke uit‐
rusting kan de auto twee of drie be‐
vestigingsogen hebben.
Aanvullend op de ISOFIX-bevesti‐
ging zet u de Top-Tether–band vast
aan de Top-Tether-bevestigings‐
ogen. Daarbij moet de bijbehorende
gordel tussen de glijstangen van de
hoofdsteun lopen.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Page 69 of 305

Opbergen67OpbergenOpbergruimten............................. 67
Bagageruimte .............................. 81
Dakdragersysteem ....................... 96
Beladingsinformatie .....................97Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe ob‐
jecten in de opbergruimten op. An‐ ders kan de klep van de opberg‐
ruimte open gaan en kunnen de
inzittenden bij krachtig remmen,
plotseling afslaan of een ongeval
letsel door rondslingerende voor‐
werpen oplopen.
Opbergvakken
instrumentenpaneel
In het instrumentenbord vóór het Info-
display bevindt zich een opbergvak.
Druk erop om het klepje te openen.
Page 70 of 305

68OpbergenHandschoenenkastje
Aan de passagierszijde zijn er twee
handschoenenkastjes.
Druk, om het bovenste handschoe‐
nenkastje te openen, op de knop aan
de linkerzijde in het open vak.
Het onderste handschoenenkastje
wordt geopend door aan de hendel te trekken.
De handschoenenkastjes tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
Bekerhouder voor
De bekerhouders bevinden zich in demiddenconsole tussen de voorstoe‐
len.
Uitschuifbare bekerhouder in
FlexConsole-armsteun De bekerhouder kan worden verscho‐
ven langs de geleiderails in de Flex‐ Console-armsteun, of kan volledig
worden verwijderd.
Druk op de hendel voorop de beker‐
houder om deze te verschuiven.
Armsteun 3 45.