radio OPEL ZAFIRA C 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.5, Model line: ZAFIRA C, Model: OPEL ZAFIRA C 2015.5Pages: 311, PDF Size: 9.1 MB
Page 24 of 311

22Sleutels, portieren en ruitenHandzender
Wordt gebruikt voor:■ centrale vergrendeling
■ vergrendelingssysteem
■ diefstalalarmsysteem
■ elektrisch bediende ruiten
De afstandsbediening heeft een be‐
reik van ca. 20 meter. Dit kan beperkt worden door invloeden van buitenaf.
Brandende alarmknipperlichten die‐
nen als bevestiging.
Afstandsbediening met zorg behan‐
delen, vochtvrij houden, beschermen
tegen hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met de afstandsbediening kan worden
vergrendeld of ontgrendeld, kan dit
het gevolg zijn van het volgende:
■ Het bereik wordt overschreden.
■ De accuspanning is te laag.
■ Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten het be‐
reik, waardoor er opnieuw gesyn‐
chroniseerd moet worden.
■ Overbelasting van de centrale ver‐ grendeling door herhaalde, snel op‐
eenvolgende activering van de af‐ standsbediening, waardoor de
stroomvoorziening voor korte tijd
wordt onderbroken.
■ Storing door radiogolven afkomstig
van externe zenders met een hoog
vermogen.
Ontgrendelen 3 23.Basisinstellingen
U kunt instellingen wijzigen in het
menu Instellingen op het Info-display.
Persoonlijke instellingen 3 135.
Batterij van de
afstandsbediening vervangen Zodra de reikwijdte afneemt, de bat‐terij meteen vervangen.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Page 138 of 311

136Instrumenten en bedieningsorganen
De volgende instellingen kunnen wor‐den geselecteerd door draaien van
en indrukken van de multifunctionele
toets:
■ Instellingen sportmodus
■ Talen (Languages)
■ Tijd en datum
■ Radio-instellingen
■ Telefooninstellingen
■ Auto-instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Instellingen sportmodus
U kunt de functies kiezen die in de sportmodus worden geactiveerd
3 182.
■ Sportieve vering : Demping wordt
stugger.
■ Sportieve prestaties aandrijflijn :
Gasaanname en schakelkarakte‐
ristieken worden sneller.■ Sportieve besturing : Se stuurbe‐
krachtiging is verminderd.
■ Andere kleur verlichting
hoofdinstr. : Verandert de kleur van
de instrumentenverlichting.
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie klok 3 107.
Radio-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Telefooninstellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.Auto-instellingen
■ Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : Veran‐
dert de aanjagerregeling. De gewij‐ zigde instelling wordt actief nadathet contact uit en opnieuw aan
wordt gezet.
Klimaatregelingsmodus : Activeert
of deactiveert de koeling iedere
keer dat het contact wordt inge‐
schakeld of hanteert de laatst ge‐
kozen instelling.
Autom. achterruitverwarming : Acti‐
veert de achterruitverwarming au‐
tomatisch.
Page 140 of 311

138Instrumenten en bedieningsorganen
Persoonlijke instellingen in hetColour-Info-Display
Navi 950/Navi 650/CD 600
Druk op CONFIG op de console van
het Infotainmentsysteem om naar het menu Configuratie-instellingen te
gaan.
Draai aan de multifunctionele knop
om in de lijst omhoog of omlaag te
scrollen. Druk op de multifunctionele
knop (Navi 950 / Navi 650: druk op de
buitenste ring) om een menuoptie te
selecteren.
■ Profiel sportmodus
■ Talen (Languages)
■Tijd en datum
■ Radio-instellingen
■ Telefooninstelling
■ Navigatie-instellingen
■ Displayinstellingen
■ Voertuig instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Profiel sportmodus ■ Sportprestaties motor :
Gasaanname en schakelkarakte‐
ristieken worden sneller.
■ Achtergrondverlichting
sportmodus :
Verandert de kleur van de instru‐
mentenverlichting.
■ Sportieve vering : Demping wordt
stugger.
■ Sportieve besturing : Se stuurbe‐
krachtiging is verminderd.
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.Tijd en datum
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Radio-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Telefooninstelling
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Navigatie-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Displayinstellingen ■ Menu startpagina :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
■ Optie achterruitrijcamerasysteem :
Druk hierop om de opties voor de
achteruitcamera aan te passen
3 209.
Page 301 of 311

Klantinformatie299KlantinformatieKlantinformatie........................... 299
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 301Klantinformatie
Conformiteitsverklaring
Radiozendsystemen
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven conform Richtlijn 1999/5/EC
verzenden en/of ontvangen. Deze
systemen voldoen aan de essentiële
vereisten en alle andere relevante be‐ palingen van Richtlijn 1999/5/EC.Exemplaren van de originele Confor‐
miteitsverklaringen vindt u op onze
website.
Radarsystemen
Landspecifieke conformiteitsverkla‐ ringen voor radarsystemen staan op
de volgende pagina:
Page 304 of 311

302Klantinformatie
■ reacties van de auto in bepaalderijsituaties (bijv. afgaan van airbag,
activering van stabiliteitsregeling)
■ omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur)
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐
nisch en helpen bij het identificeren
en corrigeren van fouten en het opti‐
maliseren van boordfuncties.
Bewegingsprofielen die op afgelegde
routes duiden, kunnen niet met deze
gegevens worden aangemaakt.
Als diensten worden gebruikt ( bijv. re‐
paraties, serviceprocessen, garantie‐
gevallen, kwaliteitsborging) kunnen
medewerkers van het servicenetwerk
(met inbegrip van de fabrikant) deze
technische informatie lezen in de ge‐
beurtenis- en foutgegevensopslag‐
modules waarbij speciale diagnosti‐
sche apparaten worden gebruikt.
Raadpleeg desgewenst deze werk‐
plaatsen voor meer informatie. Na het corrigeren van een fout worden de
gegevens gewist uit de foutopslag‐
module of worden ze constant over‐
schreven.Bij het gebruik van deze auto kunnen
er zich situaties voordoen waarin
deze technische gegevens in ver‐
band met andere informatie (o.a. on‐
gevalmelding, schade aan de auto,
getuigenverklaringen) met een per‐
soon kunnen worden geassocieerd -
mogelijk met behulp van een expert.
Extra functies die contractueel zijn
overeengekomen met de klant (bijv.
locatie van auto in noodgevallen) ma‐ ken de overdracht van bepaalde au‐
togegevens uit de auto mogelijk.Radiofrequentie-
identificatie (RFID) RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals
handzenders voor het vergrendelen/
ontgrendelen van de deuren en star‐
ten en zenders in de auto voor het
openen van garagedeuren. RFID-
technologie in Opel-voertuigen ge‐
bruikt geen persoonlijke informatie,
houdt ze niet bij of koppelt deze niet
aan andere Opel-systemen die per‐
soonlijke informatie bevatten.
Page 309 of 311

307
O
Obstakeldetectiesystemen .........201
Olie, motor .................. 233, 279, 283
Ontlaadbeveiliging accu ............153
Opbergruimte................................ 71
Opbergruimte achter..................... 87
Opbergruimte portierbekleding .....72
Opbergruimte voor........................ 72
Opbergvak .................................... 70
Opbergvakken ........................ 70, 71
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................70
Opbergvak middenconsole ..........74
Opbergvak onder passagiersstoel 73
Opgeslagen instellingen ...............25
Opklapbaar aflegvlak ...................98
Opschakelen............................... 118
Overzicht instrumentenpaneel .....11
P Panoramadak .............................. 35
Parkeerhulp ............................... 201
Parkeerlichten ............................ 150
Parkeren .............................. 19, 168
Park pilot met ultrasoonsensoren 201
Partikelfilter ................................. 169
Pech ........................................... 272
Pedaal intrappen ........................117
Persoonlijke instellingen ............135Pollenfilter .................................. 162
Portieren ....................................... 26
Portier open ............................... 122
Prestaties ................................... 290
Profieldiepte ............................... 260
Q
Quickheat ................................... 160
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 302
Rails en haken bagageruimte ......94
Regelbare instrumentenverlichting ...........150
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 301
Remassistentie .......................... 180
Rem- en koppelingssysteem .....117
Rem- en koppelingsvloeistof ......279
Remmen ............................ 178, 236
Remvloeistof .............................. 236
Reservewiel ............................... 267
Richtingaanwijzer ......................115
Richtingaanwijzers ..................... 148
Roetfilter ............................. 119, 169
Rolschermen ............................... 35
Ruiten ........................................... 32
Rijgedrag en aanhangertips ......226Rijregelsysteem .......................... 181
Rijverlichting ........................ 13, 120
S Selectieve katalysatorreductie ....170
Service ............................... 162, 278
Service-display .......................... 112
Service-indicatie ........................117
Service-informatie ...................... 278
Sjorogen ...................................... 94
Slepen ................................ 226, 272
Sleutels ........................................ 21
Sleutels, sloten ............................. 21
Sneeuwkettingen .......................261
Snelheidsbegrenzer ...................185
Snelheidsmeter .......................... 110 Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................236
Startbeveiliging ....................30, 120
Starten en bedienen ...................164
Starthulp gebruiken ...................270
Stoelpositie .................................. 39
Stoelverstelling ........................6, 39
Stop/Start-systeem .....................166
Storing ....................................... 176
Storing elektrische handrem .......117
Storingsindicatielamp ................116
Stroomonderbreking ..................176
Sturen ......................................... 163
Stuurbedieningsknoppen ...........102