bluetooth OPEL ZAFIRA C 2015.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.5, Model line: ZAFIRA C, Model: OPEL ZAFIRA C 2015.5Pages: 183, PDF Size: 2.91 MB
Page 133 of 183

Telefoon133
Om het nummer van de sms-centralete configureren, selecteert u Tele‐
fooninstellingen en dan Nummer
sms-centrale . Indien noodzakelijk
past u het nummer van de sms-cen‐
trale aan.
De fabrieksinstellingen van de
mobiele telefoon herstellen
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Fabrieksinstellingen
herstellen .
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het Infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Page 138 of 183

138TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen ............
.................. 88, 114, 118, 119, 127
Algemene informatie................... 121
Antidiefstalfunctie ........................89
Automatische detectie van verkeersinformatie................... 109
Autostore-lijsten .......................... 105
B BACK-knop ................................... 97
Basisbediening ............................. 97
Bediening.................................... 133
Bluetooth .................................... 127
Bluetooth-verbinding ..................128
Bijwerken zenderlijst ...................106
C Cd afspelen starten ....................115
CD-speler activeren.................................. 115
belangrijke informatie ..............114
gebruik .................................... 115
CD-speler activeren ....................115
CD-speler gebruiken................... 115
Configureren DAB ......................111
Configureren van RDS ...............109D
DAB ............................................ 111
De AUX-ingang gebruiken ..........118
De radio gebruiken .....................104
De radio inschakelen ..................104
De USB-poort gebruiken ............119
Digital Audio Broadcasting .........111
E EON ............................................ 109
F
Favorietenlijst ............................. 105
Frequentiebereikmenu's .............106
Frequentiebereik selecteren .......104
G Gebruik ................. 96, 104, 115, 118
Geluidsinstellingen .....................101
H Handsfree-modus .......................128
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 96
I
Infotainmentsysteem audiobedieningsknoppen aan
stuur .......................................... 90
automatische aanpassing van het volume............................... 103
Page 139 of 183

139
bedieningselementen................90
instrumentenpaneel ..................90
maximaal opstartvolume .........103
Multifuncionele eenheid ............90
tooninstellingen .......................101
volume voor verkeersberichten 103
volume: instellingen ................103
Infotainmentsysteem gebruiken ...96
M Menubediening ............................. 97
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................136
Multifunctionele toets ....................97
Mute.............................................. 96
N
Noodoproep ................................ 133
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 119
Overzicht bedieningselementen ...90
R Radio Radio Data System (RDS) ......109
activeren.................................. 104
autostorelijsten ........................ 105Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 111
Favorietenlijst .......................... 105
frequentiebereik selecteren .....104
frequentiebereikmenu's ...........106
gebruik .................................... 104
zender zoeken ........................ 104
zenderlijsten ............................ 106
Radio activeren........................... 104
Radio Data System (RDS) ......... 109
RDS ............................................ 109
Regionalisatie ............................. 109
S SAP-modus ................................ 128
SIM-toegangsprofiel (SAP) .........128
Spraakherkenning ..............121, 122
activeren.................................. 122
gebruik .................................... 122
telefoonregeling ......................122
volume voor stemoutput ..........122
Spraakherkenning activeren .......122
Stemherkenning ......................... 121
T
Telefoon bedieningselementen ..............127
belangrijke informatie ..............127
belsignalen instellen ................128
berichtfuncties ......................... 133Bluetooth................................. 127
Bluetooth-verbinding ...............128
Een telefoonnummer vormen ..133
functies tijdens een gesprek ...133
gesprekkenlijsten ....................133
handsfree-modus ....................128
Het volume instellen ................133
noodoproepen ......................... 133
SIM-toegangsprofiel (SAP) .....128
telefoonbatterij opladen ...........127
telefoonboek ........................... 133
Telefoonbatterij opladen .............127
Telefoonregeling .........................122
V Verkeersberichten ......................103
Volume instellen ........................... 96
Volume-instellingen ....................103
Volume voor stemuitvoer ............122
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 96
Z
Zenders oproepen ......................105
Zenders opslaan .........................105
Zender zoeken............................ 104
Page 141 of 183

Inleiding..................................... 142
Radio ......................................... 153
Cd-speler ................................... 162
AUX-ingang ............................... 165
USB-poort .................................. 166
Streaming audio via Bluetooth ...169
Telefoon ..................................... 171
Trefwoordenlijst ......................... 180CD 400plus (2)
Page 142 of 183

142InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............142
Antidiefstalfunctie ......................143
Overzicht bedieningselementen 144
Gebruik ...................................... 147
Basisbediening .......................... 148
Geluidsinstellingen ....................151
Volume-instellingen ...................152Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas Infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM- of DAB-radiofunc‐
ties kunt u maximaal 36 zenders op
zes favorietenpagina's opslaan.
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u met audio- en MP3/WMA-
CD’s.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op hetInfotainmentsysteem aansluiten,
bijv. iPod, mp3-speler, USB-stick of
een draagbare cd-speler; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een telefoonportaal
waarmee u uw mobiele telefoon com‐
fortabel en veilig in de auto kunt ge‐
bruiken.
Eventueel kunt u het Infotainmentsys‐
teem met de knoppen op het stuur‐
wiel bedienen.
Door het goeddoordachte design van de bedieningselementen en de hel‐
dere displays kunt u het systeem ge‐
makkelijk en intuïtief bedienen.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht
niet voor uw auto.
Beeldscherm De CD 400plus is leverbaar in twee
uitvoeringen; uiterlijk verschil is het
display. De tweede uitvoering heeft
het volgende display.
Page 148 of 183

148Inleiding
Stiltefunctie
Druk op 7 / i of i (indien het tele‐
foonportaal beschikbaar is: enkele
seconden indrukken) om het geluid
van audiobronnen te onderdrukken.
Geluidsonderdrukkingsfunctie annu‐ leren: draai m of druk op 7 / i (als
het telefoonportaal beschikbaar is:
enkele seconden indrukken) of weer
op i.
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het Infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen
de verschillende frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 153.
Audiospelers
Druk één of meerdere keren op CD of
AUX om naar het hoofdmenu USB,
iPod of AUX (indien beschikbaar) te
gaan of om tussen deze menu's te
wisselen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de betreffende menu's met op‐ ties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van CD-spelerfuncties 3 162, AUX-
functies 3 165, USB-poortfuncties
3 166 en functies voor streaming au‐
dio via Bluetooth 3 169.
Telefoon
Druk kort op 7 / i om het telefoon‐
menu te openen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het telefoonportaal 3 171.Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het Infotainmentsysteem zijn be‐
schikbaar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer de menuoptie Talen
(Languages) in het menu
Instellingen om het betreffende menu
weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 148.
Tijd- en datuminstellingen
Raadpleeg het Instructieboekje voor een gedetailleerde beschrijving.
Basisbediening Multifunctionele toets
De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
Page 169 of 183

Streaming audio via Bluetooth169Streaming audio via
BluetoothAlgemene informatie ..................169
Bediening ................................... 169Algemene informatie
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
het Bluetooth-muziekprotocol A2DP
ondersteunen, werken draadloos op
het Infotainmentsysteem.
Opmerkingen ■ Het Infotainmentsysteem werkt al‐ leen met Bluetooth-apparaten die
A2DP (Advanced Audio Distribu‐
tion Profile), versie 1.2 of hoger, on‐ dersteunen.
■ Het Bluetooth-apparaat moet AVRCP (Audio Video Remote Con‐trol Profile), versie 1.0 of hoger on‐
dersteunen. Als het apparaat
AVRCP niet ondersteunt, werkt al‐
leen de volumeregeling via het in‐ fotainmentsysteem.
■ Maak uzelf voorafgaand aan het aansluiten van het Bluetooth-appa‐
raat op het infotainmentsysteem vertrouwd met de gebruiksaanwij‐
zing voor Bluetooth-functies.Bediening
Voorwaarden
Voor de Bluetooth-muziekmodus van
het Infotainmentsysteem moet aan de
volgende voorwaarden zijn voldaan:
■ De Bluetooth-functie van het Info‐ tainmentsysteem moet geactiveerdzijn 3 172.
■ De Bluetooth-functie van de ex‐ terne Bluetooth-audiobron moet
geactiveerd zijn (zie gebruiksaan‐
wijzing van het apparaat).
■ Afhankelijk van de externe Blue‐ tooth-audiobron moet het apparaat
wellicht op "zichtbaar" staan (zie
gebruiksaanwijzing van het appa‐
raat).
■ De externe Bluetooth-audiobron moet met het Infotainmentsysteem
gekoppeld en verbonden zijn
3 172.
Bluetooth-muziekmodus
activeren Druk één of meerdere malen op
AUX om de Bluetooth-muziekmodus
te activeren.
Page 170 of 183

170Streaming audio via Bluetooth
Streaming audio via Bluetooth moet
via het Bluetooth-apparaat worden
gestart en onderbroken/gestopt.
Bediening via
Infotainmentsysteem
Volume aanpassen
Het volume kan via het Infotainment‐
systeem worden aangepast 3 147.
Naar vorige of volgende track
springen
Druk kort op s of u op het be‐
dieningspaneel van het Infotainment‐
systeem.
Page 171 of 183

Telefoon171TelefoonAlgemene aanwijzingen.............171
Bluetooth-verbinding ..................172
Noodoproep ............................... 174
Bediening ................................... 175
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ..................178Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de be‐
langrijkste functies van de mobiele te‐
lefoon te bedienen. Om het telefoon‐
portaal te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon via Bluetooth met
het Infotainmentsysteem verbonden
zijn.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐ treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐ handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
Page 172 of 183

172Telefoonvoordat u de telefoon in hands‐free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur. Gegevens zoals een telefoon‐ boek, gesprekslijsten, de naam van
de netwerkoperator en de sterkte van
de verbinding kunnen worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐ baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met het telefoonportaal tot stand te kunnen
brengen, moet de Bluetooth-functie
van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐
foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. U vindt een gedetailleerde be‐
schrijving in de gebruiksaanwijzing
van de mobiele telefoon.
Bluetooth inschakelen Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen .
Zet Bluetooth op Aan .
Een Bluetooth-apparaat
koppelen Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen. Selecteer Te‐
lefooninstellingen en vervolgens
Apparaat koppelen .
Het volgende display verschijnt.