stop start OPEL ZAFIRA C 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: ZAFIRA C, Model: OPEL ZAFIRA C 2015Pages: 307, PDF Size: 9.06 MB
Page 232 of 307

230Verzorging van de auto9Gevaar
Het ontstekingssysteem en de Xe‐
nonkoplampen werken met een
zeer hoge spanning. Niet aanra‐
ken.
Motorkap
Openen
Aan de ontgrendelingshendel trekkenen in de uitgangspositie terugduwen.
Leg de veiligheidsgrendel links opzijen open de motorkap.
De motorkap wordt automatisch om‐
hoog gehouden.
Als de motorkap wordt geopend tij‐
dens een Autostop, wordt de motor om veiligheidsredenen automatischherstart.
Sluiten
Motorkap neerlaten en in het slot la‐
ten vallen. Controleer of de motorkap vergrendeld is.
Motorolie
Het motoroliepeil op gezette tijden
handmatig controleren om schade
aan de motor te voorkomen. Contro‐
leer of de gebruikte olie de juiste spe‐ cificatie heeft. Aanbevolen olie en
smeermiddelen 3 276.
Alleen op een vlakke ondergrond
controleren. De motor moet op be‐
drijfstemperatuur zijn en minstens
5 minuten uitgeschakeld zijn ge‐
weest.
Oliepeilstok uittrekken, afvegen, tot
aan de aanslag van de handgreep
weer insteken, opnieuw uittrekken en
het motoroliepeil aflezen.
Peilstok tot aan de aanslag van de
handgreep insteken en een halve
slag draaien.
Page 236 of 307

234Verzorging van de auto
De remvloeistof moet tussen de
merktekens MIN en MAX staan.
Raadpleeg een werkplaats als het
vloeistofpeil lager dan MIN is.
Rem- en koppelingsvloeistof 3 276.
Accu Auto's zonder stop-startsysteem zijn
uitgerust met een loodzuuraccu. Au‐
to's met stop-startsysteem zijn uitge‐
rust met een AGM-accu die geen
loodzuuraccu is.
De accu van de auto is onderhouds‐ vrij mits uw rijstijl zodanig is dat de accu voldoende wordt opgeladen. Bij
korte ritten en veelvuldig starten kan
de accu ontladen raken. Vermijd het
gebruik van onnodige elektrische ver‐ bruikers.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan 4 weken
achtereen stilstaat, kan de accu ont‐
laden raken. Poolklem van de min‐
pool van de accu loskoppelen.
Accu van de auto alleen bij uitgescha‐
keld contact aansluiten en loskoppe‐
len.
Ontlaadbeveiliging accu 3 150.
Accu vervangen
Let op
Elke afwijking van de in dit hoofdstuk gegeven instructies kan leiden tot
een tijdelijke uitschakeling van het
stop- startsysteem.
Let er bij het vervangen van de accu
op dat er bij de pluspool geen lucht‐
roosters open zijn. Als er in dit gebied een ventilatieopening open is, moet
deze met een afdekkap worden afge‐ sloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Uitsluitend accu's gebruiken waarbij
de zekeringenkast boven de accu kan
worden gemonteerd.
Zorg bij auto's met een stop-startsys‐ teem dat de AGM-accu (Absorptive
Glass Mat) weer wordt vervangen
door een AGM-accu.
Page 237 of 307

Verzorging van de auto235
U kunt een AGM-accu herkennen aan
het label op de accu. Wij bevelen het
gebruik aan van een originele Opel
accu.
Let op
Als u een andere AGM-accu ge‐
bruikt dan de originele Opel accu is
het mogelijk dat het Stop/Start-sys‐
teem slechter presteert.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Stop-startsysteem 3 163.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kan de
accu beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 267.
Waarschuwingssticker
Betekenis van de symbolen: ■ Geen vonken, open vuur en niet ro‐
ken.
■ Altijd een veiligheidsbril dragen. Explosieve gassen kunnen aanlei‐
ding geven tot blindheid of letsel.
■ Houd de accu buiten het bereik van
kinderen.
■ De accu bevat zwavelzuur dat blindheid of ernstige brandwonden
kan veroorzaken.
■ Zie de gebruikershandleiding voor meer informatie.
■ Er kan explosief gas aanwezig zijn in de buurt van de accu.
Page 249 of 307

Verzorging van de auto247
Nr.Stroomkring1Motorregelmodule2Lambdasonde3Brandstofinspuiting, ontste‐
kingssysteem4Brandstofinspuiting, ontste‐
kingssysteem5–6Spiegelverwarming, diefstala‐
larmsysteem7Ventilatorregeling, motorregel‐
module, transmissieregelmo‐
dule8Lambdasonde, motorkoeling9Achterruitsensor10Accusensor11Ontgrendeling kofferruimte12Adaptief rijlicht (AFL), automati‐
sche verlichting13ABS14Achterruitwisser15MotorregelmoduleNr.Stroomkring16Startmotor17Transmissieregelmodule18Verwarmbare achterruit19Elektrische ruitbediening voorin20Elektrische ruitbediening
achterin21Relais- en zekeringhouder
achter22Grootlicht links (halogeen)23Koplampsproeiers24Rechter dimlicht (xenon)25Linker dimlicht (xenon)26Mistlampen27Verwarming dieselbrandstof28Stop-startsysteem29Elektrische handrem30ABS31Adaptieve cruise control32Airbag
Page 269 of 307

Verzorging van de auto2679Waarschuwing
Bij het niet goed vastzetten van
een krik, een wiel of andere appa‐ ratuur in de bagageruimte is er
kans op letsel. Bij een noodstop of een botsing kunnen inzittendendoor voorwerpen worden getrof‐
fen.
Berg krik en gereedschap altijd
goed vastgezet in de betreffende
opbergvakken op.
Een beschadigd wiel dat in de ba‐
gageruimte wordt geplaatst, moet
altijd met een band worden vast‐
gezet.
Compact reservewiel
Bij gebruik van het compacte reser‐
vewiel kunnen de rijeigenschappen
negatief worden beïnvloed. Defecte
band zo spoedig mogelijk laten ver‐
vangen of repareren.
Slechts één compact reservewiel monteren. Niet sneller rijden dan
80 km/u . In bochten langzaam rijden.
Niet langdurig gebruiken.
Als uw auto een lekke band krijgt
wanneer u een ander voertuig sleept, moet u het compact reservewiel voor‐
aan plaatsen en een volwaardig wiel
achteraan.
Sneeuwkettingen 3 258.
Reservewiel met
draairichtingsgebonden band Draairichtingsgebonden banden zo
monteren dat ze in de rijrichting afrol‐
len. De draairichting is herkenbaar
aan een symbool (bijv. een pijl) op de zijwand van de band.
Voor banden die tegen de draairich‐
ting in gemonteerd zijn geldt:
■ Rijeigenschappen worden mogelijk
nadelig beïnvloed. Defecte band zo spoedig mogelijk laten vervangen
of repareren.
■ Bij regen en sneeuw bijzonder voorzichtig rijden.Starthulp gebruiken
Niet starten met behulp van een snel‐
lader.
Bij een ontladen accu kan de motor
worden gestart met hulpstartkabels
en de accu van een andere auto.9 Waarschuwing
Hulpstartkabels alleen met de ui‐
terste voorzichtigheid gebruiken.
Elke afwijking van de onder‐
staande instructies kan letsel of
schade als gevolg van het explo‐
deren van de accu's en schade
aan de elektrische systemen van
beide auto's tot gevolg hebben.
9 Waarschuwing
Laat de accu niet in contact komen
met de ogen, huid, weefsels en
lakwerk. De vloeistof bevat zwa‐
velzuur, dat bij direct contact letsel en schade kan veroorzaken.
Page 289 of 307
![OPEL ZAFIRA C 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch) Technische gegevens287PrestatiesMotorB14NELB14NET
B14NET
LPGB16XNT
CNGTopsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem190
192200
202195
–200
–Automatische versnellingsb OPEL ZAFIRA C 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch) Technische gegevens287PrestatiesMotorB14NELB14NET
B14NET
LPGB16XNT
CNGTopsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem190
192200
202195
–200
–Automatische versnellingsb](/img/37/21758/w960_21758-288.png)
Technische gegevens287PrestatiesMotorB14NELB14NET
B14NET
LPGB16XNT
CNGTopsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem190
192200
202195
–200
–Automatische versnellingsbak–197––3) De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra uitrusting en accessoires
geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.MotorA16SHTA16XHTA18XELA18XERTopsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem–
225–
–185
–195
–Automatische versnellingsbak–208––3) De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra uitrusting en accessoires
geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.
Page 290 of 307
![OPEL ZAFIRA C 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch) 288Technische gegevensMotorB16DTHB16DTJA20DTLA20DT
A20DTH
121 kWA20DTH
96 kW
A20DTR
Topsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem–
193–
186183
–191
193208
209–
OPEL ZAFIRA C 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch) 288Technische gegevensMotorB16DTHB16DTJA20DTLA20DT
A20DTH
121 kWA20DTH
96 kW
A20DTR
Topsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem–
193–
186183
–191
193208
209–](/img/37/21758/w960_21758-289.png)
288Technische gegevensMotorB16DTHB16DTJA20DTLA20DT
A20DTH
121 kWA20DTH
96 kW
A20DTR
Topsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem–
193–
186183
–191
193208
209–
––
218Automatische versnellingsbak––––205192–3) De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra uitrusting en accessoires
geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.
Page 305 of 307

303
Opbergvak.................................... 66
Opbergvakken ........................ 66, 67
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................66
Opbergvak middenconsole ..........70
Opbergvak onder passagiersstoel 69
Opgeslagen instellingen ...............22
Opklapbaar aflegvlak ...................94
Opschakelen............................... 115
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panoramadak .............................. 35
Parkeerhulp ............................... 198
Parkeerlichten ............................ 147
Parkeren .............................. 19, 165
Park pilot met ultrasoonsensoren 198
Partikelfilter ................................. 166
Pech ........................................... 269
Pedaal intrappen ........................114
Persoonlijke instellingen ............132
Pollenfilter .................................. 159
Portieren ....................................... 25
Portier open ............................... 119
Prestaties ................................... 287
Profieldiepte ............................... 257
Q Quickheat ................................... 157R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 299
Rails en haken bagageruimte ......90
Regelbare instrumentenverlichting ...........147
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 298
Remassistentie .......................... 177
Rem- en koppelingssysteem .....114
Rem- en koppelingsvloeistof ......276
Remmen ............................ 175, 233
Remvloeistof .............................. 233
Reservewiel ............................... 264
Richtingaanwijzer ......................112
Richtingaanwijzers ..................... 145
Roetfilter ............................. 116, 166
Rolschermen ............................... 34
Ruiten ........................................... 31
Rijgedrag en aanhangertips ......223
Rijregelsysteem .......................... 178
Rijverlichting ........................ 12, 117
S Selectieve katalysatorreductie ....167
Service ............................... 159, 275
Service-display .......................... 108
Service-indicatie ........................114
Service-informatie ...................... 275Sjorogen ...................................... 90
Slepen ................................ 223, 269
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................258
Snelheidsbegrenzer ...................182
Snelheidsmeter .......................... 106
Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................233
Startbeveiliging ....................29, 117
Starten en bedienen ...................161
Starthulp gebruiken ...................267
Stoelpositie .................................. 39
Stoelverstelling ........................6, 39
Stop/Start-systeem .....................163
Storing ....................................... 173
Storing elektrische handrem .......114
Storingsindicatielamp ................113
Stroomonderbreking ..................173
Sturen ......................................... 160
Stuurbedieningsknoppen .............98
Stuurbekrachtiging .....................115
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......232
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 98
Symbolen ....................................... 4
T Tanken ....................................... 216
Te laag brandstofpeil .................117