OPEL ZAFIRA C 2016.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: ZAFIRA C, Model: OPEL ZAFIRA C 2016.5Pages: 181, PDF Size: 2.91 MB
Page 21 of 181
Basisbediening21Fade en Balance
Wanneer Fader of Balans wordt ge‐
selecteerd, verschijnt er een afbeel‐
ding rechts op het scherm.
Selecteer Fader voor het aanpassen
van de volumeverdeling tussen de
luidsprekers voor en achter in de
auto. Pas de instelling naar wens aan.
Selecteer Balans voor het aanpassen
van de volumeverdeling tussen de
luidsprekers links en rechts in de
auto. Pas de instelling naar wens aan.
Volume-instellingen
Automatisch volume aanpassen
Druk op CONFIG en selecteer dan
Radio-instellingen .
Selecteer Automatische
volumeregeling om het betreffende
menu weer te geven.
Zet voor het bijstellen van de volume‐ aanpassing Automatische
volumeregeling op Uit, Laag ,
Middelhoog of Hoog .
Uit : geen harder volume bij een toe‐
nemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Volume bij opstarten aanpassen
Druk op CONFIG en selecteer dan
Radio-instellingen .
Selecteer Startvolume om het betref‐
fende menu weer te geven.
Pas de instelling naar wens aan.Volume van verkeersberichten
aanpassen
Het volume van verkeersberichten kan onafhankelijk van het "normale"
volumeniveau vooraf worden inge‐
steld.
Druk op CONFIG en selecteer dan
Radio-instellingen .
Selecteer RDS-opties en dan
Verkeersvolume om het betreffende
menu weer te geven.
Pas de instelling naar wens aan.
Let op
Bij het uitzenden van een melding
kunt u het volume aanpassen door aan m te draaien.
Volume van geluidssignaal
aanpassen
Bij de bedieningsorganen in de auto
worden uw handelingen bevestigd
door pieptonen. U kunt het volume
van de pieptonen aanpassen.
Druk op CONFIG en selecteer dan
Voertuig instellingen .
Page 22 of 181
22BasisbedieningSelecteer Comfortinstellingen en dan
Volume geluidssignaal om het betref‐
fende submenu weer te geven. Se‐
lecteer Laag of Hoog .
Navigatievolume aanpassen
Druk op CONFIG en selecteer dan
Navigatie-instellingen .
Selecteer Gesproken instructie en
vervolgens Navigatievolume . Het be‐
treffende submenu verschijnt.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van de berichten
Bekendmaking en pas de instelling
naar wens aan.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van de mogelijke audio‐
bron op de achtergrond Achtergr. en
pas de instelling naar wens aan.
Selecteer Volumetest voor een audi‐
ovoorbeeld van de instellingen.
Let op
Bij het uitzenden van een melding
kunt u het volume aanpassen door
aan m te draaien.Systeeminstellingen
Diverse instellingen van het Infotain‐
mentsysteem kunnen via de applica‐
tie Instellingen worden aangepast.
Taalinstellingen
Druk op CONFIG en selecteer dan
Talen (Languages) . Er verschijnt een
lijst met alle beschikbare talen.
De gewenste taal selecteren.
Tijd- en datuminstellingen Druk op CONFIG en selecteer dan
Tijd en datum om het betreffende
submenu weer te geven.
Tijd automatisch aanpassen
Het systeem ontvangt voortdurend in‐
formatie over de actuele tijd en da‐
tum.
Activeer Kloksynchr. RDS-signaal om
de tijds- en datuminstellingen auto‐ matisch aan te passen.
Deactiveer Kloksynchr. RDS-signaal
om de tijd en datum handmatig aan te
passen.
Tijd instellen
Selecteer Tijd instellen om de tijdsin‐
stellingen aan te passen.
Pas de instellingen naar wens aan.
Page 23 of 181
Basisbediening23Datum instellen
Selecteer Datum instellen om de da‐
tuminstellingen aan te passen. Pas
de instellingen naar wens aan.
Tijdsindeling
Selecteer Tijdnotatie instellen om de
gewenste tijdsindeling te kiezen. Er verschijnt een submenu. Activeer 12
uur of 24 uur .
Software-informatie Druk op CONFIG en selecteer dan
Radio-instellingen .
Blader door de lijst en selecteer Menu
software versies voor het betreffende
submenu.
Informatie softwareversie
Selecteer voor het weergeven van
alle geïnstalleerde softwareversies
Softwareversieinformatie .
Standaard zijn alle versies geacti‐
veerd.
Software-update
Neem contact op met uw werkplaats
om uw systeemsoftware te laten up‐
daten.Logbestand
Selecteer Logbestand aanmaken
voor het genereren van een logbe‐
stand van uw huidige softwareversie.
Licentiegegevens
Selecteer Licentie-informatie voor in‐
formatie over de fabrikant van het In‐
fotainmentsysteem.
Fabrieksinstellingen
Selecteer voor het terugzetten van
alle Infotainmentinstellingen op de fa‐
briekswaarden Radio wissen en
resetten .
Display-instellingen
Druk op CONFIG en selecteer dan
Displayinstellingen om het betref‐
fende submenu weer te geven.
Startpagina
Selecteer Menu startpagina om het
instellingenmenu startpagina weer te
geven.
Selecteer Menu onder aan het
scherm voor toegang tot het menu
vanuit Homepage .De Homepage kan naar uw eigen
voorkeur worden aangepast.Eigen instellingen
De applicatiepictogrammen op de
eerste pagina kunnen naar wens wor‐ den gekozen.
Selecteer Startpagina aanpassen om
een lijst met alle op het systeem ge‐
installeerde applicaties weer te ge‐
ven. Activeer de menuopties van de
applicaties die u op de eerste start‐
pagina wilt zien.
De andere applicaties verschijnen
dan op de volgende pagina's.Sorteren
Elke startpagina kan maximaal acht
applicatiepictogrammen bevatten.
De posities van de pictogrammen
kunnen naar wens worden gewijzigd.
Selecteer sorteren om de startpagina
in de bewerkingsmodus weer te ge‐
ven.
Selecteer het pictogram dat u wenst
te verplaatsen.
Scrol naar de positie op de startpa‐
gina waar u het pictogram wilt neer‐
zetten. Druk op de multifunctionele
knop om te bevestigen.
Page 24 of 181
24BasisbedieningHet pictogram wordt verplaatst naar
de nieuwe locatie. Het pictogram dat
zich op die locatie bevond, verschijnt
nu op de locatie van het verplaatste
pictogram.Standaardinstellingen startpagina
Zet de Homepage terug op de fa‐
brieksinstellingen door Stand.wrd.
hoofdstartpagina herst. te selecteren.
Display Uit
Selecteer Display Uit om het display
uit te schakelen.
U schakelt het display weer in met
een willekeurige toets op het instru‐
mentenbord (behalve de knop
m VOL ).
Page 25 of 181
Radio25RadioGebruik........................................ 25
Zender zoeken ............................. 25
Autostore-lijsten ........................... 27
Favorietenlijst ............................... 27
Radio Data System (RDS) ...........28
Digital Audio Broadcasting ..........30Gebruik
Radio activeren
Druk op ; en selecteer dan AM, FM
of DAB .
U hoort de laatst geselecteerde zen‐
der.
Let op
Wanneer er al een audiobron actief
is, kunt u door de verschillende au‐
diobronnen schakelen door steeds
op SRCE te drukken.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk kort op t of v om de vol‐
gende zender in het zendergeheugen
weer te geven.
Handmatig zender zoeken
Houd t of v ingedrukt. Laat de
toets los als de gewenste frequentie
bijna is bereikt op het frequentiedis‐
play.Handmatig zenders afstemmen
Druk in het golfbereik FM en DAB op
de multifunctionele knop om het be‐
treffende menu te openen en selec‐
teer Handleiding afstemmen . De mo‐
menteel actieve frequentie verschijnt
onderaan op het scherm.
Draai aan de multifunctionele knop
om de gewenste frequentie te berei‐
ken.
Draai in het golfbereik AM aan de
multifunctionele knop om de frequen‐
tie aan te passen.
Zenderlijsten
Draai in het golfbereik FM en DAB
aan de multifunctionele knop om de
zenderlijst weer te geven.
Druk in het golfbereik AM op de mul‐
tifunctionele knop om het menu van
het getreffende golfbereik weer te ge‐ ven.
Selecteer Lijst met AM-zenders .
Een lijst met alle ontvangbare zen‐
ders van het betreffende frequentie‐
bereik en in het huidige ontvangstge‐ bied wordt weergegeven.
Page 26 of 181
26RadioLet op
Als er van tevoren geen zenderlijst
is aangemaakt, zoekt het Infotain‐
mentsysteem automatisch naar zen‐
ders.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐ keerd door i.
Categorielijst Talloze RDS 3 28 en DAB 3 30
zenders zenden een PTY-code uit, die het uitgezonden programmatype
aangeeft (bijv. nieuws). Sommige
zenders wijzigen afhankelijk van de
inhoud die op dat moment wordt uit‐
gezonden ook de PTY-code.
Het Infotainmentsysteem slaat deze
zenders in de betreffende categorie‐
lijst gesorteerd op programmatype
op.
Let op
De submenuoptie categorielijst is al‐
leen beschikbaar voor de frequen‐
tiebereiken FM en DAB.
Zoeken op een programmatype dat
door de zenders wordt opgegeven:
selecteer de specifieke categorielij‐
stoptie van het frequentiebereik.
Er verschijnt een lijst met momenteel beschikbare programmatypen.
Selecteer het gewenste programma‐ type. Er verschijnt een lijst met zen‐
ders die een programma van het ge‐
selecteerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐ keerd door i.Zenderlijsten bijwerken
Als de zenders in de golfbereik-spe‐
cifieke zenderlijst niet meer kunnen
worden ontvangen, moeten de AM-
en DAB-zenderlijst worden bijge‐
werkt.
Let op
De lijst met FM-zenders wordt auto‐ matisch bijgewerkt.
Selecteer de bijbehorende lijstver‐
melding in het golfbereik-specifieke
menu om een zenderlijst bij te wer‐
ken.
Het zoeken naar zenders wordt ge‐
start. Nadat de zoekopdracht is afge‐
rond wordt de eerder geselecteerde
zender afgespeeld.
Druk op de multifunctionele knop om
het zoeken naar zenders te stoppen.
Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek fre‐
quentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Page 27 of 181
Radio27Autostore-lijsten
U kunt de zenders met de beste ont‐
vangst opslaan in en selecteren van‐
uit de autostore-lijsten.
Elk frequentiebereik heeft 2 auto‐
storelijsten ( AS 1, AS 2 ), waarin elk
6 zenders kunnen worden opgesla‐
gen.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd.
Zenders automatisch opslaan
Druk op AS tot een autostoremelding
verschijnt. De 12 sterkste zenders
van het actuele golfbereik worden in
de twee autostore-lijsten opgeslagen.
Selecteer Annul. om de autostorepro‐
cedure te annuleren.
Zenders met de hand opslaan Zenders kunnen ook handmatig in de autostorelijsten worden opgeslagen.
Selecteer de zenders die u op wilt
slaan.
Druk op AS om de autostorelijst te
openen of om naar een andere auto‐
storelijst te wisselen.
De zender opslaan in een lijstpositie: druk op de desbetreffende zender‐
knop 1...6 tot een bevestigingsbericht
wordt weergegeven.
Let op
Handmatig opgeslagen zenders
worden bij het automatisch zenders
opslaan overschreven.Een zender oproepen
Druk zo nodig op AS om een autosto‐
relijst te openen of om naar een an‐
dere autostorelijst te wisselen.
Druk op één van de zendertoetsen
1...6 om de zender op de betreffende
lijstpositie te activeren.
Favorietenlijst
Zenders van alle frequentiebereiken
kunnen handmatig in de favorieten‐
lijsten worden opgeslagen.
Page 28 of 181
28RadioIn elke favorietenlijst kunnen
6 zenders worden opgeslagen. Het
aantal beschikbare favorietenlijsten
kan worden ingesteld (zie hieronder).
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd.
Een zender opslaan
Selecteer de zenders die u op wilt
slaan.
Druk kort op FAV om een favorieten‐
lijst te openen of om naar een andere
favorietenlijst te wisselen.
De zender opslaan in een lijstpositie:
druk op de desbetreffende zender‐
knop 1...6 tot een bevestigingsbericht
wordt weergegeven.
Een zender oproepen
Druk zo nodig kort op FAV om een fa‐
vorietenlijst te openen of om naar een andere favorietenlijst te wisselen.
Druk op één van de zendertoetsen
1...6 om de op de betreffende locatie
opgeslagen zender te activeren.Het aantal favorietenlijsten
definiëren
Druk op CONFIG en selecteer dan
Radio-instellingen . Selecteer Aantal
favoriete pagina's om het betreffende
submenu weer te geven.
Selecteer het aantal favorietenpagi‐
na's dat u wilt weergeven.
Radio Data System (RDS) RDS is een dienst van FM-zenders
die het vinden van de gewenste zen‐
der en een storingsvrije ontvangst
aanzienlijk vereenvoudigt.
Voordelen van RDS ● Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de ingestelde
zender in plaats van de frequen‐
tie.
● Tijdens het zoeken naar zenders
stemt het Infotainmentsysteem
alleen af op RDS-zenders.● Het Infotainmentsysteem stemt altijd af op de zendfrequentie van
de ingestelde zender met de
beste ontvangst via AF (alterna‐
tieve frequentie).
● Afhankelijk van de ontvangen zender toont het Infotainment‐
systeem radiotekst op het display
die bijvoorbeeld informatie over
het huidige programma kan be‐
vatten.
Menu RDS-opties
Om het menu voor de RDS-configu‐
ratie te openen drukt u op CONFIG en
dan selecteert u Radio-instellingen .
Selecteer RDS-opties om het betref‐
fende submenu weer te geven.
Page 29 of 181
Radio29
RDS-functie activeren
Activeer RDS.
Let op
Als RDS gedeactiveerd is, verschij‐
nen niet alle menuopties van het
menu RDS-opties .
Regionaal
RDS-zenders zenden soms regionaal verschillende programma's op ver‐
schillende frequenties uit.
Als Regionaal geactiveerd is, worden
er uitsluitend alternatieve frequenties
(AF) met dezelfde regionale program‐ ma's geselecteerd.
Als Regionaal gedeactiveerd is, wor‐
den alternatieve frequenties voor de
zenders geselecteerd zonder reke‐ ning te houden met regionale pro‐
gramma's.
Tekst scrollen bevriezen
Sommige RDS-zenders geven niet
alleen de programmaservicenaam
weer op het display, maar tonen ook
extra informatie over de huidige zen‐
der. Als er extra informatie verschijnt, is de programmanaam verborgen.
Activeer Geen rollende displaytekst
om te voorkomen dat er extra infor‐
matie verschijnt.
Radiotekst Als RDS is ingeschakeld en er een
RDS-zender wordt weergegeven,
verschijnt er onder de programma‐
naam informatie over het actuele pro‐
gramma of over de actuele muziek‐
track.
Activeer of deactiveer Radio-tekst om
de informatie weer te geven of te ver‐ bergen.Radioverkeerinformatieservice
(TP = verkeersprogramma)
Zenders met radioverkeerinformatie‐
service zijn RDS-zenders die ver‐
keerinformatie uitzenden.
Als verkeersinformatie is ingescha‐
keld, wordt het afspelen van de radio
of media voor de duur van het ver‐
keersbericht onderbroken.
Het in- en uitschakelen van de radio‐
verkeerinformatieservice
Druk op TP voor het in- en uitschake‐
len van de stand-by verkeersberich‐
tenfunctie van het Infotainmentsys‐ teem.
● Als de verkeersinformatieservice wordt ingeschakeld, verschijnt [ ]
op het display.
● Is het huidige station geen zen‐ der met radioverkeerinformatie‐
service, wordt een zoekopdracht
gestart naar de volgende zender
met radioverkeerinformatieser‐
vice.
● Wordt een zender met radiover‐ keerinformatieservice gevonden,verschijnt [ ] op het display.
Page 30 of 181
30RadioVolume voor verkeersberichten
Selecteer Verkeersvolume om het vo‐
lume van verkeersberichten bij te stel‐ len. Het betreffende submenu ver‐
schijnt. Pas de instelling naar wens
aan.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel de radioverkeerinformatie‐
service in en draai het volume van het Infotainmentsysteem helemaal terug.
Blokkeren van verkeersberichten
Een verkeersbericht blokkeren, bijv.
tijdens het afspelen van cd/mp3:
Druk op TP of selecteer Annuleren in
het TP-bericht op het scherm.
Het verkeersbericht wordt geannu‐
leerd, maar de verkeersinformatie
blijft ingeschakeld.
Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.Algemene informatie
● DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v.
met de zendfrequentie.
● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op de‐
zelfde frequentie worden uitge‐
zonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veelheid aan andere dataservices uit te
zenden, inclusief reis - en ver‐
keersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB-ont‐ vanger een signaal van een zen‐
der op kan vangen (ook al is het
signaal erg zwak), is de geluids‐
weergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lager ge‐
zet om onaangename geluiden te
vermijden.
● Interferentie door zenders op na‐
burige frequenties (een ver‐
schijnsel dat typisch is voor AM-en FM-ontvangst) doet zich bij
DAB niet voor.
Als het DAB-signaal te zwak voor
de ontvanger is, schakelt het sys‐
teem over op hetzelfde pro‐
gramma op een andere DAB- of
FM-zender.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de ontvangstkwaliteit van DAB, ter‐
wijl AM- en FM-ontvangst in die
gevallen juist aanmerkelijk ver‐
zwakt.
● Na het inschakelen van DAB-ont‐
vangst blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de ach‐
tergrond actief en zoekt voortdu‐
rend naar de best ontvangbare
FM-zenders. Als TP 3 28 geacti‐
veerd is, worden er verkeersbe‐ richten doorgegeven van de FM-
zender die de beste ontvangst
heeft. Deactiveer TP als DAB-
ontvangst niet door FM-verkeers‐
berichten moet worden onder‐
broken.