window PEUGEOT 108 2014 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: 108, Model: PEUGEOT 108 2014Pages: 256, PDF Size: 5.93 MB
Page 118 of 256

116
B3_nl_Chap07_securite_ed01-2014
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of
bij over de kop slaan kan het zijn dat de
airbags niet worden geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding worden de zij- en
window-airbags niet geactiveerd.
De window-airbags dragen bij aan een betere
bescherming van de bestuurder en passagiers
bij een ernstige zijdelingse aanrijding, door de
kans op letsel aan de zijkant van het hoofd te
verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de
stijlen en in de hemelbekleding.
Window-airbags
Activering
De window-airbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (
B), waarbij de krachten
loodrecht op de lengterichting van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto worden uitgeoefend.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden voor en achter en de ruiten. Als dit waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel gaat branden,
raadpleeg dan het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten
controleren. De kans bestaat dat de
airbags bij een ernstige aanrijding
niet worden geactiveerd.
Storing
Veiligheid
Page 119 of 256

117
B3_nl_Chap07_securite_ed01-2014
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Dit kan de goede
werking van de airbag belemmeren en/of
de inzittende bij het opblazen van de airbag
verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen uitsluitend door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even
snel leeg, waarbij de warme gassen via de
daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen.Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op
het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag wordt
opgeblazen, kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen
gaten in de stuur wielbekleding en sla er niet
op.
Bevestig geen voor werpen of stickers op
het stuur wiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor
goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie
met actieve zijairbags gebruikt kunnen
worden. Voor informatie over de stoelhoezen
die geschikt zijn voor uw auto kunt u zich
wenden tot het PEUGEOT-netwerk.
Raadpleeg de rubriek "Accessoires".
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van
de airbags kunnen leiden tot verwondingen
aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding;
dit zou bij het afgaan van de window-airbags
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak
(indien aanwezig); deze maken deel uit van
de bevestiging van de window-airbags.
7
Veiligheid
Page 247 of 256

245
B3_nl_Chap14_index-alpha_ed01-2014
Sneeuwkettingen .......................................... 146
Snelheidsbegrenzer .................................. 86, 89
Stand Easy (automatische stand)
................... 77
S
tarten ........................................................... 162
Starten van de auto....................... 71, 72 , 74, 77
Stilzetten van de auto
...................71, 72 , 74, 77
Stoelen achter
........................................... 48, 49
Stoelen verstellen
..................................... 47, 49
Stop & Start
................................. 27, 83 , 85 , 161
Streaming audio Bluetooth
...........195, 197 , 230
Stuurbekrachtiging
.......................................... 22
Stuurwiel (verstellen)
...................................... 52Uitschakelen airbag passagier .....................
11
4
USB
..............................................19 4, 195 , 228
USB-aansluiting
........................................64, 66
USB-poort
.............................................19 4, 228
Te laag brandstofniveau
.........................25, 13 4
Telefoon
........................ 200-203, 205, 231, 232
Te l l e r
................................................................ 24
Temperatuurregeling .................................55, 58
Tijdelijke bandenspanning (met set)
.............13 6
Tijd instellen
.............................................. 28, 29
Toegang tot de achterbank ( 3 -deurs)
............48
Toerenteller
..................................................... 10
T
oevoer van buitenlucht
..................................58
Touchscreen
......................................... 18
1, 183
Touchscreen (Menu's)
..................................182Veiligheidsgordels
....................49, 11 0 -112 , 124
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
........114, 118 -12 0 , 127-13 0, 132, 13 3
Ventilatie
...............
...............................8, 53 , 56
Ventilatieroosters
............................................53
Vergrendelen/ontgrendelen portier van binnenuit
.....................................38
Verkeersinformatie (TA)
................................ 2
26
Verklikkerlampjes
.......................... 13,
14, 17 , 19
Verlichting
.....................................................148
Verlichting bagageruimte
..............................101
Verlichting overdag
.........................................94
Versnellingshendel
...........................................8
Verwarming
...............................
...........8, 55 , 56
Voor stoelen
.....................................................47
T
Waarschuwingssignaal sleutel in contact ......71
Waarschuwing vergeten verlichting ............... 95
W
iel demonteren
...............................
............141
Wiel monteren
............................................... 141
Wiel verwisselen
........................................... 141
Window-airbags
.................................... 11 6, 117
Zekeringen
.................................................... 152
Zekeringen vervangen
..................................152
Zekeringkast dashboard
............................... 15
2
Zekeringkast motorruimte
............................. 15
2
Zicht ................................................................. 53
Zij-airbags
............................................. 115, 117
Zijknipperlicht
................................................ 151
Zijruiten achter
................................................ 41
Zonneklep
................................................. 64, 65
Zuinig rijden
...................................................... 8
UW
Z
V
.
Index