radio PEUGEOT 2008 2016 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 2008, Model: PEUGEOT 2008 2016Pages: 450, PDF Size: 12.88 MB
Page 5 of 450

.
2008_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2016
Algemene aanbevelingen met betrekking tot de veiligheid 1 34
Richtingaanwijzers
135
Alarmknipperlichten
135
Claxon
136
Urgence-oproep of Assistance-oproep
1
36
Bandenspanningscontrolesysteem
1
37
ESP
1
40
Grip control
1
43
Active City Brake
1
45
Veiligheidsgordels
149
Airbags
152
Veiligheid
Brandstoftank 170
Tankbeveiliging (diesel) 1 72
Brandstoftank leeg (diesel)
1
74
AdBlue
® en SCR-systeem (BlueHDi-
dieselmotor) 175
Bandenreparatieset
183
Wiel verwisselen
1
94
Sneeuwkettingen
20
1
Een lamp vervangen
2
02
Zekering vervangen
2
08
12V- ac c u
2
14
Wisserbladen vervangen
2
20
Slepen
2
21
Trekken van een aanhanger
2
23
Trekhaak met afneembare kogel
2
25
Allesdragers monteren
23
0
Onderhoudstips
2
30
Accessoires
2
31
Praktische informatie
Motorkap 234
B enzinemotoren 2 35
Dieselmotoren
23
6
Niveaus controleren
2
37
Controles
240
Onderhoud
Algemeen 2 42
Benzinemotoren 243
Gewichten (benzine)
2
45
Dieselmotoren
2
47
Gewichten (diesel)
2
49
Afmetingen
252
Identificatie 253
Technische gegevens
Urgence-oproep 254
Assistance-oproep 25 5
7 inch touchscreen
2
57
Autoradio / Bluetooth
3
27
Autoradio
3
47
Audio en telematica
Index
Vervoer van kinderen 1 56
Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde
158
ISOFIX-kinderzitjes
165
Kinderbeveiliging
169
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Verlichting 1 17
Koplampen verstellen 1 24
Statische bochtverlichting
1
25
Ruitenwisserschakelaar
1
26
Dimmer dashboardverlichting
1
30
Plafonniers
131
Sfeerverlichting interieur
1
32
Panoramadak
133
Zicht
Inhoud
Page 8 of 450

6
2008_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Cockpit
Plafonniers 131
Sfeerverlichting interieur 1 32
Binnenspiegel
6
1
Noodoproep of pechhulpoproep
1
36, 254-255
Handrem
82Handgeschakelde versnellingsbak
8
3
2Tronic versnellingsbak met 5
versnellingen
8
4-86
2Tronic versnellingsbak met 6
versnellingen
87
-90
Automatische transmissie
9
1-94
Automatische transmissie (EAT6)
9
5-98
Opschakelindicator
9
9
Stop & Start-systeem
1
00 -102
Hill Holder
1
03
Zekeringen dashboard
2
08-212
USB-aansluiting/Jack-aansluiting
72-73 Verwarming, ventilatie
6
5-69
Handbediende airconditioning
6
5-66
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
6
7-69
Ontwasemen/ontdooien voor
7
0
Ontwasemen/ontdooien achterruit
7
0
Bluetooth autoradio
3
27-345
Buitenspiegels
6
0
Ruitbediening, blokkering
5
4-55 Autoradio
347-358
Zekeringen dashboardkastje
2
08-209, 212
Touchscreen
257-325
Motorkapontgrendeling
2
34
Overzicht
Page 11 of 450

9
2008_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
10. Verstelbare en afsluitbare zijventilatieroosters.
11.
Zijruitontwaseming.
12 .
Instrumentenpaneel.
13.
Voorruitontwaseming.
14 .
Zonnesensor.
15.
D
ashboardkastje / Uitschakeling
frontairbag passagier.
16.
F
rontairbag passagier.
17.
T
ouchscreen / Autoradio.
18.
M
iddelste verstelbare en afsluitbare
ventilatieroosters.
Dashboard / Middenconsole
1. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer.
2. S tuurkolomschakelaars touchscreen.
3.
S
chakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
4.
F
rontairbag bestuurder.
Claxon.
5.
S
chakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer.
6.
H
endel motorkapontgrendeling.
7.
H
endel stuurwielverstelling.
8.
Koplampverstelling.
9.
R
ij drukschakelaars.
A.
U
itschakelen van de parkeerhulp achter
of
I
nschakelen van de Park Assist.
B.
U
itschakelen van het CDS/ASR-
systeem.
C.
U
itschakelen van het Stop & Start-
systeem.
D.
R
esetten van het
bandenspanningscontrolesysteem
(uitvoering zonder touchscreen).
E.
U
itschakelen van de interieurbeveiliging.
F.
In
schakelen van de elektrische
kinderbeveiliging. 19. S
chakelaar alarmknipperlichten en centrale
vergrendeling.
20.
B
edieningspaneel verwarming/
airconditioning.
21.
1
2V-aansluiting.
USB-/Jack-aansluiting.
22.
O
pen opbergvak.
Bekerhouder.
23.
Sel
ectiehendel.
24.
S
chakelaar Grip Control.
25.
Parkeerrem.
26.
S
chakelaar openen/sluiten zonnescherm
panoramadak.
2 7.
A
fsluitbaar opbergvak.
28.
1
2V-aansluiting.
.
Overzicht
Page 49 of 450

47
2008_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Sleutels verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en indien mogelijk de sticker met de sleutelcode naar het PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en voor nieuwe sleutels zorgen.
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te
spelen, om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en het zicht van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar
worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
Geen enkele afstandsbediening kan functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het contact uitstaat, behalve voor het
synchroniseren.
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering; dit kan tot storingen leiden.
Vergrendelde auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur belemmeren.
Laat uit veiligheidsoverwegingen geen kinderen alleen achter in de auto.
Neem in alle gevallen de sleutel mee als u de auto verlaat.
Gebruikte auto
Laat door het PEUGEOT-netwerk controleren of alle in uw bezit zijnde sleutels met uw auto zijn gelinkt, zodat u er zeker van kunt zijn dat deze
sleutels de enige zijn waarmee uw auto ontgrendeld en gestart kan worden.
2
Toegang tot de auto
Page 74 of 450

72
2008_nl_Chap04_amenagements_ed01-2016
12V-aansluiting
F Til, wanneer u een accessoire van 12 V (maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, het deksel op en sluit een
geschikte adapter aan.
Dashboardkastje
In het dashboardkastje kunnen een fles
mineraalwater, de boorddocumentatie enz.
worden opgeborgen.
In het deksel zijn voorgevormde vakken
aangebracht voor o.a. een bril.
F
T
rek de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
De schakelaar voor het uitschakelen
van de airbag aan passagierszijde A
bevindt zich in het dashboardkastje.
Als uw auto is voorzien van
airconditioning, bevat het
dashboardkastje een ventilatieopening B
die dezelfde gekoelde lucht aanvoert als
de uitstroomopeningen in het interieur. Houd rekening met het maximale
vermogen van de aansluiting (anders
kans op beschadiging van uw
accessoire).
Armsteun vóór
(volgens uitvoering)
Om te profiteren van extra comfort kan de
armsteun naar voren worden gekanteld, maar
hij kan ook volledig naar achteren worden
geklapt.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door PEUGEOT is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen
in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een
slechte radio-ontvangst of storingen in
de weergave van de displays.
Indelingen
Page 75 of 450

73
2008_nl_Chap04_amenagements_ed01-2016
USB-/Jack-aansluiting
Tijdens het gebruik van de USB-aansluiting kan
de draagbare apparatuur automatisch worden
opgeladen.
Tijdens het opladen wordt een melding
weergegeven als het stroomverbruik van het
externe apparaat groter is dan de door de auto
geleverde stroomsterkte.Raadpleeg voor meer informatie over
het gebruik van deze uitrusting de
rubriek "Audio en telematica".
Deze aansluitmodule, die bestaat uit een USB-
en een Jack-aansluiting, bevindt zich op de
middenconsole.
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten,
zoals een iPod
® of een USB-stick.
Dankzij de aansluitmodule kunt u de
audiobestanden op uw draagbare apparatuur
beluisteren via de luidsprekers van uw
audiosysteem.
U kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het stuur wiel of het bedieningspaneel van
de autoradio en ze weergeven op het display
van het instrumentenpaneel.
4
Indelingen
Page 136 of 450

134
2008_nl_Chap07_securite_ed01-2016
Algemene aanbevelingen met betrekking tot de veiligheid
Op verschillende plaatsen in uw
auto zijn stickers aangebracht. Ze
bevatten veiligheidswaarschuwingen
en informatie over de identificatie van
uw auto. Ver wijder ze niet: ze horen
namelijk bij de auto.Belangrijke informatie:
- Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die
niet onder een artikelnummer in
het assortiment van Automobiles
PEUGEOT voorkomen, kan
storingen in het elektronische
systeem van uw auto veroorzaken.
Ga naar het PEUGEOT-netwerk
voor meer informatie over het
aanbod aan accessoires met een
artikelnummer.
-
U
it veiligheidsoverwegingen is
toegang tot de diagnose-aansluiting,
die is gekoppeld aan de elektronische
systemen in de auto, uitsluitend
voorbehouden aan het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats waar de beschikking is
over geschikt gereedschap (kans
op storingen in de elektronische
systemen die kunnen leiden tot pech
of ernstige ongevallen). De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
als deze aanwijzing niet wordt
opgevolgd.
-
W
ijzigingen of aanpassingen die
niet door Automobiles PEUGEOT
zijn voorzien of toegestaan, of
die niet volgens de technische
voorschriften van de fabrikant zijn
uitgevoerd, leiden tot het vervallen
van de wettelijke en contractuele
garanties.
Monteren van als
accessoire geleverde
radiocommunicatiezenders
Voordat u een
radiocommunicatiezender met
buitenantenne monteert, moet u bij
het PEUGEOT-netwerk de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne,
specifieke installatievoorschriften) van
de voor montage geschikte zenders
opvragen, conform de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
(2004/104/EG).
Afhankelijk van de lokale wetgeving
kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser,
een verbandtrommel, spatlappen aan
de achterzijde van de auto.
Het monteren van elektrische
apparatuur of accessoires die
niet onder een artikelnummer in
het assortiment van PEUGEOT
voorkomen, kan leiden tot storingen
in het elektronisch systeem van uw
auto en een verhoogd stroomverbruik
veroorzaken.
Houd hier rekening mee en neem
contact op met een vertegenwoordiger
van het merk PEUGEOT om u te
laten informeren over het assortiment
uitrustingen en accessoires voorzien
van een artikelnummer.
Neem voor alle werkzaamheden
aan uw auto contact op met een
gekwalificeerde werkplaats die
beschikt over de juiste technische
informatie, vakkennis en apparatuur.
Het PEUGEOT-netwerk is in staat u dit
te bieden.
Veiligheid
Page 212 of 450

210
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
ZekeringnummerStroomsterkteFuncties
F2 5
A Buitenspiegels, koplampen, diagnoseaansluiting.
F9 5
A Alarm.
F10 5
A Afzonderlijke telematica-eenheid.
F11 5
A Elektrochromatische binnenspiegel, extra verwarming, Active
City Brake.
F13 5
A Hifi-versterker, parkeerhulp, achteruitrijcamera.
F16 15
A 12V-aansluiting vóór.
F17 15
A Autoradio (zonder touchscreen).
F18 20
A Touchscreen, radio (indien met touchscreen).
Links
Praktische informatie
Page 217 of 450

215
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Een aantal functies, waaronder het
Stop & Start-systeem, is niet
beschikbaar als de laadtoestand van de
accu onvoldoende is.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels of een startbooster.Start de motor nooit door een acculader
aan te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24
V
o f h o g e r.
Controleer eerst of de nominale
spanning van de hulpaccu 12
V
bedraagt en of de capaciteit van de
hulpaccu minimaal gelijk is aan die van
de ontladen accu.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers
(autoradio, ruitenwissers, verlichting
enz.) van beide auto's uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich
niet in de buurt van bewegende delen
van de motor (ventilateur, riem enz.)
bevinden.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los ter wijl de motor draait.
De accu bevindt zich in de motorruimte.
Toegang tot de accu:
F
o
pen de motorkap met de hendel in het
interieur en deblokkeer vervolgens de
veiligheidshaak via de buitenzijde,
F
b
evestig de motorkapsteun,
F
b
eweeg de kunststof afdekkap van de (+)
pool omhoog.
Toegang tot de accu
De minpool (-) van de accu is niet
bereikbaar.
Op het linker voorscherm is een
afzonderlijk massapunt aangebracht.
9
Praktische informatie
Page 219 of 450

217
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Volg de door de fabrikant van de lader
geleverde instructies.
Sluit de kabels nooit aan op de
verkeerde polen.
De accu hoeft niet te worden
losgekoppeld.F
Z
et het contact uit.
F
S
chakel alle stroomverbruikers (autoradio,
verlichting, ruitenwissers enz.) uit.
F
S
chakel om gevaarlijke vonken te
voorkomen de lader B uit alvorens de
kabels op de accu aan te sluiten.
F
C
ontroleer of de kabels van de lader in
goede staat zijn.
F B eweeg het kunststof kapje van de
pluspool omhoog (indien aanwezig).
F
S
luit de kabels van de lader B als volgt aan:
-
d
e rode pluskabel (+) op de pluspool (+)
van de accu A ,
-
d
e zwarte minkabel (-) op het massapunt
C van de auto.
F
S
chakel na het laden de lader B uit
alvorens de kabels los te maken van de
accu A .
Loskoppelen van de accu
Als u de auto gedurende langere tijd niet gaat
gebruiken, koppel dan de 12V-accu los. Op
deze manier blijft het laadniveau van de accu
voldoende om de motor weer te starten.
Voer de volgende handelingen uit alvorens de
accu los te koppelen:
F
sl
uit alle te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep, ruiten, dak),
F
s
chakel alle stroomverbruikers (autoradio,
ruitenwissers, verlichting enz.) uit,
F
z
et het contact uit en wacht 4 minuten.
U hoeft slechts de klem van de pluspool (+) los
te nemen.
Als u zelf de accu van uw auto gaat
opladen, gebruik dan uitsluitend een
lader die geschikt is voor loodaccu's en
die een nominale spanning van 12
V
heeft.
Als deze sticker is aangebracht, mag
uitsluitend een 12V-lader worden
gebruikt. Anders kan de elektrische
uitrusting van het Stop & Start-systeem
ernstig beschadigd raken.
9
Praktische informatie