stop start PEUGEOT 2008 2018 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: 2008, Model: PEUGEOT 2008 2018Pages: 240, PDF Size: 8.36 MB
Page 5 of 240

3
.
bit.ly/helpPSA
.
Rijadviezen 92
Starten/afzetten van de motor 9 3
Parkeerrem
95
Handgeschakelde 5-versnellingsbak
9
6
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
9
6
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
(ETG6).
97
Automatische transmissie (EAT6)
9
9
Schakelindicator
102
Hill Start Assist
1
03
Stop & Start
1
04
Bandenspanningscontrolesysteem
1
06
Snelheidsbegrenzer
108
Snelheidsregelaar
110
Snelheden opslaan
1
11
Active City Brake
1
12
Parkeerhulp
114
Achteruitrijcamera
116
Park Assist
1
16Compatibiliteit van brandstoffen 1
22
Brandstoftank 123
Tankbeveiliging (diesel)
1
24
Trekhaak
124
Trekhaak met verwijderbare kogel
1
25
Sneeuwkettingen
128
Allesdragers monteren
1
29
Ec o - mode
13 0
Onderhoudstips
130
M otor kap
13 0
Benzinemotoren
131
Dieselmotoren
131
Niveaus controleren
1
32
Controles
134
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 1 36
Brandstoftank leeg (diesel)
1
40
Bandenreparatieset
140
Reservewiel
144
Een lamp vervangen
1
49
Zekering vervangen
1
52
12V- ac c u
1
57
Slepen
161Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
1
63
Benzinemotoren
164
Dieselmotoren
166
Afmetingen
168
Identificatie 168
RijdenPraktische informatie
In geval van pech Technische gegevens
Index
Toegang tot aanvullende video's
Audio en telematica
PEUGEOT Connect Radio
PEUGEOT Connect Nav
.
Inhoudsopgave
Page 7 of 240

5
Stuurkolomschakelaars5
Stuurwielverstelling
Claxon
6
Ruitenwisserschakelaar
Boordcomputer
7
Toetsen op het stuur wiel
voor bediening van het touchscreen
8
"+ " Opschakelen (auto met
elektronisch gestuurde versnellingsbak)
Schakelaarpaneel aan de
zijkant
(afhankelijk van de uitvoering)
Inschakelen van de Park Assist
Uitschakelen van Stop & Start Uitschakelen van de
interieurbeveiliging
Inschakelen van de elektrische
kinderbeveiliging
Koplampen verstellen
Centraal geplaatste rij
schakelaars
Centrale vergrendeling
1
Lichtschakelaar
Richtingaanwijzers
2
Toetsen op het stuur wiel
voor bediening van het
touchscreen: volume,
veranderen van audiobron
3
Snelheidsregelaar
Snelheidsbegrenzer
Snelheden opslaan
4
"
- " Terugschakelen (auto
met elektronisch gestuurde versnellingsbak) Alarmknipperlichten
.
Overzicht
Page 12 of 240

10
Lijst van waarschuwings- en verklikkerlampjes
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Rode waarschuwingslampjes
STOPPermanent,
in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,
de weergave van
een melding en een
geluidssignaal. Geeft een ernstige storing van
de motor, het remsysteem, de
stuurbekrachtiging of een ernstige
elektrische storing aan.
Voer (1) en dan (2) uit.
+ Motordiagno
-
sesysteem Permanent.
Er is sprake van een ernstige
motorstoring. Voer (1) en dan (2) uit.
Te hoge motor-
koelvloeistof -
temperatuur Permanent, met de
naald in het rode
gebied. De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog.
Voer (1) uit, en wacht met het eventueel bijvullen van
de koelvloeistof tot de motor is afgekoeld. Voer (2) uit
als het probleem blijft bestaan.
Motoroliedruk Permanent. Er is een storing in de motorsmering. Voer (1) en dan (2) uit.
Laadtoestand
accu Permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde accuklemmen, aandrijfriem
dynamo niet correct gespannen of
gebroken enz.). Reinig de nokjes en bevestig deze weer als het
waarschuwingslampje niet uitgaat wanneer de motor
is gestart, voer (2) uit.
Instrumentenpaneel
Page 15 of 240

13
Voorgloeien
dieselmotorBrandt tijdelijk.
Wanneer het contact wordt aangezet,
als de weersomstandigheden en de
motortemperatuur dit noodzakelijk
maken. Wacht met starten tot het lampje uitgaat.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact
af. Zet het contact ver volgens weer aan en wacht
opnieuw tot het lampje uitgaat voordat u de motor
start.
Voet op het kop-
pelingspedaal Permanent.
Stop & Start: de overschakeling naar
de START-stand wordt afgewezen,
omdat het koppelingspedaal niet
volledig wordt ingetrapt. Trap het koppelingspedaal volledig in.
Voet op het
rempedaal Permanent.
Geen of onvoldoende druk op het
rempedaal. Bij een automatische transmissie, draaiende
motor en vóór het vrijzetten van de parkeerrem de
selectiehendel uit stand P halen.
Bij een elektronisch gestuurde versnellingsbak moet
de selectiehendel in stand N staan om de motor te
starten.
Antiblokkeer -
systeem (ABS) Permanent.
Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig en met lage snelheid en voer dan (3)
uit.
Dynamische
stabiliteitscon -
trole (DSC)/
antispinregeling
(ASR) Knipperen.
De afstelling van de DSC/ASR wordt
ingeschakeld als er sprake is van
verlies van grip of koersstabiliteit.
Permanent. Dit duidt op een storing in het ESP-/
ASR-systeem. (3) uitvoeren.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Voet op het
rempedaal Knippert.
Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert tegen te
houden door het gaspedaal in te
trappen, raakt de koppeling oververhit. Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 240

18
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Groene verklikkerlampjes
Stop & Star tPermanent. Wanneer de auto stopt, zet het Stop &
Start-systeem de motor in de STOP-
stand.
Knippert tijdelijk. De STOP-modus is momenteel niet
beschikbaar of de START-modus
wordt automatisch geactiveerd.
Automatische
ruitenwissers Permanent.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd.
Mistlampen
vóór Permanent.
De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld.
Richtingaanwij -
zers Richtingaanwijzers
met geluidssignaal. De richtingaanwijzers zijn
ingeschakeld.
Parkeerlichten Permanent. De lampen branden.
Dimlicht Permanent. De lampen branden.
Blauwe verklikkerlampjes
GrootlichtPermanent. De lampen branden.
Instrumentenpaneel
Page 27 of 240

25
Kilometerteller/dagteller
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale
kilometerstand van de auto aan.
De totale kilometerstand wordt weergegeven
in het gedeelte A van het display van het
instrumentenpaneel.
Dagteller
De dagteller geeft het aantal gereden
kilometers (bijvoorbeeld per dag) weer nadat
de bestuurder de teller op 0 heeft gezet.
De dagteller wordt weergegeven in
het gedeelte B van het display van het
instrumentenpaneel.
Nulstelling dagteller
Druk, als de dagteller wordt weergegeven,
enkele seconden op deze knop.
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
Met instrumentenpaneel
met matrixdisplay
Weergave van informatie op het
instrumentenpaneel
F Druk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om
achtereenvolgens de verschillende functies
weer te geven.
-
T
abblad actuele informatie met:
•
d
e actieradius,
•
h
et actuele brandstofverbruik,
•
d
e teller van het Stop & Start-systeem.
-
H
et tabblad "Traject 1 " met daarin:
•
g
emiddelde snelheid,
•
g
emiddeld brandstofverbruik,
•
af
gelegde afstand.
-
H
et tabblad "Traject 2 " met daarin:
•
g
emiddelde snelheid,
•
g
emiddeld brandstofverbruik,
•
af
gelegde afstand.
1
Instrumentenpaneel
Page 28 of 240

26
Traject op nul zetten
F Druk zodra het gewenste traject wordt weergegeven langer dan twee
seconden op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar .
De trajecten 1 en 2 zijn onafhankelijk en
kunnen op dezelfde manier worden gebruikt.
Traject 1 kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor
een dagelijks verbruik en traject 2 voor een
maandelijks verbruik.
Met touchscreen
De gegevens zijn toegankelijk via
het menu " Applicaties ".
Weergave van informatie op het
touchscreen
Permanente weergave:
F
S electeer in het menu " Applicaties" de
optie " Boordcomputer ".
F
D
ruk op een van de knoppen om het
gewenste tabblad te bekijken.
Tijdelijke weergave in een specifiek venster:
F
D
ruk op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar om de informatie
te bekijken en de verschillende tabbladen
weer te geven.
Het tabblad Actuele info met:
-
d
e actieradius,
-
h
et actuele brandstofverbruik,
-
d
e teller van het Stop & Start-systeem.
Het tabblad Traject 1 met daarin:
-
d
e afgelegde afstand,
-
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
-
de
gemiddelde snelheid. Het tabblad Traject 2 met daarin:
-
d
e afgelegde afstand,
-
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
-
de
gemiddelde snelheid.
Traject op nul zetten
F Druk zodra het gewenste traject
wordt weergegeven langer dan twee
seconden op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar .
De trajecten " 1" en " 2" zijn onafhankelijk en
kunnen op dezelfde manier worden gebruikt.
Traject "1 " kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject " 2" voor
een maandelijks verbruik.
Instrumentenpaneel
Page 29 of 240

27
Enkele definities
Actieradius
(km of miles)De actieradius geeft aan
hoeveel kilometer u nog met
de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden
(berekend op basis van het
gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door
een gewijzigde rijstijl of het rijden op
een helling, waardoor het actuele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100 km
bedraagt. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als tijdens
het rijden de streepjes continu worden
weergegeven.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30 km/h. Berekend over de laatste seconden.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Totale tijd in de STOP-stand
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, houdt een teller bij hoelang de STOP-
stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
- p ermanente weergave van de tijd en de
buitentemperatuur (er gaat een blauw
pictogram branden bij kans op gladheid),
-
d
e configuratiemenu's van de functies en
de systemen van de auto,
-
d
e bediening van het audiosysteem, de
telefoon en weergave van de bijbehorende
informatie,
-
d
e weergave van de waarschuwingen
van de parkeerhulpsystemen (grafische
weergave van de parkeerhulp, Park Assist,
e n z .),
-
d
e internetdiensten en weergave van de
bijbehorende informatie.
En bovendien, afhankelijk van de uitvoering:
-
d
e bediening van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie.
1
Instrumentenpaneel
Page 51 of 240

49
Afhankelijk van de uitvoering en het
verkoopland bevat het aircocircuit het
broeikasgas R134a.
Hoeveelheid gas: 0,525 kg (+/- 0,025 kg),
GWP-index 1430 ton (CO
2-equivalent:
0 ,751 t o n).
Stop & Star t
De verwarmings- en
airconditioningssystemen werken alleen
als de motor draait.
Als u het thermische comfort in de auto op
het door u gewenste niveau wilt houden,
kunt u tijdelijk de functie Stop & Start
uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het Stop & Star t -
systeem.
Verwarming
1. Regeling van de temperatuur.
2. Regeling van de luchtopbrengst.
3. Regeling van de luchtverdeling.
4. Recirculatie van de interieurlucht.
Temperatuur
F Draai de knop 1 van blauw (koel) naar rood
(warm) om de temperatuur in te stellen.
Luchtopbrengst
F Draai de knop 2 in één van de zes standen
om de gewenste luchtopbrengst te
verkrijgen.
Wanneer de knop voor de regeling van
de luchtopbrengst in de stand " 0" staat
(uitschakeling van het systeem), wordt het
thermische comfort niet meer geregeld.
Er blijft door de rijwind nog wel een kleine
luchtstroom gehandhaafd.
Luchtverdeling
Met de toets 3 kunt u de luchtverdeling in het
interieur instellen.
Voorruit en zijruiten.
Voorruit, zijruiten en voetenruimte.
Voetenruimte. Centrale ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
De luchtstroom kan worden
gevarieerd door de knop in een
middenstand te zetten.
Handbediende
airconditioning
1.
Regeling van de temperatuur.
2. Regeling van de luchtopbrengst.
3. Regeling van de luchtverdeling.
4. Recirculatie van de interieurlucht.
5. Airconditioning aan/uit.
Temperatuur
F Draai de knop 1 van blauw (koel) naar rood
(warm) om de temperatuur in te stellen.
3
Ergonomie en comfort
Page 55 of 240

53
Met automatische
airconditioning en
gescheiden regeling
AUTO – Programma "Zicht"
Inschakelen
F Druk op toets 7 om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen of te
ontdooien.
Het systeem werkt volledig automatisch en
regelt de luchttemperatuur, de luchtopbrengst
en de luchttoevoer; het stelt de luchtverdeling
zodanig in dat de voorruit en de zijruiten zo
snel mogelijk schoon worden.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op toets 7 of toets 6 ; het
lampje van toets 7 gaat uit en het lampje in
van toets 6 gaat branden.
Het systeem keert terug naar dezelfde
instellingen als die van vóór het uitschakelen.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem
geldt dat zolang de voorruitontwaseming
in werking is, de STOP-functie niet
beschikbaar is.
Ontwasemen – ontdooien
achterruit
Aan/uit
F Druk op deze toets om de achterruit en buitenspiegels te ontwasemen/ontdooien
(indien aangebracht op uw auto).
Schakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit, omdat een
geringer stroomverbruik leidt tot een
verlaging van het brandstofverbruik.
De achterruitverwarming werkt uitsluitend
bij draaiende motor.
Voorzieningen interieur
1. Dashboardkastje
3
Ergonomie en comfort