dashboard Peugeot 207 CC 2010 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2010, Model line: 207 CC, Model: Peugeot 207 CC 2010Pages: 207, PDF Size: 10.01 MB
Page 7 of 207

IN EEN OOGOPSLAG
1. Contact-/stuurslot.
2. Stuurkolomschakelaar autoradio.
3. Schakelaar ruitenwissers/
ruitensproeiers/boordcomputer.
4. Schakelaar alarmknipperlichten.
5. Multifunctioneel display.
Verklikkerlampjes veiligheidsgordels.
6. Zonnesensor.
7. Airbag passagier.
8. Dashboardkastje/Uitschakeling
airbag aan passagierszijde/
Aansluitingen audio/video.
9. Schakelaar stoelverwarming.
10. 12V-aansluiting.
11. USB-aansluiting.
12. Schakelaar elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP/ASR).
Schakelaar centrale vergrendeling.
Schakelaar alarm.
13. Bedieningspaneel verwarming/
airconditioning.
14. Opbergvak.
15. Audio-en telematicasysteem.
16. Middelste verstelbare en afsluitbare
ventilatieroosters.
Page 13 of 207

!
IN EEN OOGOPSLAG
Airbag voorpassagier Contactslot
1. Open het dashboardkastje.
2. Steek de sleutel in de schakelaar.
3. Selecteer de stand:
"ON" (inschakelen) wanneer een
passagier op de voorstoel zit of een
kinderzitje "met het gezicht in de rij-
richting" is bevestigd,
"OFF" (uitschakelen) wanneer
een kinderzitje "met de rug in de rij-
richting" is bevestigd.
4. Verwijder de sleutel zonder de stand
van de schakelaar te veranderen.
99
1. Stand Stop .
2. Stand Contact .
3. Stand Starten .
65
A. Verklikkerlampje veiligheidsgordel
links voor niet vastgemaakt of los-
gemaakt (rood).
B. Verklikkerlampje veiligheidsgordel
rechts voor niet vastgemaakt of los-
gemaakt (rood).
95
Veiligheidsgordels voor
Zorg dat er geen gewicht (bijvoor-
beeld een zware sleutelhanger...)
aan de sleutel hangt: dit kan na-
melijk storingen aan het contact-
slot veroorzaken.
Page 15 of 207

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
18
INSTRUMENTENPANELEN BENZINE - DIESEL MET HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK OF AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
De klokken en verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel geven informatie
over de werking van de auto.
5. Display.
6. Knop nulstelling.
Knop voor de nulstelling van de geselecteerde functie (dagtellerof
onderhoudsindicator).
7. Dimmer dashboardverlichting.
Knop voor de instelling van de lichtsterkte van de
dashboardverlichting.
8. Automatische transmissie.
Geeft het geselecteerde programma en de ingeschakelde
versnelling aan.
Klokken
1. Toerenteller.
Geeft het motortoerental aan (x 1.000/min).
2. Brandstofniveaumeter.
Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank aan.
3. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
Geeft de koelvloeistoftemperatuur aan (°Celsius).
4. Snelheidsmeter.
Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph).
A. Snelheidsbegrenzer
of
Snelheidsregelaar.
(km/h of mph)
B. Dagteller.
(km of miles)
C. Onderhoudsindicator.
(km of miles), vervolgens:
Motorolieniveaumeter.
vervolgens:
Kilometerteller.
(km of miles)
Deze drie functies worden achtereenvolgens weergegeven als
het contact wordt aangezet.
Raadpleeg voor meer informatie over
de werking en de weergave van een
bepaalde functie het desbetreffende
hoofdstuk.
Display
Page 18 of 207

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
21
Controlelampjes uitgeschakelde functies
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Controlelampje brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag permanent. De schakelaar in het
dashboardkastje staat in de
stand "
OFF ".
De frontairbag aan
passagierszijde is
uitgeschakeld.
In dit geval kunt u een
kinderzitje met de "rug in de
rijrichting" plaatsen. Zet de schakelaar in de stand "
ON " om de
frontairbag aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen
kinderzitje met de "rug in de rijrichting".
De passagiersairbag wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart
(stand " ON ").
ESP/ASR permanent.
De toets lin het midden
van het dashboard wordt
ingedrukt. Het bijbehorende
controlelampje gaat
branden.
De functie ESP/ASR wordt
uitgeschakeld.
ESP: dynamische
stabiliteitscontrole.
ASR: antispinregeling. Druk op de toets om de functie ESP/ASR in te
schakelen. Het controlelampje dooft.
Het systeem wordt automatisch opnieuw
ingeschakeld bij snelheden hoger dan
ongeveer 50 km/h.
De functie ESP/ASR wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
Page 27 of 207

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
30
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale kilo-
meterstand van de auto aan. Dimmer dashboardverlichting U kunt de lichtsterkte van de dashboardver-
lichting handmatig aanpassen aan het licht van
de omgeving. De dimmer van de dashboard-
verlichting kan alleen worden gebruikt als de
verlichting van de auto is ingeschakeld, uitge-
zonderd de verlichting overdag.
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven
bij het afzetten van het contact, bij het
openen van het bestuurdersportier en
bij het vergrendelen en ontgrendelen
van de auto.
Dagteller
De dagteller geeft het aantal gereden
kilometers weer nadat de bestuurder de
teller op 0 heeft gezet.
Druk bij aangezet contact op de
knop tot de dagteller op 0 staat. Actief
Druk op de knop om de sterkte van
de dashboardverlichting te variëren.
Als de verlichting de zwakste stand
heeft bereikt, laat de knop dan los
en druk hem opnieuw in om de ver-
lichting weer feller te maken.
of
Als de verlichting de sterkste stand
heeft bereikt, laat de knop dan los
en druk hem opnieuw in om de ver-
lichting weer zwakker te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt. Inactief
De dashboardverlichting kan niet wor-
den ingesteld als de verlichting van de
auto is uitgeschakeld of, bij auto's met
verlichting overdag, in de dagstand
staat.
Page 42 of 207

i
COMFORT
44
Het airconditioningssysteem is
chloorvrij en is niet schadelijk voor
de ozonlaag.
Neem voor een optimale werking van de verwarming, ventilatie en airconditio-
ning de volgende gebruiksadviezen in acht:
Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interi-
eur de uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luch tkanalen,
ventilatieroosters en overige uitstroomopeningen en de ventila tieopening
in de bagageruimte vrij blijven.
Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt a fgedekt. Deze
sensor dient voor de regeling van de airconditioning.
Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand minstens 5 t ot 10 minuten
aan om het systeem in perfecte staat te houden.
C o n t r o l e e r r e g e l m a t i g d e s t a a t v a n h e t i n t e r i e u r fi l t e r e n l a a t d e fi l t e r e l e -
menten periodiek vervangen (zie desbetreffende paragraaf in hoo fdstuk
"Controles").
W i j r a d e n u e e n g e c o m b i n e e r d i n t e r i e u r fi l t e r a a n . D a n k z i j h e t s p e c i a l e a c -
tieve additief draagt het bij tot een gezuiverde lucht voo r de inzittenden
en een schoon interieur (vermindering van allergische reacties, stan k en
vetaanslag).
Laat de airconditioning controleren volgens de voorschriften in het onder-
houdsboekje om het systeem in perfecte staat te houden.
Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en ra adpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Als het dak weggeklapt is, kunnen de prestaties van de aircond itioning afne-
men. Als er echter een windscherm wordt geplaatst, neemt het comfo rt toe.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhange r op een
steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airco nditioning tijdelijk
worden uitgeschakeld voor een optimale trekkracht van de motor.
Als de binnentemperatuur zeer hoog blijft nadat de auto l ang in de zon heeft
gestaan, kunt u het passagierscompartiment kort ventileren.
Zet de knop van de luchtopbrengst zodanig dat de interieu rlucht goed ververst
wordt.
Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel .
Page 58 of 207

COMFORT
56
INDELING VAN HET INTERIEUR
1. Dashboardkastje met verlichting
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)
2. Opbergvak met antislipmat
3. Kaartenhouder
4. Portiervak
5. Opbergvak met antislipmat
6. USB-aansluiting
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)
7. 12V-aansluiting
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)
8. Bekerhouder