service Peugeot 208 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: 208, Model: Peugeot 208 2015Pages: 412, PDF Size: 9.11 MB
Page 2 of 412
StartStart
Mirror Screen
FlipbookStart MyPeugeot Start MyPeugeot
Het instructieboekje. App die u kunt downloaden op uw smartphone.App die kan worden weergegeven op het
touchscreen van uw auto.
Gedetailleerde informatie over de audio- en
telematicafuncties. Toegang tot bepaalde rijhulpsystemen.
Het online instructieboekje:
http://public.servicebox.peugeot.com/ddb/
De app Start MyPeugeot is beschikbaar voor
uw auto en helpt u uw nieuwe Peugeot nog
beter te leren kennen.App Store voor CarPlay
®-compatibele
smartphones en Google Play voor MirrorLinkTM-
compatibele smartphones.
U kunt het complete instructieboekje
raadplegen op internet.
Overzicht van de belangrijkste
uitrustingselementen en bijbehorende instellingen.
U kunt dan de app Start MyPeugeot in
landscape-formaat gebruiken via het
touchscreen. Door uw eigen CarPlay
® of MirrorLinkTM-
compatibele smartphone te synchroniseren
kunt u de apps van uw smartphone weergeven
op het touchscreen van uw auto.
Selecteer op de startpagina met het
modellenoverzicht uw taal en vervolgens het
model en de versie van het instructieboekje
aan de hand van de datum eerste toelating op
het kentekenbewijs van uw auto. Overzicht van de verklikkerlampjes.
De laatste aanvullingen worden
aangeduid met dit pictogram:
Page 19 of 412
17
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent,
in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje. Dit waarschuwingslampje brandt bij
een te lage motoroliedruk of bij een te
hoge koelvloeistoftemperatuur.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of met eengekwalificeerde
werkplaats.
Service permanent, in
combinatie met een
ander verklikkerlampje. Er is een ernstige storing opgetreden.
Raadpleeg de rubriek voor het desbetreffende
verklikkerlampje en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met een
melding (auto's met
een display). Er is een storing opgetreden waarbij
geen specifiek verklikkerlampje gaat
branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display (auto's met een display) en raadpleeg de
desbetreffende rubriek:
-
w
aarschuwing motorolieniveau,
-
k
ans op verstopping van het roetfilter (diesel),
-
b
randstofadditiefniveau (diesel met roetfilter).
Raadpleeg altijd het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 21 of 412
19
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP /ASR) knippert.
De ESP-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor
een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip
hebben of de auto uit de koers dreigt te raken.
permanent. Storing in het ESP-/ASR-systeem.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnose
motorpermanent.
Er is een storing in de
emissieregeling.Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
knippert. Er is een storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in combinatie
met het verklikkerlampje
SERVICE.Er is sprake van een lichte
motorstoring.Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met het
verklikkerlampje
S T O P. Er is sprake van een ernstige
motorstoring.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil.
Parkeer de auto, zet het contact af en neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Stuurbekrachtigingpermanent.
Er is een storing met betrekking tot
de stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 23 of 412
21
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Pictogram in het display
van het instrumentenpaneelStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-
dieselmotor) permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met
het branden van het
verklikkerlampje
SERVICE en het
verklikkerlampje
zelfdiagnose motor,
een geluidssignaal en
een melding. Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
knippert zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met
het branden van het
verklikkerlampje
SERVICE en het
verklikkerlampje
zelfdiagnose motor,
een geluidssignaal
en een melding met
betrekking tot de
actieradius. Na bevestiging van de storing in
het emissieregelsysteem kunt u
maximaal 1100
km afleggen voordat
het systeem het starten van de motor
blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om storingen te
voorkomen
.
knippert zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met
het branden van het
verklikkerlampje
SERVICE en het
verklikkerlampje
zelfdiagnose motor,
een geluidssignaal en
een melding. U hebt de actieradius overschreden
die is toegestaan na de
bevestiging van de storing in het
emissieregelsysteem: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem.
Neem verplicht
contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de
motor weer te kunnen starten.
1
Instrumentenpaneel
Page 24 of 412
22
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Motoroliedruk permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laadstroom
accu * permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
niet correct gespannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Laag
brandstofniveau
permanent, met de
wijzer in het rode
gebied.
Er zit er nog ongeveer 5 liter brandstof
i n de tank.
Vanaf dit moment worden de laatste
liters brandstof in de tank aangesproken.Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 50
liter.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
knippert met de wijzer
in het rode gebied.
Er zit nog een minimale hoeveelheid
brandstof in de tank.
Bandenspanning
te laag permanent.
De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
+
knipperend en
vervolgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje Service.Het controlesysteem voor de
bandenspanning is defect of de
sensor van een van de wielen wordt
niet gedetecteerd. De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
* Volgens land van bestemming.
Instrumentenpaneel
Page 30 of 412
28
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
Druk op de knop voor nulstelling van de dagteller. De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
Druk, als de dagteller wordt weergegeven,
enkele seconden op de knop.
Nulstelling dagteller
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5 minuten. Het op
0
zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
Op 0 zetten van de
o nderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Praktische informatieBij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor wordt deze waarschuwing
gecombineerd met het permanent
branden van het verklikkerlampje
Service (zodra het contact is aangezet).
De factor tijd kan worden meegewogen
bij de nog af te leggen kilometers,
afhankelijk van de rijgewoonten van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan
branden als de tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals aangegeven
in het onderhoudsschema van de
fabrikant, is overschreden.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor kan de sleutel ook
voortijdig gaan branden vanwege de
mate van vervuiling van de motorolie.
De vervuiling van de motorolie is
afhankelijk van de rijomstandigheden
van de auto.
Instrumentenpaneel
Page 31 of 412
29
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Touchscreen
Het touchscreen heeft de volgende functies:
- t oegang tot de configuratiemenu's van de
functies en de systemen van de auto,
-
t
oegang tot de configuratiemenu's van het
audiosysteem en de weergave,
-
b
ediening van het audiosysteem, de
telefoon en weergave van de bijbehorende
informatie. Uit veiligheidsoverwegingen moet
de bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd bij stilstaande
auto uitvoeren.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar
als de auto rijdt.
En bovendien, volgens uitvoering:
-
d
e weergave van de
waarschuwingsmeldingen en de grafische
weergave van de parkeerhulp,
-
d
e bediening van het navigatiesysteem en
de Online Services en weergave van de
bijbehorende informatie.Adviezen
Het scherm moet voelbaar worden aangeraakt,
met name bij bewegingen (door lijsten
bladeren, over de kaart scrollen, enz.).
Lichtjes aanraken is niet voldoende.
Als u het scherm met meerdere vingers
aanraakt, worden de commando's niet
uitgevoerd.
Deze technologie werkt bij elke temperatuur en
werkt ook wanneer u handschoenen draagt.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige
vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
Status van de verklikkerlampjes
Bepaalde toetsen zijn voorzien van een
verklikkerlampje dat de status van de
desbetreffende functie aangeeft.
Groen verklikkerlampje: u hebt de
desbetreffende functie geactiveerd.
Oranje verklikkerlampje: u hebt de
desbetreffende functie uitgeschakeld.
1
Instrumentenpaneel
Page 155 of 412
Rijden153
208_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Resetten
Elke keer nadat u een of meer banden op
spanning hebt gebracht en na het verwisselen
van een of meer wielen, moet u het systeem
resetten.Controleer voordat u het systeem
gaat resetten of de spanning van
de vier banden overeenkomstig de
gebruiksomstandigheden van de auto
en de voorschriften op de sticker met
de bandenspanningen is.
Het waarschuwingssysteem voor
te lage bandenspanning is alleen
betrouwbaar als de vier banden tijdens
het resetten de juiste spanning hebben.
Het bandenspanningscontrolesysteem
geeft geen meldingen als de
bandenspanning bij het resetten onjuist is.
F Druk met aangezet contact en stilstaande auto gedurende
ongeveer drie seconden op deze
knop en laat de knop vervolgens
los; het resetten wordt bevestigd
door een geluidssignaal.
De nieuw opgeslagen drukwaarden
worden door het systeem beschouwd
als referentiewaarden.
Het resetten van het systeem moet gebeuren
bij afgezet contact en stilstaande auto.
F
D
ruk op " Initialisatie
bandensp.controle ".
Via het menu "
Rijhulpsysteem " van
het touchscreen:
F
Bevestig het resetten door op de toets " Ja "
te drukken. Als het resetten is voltooid, klinkt
een geluidssignaal en wordt een melding
weergegeven.
Storing
Als het waarschuwingslampje te lage
bandenspanning gaat knipperen en vervolgens
blijft branden in combinatie met het lampje
Service, wijst dit op een storing in het systeem.
In dat geval werkt de bandenspanningscontrole
mogelijk niet goed.
Laat het systeem controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Touchscreen Display A
Controleer na werkzaamheden aan
het systeem altijd de spanning van
de vier banden en reset het systeem
vervolgens.
6
Page 157 of 412
Praktische informatie155
208_nl_Chap07_informations-pratiques_ed01-2016
Na het tanken:
F b reng de dop aan,
F
d
raai de sleutel naar rechts en ver wijder
deze vervolgens uit de dop,
F
s
luit de brandstoftankklep.
Diesel
Als het roetfilter vervuild is, wordt
u hierop geattendeerd door
het permanent branden van dit
lampje in combinatie met een
waarschuwingsmelding op het
display (volgens uitvoering).
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60
km/h rijden tot het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden is het minimum
brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg de
paragraaf "Niveau brandstofadditief". Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Brandstofadditief (diesel)
Een te laag additiefniveau
wordt aangegeven door het
verklikkerlampje Service in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display
(volgens uitvoering).
Brandstofafsluiter
Voor uw veiligheid wordt bij een aanrijding de
brandstoftoevoer door de brandstof-afsluiter
onderbroken.
Roetfilter
Wanneer er brandstof wordt getankt
die niet geschikt is voor de motor
van uw auto, moet de tank worden
afgetapt en weer met de juiste
brandstof worden gevuld alvorens de
motor opnieuw kan worden gestar t.
7
Page 206 of 412
Storingen verhelpen
204
208_nl_Chap08_cas-de-panne_ed01-2016
ZekeringnummerStroomsterkteFuncties
F2 5
A Buitenspiegels, koplampen, diagnoseaansluiting.
F9 5
A Alarm.
F10 5
A
Afzonderlijke telematica-eenheid, servicecentrale trekhaakaansluiting.
F11 5 AElektrochromatische binnenspiegel, extra verwarming.
F13 5
AHifi-versterker, parkeerhulp.
F16 15
A12V-aansluiting vóór.
F17 15
AAutoradio, autoradio (montage achteraf).
F18 20
ATouchscreen.
Links