key Peugeot 208 2020 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2020, Model line: 208, Model: Peugeot 208 2020Pages: 260, PDF Size: 6.53 MB
Page 4 of 260

2
Inhoudsopgave
■
Overzicht
■
Eco-rijden
1Instrumentenpaneel
Instrumentenpanelen 9
Waarschuwings- en verklikkerlampjes 12
Meters 19
Handmatige controle 24
Kilometerteller 24
Dimmer dashboardverlichting 24
Boordcomputer 25
Touchscreen van 5 inch 26
Touchscreen van 7- 10 inch 27
Op afstand bediende functies (elektrisch) 30
2Toegang tot de auto
Afstandsbediening/sleutel 31
Proximity Keyless Entry and Start 33
Centrale vergrendeling 35
Noodprocedures 36
Portieren 38
Achterklep 39
Alarm 39
Elektrische ruitbediening 41
3Ergonomie en comfort
PEUGEOT i-Cockpit 43
Voorstoelen 43
Het stuurwiel verstellen 45
Spiegels 46
Achterbank 47
Verwarming en ventilatie 48
Handbediende airconditioning 49
Automatische airconditioning 50
Ontwasemen - ontdooien voorruit
en voorste zijruiten
52
Voorruitverwarming 53
Ontwasemen - ontdooien achterruit 53
Geprogrammeerde verwarming (elektrisch) 53
Voorzieningen interieur 54
Plafonniers 56
Sfeerverlichting interieur 57
Panoramadak 57
Voorzieningen in de bagageruimte 58
Extra bagageafdekking (Van) 58
4Verlichting en zicht
Lichtschakelaar 60
Richtingaanwijzers 61
Hoogteverstelling van de koplampen 62
Automatisch inschakelen van de verlichting 62
Follow me home- en instapverlichting 63
Grootlichtassistent 63
Ruitenwisserschakelaar 64
Ruitenwisserbladen vervangen 66
Automatische ruitenwissers 67
5Veiligheid
Algemene aanbevelingen met
betrekking tot de veiligheid 68
Alarmknipperlichten 68
Claxon 69
Geluidssignaal voor voetgangers (elektrisch) 69
Urgence-noodoproep of
Assistance-pechhulpoproep
69
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP) 71
Veiligheidsgordels 73
Airbags 75
Kinderzitjes 78
De airbag vóór aan passagierszijde
uitschakelen
80
ISOFIX-kinderzitjes 83
i-Size-kinderzitjes 86
Kinderslot 87
6Rijden
Rijadviezen 88
Starten / afzetten van de motor met de sleutel 90
Starten / afzetten van de motor
metKeyless entry and start
91
Handbediende parkeerrem 94
Elektrische parkeerrem 94
Handgeschakelde 5-versnellingsbak 97
Handgeschakelde 6-versnellingsbak 97
Automatische transmissie (EAT6) 97
Automatische transmissie (EAT8) 99
Selectiehendel (elektrisch) 103
Rijstanden 104
Hill Start Assist 104
Schakelindicator 105
Stop & Start 105
Bandenspanningscontrolesysteem 107
Rij- en parkeerhulpsystemen -
Algemene adviezen
108
snelheidslimietherkennings- en
snelheidsadviessysteem
11 0
Snelheidsbegrenzer 11 4
Snelheidsregelaar 11 6
Drive Assist Plus 11 8
adaptieve cruise control 11 8
Page 33 of 260

31
Toegang tot de auto
2Afstandsbediening/sleutel
Functies van de
afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering heeft de
afstandsbediening de volgende functies:
– Ontgrendelen/vergrendelen/supervergrendelen van de auto.– Ontgrendelen/vergrendelen van de bagageruimte.– Verlichting op afstand bedienen.– Inklappen/uitklappen van de buitenspiegels.– Inschakelen/uitschakelen van het alarmsysteem.– Lokaliseren van de auto.– Openen/sluiten van de ramen.– Activeren van de elektrische startonderbreker van de auto.
De auto kan met behulp van noodprocedures
worden vergrendeld/ontgrendeld als
bijvoorbeeld de afstandsbediening of de centrale
vergrendeling defect is, of als de accu leeg is. Raadpleeg het desbetreffende gedeelte voor
meer informatie over de
Noodprocedures.
Geïntegreerde sleutel
De sleutel in de afstandsbediening kan voor het
volgende worden gebruikt, afhankelijk van de
uitvoering:
– De auto ontgrendelen/vergrendelen/supervergrendelen.– De handmatige kinderbeveiliging inschakelen/uitschakelen.– De airbag vóór aan passagierszijde inschakelen/uitschakelen.– De portieren met de reservefunctie ontgrendelen/vergrendelen.– Contact inschakelen en de motor starten/afzetten.
Zonder Keyless entry and start
► Druk op de knop om de sleutel uit of in te klappen.
Met Keyless entry and start
► Houd de knop uitgetrokken om de sleutel te verwijderen of terug te plaatsen.
Ontgrendelen van de auto
De selectieve ontgrendeling (bestuurdersportier, achterklep)
kan worden ingesteld in het menu
Rijverlichting /Auto
van het touchscreen.
Volledige ontgrendeling
► Druk op de ontgrendelknop.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep/
laadklep
► Druk op de ontgrendelknop.► Druk nogmaals op de knop om de andere
portieren en de achterklep te ontgrendelen.
De volledige of selectieve ontgrendeling en de
uitschakeling van het alarm worden bevestigd
Page 35 of 260

33
Toegang tot de auto
2Op afstand inschakelen van
de verlichting
De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van de uitvoering.
► Druk op deze knop. De parkeerlichten, het dimlicht, de kentekenplaatverlichting
en de instapverlichting in de buitenspiegels gaan
gedurende 30 seconden branden.
Wanneer u nogmaals op de knop drukt voordat
de tijd is verstreken, wordt de verlichting
onmiddellijk uitgeschakeld.
Advies
Afstandsbediening
De afstandsbediening is een gevoelig
apparaat dat met hoge frequentie werkt; zit
niet aan de afstandsbediening terwijl u deze
in uw zak hebt, omdat u dan per ongeluk de
auto kunt ontgrendelen.
Druk niet op de toetsen van de
afstandsbediening wanneer u buiten het
bereik van de auto bent, omdat dat ervoor
kan zorgen dat de afstandsbediening
niet meer werkt. In dat geval moet de
afstandsbediening worden gereset.
De afstandsbediening werkt niet als de sleutel
in het contactslot zit, zelfs niet als het contact
is uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging
Was de elektronische startblokkering
niet aan, omdat er dan storingen kunnen
ontstaan.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot
niet om de sleutel te verwijderen en aan
het stuurwiel te draaien om het stuurslot te
activeren.
Vergrendelen van de auto
Wanneer de deuren onder het rijden
zijn vergrendeld, kunnen hulpdiensten in
noodgevallen lastig in de auto komen.
Neem uit veiligheidsoverwegingen de sleutel
of de elektronische sleutel mee als u de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Bij het aanschaffen van een gebruikte
auto
Laat uw sleutels door een PEUGEOT-dealer
in het elektronische geheugen van de auto
opslaan, zodat u zeker weet dat de sleutels
in uw bezit de enige sleutels zijn waarmee de
auto kan worden gestart.
Proximity Keyless Entry
and Start
Met dit Keyless entry and start-systeem wordt de
auto automatisch vergrendeld/ontgrendeld door
detectie van de elektronische sleutel. Als de bestuurder de elektronische sleutel bij
zich heeft, wordt de auto ontgrendeld zodra hij
de auto nadert en vergrendeld als hij bij de auto
vandaan loopt.
Sleuteldetectiezones:
Zone A: instapverlichting bij het naderen van de
auto (3 tot 5 meter van de auto).
Zone B
: automatische vergrendeling bij het van
de auto vandaan lopen (ongeveer 2 meter van
de auto).
Zone C: automatische ontgrendeling en
instapverlichting bij het naderen van de auto (1
tot 2 meter van de auto).
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de instapverlichting .
De automatische functies kunnen worden geconfigureerd via het menu
Rijverlichting / Auto van het touchscreen.
Page 36 of 260

34
Toegang tot de auto
► Druk zachtjes op de portiergreep van het bestuurdersportier om de auto te vergrendelen.► Druk er binnen 3 seconden nog een keer op om de supervergrendeling van de auto in
te schakelen (de richtingaanwijzers gaan even
branden om dit te bevestigen).
Als de supervergrendeling is
ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet. Ook wordt de toets
van de centrale vergrendeling in de auto
uitgeschakeld.
De claxon blijft werken.
Schakel nooit de supervergrendeling in als
er zich iemand in de auto bevindt.
Als een van de deuren of de bagageruimte nog open is of als de
elektronische sleutel voor het Keyless entry
and start-systeem nog in de auto is
achtergebleven, dan wordt de centrale
vergrendeling uitgeschakeld.
Als de auto is ontgrendeld, maar de deuren of de bagageruimte daarna niet
worden geopend, dan wordt de auto
automatisch na ongeveer 30 seconden weer
vergrendeld. Als de auto is uitgerust met een
Ontgrendelen van de auto
De selectieve ontgrendeling (bestuurdersportier, achterklep) kan
worden ingesteld in het menu
Rijverlichting /Auto
van het touchscreen.De selectieve ontgrendeling is standaard
uitgeschakeld.
Volledig ontgrendelen
De auto (portieren en achterklep) worden
ontgrendeld:
► Automatisch, als de bestuurder zone C nadert
en de automatische functies zijn geactiveerd.
► Of door zachtjes op de portiergreep van het bestuurdersportier of de schakelaar van de
achterklep te drukken.
De ontgrendeling en uitschakeling van het alarm
worden bevestigd door het knipperen van de
parkeerlichten en/of dagrijverlichting.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt.
Als de elektronische sleutel langer dan 15 minuten in zone B blijft zonder dat er
iets met de portieren van de auto wordt
gedaan, dan worden de automatische
functies uitgeschakeld en wordt de auto
vergrendeld.
Gebruik de afstandsbediening of druk op
een van de portiergrepen om de auto te
ontgrendelen.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep/
laadklep
Het ongrendelen gebeurt:
► Automatisch, wanneer de bestuurder het bestuurdersportier nadert en de automatische
functies zijn geactiveerd.
► Of door zachtjes op de portiergreep van het bestuurdersportier te drukken.► In de auto kunt u alle portieren en de achterklep ontgrendelen met de toets van de
centrale vergrendeling of door een van de
portieren te openen.
Selectieve ontgrendeling van de
achterklep
De achterklep wordt automatisch ontgrendeld als
u de achterkant van de auto nadert.
► Druk op de schakelaar van de achterklep om deze te openen.
De portieren blijven vergrendeld.
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
Met de portieren en de achterklep gesloten wordt
de auto vergrendeld:
► Automatisch, als de bestuurder zone B verlaat en de automatische functies zijn
geactiveerd.
► Of door zachtjes op de portiergreep van het bestuurdersportier te drukken.
De vergrendeling wordt bevestigd door het
branden van de richtingaanwijzers en door een
geluidssignaal als de auto wordt vergrendeld
wanneer de bestuurder van de auto vandaan
loopt.
De auto kan niet worden vergrendeld
als de elektronische sleutel in de auto is
achtergebleven.
Laat omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal de elektronische
sleutel nooit in de auto achter, ook niet
wanneer u in de buurt bent.
Supervergrendeling
Page 37 of 260

35
Toegang tot de auto
2
► Druk zachtjes op de portiergreep van het bestuurdersportier om de auto te vergrendelen.► Druk er binnen 3 seconden nog een keer op om de supervergrendeling van de auto in
te schakelen (de richtingaanwijzers gaan even
branden om dit te bevestigen).
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet. Ook wordt de toets
van de centrale vergrendeling in de auto
uitgeschakeld.
De claxon blijft werken.
Schakel nooit de supervergrendeling in als
er zich iemand in de auto bevindt.
Als een van de deuren of de bagageruimte nog open is of als de
elektronische sleutel voor het Keyless entry
and start-systeem nog in de auto is
achtergebleven, dan wordt de centrale
vergrendeling uitgeschakeld.
Als de auto is ontgrendeld, maar de deuren of de bagageruimte daarna niet
worden geopend, dan wordt de auto
automatisch na ongeveer 30 seconden weer
vergrendeld. Als de auto is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit automatisch
weer ingeschakeld.
De functie voor het automatisch in- en
uitklappen van de buitenspiegels kan via
het menu Rijverlichting
/ Auto op het
touchscreen worden ingesteld.
Laat de auto uit veiligheidsoverwegingen
nooit onbeheerd achter, zelfs niet voor
korte tijd, zonder de elektronische sleutel van
het Keyless entry and start-systeem mee te
nemen.
Vergeet niet dat de auto kan worden gestolen
als de sleutel nog in een van de aangegeven
gebieden aanwezig is terwijl de auto niet is
vergrendeld.
Om de batterij van de elektronische
sleutel en de accu van de auto te sparen:
– De ontgrendelfunctie bij het naderen (zone C) wordt automatisch in de wachtstand
gezet als de auto een aantal dagen
(ongeveer één week) niet wordt gebruikt.
Gebruik de afstandsbediening of druk op
één van de voorportiergrepen om de auto te
ontgrendelen. Bij de volgende start van de
auto worden de automatische ontgrendel- en
vergrendelfuncties weer geactiveerd.
– Na diverse opeenvolgende activeringen van de instapverlichting zonder dat de
auto wordt gestart, wordt deze functie
uitgeschakeld.
– Alle handsfree-functies worden in de verlengde wachtstand gezet als deze
langer dan 21 dagen niet worden gebruikt.
Ontgrendel de auto met de afstandsbediening
en start de motor om deze functies weer te
activeren.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel werkt in
sommige gevallen niet correct in de nabijheid
van bepaalde elektronische apparatuur:
telefoon (actief of in wachtstand), laptop,
sterke magnetische velden, enz.
Centrale vergrendeling
Handmatig
► Druk op deze toets om de auto (portieren en achterklep) vanuit het interieur te vergrendelen/
ontgrendelen.
Page 38 of 260

36
Toegang tot de auto
Bij een storing in het centrale-vergrendelingssysteem moet de accu
worden losgekoppeld, zodat de auto volledig
is vergrendeld.
Bestuurdersportier
► Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto om deze te vergrendelen
of in de richting van de voorzijde om de auto te
ontgrendelen.
Overige portieren
Ontgrendelen► Trek aan de portierhandgreep aan de binnenzijde.
Vergrendelen
► Open de portieren.► Controleer of de kinderbeveiliging van de achterportieren niet is geactiveerd.
Zie het betreffende hoofdstuk.
De centrale vergrendeling werkt niet als=
een van de portieren is geopend.
Bij vergrendelen/supervergrendelen
van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of de
supervergrendeling is ingeschakeld, knippert
het verklikkerlampje en werkt de toets niet.
► Als de auto normaal vergrendeld is, trek dan aan een van de binnenportiergrepen om
de auto te ontgrendelen.
► Als de supervergrendeling is ingeschakeld, moet u de afstandsbediening, het Keyless
entry and start-systeem of de geïntegreerde
sleutel gebruiken om de auto te ontgrendelen.
Automatisch (beveiliging tegen agressie)
De portieren en de achterklep kunnen tijdens het
rijden automatisch worden vergrendeld (bij een
snelheid hoger dan 10 km/h).Om deze functie, die standaard op actief staat,
uit of in te schakelen:
► Druk op de toets tot een melding ter bevestiging wordt weergegeven.
Vervoer van lange of grote
voorwerpen
Druk op de knop van de centrale
vergrendeling om te kunnen rijden met
geopende achterklep. De portieren blijven
vergrendeld. Als u dit niet doet, hoort u
elke keer dat u de 10 km/h overschrijdt de vergrendeling "terugspringen” en wordt een
waarschuwing weergegeven.
Noodprocedures
Sleutels, afstandsbediening
of elektronische sleutel
verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw
legitimatiebewijs en indien mogelijk het label met
de sleutelcode naar het PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale code
van de sleutel en de transponder opzoeken en
een nieuwe bestellen.
De auto volledig met de
sleutel ontgrendelen/
vergrendelen
Gebruik deze procedure in de volgende situaties:
– De batterij van de afstandsbediening is leeg.– Een storing in de afstandsbediening.– De accu van de auto is leeg.– De auto staat in een gebied met sterke elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u de batterij van de
afstandsbediening vervangen.
In het tweede geval kunt u het probleem mogelijk
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Zie de betreffende hoofdstukken.
► Steek de sleutel in het deurslot.► Draai de sleutel in de richting van de voorzijde/achterzijde om de auto te
ontgrendelen/vergrendelen.
► Draai de sleutel binnen 3 seconden nogmaals richting de achterzijde van de auto
om de supervergrendeling van de auto in te
schakelen.
Als de auto is uitgerust met een alarmsysteem, wordt het alarm niet
ingeschakeld bij het vergrendelen met de
sleutel.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld,
klinkt de sirene bij het openen van de
deur. De sirene stopt als het contact wordt
ingeschakeld.
Centrale vergrendeling
werkt niet
Gebruik deze procedures in de volgende
situaties:
– Storing in de centrale vergrendeling.– Accu losgekoppeld of leeg.
Page 39 of 260

37
Toegang tot de auto
2Bij een storing in het centrale-
vergrendelingssysteem moet de accu
worden losgekoppeld, zodat de auto volledig
is vergrendeld.
Bestuurdersportier
► Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto om deze te vergrendelen
of in de richting van de voorzijde om de auto te
ontgrendelen.
Overige portieren
Ontgrendelen► Trek aan de portierhandgreep aan de binnenzijde.
Vergrendelen
► Open de portieren.► Controleer of de kinderbeveiliging van de achterportieren niet is geactiveerd.
Zie het betreffende hoofdstuk.
► Verwijder het zwarte dopje op de zijkant
van het portier met behulp van de sleutel.
► Steek de sleutel in de aansluiting zonder te forceren en draai de sluiting naar de binnenkant
van het portier.
► Verwijder de sleutel en plaats de zwarte dop terug.► Sluit de portieren en controleer van buitenaf of de auto goed is vergrendeld.
Vervangen van de batterij
Als de batterij leeg is, gaat dit waarschuwingslampje branden in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding.
Zonder Keyless entry and startBatterijtype: CR2032 / 3 V.
Met Keyless entry and start
Batterijtype: CR2032 / 3 V.
► Wip het deksel met een kleine schroevendraaier bij de uitsparing los en beweeg
het deksel omhoog.
► Verwijder de lege batterij uit de behuizing.► Plaats de nieuwe batterij op de juiste manier (polariteit) en klik het deksel op de behuizing.► Synchroniseer de afstandsbediening.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het synchroniseren van de
afstandsbediening .
Gooi batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze
bevatten metalen die schadelijk zijn voor het
milieu. Lever ze in bij een speciaal
inzamelpunt.
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het vervangen van de batterij of bij een
storing in de afstandsbediening moet deze
gesynchroniseerd worden.
Page 40 of 260

38
Toegang tot de auto
Achterklep
Openen
► Druk, na het ontgrendelen van de auto of alleen de achterklep, op de schakelaar voor het
openen en open de achterklep.
Sluiten
► Trek de achterklep omlaag met behulp van een van de handgrepen aan de binnenzijde.Wanneer de motor draait en de achterklep niet goed gesloten is, gaat dit lampje
branden en wordt een melding weergegeven.
Wanneer de auto met een snelheid van meer
dan 10 km/h rijdt, wordt dit gecombineerd met een geluidssignaal.
Bij een storing of wanneer de achterklep
lastig opent en sluit, moet u de auto
onmiddellijk laten nakijken door een
PEUGEOT-dealer of in een gekwalificeerde
werkplaats om te voorkomen dat het
probleem verergert en de achterklep
plotseling dicht valt, waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
Noodbediening
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing van de centrale vergrendeling de
achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
Zonder Keyless entry and start
► Zet het contact af.► Draai de sleutel terug in de stand 2 (contact
AAN).
► Druk direct gedurende enkele seconden op de knop met het gesloten hangslot.► Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
Met Keyless entry and start
► Steek de mechanische sleutel (uit de afstandsbediening) in het slot om de auto te
openen.
► Houd de elektronische sleutel tegen de noodsleutellezer op de stuurkolom totdat u het
contact hebt aangezet.
► Zet het contact aan door op de knop START/
STOP te drukken.► Zet bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingspook in de
neutraalstand en trap het koppelingspedaal
volledig in.
► Bij een auto met een automatische
transmissie of een selectiehendel
(elektrisch):
trap met de selectiehendel in stand P op het rempedaal.
Als de storing na het synchroniseren niet is
verholpen, neem zo snel mogelijk contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Portieren
Openen
Van buitenaf
► Wanneer u de auto hebt ontgrendeld of de elektronische sleutel van het Keyless entry and
start-systeem zich in de detectiezone bevindt,
trek aan de portierhandgreep.
Van binnenuit
► Trek aan de binnenportiergreep van een portier; de auto wordt dan volledig ontgrendeld.
Als de selectieve ontgrendeling is geactiveerd:
– Wanneer het bestuurdersportier wordt geopend, wordt alleen het bestuurdersportier
ontgrendeld (als de auto nog niet volledig was
ontgrendeld).
– Wanneer een van de passagiersportieren wordt geopend, wordt de auto volledig
ontgrendeld.
Sluiten
Als een van de portieren niet goed is gesloten, gaat dit waarschuwingslampje
branden, samen met een melding als de motor
draait en een geluidssignaal als de auto harder
dan 10 km/h rijdt.
Page 42 of 260

40
Toegang tot de auto
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de hoorbare alarm
in werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende 30 seconden.
Afhankelijk van het land van verkoop, blijven
bepaalde bewakingsfuncties ingeschakeld tot het
alarm voor de 11e keer achtereenvolgens afgaat.
Als de auto wordt ontgrendeld met de
afstandsbediening of met het Keyless entry
and start-systeem, geeft snel knipperen van het
rode verklikkerlampje in de toets aan dat het
alarm tijdens uw afwezigheid is afgegaan. Het
lampje stopt met knipperen als het contact wordt
ingeschakeld.
Storing afstandsbediening
Om de beveiligingsfuncties uit te schakelen:► Ontgrendel de auto met de sleutel in het slot van het bestuurdersportier.► Open het portier; het alarm gaat af.► Zet het contact aan; het alarm stopt. Het lampje in de toets gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te
schakelen
► Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in het slot
van het bestuurdersportier.
Raadpleeg een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats voor alle
werkzaamheden aan het alarmsysteem.
Vergrendelen van de auto
met volledig ingeschakeld
alarm
Activering
► Zet het contact af en verlaat de auto.► Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de afstandsbediening
of door op één van de handgrepen van het
bestuurdersportier te drukken.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd,
knippert het rode verklikkerlampje van de
toets één keer per seconde en worden de
richtingaanwijzers gedurende ongeveer 2
seconden actief.
De omtrekbeveiliging wordt na 5 seconden
geactiveerd en de interieurbeveiliging na 45
seconden.
Het alarm wordt niet geactiveerd
wanneer de auto automatisch op afstand
wordt vergrendeld.
Indien een portier, de bagageruimte of de
motorkap niet goed is gesloten, wordt de
auto niet vergrendeld, maar worden de
omtrek- en interieurbeveiliging na 45
seconden wel ingeschakeld.
Uitschakelen
► Druk op een van de ontgrendelknoppen van de afstandsbediening:kort indrukken
lang indrukken
of
► Ontgrendel de auto door op de portiergreep van het bestuurdersportier te drukken.
Het alarmsysteem wordt uitgeschakeld; het
verklikkerlampje van de toets gaat uit en de
parkeerlichten en/of dagrijverlichting knipperen
gedurende ongeveer 2 seconden.
Na het ontgrendelen met de
afstandsbediening
Als de auto automatisch opnieuw wordt
vergrendeld (als een van de portieren of de
achterklep niet binnen 30 seconden wordt
geopend), wordt ook het alarmsysteem
automatisch weer ingeschakeld.
Vergrendelen van de
auto met alleen de
omtrekbeveiliging
ingeschakeld
Schakel het interieuralarm uit om te voorkomen
dat het systeem in bepaalde gevallen een loos
alarm geeft, zoals:
– Het raam staat een klein stukje open.
– De auto wordt gewassen.– Er wordt een wiel verwisseld.– De auto wordt gesleept.– De auto staat op een schip of veerboot.
Uitschakelen van de
interieurbeveiliging
► Zet het contact af en druk binnen 10 seconden op de toets van het alarm totdat het
verklikkerlampje blijft branden.
► Stap uit de auto.► Vergrendel de auto meteen met de afstandsbediening of het Keyless entry and
start-systeem.
Alleen de omtrekbeveiliging is ingeschakeld; het
rode verklikkerlampje in de toets knippert elke
seconde.
De beveiliging kan alleen worden
uitgeschakeld als het contact is afgezet.
Opnieuw inschakelen van de
interieurbeveiliging
► Schakel de omtrekbeveiliging uit door de auto
met de afstandsbediening of het Keyless entry
and start-systeem te ontgrendelen.
Het lampje in de toets gaat uit.
► Schakel het volledige alarmsysteem weer in door de auto te vergrendelen met de
afstandsbediening of door op de portiergreep
van het bestuurdersportier te drukken.
Het rode verklikkerlampje in de toets knippert
weer één keer per seconde.
Page 43 of 260

41
Toegang tot de auto
2Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de hoorbare alarm
in werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende 30 seconden.
Afhankelijk van het land van verkoop, blijven
bepaalde bewakingsfuncties ingeschakeld tot het
alarm voor de 11e keer achtereenvolgens afgaat.
Als de auto wordt ontgrendeld met de
afstandsbediening of met het Keyless entry
and start-systeem, geeft snel knipperen van het
rode verklikkerlampje in de toets aan dat het
alarm tijdens uw afwezigheid is afgegaan. Het
lampje stopt met knipperen als het contact wordt
ingeschakeld.
Storing afstandsbediening
Om de beveiligingsfuncties uit te schakelen:► Ontgrendel de auto met de sleutel in het slot van het bestuurdersportier.► Open het portier; het alarm gaat af.► Zet het contact aan; het alarm stopt. Het lampje in de toets gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te
schakelen
► Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in het slot
van het bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het rode
lampje van de toets blijft branden, duidt dit op
een storing in het systeem.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Automatisch inschakelen van het alarm
(Afhankelijk van het verkoopland)
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld
2 minuten nadat het laatste portier of de
bagageruimte is gesloten.
► Om het afgaan van het alarm bij het openen van een portier of de achterklep te voorkomen,
moet u eerst op de ontgrendelknop van de
afstandsbediening drukken of moet u de
auto ontgrendelen met het Keyless entry and
start-systeem.
Elektrische ruitbediening
1. Linksvoor
2. Rechtsvoor
3. Rechtsachter (afhankelijk van de uitvoering)
4.Linksachter (afhankelijk van de uitvoering)
5. Uitschakeling van de elektrische ruitbediening
bij de achterbank (afhankelijk van de
uitvoering)
Vergrendelen van de achterdeuren -
Elektrische kinderbeveiliging (afhankelijk van
de uitvoering)
Zie het betreffende hoofdstuk voor
meer informatie over de Elektrische
kinderbeveiliging .
Handmatige bediening
► Openen/sluiten van de ruit: druk op of trek aan de schakelaar zonder het weerstandspunt
te passeren; de ruit stopt zodra de schakelaar
wordt losgelaten.
Automatische werking
(Afhankelijk van de uitvoering)► Wanneer u de ruit wil openen/sluiten, druk op of trek aan de schakelaar voorbij het weerstand:
de ruit opent of sluit volledig wanneer de
schakelaar wordt losgelaten.
Bedien de schakelaar opnieuw om het openen of
sluiten te stoppen.
De ruitbediening kan nog ongeveer 45
seconden na het uitschakelen van het
contact of na vergrendeling van de auto
worden bediend.
Daarna wordt de bediening uitgeschakeld.
U kunt de bediening weer inschakelen door