stop start Peugeot 3008 Hybrid 4 2013.5 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2013.5, Model line: 3008 Hybrid 4, Model: Peugeot 3008 Hybrid 4 2013.5Pages: 378, PDF Size: 22.12 MB
Page 157 of 378

8
Veiligheid155
Dynamische stabiliteitscontrole (CDS) en antispinregeling (ASR)  
 In dat geval gaat dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel  knipperen.   
  Inschakelen 
 Deze systemen worden automatisch ingeschakeld zodra de motor wordt gestart.  Zodra deze systemen signaleren dat de wielen te weinig grip hebben of de koers van de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste richting, grijpen ze in op de werking van de motor en het remsysteem. 
  Werking 
 Als dit lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display, duidt dit op een storing in het ABS-systeem, waardoor u tijdens het remmen de controle over uw auto zou kunnen verliezen.  
  Als dit lampje gaat branden in combinatie met het lampje  STOP , STOP , STOPeen geluidssignaal en een melding op het display, duidt dit op een storing in de elektronische remdrukregelaar waardoor u tijdens het remmen de controle over uw auto zou kunnen verliezen. 
Stop onmiddellijk. Raadpleeg in beide gevallen het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.  
  Antiblokkeersysteem  (ABS)  en elektronische remdrukregelaar (REF) 
Trap het rempedaal bij een noodstop krachtig en volledig in en laat het niet los.
   Zorg er bij vervanging van de wielen (banden en velgen) voor dat wielen worden gemonteerd die voor uw auto zijn gehomologeerd.  De normale werking van het antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn door het trillen van het rempedaal.   
Page 169 of 378

9
167
Rijden
         Noodremfunctie 
  Wanneer het rempedaal niet werkt of bij uitzonderlijke situaties (onwel worden van de bestuurder, ...), kan de auto worden gestopt door aan de hendel    A    te trekken en deze vast te houden .  De dynamische stabiliteitsregeling (CDS) zorgt ervoor dat de auto stabiel blijft wanneer de noodremfunctie actief is.  In geval van een storing aan het systeem van de noodremfunctie verschijnt een van de volgende meldingen:    -   "Parkeerrem  defect".   -   "Bediening  parkeerrem  defect".  
  Bij een defect aan het CDS, aangegeven door het branden van dit waarschuwingslampje, kan de stabiliteit bij het remmen niet worden gegarandeerd. 
 In dat geval moet de bestuurder er zelf voor zorgen dat de auto stabiel blijft door afwisselend aan de hendel  A  te trekken en 
deze weer los te laten.   
  De noodremfunctie mag uitsluitend in uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.   
  Bijzondere 
omstandigheden 
 In bepaalde situaties (inschakelen van het hybridesysteem...) bepaalt de parkeerrem zelf zijn aantrekkracht. Dit is normaal.  Wilt u de auto enkele centimeters verplaatsen zonder de motor te starten, trap dan met aangezet contact het rempedaal in en zet de parkeerrem vrij door eerst aan de hendel  A  te  trekkenen deze vervolgens  los te laten .  De vrijgezette toestand van de parkeerrem wordt aangegeven door het doven van het verklikkerlampje op de hendel  A   in combinatie met de weergave van een melding dat de parkeerrem is vrijgezet.  Wanneer de  parkeer    parkeer    parkeerrem is aangetrokken  en u deze vanwege een defect of accupech niet kunt vrijzetten, kunt u gebruik maken van de functie voor de noodontgrendeling van de parkeerrem.   
Page 197 of 378

10
Onderhoud195
       Controles  
  Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het garantie- en onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.  Laat de controles eventueel uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.   
   De  accu  is  onderhoudsvrij.  Niettemin is het raadzaam om regelmatig te controleren of de accupolen en -klemmen schoon zijn, vooral bij warm weer en in de winter.  Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt de rubriek "12V-accu" voor meer informatie over de te nemen voorzorgsmaatregelen.   
12V-accu 
Luchtfilter en interieurfilter 
  Laat de filters periodiek vervangen volgens de in het garantie- en onderhoudsboekje aangegeven intervallen.  Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik (veel stadsverkeer...)  daartoe aanleiding geven, moeten de filters twee keer zo vaak worden vervangen .  Een verstopt interieur filter kan de prestaties van de airconditioning verstoren en onaangename  geuren  veroorzaken.   
Oliefilter 
 Laat bij het olie verversen tevens het oliefilter vervangen.  Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje voor het vervangingsinterval van dit onderdeel.  
Roetfilter (diesel) 
 Als het roetfilter vervuild is, wordt u hierop geattendeerd door het tijdelijk branden van dit lampje in combinatie met een melding op het multifunctionele display.  Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de omstandigheden het toelaten, met een snelheid van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje dooft.  Als het lampje blijft branden is het minimum brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg de paragraaf "Niveau brandstofadditief". 
  Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar keer dat het roetfilter geregenereerd wordt een brandlucht ruiken; dit is volkomen normaal.  Als langdurig met zeer lage snelheid wordt gereden of de motor langdurig stationair draait, kan bij gasgeven soms rook uit de uitlaat waargenomen worden. Dit heeft geen invloed op de prestaties en heeft geen gevolgen voor het  milieu.   
Tijdens de regeneratie van het roetfilter is 100% elektrisch rijden niet mogelijk.  
Zet het contact altijd af (verklikkerlampje Ready  uit) als u werkzaamheden onder de motorkap wilt uitvoeren, om letsel door het automatisch starten van de motor te voorkomen.   
Page 250 of 378

02
SETUP2ABC3DEF5JKL4GHI6MNO8TUV7PQR S9WXYZ0*#
1NAV TRAFFICADDR
BOOKSETUP
248
  Wij raden u aan om voordat u het systeem de eerste keer gebruikt, de gebruiksadviezen te beluisteren, hardop uit te spreken en te herhalen.  
  Druk op de toets SETUP en selecteer de functie "Taal en spraakfuncties". Draai aan de ring en selecteer "Instellen  spraakherkenning". Activeer de spraakherkenning. 
 Selecteer  "Gebruiksadviezen".  
Gesproken  commando's  
Spraakherkenning 
  De afhankelijk van de context hardop uit te spreken teksten worden weergegeven in de volgende tabellen. 
 Spreek hardop uit en uw Peugeot Connect 3D Nav voert uw commando  uit.  
  U kunt de spraakherkenning activeren door het uiteinde van de lichtschakelaar in te drukken.  
  CONTEXT  GESPROKEN COMMANDORESULTAAT
ALGEMEEN Hulp  adresboek  Hulp  spraakherkenning  Hulp  media  Hulp  navigatie  Hulp  telefoon  Hulp  radio  Annuleren  Aanpassen 
 Toegang tot het helpscherm adresboek  Toegang tot het helpscherm spraakherkenning  Toegang tot het helpscherm beheer media  Toegang tot het helpscherm navigatie  Toegang tot het helpscherm telefoon  Toegang tot het helpscherm autoradio  Om het laatste gesproken commando te annuleren  Verzoek om het aanpassen van het laatste gesproken commando  Wissen 
RADIO Zender  kiezen  Zender  
 Selecteren van een radiozender  Selecteren van een radiozender met het RDS-label 
NAVIGATIE Bestemming  invoeren  Gesproken  commando's uitschakelen  Gesproken  commando's activeren  Adres  opslaan  Navigatie  starten  Navigatie  stopzetten  Naar opgeslagen bestemming navigeren  Points Of Interest zoeken 
 Commando om een nieuwe bestemming in te voeren  Uitschakelen van de gesproken commando's tijdens de navigatie  Activeren van de gesproken commando's tijdens de navigatie  Opslaan van een adres in het adresboek  Starten van de navigatie (als de bestemming is ingevoerd)  Stopzetten van de navigatie  Starten van de navigatie naar een al eerder opgeslagen bestemming  Starten van de navigatie naar een Point Of Interest 
 GESPROKEN COMMANDO'S EN STUURKOLOMSCHAKELAARS  
Page 281 of 378

NAV
RADI O
279
Video-standaard (AUX)3
Initialiseren video-instellingen3
Off  /  Off  /  OffAudio /    Audio /    Audio /Audio en video
  Beheer  aux-aansluiting 2
3
  Menu  "Radio" 
  FM  
1
2
  Frequentie  kiezen  2
Raadpleeg het onderstaande menu " Audio-instellingen ".
  Audio-instellingen 2
3
  Menu  "Audio-instellingen" 
  Bal./Fader  
1
2
  Bass  /  hoge  tonen  2
  Geluidssfeer 2
Geen3
Klassiek3
Jazz3
Rock/pop3
Techno3
Vocaal3
  Achterluidsprekers  uitschakelen  2
  Loudness  2
  Automatische  correctie  volume  2
  Audio-instellingen  initialiseren   2
  Menu  "Navigatie" 
  Navigatie stoppen / Navigatie hervatten  
1
2
  Bestemming  invoeren 2
Nieuw adres invoeren3
 Land 4
 Plaats 4
 Straat 4
 Huisnummer 4
 Navigatie  starten 4
 Postcode 4
 Aan adresboek toevoegen 4
 Kruising 4
 Stadscentrum 4
 GPS  coördinaten 4
 Invoer op kaart 4
Navigatie naar huis3
Vanuit laatste bestemmingen3
Vanuit adresboek3
  Etappes 2
Etappe toevoegen3
 Nieuw adres invoeren 4
 Navigatie naar huis 4
 Vanuit  adresboek 4
 Vanuit laatste bestemmingen 4
Route aanpassen3
Etappe vervangen3
Etappe verwijderen3 
Page 300 of 378

04
298
  Selecteer en bevestig "  Bestemming kiezen  ", selecteer "  GPS-coördinaten   " en bevestig uw keuze.  
  Voer de GPS-coördinaten in en bevestig uw invoer met " OK " om het navigeren te  starten.   
  Druk  op   N AV  voor het menu "  Navigatie   ".  
GPS-coördinaten als bestemming invoeren     Naar een punt op de kaart  
  Druk, als de kaart op het scherm wordt weergegeven, op  OK  om naar het contextmenu te gaan. Selecteer dan "  Kaart verplaatsen  " en bevestig uw keuze.  
  Druk  op   OK  voor het contextmenu van de functie "  Kaart verplaatsen   ".  
  Selecteer  "   Als bestemming kiezen  " of "  Als tussenstop kiezen  " en bevestig uw  keuze.   
  Verplaats de cursor op het scherm met de navigatietoets om een bestemmingspunt te kiezen.  
 NAVIGATIE - ROUTEBEGELEIDING  
Page 318 of 378

06
316
 TELEFONEREN 
  Druk 2 keer op  PHONE .  
  Selecteer  "   Bellen  " en bevestig uw keuze.  
  Selecteer  "   Contacten  " en bevestig uw keuze.  
  Toets het nummer in op het virtuele toetsenbord door de cijfers te selecteren en daarna te bevestigen 
 Bevestig met " OK " om het ingevoerde telefoonnummer  te  bellen.   
  Druk  op   TEL  of 2 keer op  PHONE .  
  Een  nieuw  nummer  bellen     Een  contact  bellen  
  Selecteer het gewenste contact en bevestig uw invoer. 
 Als u het contact via de toets  PHONEhebt opgevraagd, selecteert u "  Bellen   " en bevestigt u uw keuze.  
  Selecteer het nummer en bevestig uw keuze om het bellen te starten   
Bellen   Gebruik de telefoon liever niet onder het rijden. Stop op een veilige plaats om te bellen als u gelegenheid hebt en gebruik bij voorkeur de toetsen op het stuur.  toetsen op het stuur.   
Page 368 of 378

Index
366
Schakelaars stoelverwarming ........................83Selectiehendel gestuurde handgeschakelde versnellingsbak .............179Serienummer auto ........................................239Set voor tijdelijke bandenreparatie ...............197Sfeerverlichting .............................................12 2SIM-kaart ..............................................125, 276Sjorogen ........................................................132Skiluik ............................................................13 0Slepen van een auto .......................4 7,  2 2 7,  2 2 8Sleutel met afstandsbediening .........90, 91, 93, 95Sneeuwkettingen ..........................................208Sneeuwscherm .............................................232Snelheidsbegrenzer ......................................Snelheidsbegrenzer ......................................Snelheidsbegrenzer173Snelheidsregelaar .........................................Snelheidsregelaar .........................................Snelheidsregelaar176Snelmenu's ...........................................252, 294Spaarfase ......................................................224Spraaksynthese ............................................306
Tankbeveiliging .............................................107Technische gegevens ...........................235-237Te laag brandstofniveau .........................5 7,  1 0 5Telefoon ........................243, 273 -275, 312, 316Te l l e r ..........................................................Te l l e r ..........................................................Te l l e r32, 48Tijdelijke bandenspanning (met set) .............197Tijd instellen ....................................................65TMC (verkeersinformatie) ....................265, 309Toerenteller .....................................................Toerenteller .....................................................Toerenteller48Trekhaak .......................................................229
T
U
S
V
Veiligheidsgordels ..................................157-159Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ......137, 138, 142, 145, 147-149, 160Ventilatie .................................40, 44, 74, 75, 87Ventilatieroosters ............................................74Verbindingstoets PEUGEOT ........................243Verbruikscijfers ...............................................42Vergrendeling van binnenuit .........................101Verkeersinformatie (TA) .......266, 310, 323, 348Verkeersinformatie (TMC) .......265, 266, 309, 310Verklikkerlampje Ready ..................................28Verklikkerlampjes ..........................50, 52, 54-56Verklikkerlampje service .................................55Verklikkerlampjes (status) ...............................52Verlichting .....................................................123Verlichting bagageruimte ..............................123Vermogen ........................................................32Vervoer van lange voorwerpen ..............8 4, 13 0Verwarming .....................................................40Verwijderbare koffervloer  ............................13 3Voor stoelen .........................................80, 81, 84
Resetten van de ruitbediening ........................98Richtingaanwijzers ................151, 209, 210, 212Riem ..............................................................132Risicozones (update) ...........................263, 300Roetfilter ................................................Roetfilter ................................................Roetfilter19 4, 195Ruitbediening ..................................................98Ruitensproeier achter ...................................Ruitensproeier achter ...................................Ruitensproeier achter117Ruitensproeiers vóór.....................................118Ruitenwisser achter ......................................Ruitenwisser achter ......................................Ruitenwisser achter117Ruitenwisserbladen (vervangen) ..........120, 226Ruitenwissers ........................................11 6 ,  11 9Ruitenwisserschakelaar .................Ruitenwisserschakelaar .................Ruitenwisserschakelaar11 6 ,  117,  11 9
Starten.....................................................27, 222Starten van de auto...........................27, 93, 179Starten van de motor ..........................Starten van de motor ..........................Starten van de motor27, 28, 35Stilzetten van de auto .......................27, 93, 179Stoelen achter .................................................Stoelen achter .................................................Stoelen achter85Stoelen verstellen .....................................80, 81Stoelverwarming .............................................83Stop & Start .....................77, 189, 190, 192, 195Streaming audio Bluetooth ..................328, 355Stuurslot ..........................................................93Stuurwiel (verstellen) ......................................87Supervergrendeling ........................................91Synchroniseren afstandsbediening ................94Synchroniseren van de afstandsbediening ....94
Uitschakelen airbag passagier .....................Uitschakelen airbag passagier .....................Uitschakelen airbag passagier160Updaten risicozones ............................263, 300Update van de POI's .....................................263USB-aansluiting ...................126, 329, 350, 352