4WD Peugeot 3008 Hybrid 4 2013.5 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2013.5, Model line: 3008 Hybrid 4, Model: Peugeot 3008 Hybrid 4 2013.5Pages: 378, PDF Size: 22.12 MB
Page 28 of 378
Hybridesysteem
26
De elektronische controle-eenheid vermogen (4) stuurt automatisch de verschillende werkingsfasen van de twee motoren (dieselmotor en elektromotor) aan om een zo laag mogelijk brandstofverbruik mogelijk te maken. Voor de regeling van het elektrische vermogen zijn een motorgenerator en een omvormer nodig. De motorgenerator bepaalt het koppel van de elektromotor door de van de tractiebatterij afkomstige stroom te regelen. Het spanningsbereik van de motorgenerator ligt tussen 150 en 270 V. De omvormer zet de hoogspanning van 200 V van de tractiebatterij om in een spanning van 12 V voor de voeding van de elektrische installatie van de auto.
De dynamo/startmotor (5) voert de Stop & Star t-functie uit zodat de dieselmotor wordt uitgeschakeld als de auto tot stilstand komt (bijvoorbeeld voor een verkeerslicht, bij het naderen van een voorrangsweg of in een file) of in rijomstandigheden waarbij volledig elektrisch kan worden gereden. Het stoppen en starten van de dieselmotor gebeurt onmiddellijk en op een voor de bestuurder onmerkbare manier. Deze dynamo/startmotor zorgt ook voor het laden van de tractiebatterij en de 12V-accu (bijvoorbeeld in de stand 4WD of als de tractiebatterij bijna leeg is).
De 2Tronic versnellingsbak (6) zorgt in de automatische stand voor een aanzienlijk lager brandstofverbruik ten opzichte van een conventionele handgeschakelde versnellingsbak, dankzij het elektronisch geregelde schakelprogramma. Met behulp van de schakelflippers achter het stuur wiel kunt u bovendien op elk moment zelf schakelen, zowel in de automatische als de handgeschakelde stand.
Page 31 of 378
.Hybridesysteem29
Keuzeschakelaar HYbrid4
Met de keuzeschakelaar kunt u een keuze maken uit vier aandrijfstanden. Draai de knop naar rechts of links: de geselecteerde stand wordt aangegeven door het branden van het desbetreffende verklikkerlampje.
Stand ZEV : 100% elektrisch rijden. ZEV : 100% elektrisch rijden. ZEV
Stand Sport : voor maximale prestaties.
Stand 4WD : aandrijving van zowel de voor wielen als de achter wielen.
Stand AUTO : voor normale rijomstandigheden en een zo laag mogelijk brandstofverbruik.
Page 33 of 378
.Hybridesysteem31
Stand Sport
(diesel en
elektrisch)
Stand 4WD **
(diesel en
elektrisch)
Deze stand maakt een sportievere rijstijl mogelijk dankzij extra prestaties . De auto accelereert sneller doordat de volledige capaciteit van de elektromotor is gekoppeld aan het vermogen van de dieselmotor. Voor de progressiviteit van het gaspedaal, de aansturing van de elektronisch gestuurde versnellingsbak en het door de elektromotor geleverde vermogen zijn in deze stand specifieke regelingen van toepassing. In de stand Sport: - Assisteert de elektromotor de dieselmotor tot 120 km/h.
In deze stand is bij lage snelheden extra tractie *** beschikbaar dankzij de permanente aandrijving van de voor- en achter wielen van de auto: de dieselmotor (aandrijving van de voor wielen) en de elektromotor (aandrijving van de achter wielen) werken gelijktijdig en permanent. De dieselmotor en de elektromotor worden elektronisch op elkaar afgestemd, zodat de tractie van de auto op een wegdek met weinig grip wordt verbeterd. In de stand 4WD: - Wordt de achterin geplaatste elektromotor indien nodig gevoed door de dynamo/startmotor van de voorin geplaatste dieselmotor. De dieselmotor werkt
permanent. - Assisteert de elektromotor de dieselmotor tot 120 km/h.
** 4WD: 4 Wheel Drive (vier wielaandrijving). *** Deze stand komt optimaal tot zijn recht als de auto is voorzien van banden die geschikt zijn voor de desbetreffende ondergrond (bijv. winterbanden).
Deze stand dient gekozen te worden wanneer u op gladde wegen of op onverhard terrein (bijvoorbeeld modder en zand) rijdt. In deze stand is het raadzaam om onder zware omstandigheden en als de wegconditie het toelaat veel gas te geven om weg te kunnen rijden en te voorkomen dat de auto vast komt te zitten. De beschikbaarheid van de stand 4WD is onafhankelijk van: - de laadtoestand van de tractiebatterij, - de hoogte waarop de auto zich bevindt.
Page 35 of 378
.Hybridesysteem33
Weergave van de energiestromen van het hybridesysteem
Standen hybridesysteem
1. Geselecteerde stand van het hybridesysteem (AUTO, ZEV, SPORT, 4WD). 2. Meldingen, bijv.: "Zero Emission" als de dieselmotor is uitgeschakeld (0 g/km CO2).
Werking/energiestromen
6. De dieselmotor voedt de tractiebatterij (afhankelijk van de laadtoestand). 7. Pijl van links naar rechts: de tractiebatterij voedt de elektromotor (als de elektromotor in werking is). Pijl van rechts naar links: de elektromotor/generator laadt de tractiebatterij op (regeneratie van energie). 8. De dieselmotor drijft de voor wielen aan. 9. De elektromotor drijft de achter wielen aan.
Infrastructuur van de auto
3. Dieselmotor. 4. Laadtoestand van de tractiebatterij. 5. Elektromotor/generator.
De actuele informatie met betrekking tot de geselecteerde stand van het hybridesysteem, de pijlen van de energiestromen en de laadtoestand van de tractiebatterij worden weergegeven op het display van het instrumentenpaneel.
Page 210 of 378
Praktische informatie
208
Uitsluitend de voor wielen mogen van sneeuwkettingen worden voorzien. Een reservewiel mag niet worden voorzien van een sneeuwketting.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn voor het type velg van uw auto. Neem voor meer informatie over sneeuwkettingen contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een sneeuwvrij gemaakte weg om schade aan de banden en het wegdek te voorkomen. Het is raadzaam voor vertrek het monteren van de sneeuwkettingen te oefenen; doe dit op een vlakke en droge ondergrond. Als uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen, controleer dan of de ketting en de bevestigingen de velg niet raken.
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto.
Houd u altijd aan de ter plekke geldende regelgeving over het gebruik van sneeuwkettingen en de maximaal toegestane snelheid.
Montagetips
Als u onder weg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant van de weg stil op een vlakke ondergrond. Trek de handrem aan en plaats eventueel wielblokken voor of achter de wielen om te voorkomen dat de auto wegglijdt. Zet het contact af en controleer of het controlelampje "READY" op het instrumentenpaneel is gedoofd. Monteer de sneeuwkettingen, volg daarbij de aanwijzingen van de fabrikant. Rijd langzaam weg en rijd een klein stukje met een snelheid van maximaal 50 km/h. Zet de auto stil en controleer of de kettingen correct gespannen zijn.
Er mogen alleen sneeuwkettingen op de voor wielen worden gemonteerd. De keuzeschakelaar moet in de stand 4WD staan.