Peugeot 308 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2015Pages: 416, PDF Size: 10.64 MB
Page 31 of 416

29
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator op
basis van het aantal afgelegde kilometers
en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5
seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
5
seconden na het aanzetten van het contact
verdwijnt de sleutel ; de teller geeft weer de
kilometerstand en de stand van de dagteller aan.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor (volgens land van
bestemming) heeft de mate van
vervuiling van de motorolie ook invloed
op de berekening.
1
Controle tijdens het rijden
Page 32 of 416

30
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Afhankelijk van het gebruik van de auto
kan naast de hoeveelheid afgelegde
kilometers ook de tijd bepalend zijn
voor het moment waarop de auto een
onderhoudsbeurt nodig heeft.
De sleutel kan gaan branden als
het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant, is
overschreden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel afhankelijk
van de mate van vervuiling van de
motorolie ook eerder gaan branden, wat
afhankelijk is van de rijomstandigheden
van de auto.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
5
seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden .
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
gaat bij het aanzetten van het contact ook het
verklikkerlampje Service branden.
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5
seconden de sleutel
knipperen om aan te geven dat de
onderhoudswerkzaamheden zo spoedig
mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt met 300
km
overschreden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
5
seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
Controle tijdens het rijden
Page 33 of 416

31
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Op 0 zetten van de
o nderhoudsindicator
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5
minuten. Het op
0
zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
1
Controle tijdens het rijden
Page 34 of 416

32
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Motorolieniveaumeter
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact
het motorolieniveau enkele seconden
weergegeven, gelijktijdig met de
onderhoudsindicator.Een controle van het olieniveau is
alleen betrouwbaar als de auto op een
vlakke, horizontale ondergrond staat
en de motor minstens 30
minuten niet
heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Als het motorolieniveau in orde is, wordt
een melding op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Te weinig olie
Als het motorolieniveau te laag is, wordt
een melding op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Storing motorolieniveaumeter
Als de motorolieniveaumeter defect is, wordt
een melding op het instrumentenpaneel
weergegeven. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Oliepeilstok
2 merktekens op de peilstok:
- A = maxi; het olieniveau
mag nooit boven dit niveau
uitkomen,
-
B
= mini; als het olieniveau
niet boven het niveau B
uitkomt, moet het voor
de motor van uw auto
voorgeschreven type
motorolie worden bijgevuld
via de vulopening.
Raadpleeg de rubriek "Onderhoud"
voor de plaats van de peilstok en
het bijvullen van motorolie voor het
motortype van uw auto.
Controle tijdens het rijden
Page 35 of 416

33
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Voor reizen in het buitenland kan
de eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële
eenheid van het land (km of mijl). De
eenheid kan bij stilstaande auto worden
gewijzigd via het configuratiemenu van
het display.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0
staat.
1
Controle tijdens het rijden
Page 36 of 416

34
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Dimmer dashboardverlichting
U kunt de lichtsterkte van de verlichting van
het dashboard en het touchscreen handmatig
aanpassen aan het licht van de omgeving.
Instrumentenpaneel
Druk ter wijl de verlichting brandt op de knop
om de sterkte van de dashboardverlichting,
de verlichting van het touchscreen en de
sfeerverlichting in te stellen. Laat de knop los
zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Touchscreen
F Druk op het menu "Configuratie".
F S tel de lichtsterkte (uitsluitend van de
verlichting van het touchscreen) in door te
drukken op de toetsen " +" of " -".
Controle tijdens het rijden
Page 37 of 416

35
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).
Boordcomputer
Display van het
instrumentenpaneelWeergave van de informatie
F Druk op de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar om
achtereenvolgens de verschillende functies
weer te geven. -
A
ctuele informatie:
● actieradius,
● actueel
br
andstofverbruik,
● de teller van het Stop & Start-
systeem.
- Traject
"1":
● gemiddelde
s
nelheid,
● gemiddeld
b
randstofverbruik,
● de afgelegde afstand, v
oor het eerste traject.
- Traject "2" :
● gemiddelde
s
nelheid,
● gemiddeld
b
randstofverbruik,
● de
afgelegde afstand,
v
oor het tweede traject.
Volgens uitvoering
1
Controle tijdens het rijden
Page 38 of 416

36
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Traject resetten
F Druk zodra het gewenste traject wordt aangegeven de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar langer dan twee
seconden in.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
Controle tijdens het rijden
Page 39 of 416

37
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Boordcomputer
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).
Weergave van de informatie
op het touchscreen
Permanente weergave:
F S electeer het menu "Rijhulpsysteem" .
De informatie van de boordcomputer wordt
weergegeven op de hoofdpagina van het menu.
F
D
ruk op een van de toetsen om het
gewenste tabblad te bekijken. Tabblad met actuele informatie:
-
actieradius,
-
hui
dig brandstofverbruik,
-
d
e teller van het Stop & Start-
systeem.
Traject "1" :
-
af
gelegde afstand,
- g emiddeld brandstofverbruik,
- g emiddelde snelheid,
v
oor het eerste traject.
Traject "2" :
-
af
gelegde afstand,
-
g
emiddeld brandstofverbruik,
-
g
emiddelde snelheid,
v
oor het tweede traject.
Traject resetten
F Druk, zodra het gewenste traject wordt weergegeven, op de toets voor
het resetten of op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
De gegevens zijn toegankelijk via het menu "Rijhulpsysteem".
Tijdelijke weergave in een specifiek venster:
F
D
ruk op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar om de informatie
te bekijken en de verschillende tabbladen
weer te geven.
Touchscreen
1
Controle tijdens het rijden
Page 40 of 416

38
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Boordcomputer, enkele definities
Actieradius
(km of miles)
Aantal kilometers dat u nog met de
resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden (berekend op basis van
het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan
wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 5
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven. Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/h.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend over de laatste verstreken
seconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/
minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, registreert een teller hoelang de
STOP-stand tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Controle tijdens het rijden