Peugeot 308 2018 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2018Pages: 324, PDF Size: 10.83 MB
Page 21 of 324

19
Uitschakeling
van de
automatische
functies (met
elektrische
parkeerrem)Brandt permanent.
De functies "automatisch aantrekken"
(bij het afzetten van de motor)
en "automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet.
Bij een storing gaat het branden
van dit lampje vergezeld van een
waarschuwingsmelding. Voer (3) uit als het automatisch aantrekken/vrijzetten
niet meer mogelijk is.
De parkeerrem kan handmatig worden vrijgezet.
+ Automatisch
aantrekken
(met
elektrische
parkeerrem) Branden permanent,
in combinatie met
de weergave van
de melding "Storing
parkeerrem". De functie automatisch aantrekken is
niet beschikbaar, de parkeerrem kan
alleen handmatig worden bediend.
Gebruik de hendel van de elektrische parkeerrem.
Als de functie automatisch vrijzetten tevens niet
beschikbaar is, zet de parkeerrem dan handmatig vrij.
+
+ Storing (in
elektrische
parkeerrem)
Branden permanent,
in combinatie met
de melding "Storing
parkeerrem". Er is een storing in de parkeerrem: de
handmatige en automatische functies
werken mogelijk niet meer.
Om bij stilstand de auto op zijn plaats te houden:
F
T
rek aan de hendel en houd deze ongeveer 7 tot
15
seconden aangetrokken tot het lampje op het
instrumentenpaneel gaat branden.
Als deze procedure niet werkt, beveilig uw auto dan op
de volgende wijze tegen wegrollen:
F
P
arkeer de auto op een vlakke ondergrond.
F
B
ij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak: schakel een versnelling in.
F
B
ij auto's met een automatische transmissie:
selecteer P en plaats het meegeleverde wielblok
voor of achter een van de wielen.
Voer ver volgens (2) uit.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel
Page 22 of 324

20
Active Lane
Departure
Warning SystemBrandt permanent.
Het systeem is uitgeschakeld of in de
wachtstand gezet.
Knippert. De auto dreigt een onderbroken
rijstrookmarkering te overschrijden
zonder dat de richtingaanwijzer is
ingeschakeld. Het systeem wordt geactiveerd en corrigeert
ver volgens de koers afhankelijk van de zijde van de
rijstrookmarkering die overschreden dreigt te worden.
+ Branden permanent,
in combinatie met
een melding en een
geluidssignaal.Storing in het Lane Departure
Warning System.
Voer (3) uit.
MistachterlichtBrandt permanent. De verlichting brandt.
Groene lampjes
Automatische
ruitenwissersBrandt permanent.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd.
Stop & Star t Brandt permanent. Bij het tot stilstand komen heeft het
Stop & Start-systeem de motor in de
STOP-stand gezet.
Knippert tijdelijk. De STOP-stand is momenteel niet
beschikbaar of de START-stand wordt
automatisch geactiveerd.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
(1) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af. (3)
: ga naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
(2): neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 324

21
RichtingaanwijzersKnipperen met
geluidssignaal.De richtingaanwijzers zijn
ingeschakeld.
Parkeerlichten Brandt permanent. De lampen branden.
Dimlicht Brandt permanent. De lampen branden.
Mistlampen vóór Brandt permanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld.
+
of
Grootlichtassistent Branden permanent. De functie is geactiveerd via het
touchscreen (menu Auto/Rijden).
De lichtschakelaar staat in de stand
"AUTO ".
Blauwe lampjes
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Grootlicht Brandt permanent. De lampen branden.
1
Instrumentenpaneel
Page 24 of 324

22
Voet op het
koppelingspedaalBrandt permanent.
Stop & Start: de START-stand kan
niet worden geactiveerd, omdat het
koppelingspedaal niet volledig wordt
ingetrapt. Trap het koppelingspedaal volledig in.
Automatische
transmissie
E AT 8 Brandt permanent.
De automatische transmissie EAT8 is
vergrendeld. Druk op de toets Unlock
om de transmissie te
ontgrendelen.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Zwarte/witte lampjes
Voet op het
rempedaalBrandt permanent.
Rempedaal niet of onvoldoende
stevig ingetrapt. Om bij uitvoeringen met een automatische
transmissie, bij draaiende motor en vóór het vrijzetten
van de parkeerrem de selectiehendel uit stand P te
halen.
Bij uitvoeringen met de automatische transmissie
EAT8
moet mogelijk het rempedaal worden ingetrapt
om de transmissie vanuit stand N in een andere stand
te kunnen zetten.
Als u de parkeerrem wilt vrijzetten zonder het
rempedaal in te trappen, brandt dit lampje permanent.
(1) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af. (2): neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats. (3)
: ga naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 25 of 324

23
Meters
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de
uitvoering van de auto:
-
o
p de plaats van de kilometerteller wordt
de resterende afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt of de afgelegde afstand,
voorafgegaan door het teken "-", sinds
het onderhoudsinterval is verstreken
weergegeven.
De weergegeven afstand (in kilometers of
mijlen) wordt berekend op basis van het
aantal afgelegde kilometers en de verstreken
tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden
weergegeven als het einde van het
onderhoudsinterval in tijd nadert.
Waarschuwings-
resp.
verklikkerlampje Status
OorzaakActies/Opmerkingen
OnderhoudssleutelGaat tijdelijk branden
bij het aanzetten van
het contact.De afstand tot de
eerstvolgende beurt is
3000 tot 1000
km.
Brandt permanent, bij
het aanzetten van het
contact. De onderhoudsbeurt
moet binnen 1000
km
worden uitgevoerd. Laat spoedig een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
+
Onderhoudssleutel
knippertKnippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten van
het contact.
(Bij uitvoeringen
met de BlueHDi-
dieselmotor, in
combinatie met het
lampje Service). Het inter val voor de
onderhoudsbeurt is
overschreden.
Laat zo spoedig
mogelijk een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
- een waarschuwingsmelding geeft de
resterende afstand en de tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan of geeft
aan dat het onderhoudsinterval is verstreken.Op nul zetten van de
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Als u de onderhoudsbeurt van uw auto zelf
hebt uitgevoerd:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de teller begint terug te
tellen,
F
l
aat de knop los als het display " =0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5
minuten. Het op nul
zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 324

24
Opvragen van onderhoudsinformatie
(alleen bij display 2)
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de resetknop van de dagteller.
De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
- zone B, i s de temperatuur te hoog.
Het waarschuwingslampje te hoge
temperatuur en het waarschuwingslampje
STOP gaan branden, in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding op het scherm.
STOP zo snel mogelijk op een veilige
plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Open nadat u het contact hebt afgezet
voorzichtig de motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
Als bij draaiende motor de wijzer zich
bevindt in:
-
zone A, is de temperatuur in orde,
Motorolieniveaumeter
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
worden bij het aanzetten van het contact zowel
het motorolieniveau als de onderhoudsindicator
enkele seconden weergegeven.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Laag olieniveau
Als het motorolieniveau te laag is, gaat
"OIL " knipperen of wordt een melding van
een incorrect olieniveau weergegeven in
combinatie met het branden van het lampje
Ser vice en een geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus .
Instrumentenpaneel
Page 27 of 324

25
Storing in motorolieniveaumeter
Als de motorolieniveaumeter niet werkt,
wordt het motorolieniveau niet meer
gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u
het motorolieniveau controleren met de
peilstok in de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus.
AdBlue®-actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-
dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij Bij een storing van de motorolieniveaumeter
gaat het symbool OIL _ _ knipperen of wordt
de melding " Ongeldige meting olieniveau "
weergegeven. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Niet starten van de motor bij een te
laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven.
Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven*.
*
A
lleen bij display 2 .
Bij toegang via de bagageruimte
Actieradius tussen 2400 en 600 km
A ctieradius kleiner dan 600 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit lampje branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld
" Vul AdBlue bij: starten onmogelijk over x km")
die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog
kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen vloeistof
is bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit lampje branden in combinatie met
het permanent branden van het lampje
Ser vice, een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden herhaald zolang er geen AdBlue
is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
1
Instrumentenpaneel
Page 28 of 324

26
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue®
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 5
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Bij toegang via de brandstofvulklep
Actieradius tussen 2400 en 800 kmActieradius tussen 800 en 100
km
Actieradius kleiner dan 100 km Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 10
km weergegeven zolang er
geen AdBlue is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue®
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 5
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Als het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
samen met het lampje Ser vice knipperen in
combinatie met een geluidssignaal en de melding
"Vul AdBlue bij: Starten onmogelijk".
Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit
lampje ongeveer 30 seconden branden in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Deze meldingen worden vergezeld van het
advies om niet meer dan 10
liter AdBlue bij te
vullen.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit lampje branden in combinatie met een
geluidssignaal (1 pieptoon) en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: Starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 100 km weergegeven zolang
er geen vloeistof is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit
lampje knipperen in combinatie met een
geluidssignaal (1 pieptoon) en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden.
Als het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
knipperen in combinatie met een geluidssignaal en de
melding "Vul AdBlue bij: Starten onmogelijk".
Instrumentenpaneel
Page 29 of 324

27
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als
meer dan 1100 km is gereden nadat de
storing in het SCR-systeem is bevestigd.
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing wordt gedetecteerd
In het geval van een tijdelijke
storing verdwijnt de waarschuwing
tijdens de volgende rit na controle
van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze lampjes gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en ver volgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen. Tijdens de toegestane rijfase (tussen 1100
en 0
km)
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-emissieregelsysteem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Ga zo snel mogelijk naar het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.
Starten geblokkeerd U hebt de limiet van de toegestane
rijfase overschreden: het
startblokkeringssysteem voorkomt dat de
motor kan worden gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
deze lampjes branden en knippert het lampje
AdBlue in combinatie met een geluidssignaal
en de melding "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd". Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (na 50 km) en de storingsmelding
permanent wordt weergegeven, gaan deze
lampjes branden en gaat het lampje AdBlue
knipperen in combinatie met een geluidssignaal
en een melding (bijv.: "Storing emissieregeling:
Starten onmogelijk over 300 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden.
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Voor reizen in het buitenland kan de
eenheid van afstand worden aangepast:
de snelheid moet namelijk worden
weergegeven in de officiële eenheid van
het land (km of mijl). U kunt bij stilstaande
auto de eenheid voor snelheid wijzigen via
het configuratiemenu.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 324

28
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft gezet.
F Druk bij aangezet contact op de knop tot de dagteller op 0 staat.
Dimmer dashboardverlichting
Hiermee kunt u de lichtsterkte van de verlichting van het
dashboard en het touchscreen handmatig aanpassen.
Werkt alleen als de verlichting van de auto
is ingeschakeld.
Instrumentenpaneel
Druk ter wijl de buitenverlichting brandt
op deze knop om de sterkte van de
dashboardverlichting, de verlichting van het
touchscreen en de sfeer verlichting in te stellen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Touchscreen
F Druk op het menu Auto/Rijden .
F S electeer in dit menu het tabblad
Voertuiginstellingen en daarna
Comfortverlichting .
F
S
tel de lichtsterkte (uitsluitend van de
verlichting van het het touchscreen) in door
te drukken op de toetsen " +" of " -".
Boordcomputer
Geeft informatie over het actuele traject
(actieradius, actueel brandstofverbruik,
gemiddeld brandstofverbruik enz.).
Weergave van informatie
Met display 1 en het audiosysteem:
Met display 2 :
Instrumentenpaneel