ESP Peugeot 308 2021 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2021, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2021Pages: 244, PDF Size: 8.24 MB
Page 221 of 244

219
PEUGEOT Connect Nav
11de smartphone en van het systeem
up-to-date te houden. Op deze manier zorgt
u ervoor dat de communicatie tussen de
smartphone en het systeem goed verloopt.
USB-verbinding
Sluit de USB-kabel aan.
De smartphone wordt opgeladen als deze
via een USB-kabel is aangesloten.
Bluetooth-verbinding
Schakel de Bluetooth-functie van de
telefoon in en maak deze zichtbaar voor
alle apparaten (zie het gedeelte "Connect-App").
Wi-Fi-verbinding
Selecteer een Wi-Fi-netwerk dat door het
systeem wordt gedetecteerd en maak
hiermee verbinding.
Deze functie is alleen beschikbaar als
deze is ingeschakeld via de "Notificaties"
of via het menu "Connect-App".
Druk op "Berichten".
Selecteer Wi-Fi om deze in te schakelen.
OF
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd ", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor
het netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
"Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om verbinding tot stand te
brengen tussen de smartphone en het
systeem van de auto.
Beperkingen in gebruik:
– Met CarPlay® is het delen van een
verbinding alleen beschikbaar bij een
Wi-Fi-verbinding.
–
Met MirrorLinkTM is het delen van een
verbinding alleen beschikbaar bij een
USB-verbinding.
De kwaliteit van de diensten is afhankelijk van
de kwaliteit van de netwerkverbinding.
Versturen van gegevens
toestaan.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Systeemconfiguratie".
Selecteer het tabblad "Stand
privégesprek ".
OF
Druk op "Berichten".
Druk op "Stand privégesprek".
VERVOLGENS
Schakel het volgende in of uit:
–
"Niet delen (gegevens, locatie van de
auto)".
–
"Alleen gegevens delen"
–
"Gegevens en voertuigpositie delen "
Specifieke instellingen voor
online navigatie
Druk op Navigatie om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Instellingen".
Selecteer het tabblad "Kaart ".
Schakel het volgende in of uit:
–
"Waarschuwingen voor risicozones
toestaan".
–
"Adviesroute om eindbestemming te voet
te bereiken".
Deze instellingen moeten voor elk profiel worden
geconfigureerd.
Druk op "OK" om uw keuze te
bevestigen.
Page 226 of 244

224
PEUGEOT Connect Nav
Via deze functie kunt u zien welke online
diensten u gebruikt en welke beschikbaar zijn,
en kunt u de verbindingsmethode wijzigen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Frequentie".
Druk op een van de toetsen om
automatisch naar radiozenders te zoeken.
Of
Verplaats de schuifbalk om handmatig
naar andere frequenties te zoeken.
Of
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Zenderlijst" op het
vervolgscherm.
Druk op "Frequentie".
Voer de frequentie in via het virtuele
toetsenbord.
Voer eerst de eenheden in, en klik dan op het
veld voor decimalen om de waarden achter het
decimale punt in te voeren.
Druk op "OK" om te bevestigen.
De radio-ontvangst kan worden verstoord
door het gebruik van elektrische
apparatuur die niet door het merk is
goedgekeurd, zoals een USB-lader die is
aangesloten op de 12 V-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.),
ook als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit
fenomeen is heel normaal bij de transmissie
van radiogolven, en geven in geen geval een
defect van het audiosysteem aan.
Een zender opslaan
Selecteer een zender of een frequentie.
(zie de desbetreffende rubriek).
Druk op "Voorkeuzezenders".
Houd de toets waaronder u de zender wilt
opslaan lang ingedrukt.
De frequentieband wijzigen
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk, om de frequentieband te wijzigen, op
"Band…" rechtsboven op het scherm.
RDS inschakelen/
uitschakelen
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de
radio steeds naar de sterkste frequentie van een
zender, zodat u ernaar kunt blijven luisteren.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen ".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "Volgen van zenders" in of uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Het kan zijn dat het volgen van een
RDS-zender niet in het hele land
beschikbaar is, omdat veel radiozenders geen
dekking hebben in het hele land. Daardoor
kan de zender tijdens het rijden wegvallen.
Tekstberichten weergeven
De functie "Radio-tekstberichten" toont
informatie die door de radiozender wordt
uitgezonden en die betrekking heeft op de
zender, of op het nummer wat op dat moment
wordt afgespeeld.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen ".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "Weergeven radiotekst" in of
uit.
Page 229 of 244

227
PEUGEOT Connect Nav
11worden aangesloten of via Bluetooth-streaming
worden gekoppeld (indien compatibel).
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden
af met de bestandsextensie ".wma", ".aac",
".flac", ".ogg" en ".mp3" met een bitrate tussen
32 Kbps en 320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (".mp4", enz.)
kunnen niet worden afgespeeld.
Alle ".wma"-bestanden moeten standaard WMA
9-bestanden zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) zijn 32, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te
voorkomen, raden wij aan om bestandsnamen
te kiezen van maximaal 20 tekens die geen
speciale tekens bevatten (zoals, " ? . ; ù).
Gebruik uitsluitend USB-geheugensticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Wij raden aan om de originele USB-kabel
voor het draagbare apparaat te
gebruiken.
Telefoon
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van de gebruikte
Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de telefoon om te
kijken welke diensten beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn
ingeschakeld, en de telefoon moet zijn
ingesteld op "zichtbaar voor alle apparaten"
(in de telefooninstellingen).
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit
vanaf de telefoon of het systeem wordt gedaan:
controleer of de door de telefoon en het systeem
weergegeven code identiek zijn.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij
u aan om op de telefoon de functie
Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de
lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de telefoon te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken".
Of
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst met de gedetecteerde
telefoons weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de
lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
–
"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),
–
"Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de telefoon afspelen),
–
"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet"
moet worden geactiveerd voor online
navigatie nadat eerst verbinding delen via de
smartphone is geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon, wordt u
gevraagd om de overdracht van uw contacten en
berichten goed te keuren.
De mogelijkheid van het systeem om
maar één profiel te koppelen hangt af
van de telefoon.
Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle
drie de verbindingsprofielen geselecteerd.
Page 230 of 244

228
PEUGEOT Connect Nav
Profielen die compatibel zijn met het
systeem: HFP, OPP, PBAP, A2DP,
AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, aanvullende
instructies, enz.).
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u met de telefoon waarmee het
laatst verbinding is gemaakt, terugkomt in
uw auto wordt deze automatisch herkend en
wordt er binnen ongeveer 30 seconden na
het inschakelen van het contact automatisch
verbinding gemaakt met de telefoon (indien
Bluetooth is ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om
een lijst met gekoppelde apparatuur weer
te geven.
Druk op de toets "Details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten
of ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om
een lijst met gekoppelde apparatuur weer
te geven.
Druk op de naam van de telefoon die in
de lijst is geselecteerd om de koppeling
ongedaan te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Selecteer de prullenbak rechts boven op
het scherm om een prullenbak naast de
geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op de prullenbak naast de
geselecteerde telefoon om deze telefoon
te verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets telefoon op het
stuur om het gesprek aan te nemen.
En
houd de toets
telefoon op het stuurwiel langer ingedrukt
om het gesprek te weigeren.
Of
Selecteer “Gesprek beëindigen" op het
touchscreen.
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet
onder het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te
bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale
toetsenbord.
Druk op "Bellen" om het nummer te
bellen.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of, houd
de telefoontoets op het stuurwiel
ingedrukt.
Selecteer "Contact".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
Page 235 of 244

233
PEUGEOT Connect Nav
11Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden
kan het zijn dat er geen verbinding beschikbaar
is.
►
Controleer of de online diensten zijn
geactiveerd (instellingen, contract).
Radio
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af, of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 MHz wordt
weergegeven, enz.).
De auto is te ver verwijderd van het zendstation,
of er is geen zendstation aanwezig in het
geografische gebied.
►
Activeer de functie "RDS" via het snelmenu
om het systeem te laten zoeken naar een
sterkere zender in het geografisch gebied.
De antenne ontbreekt of is beschadigd
(bijvoorbeeld tijdens het inrijden van een
wasstraat of parkeergarage).
►
Laat de antenne controleren door een dealer
.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit fenomeen is heel normaal, en geeft geen
defect van het audiosysteem aan.
Ik kan sommige opgeslagen zenders uit de
lijst niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.
De zender wordt niet meer ontvangen, of de
naam van de zender in de lijst is veranderd. Sommige zenders sturen in plaats van een
naam andere informatie mee (bijv. titel van het
afgespeelde nummer).
Het systeem interpreteert deze informatie als de
naam van de zender.
►
Druk op de toets "Lijst updaten" in het
vervolgmenu "Zenderlijst".
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-
geheugenstick begint pas na lang wachten
(ongeveer 2 tot 3 minuten).
Door bepaalde bestanden die standaard
op een USB-geheugenstick staan, kan het
erg lang duren tot de muziek op de USB-
geheugenstick wordt afgespeeld (tot 10 keer de
fabrieksopgave).
►
Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal
submappen in de mappenstructuur van de
USB-geheugenstick.
Na het insteken van een USB-geheugenstick
kan het even duren voordat deze wordt
afgespeeld.
Het systeem leest verschillende data (map, titel,
artiest, enz.). Dit kan een paar seconden duren,
maar ook een paar minuten.
Dit is volkomen normaal.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens
niet verwerken. ►
Gebruik standaard karakters voor de
benaming van nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start
niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.
►
Start het afspelen via het apparaat.
T
itels van nummers en afspeeltijden worden
niet op het scherm voor audiostreaming
weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid
niet.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon
te koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de
telefoon is uitgeschakeld of dat uw telefoon niet
zichtbaar is voor het systeem.
►
Controleer of de Bluetooth-functie van de
telefoon is ingeschakeld.
►
Controleer bij de instellingen van uw telefoon
of deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.
►
Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon
uit en weer in.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem.
►
U kunt op de website van het merk (
diensten) controleren of uw telefoon compatibel
is.
Het volume van de aangesloten Bluetooth-
telefoon is niet hoorbaar
.
Page 236 of 244

234
PEUGEOT Connect Nav
Het volume is afhankelijk van het systeem en
van de telefoon.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het
volume van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit
van een telefoongesprek.
►
Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
ventilatie lager zetten, snelheid verminderen,
enz.).
Sommige contacten komen in de lijst dubbel
voor
.
U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de
SIM-kaart synchroniseren, de contacten op de
telefoon synchroniseren, of beide. Wanneer u
beide synchronisaties selecteert, kan het zijn dat
sommige contacten dubbel voorkomen.
►
Selecteer "Contacten van SIM-kaart
weergeven" of "Contacten van telefoon
weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties.
Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.
►
V
erander de instellingen voor de weergave
van contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen SMS-berichten.
In de Bluetooth-modus kunnen geen SMS-
berichten naar het systeem worden verzonden.Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge
en lage tonen wijzig, wordt geluidssfeer
uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage
tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en
lage tonen.
►
Wijzig de instelling van de hoge en de lage
tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
W
anneer ik de instellingen voor balans wijzig,
wordt de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Wanneer u de instelling voor de
geluidsverdeling wijzigt, worden de
instellingen voor de balans gedeselecteerd.
De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
►
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
V
oor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare
verschillen kunnen genereren bij het veranderen
van de bron.
►
Controleer of de geluidsinstellingen
overeenkomen met de bronnen waarnaar
wordt geluisterd. Het is raadzaam om de
geluidsinstellingen (Bass:,
Treble:, Balans) in de
middelste stand te zetten, om de geluidssfeer op "Geen" te zetten en om de correctie van het
volume in de USB-modus op "Actief" en in de
Radiomodus op "Niet actief" te zetten.
►
Pas, in alle gevallen, nadat u de
geluidsinstellingen heeft ingesteld, het
geluidsvolume op het draagbare apparaat
eerst aan (op hoog zetten). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
Na het afzetten van de motor
, wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de accu
dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-modus om de accu niet te ontladen.
►
Start de auto om de laadstroom van de accu
te verhogen.
Ik kan de datum en tijd niet instellen.
De datum en tijd kunnen alleen worden ingesteld
als u de synchronisatie met de satellieten
deactiveert.
►
Menu Instellingen/Opties/Datum en tijd
instellen. Selecteer het tabblad "T
ijd" en
deactiveer de "GPS-synchronisatie" (UTC).
Page 238 of 244

236
Trefwoordenregister
Brandstofniveaumeter 139–140
Brandstoftank
139, 139–140
Brandstof tanken
139–140
Brandstoftank leeg (diesel)
185
Brandstofverbruik
6
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop
139–140
Brandstofvulklep ~
Brandstoftankklep
139–140
Buitenlandse reizen
55
Buitenspiegels
37, 127
C
Carrosserie 158
Carrosserie-onderhoud
158
CD
200
CD MP3
200
Centrale vergrendeling
22, 24
CHECK
18
Claxon
67
Connectiviteit
221
Contact
50, 89–90, 229
Contact aangezet
90
Controlelampjes
9–10
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle
16
Controles
150, 153–155
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio
199, 225
Dagteller
19
Datum (instellen)
206, 231
Datum instellen
206, 231
Denon (audiosysteem)
44–45
Detectie obstakels
129
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
106, 163, 167
Dieselmotor
139, 150, 185, 190
Digitaal instrumentenpaneel
8–9
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting)
199, 225
Dimlicht
172–173
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)
19
Display instrumentenpaneel
103
Dodehoekbewaking
127, 129
Driver Sport Pack
102–103
Dynamische noodrem
91–94
E
Eco-mode ~ Eco-modus 148
Eco-rijden (adviezen)
6
Electronic Stability Program (ESC)
67–68
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend
91–94, 154
Elektrische ruitbediening
31
Elektrisch verstelbare stoelen
34
Elektronische remdrukregelaar (REF) 67
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake Force Distribution (EBD)
67
Elektronische sleutel
23–24
Elektronische startblokkering ~
Startblokkering, elektronische
26, 87
Elektronisch Stabiliteits Programma
(ESP)
67, 69
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
67
Etiketten
4
F
Fietsendrager 29
Flacon AdBlue®
156
Follow me home-verlichting
57
Follow me home verlichting ~ Follow-me-
home-verlichting
22, 57
Frequentie (radio)
224–225
G
Geheugen instellingen bestuurder 35
Gekoeld dashboardkastje ~
Dashboardkastje, gekoeld
41
Gekoppeld navigatiesysteem
218–221
Gereedschap
160, 160–161, 167
Gesproken commando's ~
Spraakcommando's
212–215
Gevarendriehoek
44
Gewichten
186–187, 189–190