key PEUGEOT 308 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2022, Model line: 308, Model: PEUGEOT 308 2022Pages: 260, PDF Size: 8 MB
Page 4 of 260

2
Inhoudsopgave
  ■
Overzicht
  ■
Eco-rijden
 1InstrumentenpaneelInformatie voor de bestuurder  10
Instrumentenpaneel met matrixdisplay  10
Digitale instrumentenpanelen  10
Waarschuwings- en verklikkerlampjes  12
Meters  18
Handmatige controle  22
Kilometerteller  22
Boordcomputer  22
10 inch touchscreen  23
i-Toggles  25
Op afstand bedienbare extra functies   
(plug-in hybride) 
 26
 2Toegang tot de autoAfstandsbediening/sleutel  27
Proximity Keyless Entry and Start  29
Centrale vergrendeling  31
Noodprocedures  32
Portieren  34
Achterklep  34
Elektrisch bedienbare achterklep (SW)  35
Alarm  38
Elektrische ruitbediening  41
Schuif- / kanteldak  41
 3Ergonomie en comfortZitpositie  44
Voorstoelen  45
Het stuurwiel verstellen  48
Stuurwielverwarming  49
Spiegels  49
Achterbank  51
Verwarming en ventilatie  53
Automatische airconditioning met gescheiden   
regeling 
 54
Ontwasemen - ontdooien voorruit en voorste   
zijruiten 
 57
Ontwasemen - ontdooien achterruit  57
Voorruitverwarming  57
Voorverwarming / -koeling (plug-in hybride)  58
Voorzieningen vóór  59
Plafonniers  62
Sfeerverlichting  63
Voorzieningen achter  63
Voorzieningen in de bagageruimte  64
 4Verlichting en zichtLichtschakelaar  69
Richtingaanwijzers  70
Hoogteverstelling van de koplampen  71
Automatisch inschakelen van de koplampen  71
Follow me home- en instapverlichting  72
Automatische verlichtingssystemen - Algemene 
aanbevelingen 
 72
Grootlichtassistent  73
Peugeot Matrix LED Technology 2.0  74
Ruitenwisserschakelaar  75
Intervalstand ruitenwissers  77
Automatische stand ruitenwissers  77
Ruitenwisserbladen vervangen  78
 5VeiligheidAlgemene aanbevelingen met betrekking tot de 
veiligheid  80
Alarmknipperlichten  80
Claxon  81
Geluidssignaal voor voetgangers (plug-in hybride)  81
Noodoproep of pechhulpoproep  81
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)  83
Veiligheidsgordels  86
Airbags  88
Kinderzitjes  91
De airbag vóór aan passagierszijde uitschakelen  93
ISOFIX-kinderzitjes  94
i-Size-kinderzitjes  95
Kinderzitjes plaatsen  96
Kinderbeveiliging  98
 6RijdenRijadviezen  99
Starten / afzetten van de motor met de sleutel  101
Starten / afzetten van de motor met Keyless   
Entry and Start 
 102
Plug-in hybrideauto starten  103
Elektrische parkeerrem  104
Handgeschakelde versnellingsbak  107
Automatische transmissie  107
Rijstanden  11 0
Hill  Start Assist  11 2
Schakelindicator  11 2
Stop & Start  11 3
Bandenspanningscontrolesysteem  11 4
Rij- en parkeerhulpsystemen - Algemene   
adviezen 
 11 6
Stuurwiel met hands-on-detectiesysteem  11 7
Snelkopppelingen voor rijhulpsystemen  11 8   
Page 29 of 260

27
Toegang tot de auto
2Afstandsbediening/sleutel
Functies van de 
afstandsbediening
 
 
Afhankelijk van de uitvoering, De afstandsbediening 
kan worden gebruikt om de volgende functies op 
afstand te regelen:
– 
Ontgrendelen / vergrendelen / supervergrendelen
  
van de auto.
–
 
Ontgrendelen - Openen van de bagageruimte.
–
 
Bedienen van verlichting op afstand.
–
 
Inklappen / uitklappen van de buitenspiegels.
–
 
Inschakelen / uitschakelen van het alarmsysteem.
–
 
Lokaliseren van de auto.
–
 
Openen / sluiten van de ruiten.
–
 
Sluiten van het schuif-/kanteldak.
–
 
Activeren van de elektrische startonderbreker van
  
de auto.
De auto kan met behulp van noodprocedures 
worden vergrendeld / ontgrendeld, bijvoorbeeld als 
de afstandsbediening of de centrale vergrendeling 
defect is, of als de accu leeg is. Zie het betreffende  hoofdstuk voor meer informatie over de 
Noodprocedures.
Geïntegreerde sleutel
De sleutel in de afstandsbediening kan voor het 
volgende worden gebruikt, afhankelijk van de 
uitvoering:
–
 
De auto vergrendelen/ontgrendelen.
–
 
De handmatige kinderbeveiliging inschakelen/
uitschakelen.
–
 
De airbag vóór aan passagierszijde inschakelen/
uitschakelen.
–
 
De portieren met de reservefunctie ontgrendelen/
vergrendelen.
–
 
Contact inschakelen en de motor starten/afzetten.
Zonder Keyless Entry and Start
 
 
► Druk op de knop om de sleutel uit of in te  
klappen.
Met Keyless Entry and Start
 
 
► Houd de knop uitgetrokken om de sleutel te  
verwijderen of terug te plaatsen.
Wanneer de ingebouwde sleutel is  uitgenomen, dient u deze altijd bij u te 
houden om de betreffende noodprocedures uit te 
kunnen voeren.
Ontgrendelen van de auto  
De selectieve ontgrendeling  (bestuurdersportier, achterklep) kan worden 
ingesteld in de app Instellingen
  > Voertuig   van het 
touchscreen.
Volledige ontgrendeling
► Druk op de ontgrendelknop.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep
►  Druk op de ontgrendeltoets.   
Page 31 of 260

29
Toegang tot de auto
2Zie het betreffende deel voor meer informatie 
over het alarmsysteem.
Lokaliseren van de auto
Hiermee kunt u uw auto op afstand lokaliseren terwijl 
de auto is vergrendeld:
– 
De richtingaanwijzers knipperen ongeveer 10
  
seconden.
–
 
De lampen van de buitenspiegels gaan branden.
–
 
De plafonniers gaan branden.
► Druk op deze toets.  
Op afstand inschakelen van 
de verlichting
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk 
van de uitvoering.
► Druk op deze knop. De parkeerlichten,  
het dimlicht, de kentekenplaatverlichting en 
de instapverlichting in de buitenspiegels gaan 
gedurende 30 seconden branden.
Wanneer u nogmaals op de knop drukt voordat de 
tijd is verstreken, wordt de verlichting onmiddellijk 
uitgeschakeld.
Advies
Afstandsbediening De afstandsbediening is een gevoelig 
apparaat dat met hoge frequentie werkt; zit niet 
aan de afstandsbediening terwijl u deze in uw 
zak hebt, omdat u dan per ongeluk de auto kunt 
ontgrendelen.
Druk niet op de toetsen van de afstandsbediening 
wanneer u buiten het bereik van de auto 
bent, omdat dat ervoor kan zorgen dat de 
afstandsbediening niet meer werkt. In dat geval 
moet de afstandsbediening worden gereset.
De afstandsbediening werkt niet als de sleutel 
in het contactslot zit, zelfs niet als het contact is 
uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging Pas de elektronische startblokkering niet 
aan, omdat er dan storingen kunnen ontstaan.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot niet om 
de sleutel te verwijderen en aan het stuurwiel te 
draaien om het stuurslot te activeren.
Vergrendelen van de auto Wanneer de portieren onder het rijden 
zijn vergrendeld, kunnen hulpdiensten in 
noodgevallen lastig in de auto komen.
Haal uit veiligheidsoverwegingen altijd de 
contactsleutel uit het contactslot of neem de 
elektronische sleutel mee als u de auto verlaat, 
zelfs wanneer dit voor korte duur is.
Bij het aanschaffen van een gebruikte  auto
Laat uw sleutels door een PEUGEOT-dealer in 
het elektronische geheugen van de auto opslaan, 
zodat u zeker weet dat de sleutels in uw bezit de 
enige sleutels zijn waarmee de auto kan worden 
gestart.
Proximity Keyless Entry and 
Start
Dit is een Keyless Entry and Start-systeem.
Hiermee wordt de auto automatisch vergrendeld 
/ ontgrendeld door de elektronische sleutel te 
detecteren.
Als de bestuurder de elektronische sleutel bij zich 
heeft, wordt de auto ontgrendeld zodra hij / zij de 
auto nadert en vergrendeld als hij / zij bij de auto 
vandaan loopt.
Als de elektronische sleutel zich langer dan 30 
minuten binnen 2 tot 5 meter van de auto vandaan 
bevindt, wordt het systeem gedeactiveerd om de 
batterij te sparen.
Sleuteldetectiezones:
 
    
Page 33 of 260

31
Toegang tot de auto
2Als de supervergrendeling is ingeschakeld, werken de binnenportiergrepen niet. Ook 
worden de toetsen van de centrale vergrendeling 
in de auto uitgeschakeld.
De claxon blijft werken.
Schakel nooit de supervergrendeling in als er 
zich iemand in de auto bevindt.
 
 
► Druk zachtjes op de portiergreep van het  
bestuurdersportier om de auto te vergrendelen.
►
 
Druk er binnen 3 seconden nog een keer op om
  
de supervergrendeling van de auto in te schakelen 
(de richtingaanwijzers gaan even branden om dit te 
bevestigen).
Als een van de portieren of de achterklep  nog open is of als de elektronische sleutel 
van het Keyless Entry and Start-systeem in de 
auto is achtergebleven, werkt de centrale 
vergrendeling niet.
Als de auto wordt ontgrendeld maar de  portieren of de achterklep worden 
vervolgens niet geopend, wordt de auto 
automatisch na ongeveer 30 seconden weer 
vergrendeld. Het alarm (indien aanwezig) wordt 
automatisch opnieuw ingeschakeld (als het alarm 
voor het ontgrendelen was ingeschakeld).
Het automatisch inklappen/uitklappen van  de buitenspiegels kan worden ingesteld in 
de app Instellingen
  > Voertuig   van het 
touchscreen.
Laat de auto uit veiligheidsoverwegingen  nooit onbeheerd achter, zelfs niet voor korte 
tijd, zonder de elektronische sleutel van het 
Keyless Entry and Start-systeem mee te nemen.
Vergeet niet dat de auto kan worden gestolen 
als de sleutel nog in een van de aangegeven 
gebieden aanwezig is terwijl de auto niet is 
vergrendeld.
Om de batterij in de elektronische sleutel en  in de auto opgeladen te houden:
–
 
De functie voor ontgrendeling bij nadering
  
(zone  C) schakelt na enkele dagen (ongeveer 
één week) zonder gebruik automatisch over naar 
de ruststand. Gebruik de afstandsbediening of 
druk op de handgreep van het bestuurdersportier 
om de auto te ontgrendelen. De volgende keer 
dat de auto wordt gestart, worden de functies 
voor automatisch ontgrendelen en vergrendelen 
weer geactiveerd.
–
 
W
anneer de instapverlichting een paar keer 
achter elkaar wordt geactiveerd zonder dat de 
auto wordt gestart, wordt deze uitgeschakeld.
–
 
Alle "handsfree" functies schakelen over op
  
de ruststand als ze 21 dagen niet zijn gebruikt. U 
kunt deze functies weer inschakelen door de auto 
met de afstandsbediening te ontgrendelen en de 
motor te starten.
Elektrische storingen De elektronische sleutel werkt in 
sommige gevallen niet goed in de nabijheid 
van elektronische apparatuur (zoals mobiele 
telefoons (ingeschakeld of in stand-by), laptops 
en sterke magnetische velden). Als dat het geval 
is, moet u de elektronische sleutel verder weg 
van de elektronische apparatuur houden.
Centrale vergrendeling 
 
 
 
Handmatig
► Druk op deze toetsen om de auto (portieren en  
achterklep) vanuit het interieur te vergrendelen / 
ontgrendelen. 
De centrale vergrendeling werkt niet als een  van de portieren is geopend.   
Page 34 of 260

32
Toegang tot de auto
Bij vergrendeling / supervergrendeling van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of de 
supervergrendeling van buitenaf is ingeschakeld, 
knippert het controlelampje in de vergrendeltoets 
en werken de toetsen niet.
►
 
Als de auto is vergrendeld, trek dan aan de
  
binnenportiergreep van een van de portieren om 
de auto te ontgrendelen.
►
 
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
  
moet u de afstandsbediening, het Keyless Entry 
and Start-systeem of de geïntegreerde sleutel 
gebruiken om de auto te ontgrendelen.
Automatisch (beveiliging  tegen agressie)
De portieren en de achterklep worden tijdens het 
rijden automatisch vergrendeld (bij een snelheid 
hoger dan 10
  km/h).
De functie is standaard ingeschakeld. Voor uit- of 
weer inschakelen:
►
 
Druk op de vergrendeltoets totdat er ter
  
bevestiging een melding wordt weergegeven.
Vervoer van lange of grote voorwerpen Druk op de knop van de centrale 
vergrendeling om met geopende achterklep en 
vergrendelde portieren te kunnen rijden. Anders 
hoort u de sloten terugspringen telkens wanneer 
de auto harder dan 10 km/h rijdt en wordt er een 
waarschuwing weergegeven.
Noodprocedures
Sleutels, afstandsbediening of 
elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw 
legitimatiebewijs en indien mogelijk de sleutelcode 
naar een PEUGEOT-dealer.
De PEUGEOT-dealer kan de sleutelcode en de 
transpondercode uitlezen, waardoor er een nieuwe 
sleutel kan worden besteld.
De auto volledig met de 
sleutel ontgrendelen/
vergrendelen
Gebruik deze procedure in de volgende situaties:
–  De batterij van de afstandsbediening is leeg.
–
 
Een storing in de afstandsbediening.
–
 
De accu van de auto is leeg.
–
 
De auto staat in een gebied met sterke
  
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u de batterij van de 
afstandsbediening vervangen.
In het tweede geval kunt u het probleem mogelijk 
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Zie de betreffende hoofdstukken.
 
 
► Steek de sleutel in het portierslot.
►  Draai de sleutel in de richting van de voorzijde  
of achterzijde om de auto te ontgrendelen of 
vergrendelen.
Als de auto is uitgerust met een  alarmsysteem, wordt het alarm niet 
ingeschakeld bij het vergrendelen met de sleutel.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, klinkt de 
sirene bij het openen van de deur. De sirene 
stopt als het contact wordt ingeschakeld.
Centrale vergrendeling werkt 
niet
Gebruik deze procedures in de volgende situaties:
–  Storing in de centrale vergrendeling.
–
 
Accu losgekoppeld of leeg.
Bij een storing in het centrale-vergrendelingssysteem moet de accu 
worden losgekoppeld, zodat de auto volledig is 
vergrendeld.
Portier linksvoor
► Steek de sleutel in het slot en en draai deze naar  
de voor- of achterkant van de auto om het portier te 
vergrendelen en ontgrendelen.
Overige portieren/deuren
Ontgrendelen
► Trek aan de binnenportiergreep.    
Page 35 of 260

33
Toegang tot de auto
2Vergrendelen 
 
► Open de portieren.
►  Controleer of de kinderbeveiliging van de  
achterportieren niet is geactiveerd.
Zie het betreffende hoofdstuk.
►
 
Steek de sleutel voorzichtig in het slot van het
  
portierslotmechanisme en draai het slot een achtste 
omwenteling naar de buitenkant van het portier.
►
 
Sluit de portieren en controleer van buitenaf of de
  
auto goed is vergrendeld.
Vervangen van de batterij
Er wordt een melding op het instrumentenpaneel 
weergegeven zodra de batterij moet worden 
vervangen.
Batterijtype: CR2032 / 3 V.
Zonder Keyless Entry and Start
 
 
Met Keyless Entry and Start 
 
► Wip het deksel met een kleine schroevendraaier  
bij de uitsparing los en zet het deksel omhoog.
►
 
V
 erwijder de lege batterij.
►
 
Plaats de nieuwe batterij en let goed op de plus-
  
en minkant. Steek de batterij eerst in de contacten in 
de hoek en klik het deksel daarna erop.
► Synchroniseer de afstandsbediening.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer  
informatie over het synchroniseren van de 
afstandsbediening.
Gooi batterijen van de afstandsbediening  niet weg: ze bevatten metalen die 
schadelijk zijn voor het milieu. Lever ze in bij een 
speciaal inzamelpunt.
Deze apparatuur bevat een knoopcelbatterij.  Slik de batterij niet in. Kans op chemische 
brandwonden!
Wanneer de batterij wordt ingeslikt, kunnen er in 
slechts 2 uur ernstige inwendige brandwonden 
ontstaan, die dodelijk kunnen zijn.
Als batterijen zijn ingeslikt of elders in het lichaam 
zijn gestoken, moet u onmiddellijk medische hulp 
inroepen.
Bewaar nieuwe en gebruikte batterijen buiten het 
bereik van kinderen.
Als het batterijvakje niet goed sluit, mag u het 
product niet meer gebruiken en moet u het buiten 
bereik van kinderen houden.
Risico van explosie als de batterij door een  verkeerd type wordt vervangen!
Vervang de batterij door hetzelfde type.
Risico van explosie of lekkage van  ontvlambare vloeistof of gas!
U mag dit product niet gebruiken, opbergen of 
plaatsen in een omgeving met een zeer hoge     
Page 36 of 260

34
Toegang tot de auto
temperatuur of bij een zeer lage druk door een 
zeer grote hoogte. 
Probeer een gebruikte batterij niet te verbranden, 
te verbrijzelen of door te zagen / knippen.
De afstandsbediening resetten
Na het vervangen van de batterij of bij een storing 
moet de afstandsbediening mogelijk worden gereset.
Zonder Keyless Entry and Start 
 
► Zet het contact af.
►  Zet de sleutel in de stand  2 (contact aan).
►
 
Druk direct gedurende enkele seconden op de
  
toets met het gesloten hangslot.
►
 
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het
  
contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
Met Keyless Entry and Start 
 
► Steek de mechanische sleutel (uit de  
afstandsbediening) in het slot om de auto te openen.
►
 
Houd de elektronische sleutel tegen de
  
noodsleutellezer op de stuurkolom totdat u het 
contact hebt aangezet.
►
 
Zet bij een auto 
 met een handgeschakelde 
versnellingsbak
  de versnellingshendel in de 
neutraalstand en trap het koppelingspedaal volledig 
in.
►
 
Bij een auto met een automatische
  
transmissie:
  trap met de selectiehendel in stand P 
op het rempedaal.
►
 
Zet het contact aan door op de toets 
 START/
STOP
  te drukken.
Als de storing na het resetten niet is verholpen, 
neem zo snel mogelijk contact op met een 
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde 
werkplaats.
Portieren
Openen
Van buitenaf
► Wanneer u de auto hebt ontgrendeld of de 
elektronische sleutel van het Keyless Entry and 
Start-systeem zich in de detectiezone bevindt, trekt 
u aan de portierhandgreep.
Van binnenuit
► Trek aan de binnenportiergreep van een portier; 
de auto wordt dan volledig ontgrendeld.
Als de selectieve ontgrendeling is  geactiveerd:
–
 
W
anneer het bestuurdersportier wordt 
geopend, wordt alleen het bestuurdersportier 
ontgrendeld (als de auto nog niet volledig was 
ontgrendeld).
–
 
W
anneer een van de passagiersportieren 
wordt geopend, wordt de auto volledig 
ontgrendeld.
Achterklep
Openen van de achterklep
►  Druk op de middelste knop van de achterklep  
wanneer de auto is ontgrendeld, of wanneer de 
elektronische sleutel zich in de detectiezone bevindt.
►
 
Open de achterklep.    
Page 38 of 260

36
Toegang tot de auto
de elektrisch bedienbare achterklep automatisch 
uitgeschakeld.
Bij gebruik van een niet door PEUGEOT goedgekeurde trekhaak of fietsendrager 
moet de werking van de elektrisch bedienbare 
achterklep worden uitgeschakeld.
Elektrische bediening
De elektrische bediening van de achterklep  kan worden ingesteld in de app 
Instellingen
  > Voertuig   van het touchscreen.
 
 
U kunt de achterklep op verschillende manieren 
openen of sluiten:
A.Met de elektronische sleutel van het Keyless 
Entry and Start-systeem
B. Met de knop aan de buitenzijde van de 
achterklep
C. Met de knop aan de binnenzijde van de 
achterklep
D.Met de knop op het dashboard
Openen
► Druk lang op de middelste toets ( A) van de 
elektronische sleutel.
of
►
 
Druk kort op de knop (
 B) aan de buitenzijde van 
de achterklep terwijl u de elektronische sleutel bij u 
hebt.
of
►
 
Druk twee keer achter elkaar op de knop (
 D) op 
het dashboard.
De achterklep gaat volledig open  (standaardinstelling) of tot de vooraf 
opgeslagen positie.
Als de elektrische werking van de achterklep is 
uitgeschakeld, wordt de achterklep door deze 
acties op een kier gezet.
Wanneer de auto is vergrendeld, wordt de 
auto ontgrendeld bij het openen van de 
bagageruimte met schakelaar A  of B. Als  de 
selectieve ontgrendeling is geactiveerd voordat 
de bagageruimte wordt geopend, gaat alleen de 
bagageruimte open.
Sluiten
► Druk kort op de knop ( C) aan de binnenzijde van 
de achterklep.
U kunt het openen of sluiten van de  achterklep op elk moment onderbreken.
Als u nogmaals een van deze methoden gebruikt, 
wordt de beweging onderbroken.
Handsfree-functie (Handsfree 
toegang achterklep)
Wanneer u de elektronische sleutel bij u hebt, kan 
met deze functie de elektrisch bedienbare achterklep 
worden geopend, gesloten of gestopt met een 
"schoppende" beweging onder de achterbumper.
De functie "handsfree achterklep / openen"  kan worden ingesteld in de app 
Instellingen
  > Voertuig   van het touchscreen.
Zorg ervoor dat u stabiel staat wanneer u de "schoppende" beweging onder de 
achterbumper maakt.
Raak het uitlaatsysteem niet aan; het kan nog 
warm zijn – kans op brandwonden!
Plug-in hybrideauto's Deze functie is niet beschikbaar als de auto 
is aangesloten.
     
Page 42 of 260

40
Toegang tot de auto
Vergrendelen van de auto met 
alleen de omtrekbeveiliging 
ingeschakeld
Schakel de interieurbeveiliging en de 
wegsleepbeveiliging uit om vals alarm te voorkomen, 
bijvoorbeeld in de volgende gevallen:
– 
Het raam staat een klein stukje open.
–
 
De auto wordt gewassen.
–
 
Er wordt een wiel verwisseld.
–
 
De auto wordt gesleept.
–
 
De auto staat op een schip of veerboot.
Uitschakelen van de interieur- en 
wegsleepbeveiliging
► Zet het contact af en druk binnen 10 seconden  
op de alarmtoets totdat het rode controlelampje blijft 
branden.
►
 
V
 erlaat de auto.
►
 
V
 ergrendel de auto meteen met de 
afstandsbediening of het Keyless Entry and 
Start-systeem.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt ingeschakeld: het 
rode controlelampje in de toets knippert één keer 
per seconde.
Deze uitschakelprocedure moet elke keer  na het afzetten van het contact opnieuw 
worden uitgevoerd.
Opnieuw inschakelen van de interieur- 
en wegsleepbeveiliging
► Schakel de omtrekbeveiliging uit door de auto  
met de afstandsbediening of het Keyless Entry and 
Start-systeem te ontgrendelen.
Het controlelampje in de toets gaat uit.
►
 
Schakel alle beveiligingsvoorzieningen opnieuw
  
in door de auto met de afstandsbediening of het 
Keyless Entry and Start-systeem te vergrendelen.
Het rode controlelampje in de toets knippert weer 
één keer per seconde.
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt het hoorbare alarm 
in werking en knipperen de richtingaanwijzers 
gedurende 30 seconden.
Afhankelijk van het land van verkoop blijven 
bepaalde bewakingsfuncties ingeschakeld totdat het 
alarm voor de 11e keer achtereenvolgens afgaat.
Als de auto wordt ontgrendeld met de 
afstandsbediening of met het Keyless Entry and 
Start-systeem, gaat het rode controlelampje in de 
toets knipperen om aan te geven dat het alarm 
tijdens uw afwezigheid is afgegaan. Het lampje stopt 
met knipperen als het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Om de beveiligingsfuncties uit te schakelen:
►  Ontgrendel de auto met de sleutel in het slot van  
het portier linksvoor.
►
 
Open het portier; het alarm gaat af. ►
 
Zet het contact aan; het alarm stopt. Het
  
controlelampje in de toets gaat uit.
De auto vergrendelen zonder 
het alarm in te schakelen
► Vergrendel de auto met de sleutel (geïntegreerd 
in de afstandsbediening) in het slot van het portier 
linksvoor.
Automatisch inschakelen van  het alarm
(Afhankelijk van de uitvoering)
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld 2 
minuten nadat het laatste portier of de bagageruimte 
is gesloten.
►
 
Om het afgaan van het alarm bij het openen
  
van een portier of de achterklep te voorkomen, 
moet u eerst op de ontgrendeltoets van de 
afstandsbediening drukken of moet u de 
auto ontgrendelen met het Keyless Entry and 
Start-systeem.
Storing
Wanneer het contact wordt aangezet, betekent het 
permanent branden van het rode controlelampje in 
de toets dat er een storing in het systeem aanwezig 
is.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of 
door een gekwalificeerde werkplaats controleren.    
Page 62 of 260

60
Ergonomie en comfort
Hetzelfde, maar ook met apps op uw smartphone op het touchscreen.
 
 
 
 
Op de USB-aansluitingen kunt u draagbare 
apparatuur aansluiten. 
De USB-aansluiting aan de voorzijde  van de middenconsole kan ook 
worden gebruikt om een smartphone via Android 
Auto
® of CarPlay® te verbinden, zodat u bepaalde 
apps van uw smartphone via het touchscreen kunt 
gebruiken.
Gebruik voor de beste resultaten een kabel die is 
gemaakt of goedgekeurd door de fabrikant van het 
apparaat.
Deze apps kunnen met de schakelaars op en 
rondom het stuurwiel of de bedieningselementen 
van het audiosysteem worden beheerd.
Opbergvak voor smartphone / 
USB-aansluiting
 
 
► Open de armsteun vóór voor toegang tot de  
kabeldoorvoer.
►
 
Open het klepje van de kabeldoorvoer
 .
►
 
Plaats het aan te sluiten apparaat met de
  
bijbehorende USB-kabel in de opbergruimte.
►
 
Leid de kabel door de kabeldoorvoer in de
  
armsteun vóór.
►
 
Sluit de kabel aan op de USB-aansluiting om het
  
apparaat op te laden.
Tijdens het gebruik van de USB-aansluiting  wordt het draagbare apparaat automatisch 
opgeladen.
Tijdens het laden wordt er een melding 
weergegeven als het stroomverbruik van de 
draagbare apparatuur hoger is dan de door de 
auto geleverde stroomsterkte.
Zie de hoofdstukken over de audio- en 
telematicasystemen voor meer informatie over 
het gebruik van deze apparatuur.
Draadloze smartphonelader 
 
 
 
Met dit systeem kunt u apparaten zoals een 
smartphone draadloos opladen volgens het principe 
van magnetische inductie, in overeenstemming met 
de norm Qi 1.1.
Het op te laden apparaat moet zelf compatibel 
zijn met de norm Qi of moet zijn voorzien van een 
compatibele hoes of houder.
Er kan ook een mat worden gebruikt, mits deze door 
de fabrikant is goedgekeurd.
Het laadgedeelte is te herkennen aan het symbool 
Qi.
De lader werkt terwijl de motor draait en het Stop & 
Start-systeem in de STOP-stand staat.
Het opladen wordt aangestuurd door de 
smartphone.
Bij het Keyless Entry and Start-systeem kan de 
werking van de lader kort worden onderbroken als er 
een portier wordt geopend of als het contact wordt 
uitgeschakeld.
Opladen
► Als het laadgedeelte leeg is, kunt u een apparaat  
in het midden plaatsen.