stop start PEUGEOT 308 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2022, Model line: 308, Model: PEUGEOT 308 2022Pages: 260, PDF Size: 8 MB
Page 4 of 260

2
Inhoudsopgave
  ■
Overzicht
  ■
Eco-rijden
 1InstrumentenpaneelInformatie voor de bestuurder  10
Instrumentenpaneel met matrixdisplay  10
Digitale instrumentenpanelen  10
Waarschuwings- en verklikkerlampjes  12
Meters  18
Handmatige controle  22
Kilometerteller  22
Boordcomputer  22
10 inch touchscreen  23
i-Toggles  25
Op afstand bedienbare extra functies   
(plug-in hybride) 
 26
 2Toegang tot de autoAfstandsbediening/sleutel  27
Proximity Keyless Entry and Start  29
Centrale vergrendeling  31
Noodprocedures  32
Portieren  34
Achterklep  34
Elektrisch bedienbare achterklep (SW)  35
Alarm  38
Elektrische ruitbediening  41
Schuif- / kanteldak  41
 3Ergonomie en comfortZitpositie  44
Voorstoelen  45
Het stuurwiel verstellen  48
Stuurwielverwarming  49
Spiegels  49
Achterbank  51
Verwarming en ventilatie  53
Automatische airconditioning met gescheiden   
regeling 
 54
Ontwasemen - ontdooien voorruit en voorste   
zijruiten 
 57
Ontwasemen - ontdooien achterruit  57
Voorruitverwarming  57
Voorverwarming / -koeling (plug-in hybride)  58
Voorzieningen vóór  59
Plafonniers  62
Sfeerverlichting  63
Voorzieningen achter  63
Voorzieningen in de bagageruimte  64
 4Verlichting en zichtLichtschakelaar  69
Richtingaanwijzers  70
Hoogteverstelling van de koplampen  71
Automatisch inschakelen van de koplampen  71
Follow me home- en instapverlichting  72
Automatische verlichtingssystemen - Algemene 
aanbevelingen 
 72
Grootlichtassistent  73
Peugeot Matrix LED Technology 2.0  74
Ruitenwisserschakelaar  75
Intervalstand ruitenwissers  77
Automatische stand ruitenwissers  77
Ruitenwisserbladen vervangen  78
 5VeiligheidAlgemene aanbevelingen met betrekking tot de 
veiligheid  80
Alarmknipperlichten  80
Claxon  81
Geluidssignaal voor voetgangers (plug-in hybride)  81
Noodoproep of pechhulpoproep  81
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)  83
Veiligheidsgordels  86
Airbags  88
Kinderzitjes  91
De airbag vóór aan passagierszijde uitschakelen  93
ISOFIX-kinderzitjes  94
i-Size-kinderzitjes  95
Kinderzitjes plaatsen  96
Kinderbeveiliging  98
 6RijdenRijadviezen  99
Starten / afzetten van de motor met de sleutel  101
Starten / afzetten van de motor met Keyless   
Entry and Start 
 102
Plug-in hybrideauto starten  103
Elektrische parkeerrem  104
Handgeschakelde versnellingsbak  107
Automatische transmissie  107
Rijstanden  11 0
Hill  Start Assist  11 2
Schakelindicator  11 2
Stop & Start  11 3
Bandenspanningscontrolesysteem  11 4
Rij- en parkeerhulpsystemen - Algemene   
adviezen 
 11 6
Stuurwiel met hands-on-detectiesysteem  11 7
Snelkopppelingen voor rijhulpsystemen  11 8   
Page 6 of 260

4
Overzicht
Presentatie
Deze afbeeldingen en beschrijvingen dienen alleen 
ter informatie. De aanwezigheid en de locatie van 
bepaalde elementen kunnen variëren afhankelijk 
van de uitvoering of het uitrustingsniveau.
Cockpit 
 
 
 
1. Noodoproep / pechhulpoproep
Schuif- / kanteldak
Alarm
Plafonnier / leeslampjes vóór
2. Pictogrammendisplay veiligheidsgordels en 
airbag vóór aan passagierszijde
Binnenspiegel / ledcontrolelampje 
Electric-rijstand
3. Instrumentenpaneel
4. Schakelaarpaneel aan de zijkant / 
Muntenhouder
5. Zekeringkast
6. Motorkap openen
7. Buitenspiegels
Elektrische ruitbediening
Centrale vergrendeling
8. Middenarmsteun voor
USB-aansluitingen
9. Airbag vóór aan passagierszijde
10. DashboardkastjeMiddenconsole 
 
1.10 inch touchscreen
2. Centraal schakelaarpaneel
3. Opbergruimte of draadloze smartphonelader
4. Starten / afzetten van de motor met START/
STOP
5. Opbergruimte
USB-aansluiting
12V-aansluiting
Bekerhouder
6. Versnellingsbak / transmissie
7. Keuzeschakelaar rijstand
8. Elektrische parkeerrem
9. Opbergruimte / opbergruimte smartphone    
Page 8 of 260

6
Overzicht
2.Bediening audiosysteem
3. Snelkoppelingen voor rijhulpsystemen
4. Toegang tot de Klimaat-app
5. Voorruitontwaseming
6. Luchtrecirculatie in het interieur
7. Achterruitverwarming
8. Automatische airconditioning uitschakelen
9. Alarmknipperlichten
Plug-in hybridesysteem 
 
1.Benzinemotor
2. Elektromotor
3. Tractiebatterij
4. 12V-accu's voor accessoires
5. Elektrische automatische transmissie, 8 
versnellingen (e-EAT8)
6. Klep van de laadaansluiting
7. Brandstofvulklep
8. Keuzeschakelaar rijstand 9.
Kabel voor opladen via een normaal stopcontact
De  plug-in hybridetechnologie combineert 
twee energiebronnen: de benzinemotor en de 
elektromotor die de voorwielen aandrijven.
Deze twee motoren kunnen afzonderlijk of gelijktijdig 
werken, afhankelijk van de geselecteerde rijstand en 
de rijomstandigheden.
In de stand Electric   wordt de auto volledig elektrisch 
aangedreven, en in de stand Hybride alleen als er 
weinig vermogen wordt gevraagd. De elektromotor 
ondersteunt de benzinemotor bij het starten en 
accelereren.
Het elektrisch vermogen wordt geleverd door een 
oplaadbare tractiebatterij.
Stickers
Deel  "Ergonomie en comfort - Voorzieningen 
vóór - Draadloze smartphonelader":
 
 
Delen  "Verlichting en zicht - Lichtschakelaar" en 
"In geval van pech - Een gloeilamp vervangen":
 
 
Deel  "Veiligheid - Kinderzitjes - De airbag vóór 
aan passagierszijde uitschakelen":
 
 
Deel  "Veiligheid - ISOFIX-bevestigingen": 
i-SizeTOP TETHER 
Deel "Rijden - Elektrische parkeerrem": 
 
Deel "Rijden - Stop & Start":  
Deel "Praktische informatie - Compatibiliteit van 
brandstoffen":
 
 
 
 
Deel  "Praktische informatie - Plug-in 
hybridesysteem":
 
 
 
 
 
 
Deel  "Praktische informatie - De tractiebatterij 
opladen (Plug-in hybride)":
 
 
Deel  "Praktische informatie - Motorkap":  
     
Page 17 of 260

15
Instrumentenpaneel
1snelheid van ongeveer 50 km/h (behalve bij GT 
Pack-uitvoeringen).
Bij een snelheid lager dan 50 km/h kan het 
handmatig weer worden ingeschakeld.
Knippert.De regeling van het DSC- / ASR-systeem 
wordt ingeschakeld bij minder grip of afwijken van 
de rijbaan.
Brandt permanent. Een storing in het DSC- / ASR-systeem.
Zie (3).
Storing noodremassistentie (met elektrische 
parkeerrem)
Permanent, in combinatie met de  melding "Storing parkeerrem".
De noodremassistentie werkt niet optimaal.
Als automatisch uitschakelen niet mogelijk is, 
gebruik de handmatige uitschakeling of zie (3).
Hill Start AssistBrandt permanent, in combinatie met  de melding "Storing in 
antiterugrolsysteem".
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Post Collision Safety BrakeBrandt permanent, in  combinatie met het 
waarschuwingslampje Service, een melding en een 
geluidssignaal.
Er is een storing in het systeem.
Voer snel (3) uit.
Bandenspanning te laagBrandt permanent. De bandenspanning van een of meerdere 
banden is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Reset het controlesysteem na het aanpassen van de 
bandenspanning.
Waarschuwingslampje voor te lage  bandenspanning knippert en brandt 
vervolgens permanent, en waarschuwingslampje 
Service brandt permanent.
Er is een storing in het 
bandenspanningscontrolesysteem.
Het systeem kan geen lage bandenspanning meer 
aangeven.
Controleer de bandenspanning zo snel mogelijk en 
zie (3).
ParkeerhulpPermanent, in combinatie met een melding  op het scherm en een geluidssignaal.
De functie is uitgeschakeld.
Brandt permanent, in combinatie met  het waarschuwingslampje Service, 
een melding en een geluidssignaal.
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Voorgloeien (diesel)Brandt tijdelijk (tot ongeveer 30 seconden bij lage 
temperaturen).
Wanneer het contact wordt aangezet, als de 
weersomstandigheden en de motortemperatuur dit 
noodzakelijk maken.
Wacht met starten totdat het waarschuwingslampje 
uit gaat.
Wanneer het waarschuwingslampje uit gaat, wordt 
de motor onmiddellijk gestart wanneer u:
–
 
bij een auto met een handgeschakelde
  
versnellingsbak het koppelingspedaal ingetrapt 
houdt.
–
 
bij een auto met een automatische transmissie het
  
rempedaal ingetrapt houdt.
Als de motor niet start, druk dan nogmaals op de 
knop START/STOP terwijl u het pedaal ingetrapt 
houdt.
AirbagsBrandt permanent, in combinatie met  het waarschuwingslampje Service en 
een melding.
Een van de airbags of pyrotechnische 
gordelspanners is defect.
Zie (3).
Airbag vóór aan passagierszijde (ON)Brandt permanent. De passagiersairbag vóór is geactiveerd.
De schakelaar is in de stand "ON" gezet.   
Page 18 of 260

16
Instrumentenpaneel
Plaats in dit geval GEEN kinderzitje met de "rug 
in de rijrichting" op de voorpassagiersstoel - 
risico op zwaar letsel!
Airbag vóór aan passagierszijde (OFF)Brandt permanent.De airbag vóór aan passagierszijde is 
uitgeschakeld.
De schakelaar is in de stand "OFF" gezet.
Er kan een kinderzitje met de rug in de rijrichting 
worden geplaatst, tenzij er een probleem met de 
airbags is (waarschuwingslampje airbags aan).
Laag brandstofniveauBrandt permanent terwijl de  segmenten rood branden, in 
combinatie met een geluidssignaal (bij het 
instrumentenpaneel met matrixdisplay)
of
Brandt permanent, waarbij de reservehoeveelheid 
in rood wordt aangegeven, in combinatie met een 
geluidssignaal en een melding (behalve met het 
instrumentenpaneel met matrixdisplay).
Als het lampje gaat branden, zit er nog ongeveer 6 
liter brandstof in de tank (reservevoorraad).
Zolang er geen brandstof wordt getankt, wordt deze 
waarschuwing iedere keer herhaald wanneer het 
contact wordt aangezet, en met een toenemende 
frequentie naarmate het brandstofniveau verder zakt 
en de nul nadert.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een lege 
brandstoftank te voorkomen. Rijd nooit door totdat de tank helemaal leeg is; 
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het 
injectiesysteem beschadigd raken.
Geluidssignaal voor voetgangers (plug-in 
hybride)
Brandt permanent.
Storing in geluidssignaal gedetecteerd.
Voer (3) uit.
Collision Risk Alert / Active Safety BrakeBrandt permanent, in combinatie met de  weergave van een melding.
Het systeem is via het touchscreen uitgeschakeld.
Collision Risk Alert/Active Safety BrakeKnippert. Het systeem activeert en remt de auto kort af 
om de snelheid te verlagen.
Raadpleeg de rubriek Rijden voor meer informatie.
Permanent, in combinatie met een melding  en een geluidssignaal.
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Brandt permanent. Er is een storing in het systeem.
Als deze waarschuwingslampjes gaan branden 
nadat de motor is uitgeschakeld en opnieuw is 
gestart, zie (3).
Brandt permanent. Het systeem wordt tijdelijk 
uitgeschakeld omdat de bestuurder en/of 
voorpassagier (afhankelijk van de uitvoering) 
zijn gedetecteerd maar de bijbehorende 
veiligheidsgordel is niet vastgemaakt.
Active Lane Departure Warning SystemBrandt permanent. Het systeem is automatisch uitgeschakeld of 
in de wachtstand gezet.
Knippert. De auto dreigt een onderbroken 
rijstrookmarkering te overschrijden zonder dat de 
richtingaanwijzer is ingeschakeld.
Het systeem wordt geactiveerd en corrigeert dan 
de koers van de auto als het merkt dat de kans 
bestaat dat een rijstrookmarkering of wegrand wordt 
overschreden (afhankelijk van de uitvoering).
Zie het hoofdstuk Rijden voor meer informatie.
Permanent, in combinatie met een  melding en een geluidssignaal.
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Stop & StartBrandt permanent, in combinatie met de  weergave van een melding.
Het Stop & Start-systeem is handmatig 
uitgeschakeld.
De volgende keer dat de auto tot stilstand komt, 
wordt de motor niet afgezet.
Activeer het systeem opnieuw via het touchscreen.
Brandt permanent. Het Stop & Start-systeem is automatisch 
uitgeschakeld.
De volgende keer dat de auto tot stilstand 
komt, wordt de motor niet afgezet bij een 
buitentemperatuur:
–
 
lager dan 0 °C.
–
 
hoger dan +35 °C.   
Page 19 of 260

17
Instrumentenpaneel
1Raadpleeg de rubriek Rijden voor meer informatie.Knippert en brandt vervolgens permanent, in combinatie met een melding.
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
AdBlue® (BlueHDi)Brandt ongeveer 30 seconden nadat de  motor is gestart, in combinatie met een 
melding over het aantal kilometers dat u nog kunt 
rijden.
De actieradius ligt tussen de 2400 en 800 km.
Vul AdBlue
® bij.Brandt permanent nadat het contact is  aangezet, in combinatie met een 
geluidssignaal en een melding over het aantal 
kilometers dat u nog kunt rijden.
De actieradius ligt tussen de 800 en 100
  km.
Vul AdBlue
® meteen bij of voer (3) uit.Knippert, in combinatie met een 
geluidssignaal en een melding van het aantal 
kilometers dat u nog kunt rijden.
De actieradius is minder dan 100
  km.
U  moetAdBlue
® bijvullen om te voorkomen dat het 
starten wordt geblokkeerd, of (3) uitvoeren.
Knippert, in combinatie met een  geluidssignaal en een melding dat het 
starten van de motor wordt geblokkeerd.
De AdBlue
®-tank is leeg: de wettelijk verplichte 
startblokkering voorkomt dat de motor kan worden 
gestart.
Vul AdBlue
® bij om de motor opnieuw te kunnen 
starten of voer (2) uit. De tank moet worden bijgevuld met minimaal 5 liter 
AdBlue
®.
SCR-emissieregelsysteem (BlueHDi)Permanent wanneer het contact 
wordt aangezet, in combinatie met 
een geluidssignaal en een melding.
Er is een storing in het SCR-emissieregelsysteem 
gedetecteerd.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van 
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
Het AdBlue®-waarschuwingslampje 
knippert zodra het contact wordt 
aangezet, in combinatie met het permanent branden 
van het waarschuwingslampje Zelfdiagnose motor, 
een geluidssignaal en een melding met betrekking 
tot de actieradius.
Afhankelijk van de weergegeven melding kan er 
nog maximaal 1.100 km worden gereden voordat de 
startblokkering wordt geactiveerd.
Voer (3) direct uit, om te voorkomen dat de motor 
niet kan worden gestart.
Het AdBlue®-waarschuwingslampje 
knippert zodra het contact is 
aangezet, in combinatie met het branden van het 
waarschuwingslampje Zelfdiagnose motor, een 
geluidssignaal en een melding die aangeeft dat de 
motor niet kan worden gestart.
De startonderbreker voorkomt dat de motor weer 
start (de toegestane rijlimiet is overschreden 
na bevestiging van een storing van het 
emissieregelsysteem).
Start de motor en zie (2).
Mistlampen achterBrandt permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Peugeot Matrix LED Technology 2.0Brandt permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Er is een storing in de
  Peugeot Matrix LED 
Technology 2.0-koplampen of de camera 
gedetecteerd.
Zie (2).
GrootlichtassistentBrandt permanent, in combinatie met een  geluidssignaal en een melding.
Er is een storing in een functie of camera 
gedetecteerd.
Zie (2).
Groene verklikkerlampjes
Stop & Start
Brandt permanent. Wanneer de auto stopt, zet het Stop & Start-
systeem de motor in de STOP-stand.
Knippert tijdelijk. De STOP-stand is momenteel niet 
beschikbaar of de START-stand wordt automatisch 
geactiveerd.
Raadpleeg de rubriek Rijden voor meer informatie.
Auto is klaar om te rijden (plug-in hybride)Brandt permanent, in combinatie met een  geluidssignaal als het gaat branden.
De auto is klaar om te rijden.   
Page 22 of 260

20
Instrumentenpaneel
Storing in het SCR-emissieregelsysteem
Storingsdetectie
 
 
Als er een storing wordt 
gedetecteerd, gaan deze 
waarschuwingslampjes 
branden in combinatie met een 
geluidssignaal en de melding 
"Storing emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden gegeven 
zodra de storing voor de eerste keer wordt 
gedetecteerd en vervolgens steeds bij het aanzetten 
van het contact zolang de storing niet is verholpen.
Bij een tijdelijke storing verdwijnt de  waarschuwing tijdens de volgende rit na de 
zelfdiagnose van het SCR-emissieregelsysteem.
Storing bevestigd tijdens de toegestane 
rijfase (tussen 1.100 en 0 km)
Als de storingsmelding na 50 km rijden nog steeds 
wordt weergegeven, wordt de storing in het SCR-
systeem bevestigd.
Het AdBlue-waarschuwingslampje knippert en 
er wordt een melding weergegeven ("Storing 
emissieregeling: starten niet meer mogelijk over 
X km"), met de actieradius in kilometers.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30 
seconden weergegeven. De waarschuwing wordt 
opnieuw weergegeven zodra het contact wordt 
aangezet.
Bij draaiende motor:
–  In zone  A is de temperatuur in orde.
–
 
In zone 
 B is de temperatuur te hoog. Het 
bijbehorende waarschuwingslampje en het 
waarschuwingslampje  STOP
  branden rood op 
het instrumentenpaneel, er wordt een melding 
weergegeven en er klinkt een geluidssignaal.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige 
plaats stil.
Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Zet het contact uit, open voorzichtig de  motorkap en controleer het 
koelvloeistofniveau.
Zie het betreffende deel voor meer  informatie over het controleren van de 
niveaus.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren 
(BlueHDi)
De  BlueHDi-dieselmotoren zijn uitgerust met 
een systeem waarbij het roetfilter (FAP) wordt 
gecombineerd met het SCR-emissieregelsysteem 
(Selective Catalytic Reduction) voor de 
nabehandeling van de uitlaatgassen. Deze kunnen 
niet functioneren zonder AdBlue
®-vloeistof.
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-reservoir 
is aangesproken (tussen 2400 en 0 km), gaat bij 
het aanzetten van het contact een verklikkerlampje 
branden en wordt een melding weergegeven die 
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer kunt 
rijden voordat het opnieuw starten van de motor 
automatisch wordt geblokkeerd.
Het wettelijk verplichte  startblokkeringssysteem wordt automatisch 
geactiveerd zodra het AdBlue
®-reservoir leeg is. 
De motor kan weer worden gestart nadat 
AdBlue
® is bijgevuld tot het minimale niveau.
Handmatige weergave van de 
actieradius
Een actieradius van meer dan 2.400 km wordt niet 
automatisch weergegeven.
Informatie over de actieradius is toegankelijk  via de app Instellingen   > Voertuig op het 
touchscreen.
►
 
Selecteer vervolgens 
 Veiligheid   > Diagnose.
Benodigde maatregelen vanwege te 
weinig AdBlue®
De volgende waarschuwingslampjes gaan branden 
wanneer de hoeveelheid AdBlue® minder is dan de 
reservevoorraad die goed is voor een actieradius 
van 2.400 km.
Samen met de waarschuwingslampjes herinneren 
meldingen u er regelmatig aan dat u het reservoir 
moet bijvullen om te voorkomen dat de motor 
niet meer kan worden gestart. Zie het hoofdstuk 
Waarschuwings- en controlelampjes voor 
informatie over de weergegeven meldingen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer  informatie over AdBlue® (BlueHDi) en met 
name over het bijvullen ervan.
Waarschuwings-  / 
controlelampjes  aan Actie Resterende 
actieradius
 
 
Vul bij. Tussen 2.400 km en 800 km
 
 
Vul zo snel 
mogelijk bij.Tussen 800 
km en 100
  km
 
 
Bijvullen is 
noodzakelijk; 
de kans 
bestaat dat 
de motor niet 
meer kan 
worden gestart.Tussen 100 en 
0 km
 
 
De motor 
kan pas weer 
starten als er 
minimaal 5 liter 
AdBlue
® aan 
het reservoir is 
toegevoegd. 0 km   
Page 24 of 260

22
Instrumentenpaneel
• Teller voor Stop & Start (Benzine of Diesel).
•  Percentage van de huidige rit volledig elektrisch 
gereden (Plug-in hybride).
•  Kilometerteller (Plug-in hybride).
–  Traject "1 " en daarna "2 ":
•  Gemiddelde snelheid.
•  Gemiddeld brandstofverbruik.
•  Afgelegde afstand.
Traject resetten
►  Druk langer dan 2 seconden op de knop 
op het uiteinde van de 
ruitenwisserschakelaar wanneer het gewenste 
traject wordt weergegeven.
Traject "1 " en "2" zijn onafhankelijk en ze worden op 
dezelfde manier gebruikt.
Begrippen
De actieradius
(km of mijl)Afstand die u nog met de resterende  hoeveelheid brandstof kunt afleggen 
(gebaseerd op het gemiddelde verbruik over de 
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door een 
verandering in rijstijl of van het reliëf op de route, 
waardoor het actuele brandstofverbruik aanzienlijk 
kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt, 
worden streepjes weergegeven.
Laadniveaumeter (plug-in 
hybride)
 
 
Het laadniveau van de tractiebatterij en de 
resterende actieradius in de elektrische rijstand 
worden permanent weergegeven wanneer het 
contact aan staat.
De weergegeven actieradius is afhankelijk  van het gebruik van de auto (rijstijl en 
snelheid), de buitentemperatuur en de 
geactiveerde comfortuitrusting. 
Handmatige controle
Met deze functie kunnen bepaalde indicatoren 
worden gecontroleerd en kan het logboek met 
waarschuwingen worden weergegeven.
De test wordt gestart in de app Instellingen>  Voertuig   van het touchscreen.
►
 
Selecteer vervolgens 
 Veiligheid > Diagnose.
De volgende gegevens worden op het 
instrumentenpaneel weergegeven:
–
 
Bandenspanning.
–
 
Motoroliepeil (afhankelijk van de motoruitvoering).
–
 
Onderhoudsinterval.
– Actieradius van de  AdBlue® voor het SCR-
systeem (BlueHDi-diesel).
–
 
Actuele waarschuwingen.
Deze informatie verschijnt ook automatisch  elke keer wanneer u het contact aanzet.
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale kilometerstand van 
de auto aan.
Als het contact is aangezet, wordt altijd de 
totale afstand weergegeven. Deze waarde 
wordt nog 30 seconden na het afzetten van het 
contact weergegeven. Ook wordt deze waarde 
weergegeven als het bestuurdersportier wordt 
geopend, en als de auto wordt vergrendeld of 
ontgrendeld.
Wanneer u in het buitenland rijdt, moet u mogelijk de afstandseenheden (mijl of km) 
aanpassen: de weergegeven snelheid moet in de 
officiële eenheid van het land worden 
aangegeven (mijl/h of km/h). 
U kunt deze eenheid via het configuratiemenu 
van het scherm aanpassen terwijl de auto 
stilstaat.
Plug-in hybrideauto's De kilometerteller kan alleen worden 
weergegeven via de boordcomputer.
Raadpleeg het betreffende gedeelte voor meer 
informatie over de boordcomputer.
Dimmer dashboardverlichting
Wordt gebruikt om de lichtsterkte van de 
verlichting van het instrumentenpaneel en de 
bedieningselementen aan de lichtsterkte buiten aan 
te passen.
Deze functie kan worden ingesteld in de app  Instellingen   > Helderheid   van het 
touchscreen.
►
 
Druk in de categorie "
 Cockpit" op de schuifbalk 
of schuif de schuifbalk naar de gewenste instelling.
Boordcomputer
Toont informatie over de huidige rit (actieradius,  brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, enz.).
Weergave van informatie op 
het instrumentenpaneel
De verschillende tabbladen weergeven 
 
 
 
► Wanneer u op de toets op het uiteinde van de 
ruitenwisserschakelaar drukt, worden de volgende 
tabbladen na elkaar weergegeven:
–  
Actuele informatie:•
 
Actueel verbruik (Benzine of Diesel).   
Page 25 of 260

23
Instrumentenpaneel
1• Teller voor Stop & Start (Benzine of Diesel).
• Percentage van de huidige rit volledig elektrisch  
gereden (Plug-in hybride).
•
 
Kilometerteller (Plug-in hybride).
–
 
T
 raject "1 " en daarna "2 ":
•
 
Gemiddelde snelheid.
•
 
Gemiddeld brandstofverbruik.
•
 
Afgelegde afstand.
Traject resetten
► Druk langer dan 2 seconden op de knop  
op het uiteinde van de 
ruitenwisserschakelaar wanneer het gewenste 
traject wordt weergegeven.
Traject "1 " en "2" zijn onafhankelijk en ze worden op 
dezelfde manier gebruikt.
Begrippen
De actieradius
(km of mijl)Afstand die u nog met de resterende  hoeveelheid brandstof kunt afleggen 
(gebaseerd op het gemiddelde verbruik over de 
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door een 
verandering in rijstijl of van het reliëf op de route, 
waardoor het actuele brandstofverbruik aanzienlijk 
kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30
  km bedraagt, 
worden streepjes weergegeven. Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt 
de actieradius opnieuw berekend en weergegeven 
als deze meer dan 100
  km bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden permanent streepjes 
worden weergegeven in plaats van cijfers, duidt dit 
op een storing.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een 
gekwalificeerde werkplaats.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)Berekend over de laatste seconden.  
Deze functie wordt alleen weergegeven bij 
snelheden vanaf 30
  km/h.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mijl/h)
Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Tijdteller  Stop & Start-systeem
(minuten/seconden of uren/minuten)  
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start, registreert 
een teller hoe lang de STOP-stand tijdens een 
traject is geactiveerd.
De tijdteller wordt gereset telkens wanneer het 
contact wordt aangezet.
10 inch touchscreen
Dit systeem biedt toegang tot:
–  T ijd en buitentemperatuur.
–
 
Bediening van het verwarmings-/
airconditioningssysteem en weergave van de
 
instellingen.
–
 
Instellingen van rijhulpsystemen, comfort- en
  
veiligheidsfuncties, audioapparatuur en het digitale 
instrumentenpaneel.
–
 
Instellingen van functies die specifiek zijn voor
  
plug-in hybrideauto's.
–
 
W
 eergave van de parkeerhulpsystemen.
–
 
Interactief instructieboekje.
–
 
T
 rainingsvideo's (bijv. schermbeheer, 
rijhulpsystemen, spraakherkenning).
–
 
Bediening van audioapparatuur en telefoon met
  
weergave van de bijbehorende informatie.
–
 
Connected Services en weergave van de
  
bijbehorende informatie.
–
 
Bediening van het navigatiesysteem en weergave
  
van de bijbehorende informatie (afhankelijk van de 
uitvoering).
–
 
Spraakherkenning (afhankelijk van de uitvoering).   
Page 34 of 260

32
Toegang tot de auto
Bij vergrendeling / supervergrendeling van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of de 
supervergrendeling van buitenaf is ingeschakeld, 
knippert het controlelampje in de vergrendeltoets 
en werken de toetsen niet.
►
 
Als de auto is vergrendeld, trek dan aan de
  
binnenportiergreep van een van de portieren om 
de auto te ontgrendelen.
►
 
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
  
moet u de afstandsbediening, het Keyless Entry 
and Start-systeem of de geïntegreerde sleutel 
gebruiken om de auto te ontgrendelen.
Automatisch (beveiliging  tegen agressie)
De portieren en de achterklep worden tijdens het 
rijden automatisch vergrendeld (bij een snelheid 
hoger dan 10
  km/h).
De functie is standaard ingeschakeld. Voor uit- of 
weer inschakelen:
►
 
Druk op de vergrendeltoets totdat er ter
  
bevestiging een melding wordt weergegeven.
Vervoer van lange of grote voorwerpen Druk op de knop van de centrale 
vergrendeling om met geopende achterklep en 
vergrendelde portieren te kunnen rijden. Anders 
hoort u de sloten terugspringen telkens wanneer 
de auto harder dan 10 km/h rijdt en wordt er een 
waarschuwing weergegeven.
Noodprocedures
Sleutels, afstandsbediening of 
elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw 
legitimatiebewijs en indien mogelijk de sleutelcode 
naar een PEUGEOT-dealer.
De PEUGEOT-dealer kan de sleutelcode en de 
transpondercode uitlezen, waardoor er een nieuwe 
sleutel kan worden besteld.
De auto volledig met de 
sleutel ontgrendelen/
vergrendelen
Gebruik deze procedure in de volgende situaties:
–  De batterij van de afstandsbediening is leeg.
–
 
Een storing in de afstandsbediening.
–
 
De accu van de auto is leeg.
–
 
De auto staat in een gebied met sterke
  
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u de batterij van de 
afstandsbediening vervangen.
In het tweede geval kunt u het probleem mogelijk 
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Zie de betreffende hoofdstukken.
 
 
► Steek de sleutel in het portierslot.
►  Draai de sleutel in de richting van de voorzijde  
of achterzijde om de auto te ontgrendelen of 
vergrendelen.
Als de auto is uitgerust met een  alarmsysteem, wordt het alarm niet 
ingeschakeld bij het vergrendelen met de sleutel.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, klinkt de 
sirene bij het openen van de deur. De sirene 
stopt als het contact wordt ingeschakeld.
Centrale vergrendeling werkt 
niet
Gebruik deze procedures in de volgende situaties:
–  Storing in de centrale vergrendeling.
–
 
Accu losgekoppeld of leeg.
Bij een storing in het centrale-vergrendelingssysteem moet de accu 
worden losgekoppeld, zodat de auto volledig is 
vergrendeld.
Portier linksvoor
► Steek de sleutel in het slot en en draai deze naar  
de voor- of achterkant van de auto om het portier te 
vergrendelen en ontgrendelen.
Overige portieren/deuren
Ontgrendelen
► Trek aan de binnenportiergreep.