warning PEUGEOT 308 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2022, Model line: 308, Model: PEUGEOT 308 2022Pages: 260, PDF Size: 8 MB
Page 5 of 260
3
Inhoudsopgave
Verkeersbordherkenning 11 8
Snelheidsbegrenzer 122
Snelheidsregelaar - Specifieke adviezen 124
Snelheidsregelaar 124
Drive Assist Plus 126
Drive Assist 2.0 127
Adaptieve snelheidsregelaar 127
Lane Positioning Assist 132
Aanpassing bochtsnelheid 135
Halfautomatisch veranderen van rijstrook 135
Active Safety Brake met Collision Risk Alert en
Intelligente noodremassistentie
140
Systeem voor detecteren van onoplettendheid 143
Active Lane Departure Warning System 144
Dodehoekbewaking met groot bereik 147
Parkeerhulp 148
Visiopark 1 150
Visiopark 2 151
Verkeerswaarschuwing achter 153
7Praktische informatieCompatibiliteit van brandstoffen 156
Tanken 156
Tankbeveiliging (diesel) 157
Plug-in hybridesysteem 158
De tractiebatterij opladen (motor plug-in hybride) 164
Trekhaak 167
Trekhaak met afneembare kogel 168
Dakdragers 171
Sneeuwschermen 172
Sneeuwkettingen 173
Eco-stand 174
Motorkap 175
Onder de motorkap 176
Niveaus controleren 176
Controles 178
AdBlue® (BlueHDi) 180
Overgaan op vrijloop 182
Onderhoudstips 183
8In geval van pechGevarendriehoek 186
Brandstoftank leeg (diesel) 186
Boordgereedschap 186
Bandenreparatieset 188
Reservewiel 191
Een lamp vervangen 194
Zekeringen 196
12V-accu 196
Slepen van de auto 202
9Technische gegevensTechnische gegevens motoren en
aanhangergewichten 204
Benzinemotoren 205
Dieselmotoren 207
Motoren van plug-in hybrides 208
Afmetingen 209
Identificatie 210
10 PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOTi-Connect
De eerste stappen 2 11
Aanpassen 214
Stuurkolomschakelaars 216
Applicaties 216
Gesproken commando's 216
Navigatie 218
Connectiviteit 219
Mirror Screen 220
Media 222
Telefoon 224
Instellingen 225
Help 226
11Event Data Recorders (EDR)
■
Trefwoordenregister
bit.ly/helpPSA
Toegang tot aanvullende video's
Page 18 of 260
16
Instrumentenpaneel
Plaats in dit geval GEEN kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" op de voorpassagiersstoel -
risico op zwaar letsel!
Airbag vóór aan passagierszijde (OFF)Brandt permanent.De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
De schakelaar is in de stand "OFF" gezet.
Er kan een kinderzitje met de rug in de rijrichting
worden geplaatst, tenzij er een probleem met de
airbags is (waarschuwingslampje airbags aan).
Laag brandstofniveauBrandt permanent terwijl de segmenten rood branden, in
combinatie met een geluidssignaal (bij het
instrumentenpaneel met matrixdisplay)
of
Brandt permanent, waarbij de reservehoeveelheid
in rood wordt aangegeven, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding (behalve met het
instrumentenpaneel met matrixdisplay).
Als het lampje gaat branden, zit er nog ongeveer 6
liter brandstof in de tank (reservevoorraad).
Zolang er geen brandstof wordt getankt, wordt deze
waarschuwing iedere keer herhaald wanneer het
contact wordt aangezet, en met een toenemende
frequentie naarmate het brandstofniveau verder zakt
en de nul nadert.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een lege
brandstoftank te voorkomen. Rijd nooit door totdat de tank helemaal leeg is;
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Geluidssignaal voor voetgangers (plug-in
hybride)
Brandt permanent.
Storing in geluidssignaal gedetecteerd.
Voer (3) uit.
Collision Risk Alert / Active Safety BrakeBrandt permanent, in combinatie met de weergave van een melding.
Het systeem is via het touchscreen uitgeschakeld.
Collision Risk Alert/Active Safety BrakeKnippert. Het systeem activeert en remt de auto kort af
om de snelheid te verlagen.
Raadpleeg de rubriek Rijden voor meer informatie.
Permanent, in combinatie met een melding en een geluidssignaal.
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Brandt permanent. Er is een storing in het systeem.
Als deze waarschuwingslampjes gaan branden
nadat de motor is uitgeschakeld en opnieuw is
gestart, zie (3).
Brandt permanent. Het systeem wordt tijdelijk
uitgeschakeld omdat de bestuurder en/of
voorpassagier (afhankelijk van de uitvoering)
zijn gedetecteerd maar de bijbehorende
veiligheidsgordel is niet vastgemaakt.
Active Lane Departure Warning SystemBrandt permanent. Het systeem is automatisch uitgeschakeld of
in de wachtstand gezet.
Knippert. De auto dreigt een onderbroken
rijstrookmarkering te overschrijden zonder dat de
richtingaanwijzer is ingeschakeld.
Het systeem wordt geactiveerd en corrigeert dan
de koers van de auto als het merkt dat de kans
bestaat dat een rijstrookmarkering of wegrand wordt
overschreden (afhankelijk van de uitvoering).
Zie het hoofdstuk Rijden voor meer informatie.
Permanent, in combinatie met een melding en een geluidssignaal.
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Stop & StartBrandt permanent, in combinatie met de weergave van een melding.
Het Stop & Start-systeem is handmatig
uitgeschakeld.
De volgende keer dat de auto tot stilstand komt,
wordt de motor niet afgezet.
Activeer het systeem opnieuw via het touchscreen.
Brandt permanent. Het Stop & Start-systeem is automatisch
uitgeschakeld.
De volgende keer dat de auto tot stilstand
komt, wordt de motor niet afgezet bij een
buitentemperatuur:
–
lager dan 0 °C.
–
hoger dan +35 °C.
Page 120 of 260
11 8
Rijden
Tijdens het manoeuvreren moet de bestuurder altijd de omgeving van de auto in
de gaten houden en de gehele manoeuvre
controleren.
De bestuurder moet altijd het gebruik van een
systeem dat deel uitmaakt van
Drive Assist
2.0
controleren.
Wanneer het Lane Positioning Assist-systeem
met Drive Assist Plus wordt gebruikt, detecteert
het systeem ook de aanwezigheid van handen.
Er kunnen storingen in de werking van het systeem optreden als:
–
Het stuurwiel is afgedekt.
–
De bestuurder dikke handschoenen
(bijvoorbeeld skihandschoenen) draagt.
Wanneer de aanwezigheid van handen op het
stuurwiel niet goed kan worden gedetecteerd,
wordt Drive Assist 2.0 niet geactiveerd of wordt
deze na een paar seconden uitgeschakeld.
Het is verboden om mechanische antidiefstalapparaten op het stuurwiel aan te
brengen. Hierdoor kan het beschadigd raken!
Snelkopppelingen voor
rijhulpsystemen
De rijhulpsystemen zijn rechtstreeks toegankelijk om
ze snel in te schakelen/uit te schakelen.
Standaard zijn er al rijhulpsystemen in het systeem
opgeslagen (zoals Stop & Start, Active Lane
Departure Warning System).
Andere rijhulpsystemen kunnen worden toegevoegd
of van de pagina worden verwijderd.
Dit kan worden ingesteld in de app ADAS >
Functies van het touchscreen.
► Druk op de toets die hoort bij het
betreffende rijhulpsysteem:
•
Gevuld symbool: de functie is toegevoegd aan
de snelkoppelingen.
•
Leeg symbool: de functie is verwijderd uit de
snelkoppelingen.
►
Controleer de wijziging in het
Snelkoppelingen-tabblad.
► Druk op deze toets. De inhoud is gelijk aan die
van het Snelkoppelingen-tabblad.
Verkeersbordherkenning
Raadpleeg de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en
parkeerhulpsystemen voor meer informatie.
Dit systeem geeft de ter plaatse geldende
maximumsnelheid weer op het instrumentenpaneel
met behulp van:
–
Door de camera gedetecteerde verkeersborden
met een snelheidslimiet.
–
Informatie over snelheidslimieten uit de
kaartgegevens van het navigatiesysteem.
–
Door de camera gedetecteerde borden die een erf
aangeven.
Page 135 of 260
133
Rijden
6dan geeft het systeem een aantal
waarschuwingen die steeds dringender worden.
Als de bestuurder niet reageert, wordt het
systeem uitgeschakeld.
Als de werking wordt onderbroken omdat het stuurwiel langere tijd niet stevig genoeg
wordt vastgehouden, moet het systeem weer
worden ingeschakeld door opnieuw op de toets
ASSIST te drukken.
Automatisch onderbreken
Bij onderbreking van het systeem klinkt een
specifiek geluidssignaal.
–
Activering van het ESP-systeem.
–
Rijstrook onvoldoende gedetecteerd. In dit geval
kan de functie Active Lane Departure Warning
System de controle overnemen totdat er weer aan
de werkingsvoorwaarden van het systeem wordt
voldaan.
Onderbreking door de bestuurder
– Overschrijden van de rijstrookmarkeringen.
– T e stevig vasthouden van het stuurwiel of
dynamische stuurmanoeuvre.
–
Intrappen van het rempedaal (met een pauze
tot gevolg totdat de snelheidsregelaar weer wordt
ingeschakeld) of het gaspedaal (onderbreking
zolang het pedaal wordt ingetrapt).
–
Onderbreken van het
Adaptieve
snelheidsregelaar-systeem.
–
Uitschakelen van het
ASR-systeem.
Rijomstandigheden en bijbehorende waarschuwingen
In de onderstaande tabellen worden de weergaven beschreven die behoren b\
ij de belangrijkste rijsituaties. De daadwerkelijke volgorde van de weergave van deze
waarschuwingen kan afwijken.
Schakelaars op en rondom het stuurwiel Symbolen
Aanwijzingen
ASSIST of I I>
(grijs) / (grijs) Snelheidsregelaar gepauzeerd.
Drive Assist Plus ingeschakeld.
ASSIST of OK
(groen) / (groen) Snelheidsregelaar actief.
Drive Assist Plus ingeschakeld.
ASSIST
(groen) / (groen) Drive Assist Plus ingeschakeld.
Lane Positioning Assist werkt normaal (stuurwielcorrectie geactiveerd).
Page 145 of 260
143
Rijden
6Langs voetgangers rijden
Het systeem werkt wanneer u met uw auto links of
rechts wilt afslaan en het systeem overstekende
voetgangers detecteert, in de volgende gevallen:
–
De voetgangers lopen voor de auto langs.
–
De snelheid van uw auto ligt tussen 5 en 80
km/h.
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel branden, in
combinatie met een melding en een geluidssignaal.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of
door een gekwalificeerde werkplaats controleren.
Als deze waarschuwingslampjes gaan branden nadat de motor is
afgezet en weer gestart, neem dan contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten controleren.
Deze waarschuwingslampjes gaan op het instrumentenpaneel branden
om aan te geven dat de bestuurder en / of de
voorpassagier de veiligheidsgordel niet heeft
vastgemaakt (afhankelijk van de uitvoering). Het
automatische remsysteem is uitgeschakeld totdat de
veiligheidsgordels zijn vastgemaakt.
Systeem voor detecteren
van onoplettendheid
Raadpleeg de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en
parkeerhulpsystemen.
De functie omvat het systeem "Driver Attention
Warning" en het systeem "Driver Attention Warning
via camera".
Deze systemen zijn absoluut niet bedoeld om de bestuurder wakker te houden of te
voorkomen dat de bestuurder achter het stuur in
slaap valt.
Het is altijd de verantwoordelijkheid van de
bestuurder om de auto aan de kant te zetten als
hij / zij vermoeid is.
Neem een pauze wanneer u moe bent en in elk
geval elke 2 uur.
Inschakelen / uitschakelen
Standaard wordt de functie automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
De instellingen kunnen worden gewijzigd via ADAS op het touchscreen.
Driver Attention Warning
Het systeem geeft een waarschuwing zodra het detecteert dat de bestuurder langer dan
twee uur heeft gereden met een snelheid van meer
dan 70
km/h zonder dat hij / zij een pauze heeft
genomen.
Deze waarschuwing bestaat uit een melding die de
bestuurder adviseert een pauze te nemen en een
geluidssignaal.
Als de bestuurder dit advies niet opvolgt, wordt de
waarschuwing elk uur herhaald tot de auto wordt
stilgezet.
Het systeem wordt gereset als aan een van de
volgende voorwaarden is voldaan:
–
De auto staat langer dan 15 minuten stil met
draaiende motor.
–
Het contact is enkele minuten afgezet geweest.
–
De veiligheidsgordel van de bestuurder is
losgemaakt en het portier is geopend.
Zodra de snelheid lager is dan 70 km/h,
gaat het systeem over in de wachtstand.
De rijtijd wordt weer geteld als de snelheid hoger
dan 70
km/h is.
Page 146 of 260
144
Rijden
Rijomstandigheden en bijbehorende waarschuwingen
In de onderstaande tabel ziet u een beschrijving van de waarschuwingen e\
n meldingen die in verschillende rijomstandigheden worden weergegeven.
De werkelijke volgorde waarin de meldingen worden weergegeven kan afwijk\
en.Status functie WeergaveAanwijzingen
OFF
Functie uitgeschakeld.
ON Geen.Systeem ingeschakeld, niet voldaan aan de werkingsvoorwaarden:
– Snelheid lager dan 65 km/h.
– Geen rijstrookmarkering gedetecteerd.
– ESP bezig met een ingreep.
– "Sportieve" rijstijl.
ON
Functie automatisch uitgeschakeld / in stand-by (zoals detectie van een\
aanhanger, gebruik van
het bij de auto geleverde noodreservewiel of storing).
ON Geen.Rijstrookmarkering gedetecteerd.
Snelheid hoger dan 65 km/h.
ON
Het systeem corrigeert de koers op basis van de zijde van de rijstrook d\
ie overschreden dreigt te
worden. De bestuurder houdt het stuurwiel vast.
Driver Attention Warning via
camera
Het systeem beoordeelt de mate van waakzaamheid, vermoeidheid en afleiding
van de bestuurder door afwijkingen in de koers van
de auto ten opzichte van de rijstrookmarkeringen te
detecteren.
Het systeem maakt hiervoor gebruik van een
camera aan de bovenzijde van de voorruit.
Dit systeem is vooral geschikt voor auto(snel)wegen
(snelheden hoger dan 70
km/h).
In eerste instantie wordt de bestuurder
gewaarschuwd door de melding "Wees alert!" in
combinatie met een geluidssignaal.
Als het systeem drie waarschuwingen heeft
gegeven, geeft het systeem een nieuwe
waarschuwing met de melding "Doorrijden
gevaarlijk: Las een rustpauze in!", en wordt het
geluidssignaal harder.
Active Lane Departure Warning System
Lees voor meer informatie de algemene
adviezen over het gebruik van de rij- en
parkeerhulpsystemen.
Het systeem corrigeert de koers van de auto
door de bestuurder te waarschuwen zodra de
auto de rijstrook ongewild dreigt te verlaten of de
bermrand dreigt te overschrijden (afhankelijk van de
uitvoering).
Het systeem maakt hiervoor gebruik van een
camera aan de bovenzijde van de voorruit, die de
rijstrookmarkeringen op de weg en de zijkant van de
weg detecteert.
Dit systeem is met name nuttig op snelwegen en
autowegen.
Werkingsvoorwaarden
– Rijsnelheid tussen 70 en 180 km/u.
– W eg voorzien van een middenstreep.
–
Stuurwiel met beide handen vastgehouden.
–
Richtingaanwijzers uit bij activering van het
systeem.
–
ESP
ingeschakeld en in werking.
Het systeem assisteert de bestuurder uitsluitend als de auto ongewild de rijstrook
dreigt te verlaten. Het zorgt niet dat de auto een
veilige afstand of snelheid aanhoudt en grijpt ook
niet in op het remsysteem van de auto.
De bestuurder moet het stuurwiel met beide
handen vasthouden, zodat hij of zij de controle
behoudt wanneer de omstandigheden ervoor
zorgen dat het systeem niet meer kan ingrijpen
(bijvoorbeeld als de middelste rijstrookmarkering
op het wegdek niet meer zichtbaar is).
Werking
Zodra het systeem signaleert dat ongewild een
van de gedetecteerde rijstrookmarkeringen of
bermranden van de weg overschreden dreigt te
worden, corrigeert het de koers van de auto tot de
auto weer netjes de rijstrook volgt.
De bestuurder kan bewegingen in het stuurwiel
voelen.
Dit lampje knippert gedurende de koerscorrectie.
De bestuurder kan de correctie verhinderen door het stuurwiel stevig vast te houden
(bijv. bij een uitwijkmanoeuvre)
De correctie wordt meteen onderbroken als de
richtingaanwijzers worden ingeschakeld.
Zolang de richtingaanwijzers zijn ingeschakeld
en gedurende enkele seconden nadat ze zijn
uitgeschakeld, beschouwt het systeem een
Page 234 of 260
232
Trefwoordenregister
Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak, handgeschakeld
107, 112, 179
Handsfree achterklep
36–37
Handsfree set
219
Handsfree toegang
36–37
Hifisysteem
62
Hill-Holder ~ Hill Start Assist
11 2
Hoek van de stoel
46
Hoek van de stoel verstellen
46
Hoofdsteunen achter
51–52
Hoofdsteunen verstellen
45
Hoofdsteunen vóór
45
Hoogspanning
158
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~
Stuurverstelling
48
Hulpoproep
81–82
Hybridemotor
9, 25, 175, 202, 208
I
Identificatiegegevens 210
Identificatieplaatjes constructeur
210
Identificatie (stickers)
210
Indeling achter
63
Indeling bagageruimte ~ Bagageruimte,
indeling
64–65
Indeling interieur ~ Interieurindeling
59
Inductielader
60
Infraroodcamera
11 7
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank
(inhoud)
156
Instapverlichting 72
Instellen van de uitrustingen
11, 24
Instellingen bestuurder (opslaan) ~
Bestuurdersplaats (instellingen)
47
Instrumentenpaneel
10, 22, 23, 117
Instrumentenpanelen
10
Interieurfilter
53, 178
Interieurfilter (vervangen)
178
Interieurverlichting
62–63
ISOFIX (bevestigingen)
94, 96–97
ISOFIX bevestigingen
94, 96–97
ISOFIX kinderzitjes
94–97
K
Kaartleeslampjes 62
Keyless entry and start
29–30, 102–103
Kilometerteller
22
Kinderbeveiliging
98
Kinderen
87, 94–95
Kinderen (veiligheid)
98
Kinderzitjes
87, 91–93
Kinderzitjes (conventioneel)
93, 96–97
Kinderzitjes i-Size
95–97
Klep laadaansluiting (plug-in
hybride)
159, 164, 166
Klep van de laadaansluiting
167
Kleurcode lak
210
Klokje (instellen)
225
Koelvloeistof
177
Koelvloeistoftemperatuur
20
Koelvloeistoftemperatuurmeter 20
Kofferdeksel sluiten
30, 35
Koplampverstelling
71
Krik
187–188, 191
L
Laadkabel 162
Laadkabel (plug-in hybride)
159, 161, 166
Laadniveaumeter (plug-in hybride)
22
Laadstekker (plug-in hybride)
159, 164, 166
Laadtoestand van de tractiebatterij
25
Laden accu ~ Accu laden
197–198, 200
Laden tractiebatterij
162
Laden via een normaal stopcontact
162
Lader voor versneld laden (wallbox)
159, 161
Lak
183, 210
Lampen (vervangen)
194–195
Lampen vervangen
194–195
Lane Departure Warning System
144
Lane Keeping System
126–127, 132–133
Leder (onderhoud)
185
LED-verlichting
70, 195
Leeslampjes
62
Lekke band
188–189, 191
Lendensteun
46
Lendensteun, verstelling
46
Lichtschakelaar
69–70
Logboek waarschuwingsmeldingen
22
Lokaliseren van de auto
29
Luchtfilter
179