display Peugeot 308 CC 2009 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2009, Model line: 308 CC, Model: Peugeot 308 CC 2009Pages: 291, PDF Size: 22.86 MB
Page 110 of 291

7
i
98
VEILIGHEID
Veiligheidsgordels achter
De zitplaatsen achter zijn voorzien van
een driepunts veiligheidsgordel met op-
rolautomaat en gordelkrachtbegrenzer. Verklikkerlampje veiligheidsgordel
Als een achterpassagier zijn gordel
losmaakt, gaat dit verklikkerlampje
branden op het instrumentenpa-
neel of verschijnt dit pictogram op
het pictogrammendisplay veiligheidsgor-
dels/airbag aan passagierszijde.
Als de wagensnelheid hoger is dan on-
geveer 20 km/h, knippert het verklik-
kerlampje gedurende twee minuten in
combinatie met een steeds sterker wor-
dend geluidssignaal. Na deze 2 minuten
blijft het verklikkerlampje branden zo-
lang de achterpassagiers hun gordels
niet hebben vastgemaakt.
Omdoen
Haal de veiligheidsgordel, alvorens
deze om te doen, uit de lus A .
Trek aan de gordel en steek de gesp
in de gordelsluiting.
Controleer of de gordel goed is vast-
gemaakt door even aan de riem te
trekken. Pictogrammendisplay
veiligheidsgordels losgemaakt
Als het contact wordt aangezet, met
draaiende motor of als de wagensnel-
heid lager is dan ongeveer 20 km/h,
worden de pictogrammen
4 en 5 onge-
veer 30 seconden rood weergegeven
als de desbetreffende gordel niet is
vastgemaakt.
Als bij een wagensnelheid hoger
dan ongeveer 20 km/h het pictogram
4 of 5 rood wordt weergegeven in com-
binatie met een geluidssignaal en een
melding op het multifunctionele display,
is de gordel van de desbetreffende ach-
terpassagier losgemaakt.
Losmaken
Druk op de rode knop van de gor-
delsluiting.
Houd de gordel vast terwijl deze
zich oprolt. Als er zich in de stand "cabriolet"
geen passagiers op de zitplaatsen
achter bevinden, haal dan de veilig-
heidsgordels achter door de lussen
A , zodat de veiligheidsgordels niet
heen en weer kunnen bewegen (uit-
sluitend bij uitvoeringen met lederen
bekleding).
Page 113 of 291

7
!
!
101
VEILIGHEID
Plaats geen kinderzitje op de voor-
stoel als minimaal één van beide
verklikkerlampjes van de airbags
permanent blijft branden.
Laat het systeem controleren door
het PEUGEOT-netwerk.
Storing
Als dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat bran-
den in combinatie met een ge-
luidssignaal en een melding
op het multifunctionele display, laat
het systeem dan controleren door het
PEUGEOT-netwerk. De kans bestaat
dat de airbags bij een ernstige aanrij-
ding niet worden geactiveerd.
Opnieuw inschakelen
Als u het kinderzitje hebt verwijderd, zet
dan de schakelaar 1 weer op "ON" om
de airbag opnieuw in te schakelen en
zo de veiligheid van uw passagier te ga-
randeren.
Als het contact is aangezet en
de airbag aan passagierszijde
opnieuw wordt ingeschakeld,
gaat dit verklikkerlampje op het
display van de verklikkerlampjes van
de veiligheidsgordels en de airbag aan
passagierszijde gedurende ongeveer
1 minuut branden. Schakel voor de veiligheid van uw
kind de airbag aan passagierszijde
altijd uit als u een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de voor-
stoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk ge-
wond raken.
Afhankelijk van de uitvoering
van uw auto brandt dit verklik-
kerlampje hetzij op het instru-
mentenpaneel, hetzij op het
display voor de verklikkerlampjes van
de veiligheidsgordels en de airbag aan
passagierszijde, bij aangezet contact
en zolang de airbag is uitgeschakeld. Als dit verklikkerlampje knippert,
raadpleeg dan het PEUGEOT-
netwerk. De kans bestaat dat
de airbag aan passagierszijde
bij een ernstige aanrijding niet
wordt geactiveerd.
Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde
kan worden uitgeschakeld:
zet het contact af , steek de sleutel in
de schakelaar voor uitschakelen van
de airbag aan passagierszijde 1 ,
draai deze in de stand "OFF" ,
verwijder de sleutel zonder de stand
van de schakelaar te veranderen.
Page 114 of 291

7
i
102
VEILIGHEID
Zij-airbags
De zij-airbags beschermen de bestuur-
der en de passagier bij een ernstige
zijdelingse aanrijding, om de kans op
letsel aan bekken, borstkas en hoofd te
verkleinen.
De zij-airbags zijn aan de portierzijde
aangebracht:
- één in de rugleuningen van de voor-stoelen (om borstkas en bekken te
beschermen),
- en één in de hoofdsteunen vóór (om het hoofd te beschermen).
Activering
De zij-airbags worden aan de desbe-
treffende zijde opgeblazen bij een ern-
stige zijdelingse aanrijding binnen (een
gedeelte van) de impactzone opzij ( B ),
loodrecht op de lengteas van de auto
en vanaf de buitenzijde richting de bin-
nenzijde van de auto.
De zij-airbags worden opgeblazen tus-
sen de inzittende vóór en het desbetref-
fende portierpaneel. In het geval van een storing
Registratiezones voor een aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Impactzone opzij. Als dit verklikkerlampje gaat
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display,
raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk
om het systeem te laten controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij een
ernstige aanrijding niet worden geacti-
veerd.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding
of bij over de kop slaan, kan het
zijn dat de airbags niet worden ge-
activeerd.
Bij een aanrijding van achteren of
een frontale aanrijding wordt de
airbag niet geactiveerd.
Page 125 of 291

8
!
i
!
111
RIJDEN
Draai bij het parkeren van de auto
op een helling de wielen vast tegen
het trottoir, trek de handrem aan en
schakel een versnelling in.
HANDREM
Mechanisch systeem om de auto veilig
stil te zetten.
Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat,
de handrem aan. Als tijdens het rijden dit ver-
klikkerlampje en het verklik-
kerlampje
STOP branden in
combinatie met een geluids-
signaal en een meldingop het multi-
functionele display, geeft dit aan dat de
handrem nog (iets) is aangetrokken.
Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knop
A in en duw de handrem geheel om-
laag.
HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK MET 6 VERSNELLINGEN
Voor uw veiligheid en om het star-
ten van de motor te vergemakke-
lijken:
- zet de versnellingshendel altijd in de neutraalstand,
- trap het koppelingspedaal in.
Schakel de achteruitversnelling al-
leen in als de auto stilstaat en de
motor stationair draait.
Inschakelen van de
achteruitversnelling
Trek de ring onder de pookknop
omhoog en beweeg de versnellings-
hendel eerst naar links en dan naar
voren.