reset Peugeot 308 CC 2009 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2009, Model line: 308 CC, Model: Peugeot 308 CC 2009Pages: 291, PDF Size: 22.86 MB
Page 3 of 291

!
!
i
IN EEN OOGOPSLAG
OPENEN
Wegklapbaar dak De bediening van het dak is vol-
ledig voor eigen verantwoordelijk-
heid van de bestuurder.
Let erop dat er zich, tijdens het
openen of sluiten van het dak,
geen personen in de buurt van
het bedieningsmechanisme bevin-
den; hiermee wordt risico op letsel
voorkomen.
Het is sterk af te raden het dak te
bedienen bij harde wind. Tijdens het wassen van uw auto:
-
vergrendel de auto met behulp van
de afstandsbediening of de sleutel,
- sproei niet in de richting van het
bovenste gedeelte van de ruiten,
- houd bij het wassen van de
auto met een hogedrukreiniger
het uiteinde van de lans min-
stens 1 meter bij de ruiten en
de portierrubbers vandaan.
Wacht na het wassen van uw auto
of na een regenbui tot het dak is
opgedroogd alvorens het te ope-
nen. Het is raadzaam het dak te bedie-
nen bij draaiende motor.
Dit is mogelijk als de wagensnel-
heid lager is dan 10 km/h.
U kunt het dak maximaal vier keer
bedienen voordat het systeem in
de beschermende modus treedt
om te voorkomen dat de dakmo-
toren beschadigd raken. Laat het
systeem ongeveer 10 minuten rus-
ten; raadpleeg als het dak daarna
nog niet bediend kan worden het
PEUGEOT-netwerk.
Voorwaarden
Zet het contact aan.
Verzeker u ervan dat:
- de auto zich niet in de eco-mode bevindt (zie het desbetreffende
hoofdstuk),
- de accuspanning voldoende is (het verklikkerlampje op de be-
dieningsschakelaar van het dak
brandt),
- de zekering van het dak in orde is (zie het desbetreffende hoofdstuk),
- de ruitbediening is gereset (zie het desbetreffende hoofdstuk),
- de buitentemperatuur hoger is dan -15°C.
Voorzorgsmaatregelen vóór het
bedienen van het dak
Zet de auto stil op een horizontale
ondergrond.
Controleer of er geen voorwerpen
zijn die het bewegen van het dak
kunnen hinderen:
- er mogen geen voorwerpen op de beweegbare hoedenplank 1 of op
het bagageafdekscherm 2 en de
zijbekleding 3 zijn geplaatst,
- eventuele bagage mag het afdek- scherm niet omhoogdrukken,
- leg alle losse voorwerpen in de ba- gageruimte, zoals een jasje en een
paraplu, onder het bagagenet 4 .
Zorg ervoor dat het bagageafdek-
scherm 2 goed is vastgemaakt.
Sluit het kofferdeksel op de juiste
manier.
Page 30 of 291

1
i
i
33
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Als u na deze handeling de accu
wilt loskoppelen, vergrendel dan
de auto en wacht minimaal 5 mi-
nuten. Het op 0 zetten van de on-
derhoudsindicator zal anders niet
worden opgeslagen.
Op 0 zetten van de
onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Voer dit als volgt uit:
zet het contact af,
druk op de resetknop van de dagtel-
ler en houd deze ingedrukt,
zet het contact aan; de kilometertel-
ler begint terug te tellen,
laat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
De factor tijd kan worden mee-
gewogen bij de nog af te leggen
kilometers, afhankelijk van de rij-
gewoonten van de bestuurder.
De sleutel kan ook gaan branden
als het interval van twee jaar is
overschreden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden Als het contact wordt aangezet, gaat geduren-
de 5 seconden de
sleutel knipperen om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerst-
volgende onderhoudsbeurt met 300 km
overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het dis-
play gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden . Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhouds-
informatie weergeven.
Druk op de knop voor nulstelling van
de dagteller.
De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
Page 74 of 291

4
!
i
i
71
TOEGANG TOT DE AUTO
Met deze procedure wordt de wer-
king van de ruitbediening en de au-
tomatische functie bij het openen
van de portieren gereset.
Bediening van de vier ruiten
Met deze bediening kunnen alle ruiten in
één keer worden geopend of gesloten.
Neem bij het verlaten van de auto,
zelfs voor een korte periode, altijd
de sleutel uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van
de ruit iets tussen de ruit en de spon-
ning bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op
de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit
aan passagierszijde bedient, moet
deze ervan verzekerd zijn dat niets
het correcte sluiten van de ruit ver-
hindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van de elek-
trische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tij-
dens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Resetten
Nadat de accukabels los zijn geweest
of na een storing moet de ruitbediening
worden gereset:
laat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog totdat de ruit vol-
ledig is gesloten,
houd de schakelaar na het sluiten
nog ongeveer drie seconden vast,
druk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen,
druk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd
deze nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de be-
veiliging tegen beknellen uitgescha-
keld.
Druk op schakelaar 6 en laat deze
weer los. De ruiten worden volledig
geopend.
Door opnieuw op de schakelaar te
drukken, stoppen de ruiten.
of
Trek aan schakelaar 6 en houd deze
vast. De ruiten worden volledig ge-
sloten.
Als u de schakelaar loslaat voordat
de ruiten volledig gesloten zijn, stop-
pen ze.
Het inschakelen van deze bediening
geschiedt onder volledige verant-
woordelijkheid van de bestuurder.