PEUGEOT 4008 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: 4008, Model: PEUGEOT 4008 2015Pages: 368, PDF Size: 12.06 MB
Page 101 of 368

99
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Stand van het contact
wijzigen
Als de elektronische sleutel in de auto is, wordt
elke keer dat u de " START/STOP "-knop
indrukt zonder een pedaal ingetrapt te
houden , de stand van het contact gewijzigd:
F
E
erste keer indrukken (stand ACC): het
verklikkerlampje van de knop brandt
oranje.
D
e accessoires (autoradio, 12V-aansluiting
enz.) kunnen worden gebruikt.
F
T
weede keer indrukken (stand ON): het
verklikkerlampje van de knop brandt groen.
A
anzetten van het contact.
F
D
erde keer indrukken (stand OFF): het
verklikkerlampje van de knop dooft. Als u langdurig accessoires gebruikt
met het contact in de stand 2
(ACC)
,
kan de accu ontladen raken. U kunt
uw auto dan mogelijker wijs niet meer
starten. Houd hier rekening mee .
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
automatische onderbreking van de
voeding van elektrische functies .
Starten - afzetten van de moteur met het Keyless entry and
start-systeem
Neem snel contact op met het PEUGEOT-
netwerk of met een gekwalificeerde
werkplaats als het verklikkerlampje van de
knop oranje knippert.
F
D
ruk op de " START/STOP "
-knop en laat de knop los.
F
T
rap, ter wijl de elektronische sleutel zich
in het interieur van de auto bevindt, het
koppelingspedaal volledig in (auto's met
handgeschakelde versnellingsbak) of trap het
rempedaal in (auto's met CVT-transmissie).
Starten met de
elektronische sleutel
Auto's met handgeschakelde versnellingsbak:
zet de versnellingshendel in de neutraalstand.
Auto's met CVT-transmissie: zet de
selectiehendel in de stand P .
4
Rijden
Page 102 of 368

100
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Bij auto's met dieselmotor
wordt de motor, als deze
koud is, pas na het doven
van het verklikkerlampje
"Voorgloeien" gestart.
Als aan een van de voor waarden voor
het starten niet wordt voldaan, wordt
ter herinnering een melding op het
display van het instrumentenpaneel
weergegeven. In sommige gevallen
moet het stuur wiel heen en weer worden
bewogen ter wijl de " START/STOP
"
-knop wordt ingedrukt om het stuurslot
te ontgrendelen; u wordt hiervan via een
melding op de hoogte gebracht.
De elektronische sleutel moet zich
in de detectiezone bevinden. Laat uit
veiligheidsoverwegingen de motor niet
draaien wanneer u de detectiezone
verlaat.
Afzetten met de
elektronische sleutel
Als de auto niet stilstaat, wordt de motor
niet afgezet.
Deze melding wordt
weergegeven als het
bestuurdersportier wordt
geopend ter wijl het contact
niet in de stand "OFF" staat.
F
D
ruk nogmaals op de " START/STOP"-
knop om de stand "OFF" in te schakelen.
F
Z
et de auto stil.
F
Z
et bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in
de neutraalstand en bij auto's met CVT-
transmissie de selectiehendel in de stand P .
F
D
ruk op de " START/STOP
"-knop ter wijl
de elektronische sleutel zich in het interieur
van de auto bevindt.
De motor wordt afgezet.
Het stuurslot wordt vergrendeld bij het openen
van een portier of bij het vergrendelen van de
auto.
Elke startpoging duurt ongeveer 15
seconden.
Als de motor niet is gestart, druk dan nogmaals
op de " START/STOP "-knop voor een nieuwe
poging.
Het is noodzakelijk dat de elektronische
sleutel zich bij het aanzetten van het
contact en bij alleen het starten van de
motor in de auto bevindt. Controleer,
zodra de motor is gestart of de
elektronische sleutel in de auto blijft tot
het einde van de rit: anders kan de auto
niet vergrendeld worden.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
Rijden
Page 103 of 368

101
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Als de motor draait, kunt u de
elektronische sleutel uit de houder A
verwijderen en het dashboardkastje
sluiten.
Noodprocedure voor
het starten met de
elektronische sleutel
Deze melding verschijnt
wanneer u het
bestuurdersportier opent en
de elektronische sleutel niet
verwijderd is uit de houder A . Denk eraan dat u
de elektronische sleutel meeneemt wanneer u
de auto verlaat.
F
T
rap bij auto's met een CVT-transmissie
het rempedaal in en trap bij auto's met
een handgeschakelde versnellingsbak het
koppelingspedaal volledig in.
F
D
ruk op de "START/STOP"-
knop.
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en uw auto niet start als
u op de " START/STOP "-knop drukt:
F
O
pen het dashboardkastje.
F
S
teek de elektronische sleutel in de
houder A .
Noodprocedure voor het
afzetten van de motor met
de elektronische sleutel
Bij het afzetten van de motor in
geval van nood zijn de rem- en
stuurbekrachtigingsfuncties niet meer
beschikbaar. Let extra goed op.
Uitsluitend in geval van nood kan de motor
direct worden afgezet. Druk hiertoe gedurende
ongeveer drie seconden op de " S TA R T/
STOP"
-knop of druk de knop 3 keer achter
elkaar in.
De motor gaat uit en de auto komt in de stand
"ACC ".
4
Rijden
Page 104 of 368

102
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Diefstalbeveiliging
Elektronische startbeveiliging
In de sleutels is een chip aangebracht die over
een geheime code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startbeveiliging.
Deze elektronische startbeveiliging blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-
netwerk.
Aantrekken
F Trek de hefboom van de parkeerrem volledig aan om uw auto stil te zetten.
Parkeerrem
Vrijzetten
F Trek de hefboom van de parkeerrem licht omhoog, druk de ontgrendelknop A in en
duw de hefboom geheel omlaag. Als deze melding tijdens het rijden op het
scherm verschijnt, geeft dit aan dat de
parkeerrem nog (iets) is aangetrokken.Draai bij het parkeren van de auto
op een helling de wielen vast tegen
het trottoir, trek de parkeerrem aan,
schakel een versnelling in of zet de
selectiehendel in de stand P bij auto's
met een CVT transmissie en zet het
contact uit (stand "OFF").
Rijden
Page 105 of 368

103
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Handgeschakelde
5-versnellingsbak
F Beweeg de versnellingshendel naar rechts en vervolgens naar achteren.
Inschakelen van de
achteruitversnelling
Handgeschakelde
6-versnellingsbak
F Beweeg de versnellingshendel zo ver mogelijk naar rechts om de 5e of de
6e versnelling in te schakelen.
Als dit advies niet wordt nageleefd, kan de
versnellingsbak onherstelbaar beschadigd
raken (per ongeluk inschakelen van de 3
e of
4e versnelling).
Inschakelen van de
achteruitversnelling
F Trek de ring onder de pookknop omhoog en beweeg de versnellingshendel eerst
naar links en dan naar voren.
Inschakelen van de
5e of de 6e versnelling
Schakel de achteruitversnelling alleen
in als de auto stilstaat en de motor
stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten
van de motor te vergemakkelijken:
-
z
et de versnellingshendel altijd in
de neutraalstand,
-
t
rap het koppelingspedaal in. Schakel de achteruitversnelling alleen
in als de auto stilstaat en de motor
stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten
van de motor te vergemakkelijken:
-
z
et de versnellingshendel altijd in
de neutraalstand,
-
t
rap het koppelingspedaal in.
4
Rijden
Page 106 of 368

104
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Schakelindicator*Dit systeem adviseert de bestuurder te schakelen om het brandstofverbruik te verminderen (auto's met handgeschakelde versnellingsbak).
Werking
* Volgens motoruitvoering.-
opschakelen,
In rijsituaties waarin veel van de motor
wordt gevraagd (diep intrappen van het
gaspedaal, bijvoorbeeld tijdens een
inhaalmanoeuvre...) zal het systeem
geen schakeladvies geven.
Het systeem zal u nooit adviseren om
de achteruitversnelling in te schakelen.
Het systeem geeft uitsluitend adviezen als u
rustig rijdt.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u
adviseren één of meer versnellingen over te
slaan. U kunt deze aanwijzingen opvolgen
zonder de tussenliggende versnellingen in te
hoeven schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te
schakelen. De keuze van de optimale
versnelling hangt namelijk altijd af van de
situatie op de weg, de verkeersdrukte en
de veiligheid. De bestuurder blijft derhalve
altijd zelf verantwoordelijk voor het al dan
niet opvolgen van een schakeladvies van het
systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld. Via een pictogram op het instrumentenpaneel
wordt u geadviseerd een andere versnelling in
te schakelen:
of
-
terugschakelen.
Rijden
Page 107 of 368

105
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Deze versnellingsbak heeft twee
gebruiksmogelijkheden:
-
e
en automatische stand om automatisch,
dus zonder tussenkomst van de
bestuurder, te schakelen tijdens het rijden.
-
e
en handmatige stand om met de flippers
of met de selectiehendel sequentieel te
schakelen tijdens het rijden.
"CVT" versnellingsbak
De versnellingsbak kan worden bediend met:
- d e selectiehendel 1 op de middenconsole
om de rijstand te selecteren, de
achteruitversnelling in te schakelen,
de versnellingsbak in de neutraalstand
te zetten of zelf te schakelen in de
handmatige stand. -
e en flipper "-" 2 om terug te schakelen in
de handmatige stand.
-
e
en flipper "+/OFF" 3 om op te schakelen
in de handmatige stand.
Bij de automatische versnellingsbak met zes versnellingen kunt u kiezen tussen automatische bediening en handmatig schakelen.
De stand kan op ieder moment worden
gewijzigd.
4
Rijden
Page 108 of 368

106
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Standen van de
selectiehendel
P: parkeren.
Stilhouden van de auto, parkeerrem wel of niet
aangetrokken.
R : achteruitversnelling.
Houd bij stilstaande auto het rempedaal
ingetrapt en beweeg de selectiehendel
omhoog. Bij het inschakelen van de
achteruitversnelling klinkt een geluidssignaal.
N : neutraalstand.
D : automatische stand.
Beweeg de selectiehendel omlaag om deze
stand te selecteren.
+ / - :
S
equentieel schakelen in de handmatige
stand.
Beweeg de selectiehendel omlaag en
vervolgens naar links om deze stand te
selecteren en vervolgens:
-
n
aar voren om op te schakelen,
-
n
aar achteren om terug te schakelen. + : Schakelen in de handmatige stand.
Druk op de achterzijde van de flipper "+/OFF"
om op te schakelen.
- : Schakelen in de handmatige stand.
Druk op de achterzijde van de flipper " - " om
terug te schakelen.
Functies van de flippers
Houd bij het star ten van de
motor altijd stevig het rempedaal
ingetrapt.
Starten van de auto
F Start de motor. Vanuit stand P , parkeerrem aangetrokken:
Trap het rempedaal stevig in om
de selectiehendel te ontgrendelen.
F
S
electeer de eerste versnelling
(stand D of +/- ) of de achteruitversnelling
(stand R ).
Op het display van het instrumentenpaneel
verschijnen de aanduidingen " D" of "1" of "R".
F
O
ntgrendel de parkeerrem, de auto komt
onmiddelijk in beweging.
Rijden
Page 109 of 368

107
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Stilstaan/wegrijden op een
helling
Gebruik om de auto op een helling stil te
laten staan absoluut niet het gaspedaal,
maar de parkeerrem.
Geef bij het wegrijden geleidelijk gas ter wijl u
de parkeerrem loszet.
Handmatige stand
F Selecteer de stand +/-.
F G ebruik de flippers of de selectiehendel
om van versnelling te veranderen.
De ingeschakelde versnellingen verschijnen
achtereenvolgens op het display van het
instrumentenpaneel.
Het schakelen naar een andere versnelling is
alleen mogelijk als de snelheid van de auto en
het motortoerental dit toestaan.
U kunt schakelen zonder uw voet van het
gaspedaal te halen.
Bij het minderen van snelheid schakelt de auto
automatisch terug.
Als de auto stilstaat, wordt de eerste
versnelling ingeschakeld.
Automatische stand
F Selecteer de stand D .
Op het display van het instrumentenpaneel
verschijnt de aanduiding "D" .
De versnellingsbak functioneert in de auto-actieve
stand, zonder tussenkomst van de bestuurder.
De versnellingsbak kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling aan de hand van de
volgende parameters:
-
rijstijl,
-
h
et profiel van de weg,
-
d
e belading van de auto.
Voor een maximaal comfort en een optimale
versnelling is het raadzaam om het bruusk
intrappen en loslaten van het gaspedaal te
vermijden.
Om optimaal te kunnen accelereren,
bijvoorbeeld bij het inhalen van een
andere auto, trapt u het gaspedaal
krachtig in, door de weerstand heen.
4
Rijden
Page 110 of 368

108
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Handmatig schakelen
In de automatische stand kunt u op ieder
moment tijdelijk zelf schakelen met behulp van
de flippers.
Met behulp van deze schakelaars kunt u eerder
handmatig terugschakelen als dit noodzakelijk
is dan in de automatische stand (naderen van
een rotonde, verlaten van een parkeerterrein
met een steile helling, inhalen...).
De versnellingsbak wordt dan in de
desbetreffende versnelling geschakeld, als het
motortoerental dit toestaat. De ingeschakelde
versnelling verschijnt op het display.
Om terug te gaan naar de automatische stand
kunt u kiezen uit:
-
d
e achterzijde van de flipper 3
"+/OFF" gedurende ongeveer 2
seconden
indrukken,
-
d
e selectiehendel snel naar de stand +/-
bewegen en vervolgens in stand D zetten,
-
d
e auto tot stilstand brengen.
Parkeren van de auto Storing
Als bij aangezet contact de melding "Snelheid
minderen" of de melding "Onderhoud nodig"
op het display van het instrumentenpaneel
verschijnt, duidt dit op een storing van de
versnellingsbak.
Voer bij het verschijnen van een melding de
volgende handelingen uit:
-
v
erminder snelheid en breng uw auto op
een veilige plek tot stilstand,
-
z
et de hendel in de stand P en laat de
motor draaien,
-
o
pen de motorkap om de motor af te laten
koelen.
Als de melding gedurende enige tijd niet meer
is verschenen, kunt u weer verder rijden.
Als de melding niet verdwijnt of regelmatig
verschijnt, raadpleeg dan zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Voordat u de motor afzet, moet u de
selectiehendel in de stand P zetten.
Trek beslist de parkeerrem aan om de auto
volledig stil te zetten.
Rijden