ESP PEUGEOT 5008 2012 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2012, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2012Pages: 340, PDF Size: 16.5 MB
Page 3 of 340

Verwijzing:
dit symbool verwijst naar de blad-
zijde waar meer informatie over de
desbetreffende functie is te vinden.
Symbolen
Bescherming van het
milieu:
dit symbool verschijnt bij advie-
zen met betrekking tot de be scherming
van het milieu.
Informatie:
dit symbool vestigt uw aandacht
op aanvullende informatie die u
helpt de gebruiksmogelijkheden van uw
auto optimaal te benutten.
Waarschuwing:
dit symbool geeft waarschuwin-
gen weer die u absoluut dient te
respecteren omwille van uw veiligheid en
die van anderen en om schade aan uw
auto te voorkomen.
WELKOM
Wij danken u voor uw keuze voor de
5008, synoniem voor vertrouwen, pas-
sie en inspiratie.
Dit instructieboekje is ontwikkeld om u in
de gelegenheid te stellen onder alle om-
standigheden optimaal gebruik te maken
van de mogelijkheden van uw 5008.
In het eerste deel van het boekje is de
belangrijkste informatie samengevat
om u in korte tijd vertrouwd te maken
met de bediening van uw auto.
Vervolgens komen alle details van uw
5008 op het gebied van comfort, veilig-
heid en rijden uitgebreid aan bod, zo-
dat u en uw passagiers maximaal van
de auto kunnen genieten.
Aan het einde van dit boekje vindt u een
visuele index waarmee u gemakkelijk
een onderdeel van de uitrusting of een
functie kunt lokaliseren en snel de des-
betreffende pagina kunt vinden.
Elk geleverd model kan, afhankelijk van
het uitrustingsniveau, het type, de uitvoe-
ring en de specifi eke kenmerken voor
het land waarvoor de auto bestemd is,
slechts van een deel van de in dit boekje
vermelde uitrustingen zijn voorzien.
Page 11 of 340

IN
E
9
COCKPIT
1.
Schakelaar snelheidsregelaar/
snelheidsbegrenzer.
2.
Hendel stuurwielverstelling.
3.
Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
4.
Instrumentenpaneel.
5.
Airbag bestuurder.
Claxon.
6.
Versnellingshendel.
7.
Elektrische parkeerrem.
8.
12V-aansluiting.
9.
Bediening panoramisch glazen dak.
10.
Opbergvak bestuurderszijde
(Instructieboekje).
11 .
Hendel motorkapontgrendeling.
12.
Schakelaars buitenspiegels.
Schakelaars ruitbediening.
Kinderbeveiliging.
13.
Handmatig verstellen van de
koplampen.
Navigatietoets van het
bedieningspaneel voor de Peugeot
Connect 3D Nav.
14.
Schakelaar alarm.
Schakelaar parkeerhulp.
Schakelaar dynamische
stabiliteitscontrole (ESP/ASR).
Uitschakelen Stop & Start-systeem
15.
Zijruitontwaseming.
16.
Voorruitontwaseming.
Page 15 of 340

13
COMFORT
Buitenspie
gels
Verstellen
A.
Selecteren van de te verstellen bui-
tenspiegel.
B.
Verstellen van de buitenspiegel in
vier richtingen.
74
Binnenspiegel
Handmatig verstellen
1.
Selecteren van de dagstand van de
spiegel.
2.
Verstellen van de binnenspiegel.
75
Automatische binnenspiegel
1.
Verstellen van de binnenspiegel.
75
Veiligheidsgordels vóór
1.
Vastmaken van de gesp.
132
2.
In hoogte verstellen.
En verder...
C.
Inklappen
Uitklappen.
Page 18 of 340

IN
E
16
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Instrumentenpaneel
A.
Als het contact wordt aangezet,
moet de wijzer van de brandstof-
meter de resterende hoeveelheid
brandstof aangeven.
B.
Bij draaiende motor moet het verklikker-
lampje laag brandstofniveau uitgaan.
C.
Als het contact wordt aangezet,
moet de motorolieniveaumeter en-
kele seconden de melding "OIL
OK"
weergeven.
Ga indien nodig tanken of vul olie bij.
27
Verklikkerlampjes
1.
Als het contact wordt aangezet,
gaan de oranje en rode verklikker-
lampjes branden.
2.
Bij draaiende motor moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde
als er lampjes blijven branden.
29
Rijen drukschakelaars
Het branden van een lampje geeft de
staat van de desbetreffende functie aan.
A.
Intelligente
parkeerhulp. 169
165
81
167
131
127
148
128
B.
Uitschakelen Stop &
Start-systeem.
C.
Interieurbeveiliging.
D.
Parkeerhulp met
grafi sche weergave
en geluidssignalen.
E.
ESP OFF.
F.
Kinderbeveiliging.
G.
Head-up display.
H.
Alarmknipperlichten.
Onder
Midden
150
I.
"Distance alert".
86
J.
Centrale
vergrendeling.
Page 31 of 340

29
CO
Parameters van de auto
In dit menu kunt u bepaalde functies ten
behoeve van het rijden en het comfort
inschakelen (volgens land van bestem-
ming):
- inschakelen van de ruitenwisser ach-
ter als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld (zie hoofdstuk "Zicht"),
- selectieve ontgrendeling (zie hoofd-
stuk "Openen"),
- follow-me-home en instapverlichting
(zie hoofdstuk "Zicht"),
- sfeerverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- verlichting overdag (zie hoofdstuk
"Zicht"),
-
bochtverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- elektrische parkeerrem of handrem
(zie hoofdstuk "Rijden").
Keuze van de eenheden
In dit menu kunt u de eenheden kiezen:
temperatuur (°Celsius of °Fahrenheit)
en verbruik (l/100 km, mpg of km/l).
Taalkeuze
In dit menu kunt u de weergave van de
taal kiezen: Deutsch, English, Espanol,
Français, Italiano, Nederlands, Portu-
gues, Türkçe * . Het algemene menu en de bijbe-
horende functies zijn uitsluitend
toegankelijk bij stilstaande auto,
via de toetsen 1 tot en met 4 .
Boven een bepaalde snelheid ver-
schijnt een melding op het display
die aangeeft dat toegang tot het al-
gemene menu onmogelijk is.
De weergave van de boordcomputer
is uitsluitend toegankelijk bij rijdende
auto, via de toetsen 2 en 3 (zie para-
graaf "Boordcomputer").
Algemeen menu
)
Druk op toets 1 voor toegang tot het
algemene menu en om één van de
volgende functies te kiezen:
- "Parameters van de auto",
- "Taalkeuze",
- "Keuze van de eenheden".
)
Druk op toets 2 of 3 om op het
scherm te verplaatsen.
)
Druk opnieuw op toets 1 om de keu-
ze te bevestigen.
*
Volgens land van bestemming.
Verklikkerlampjes
De verklikkerlampjes geven de bestuur-
der informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgescha-
keld) of waarschuwen de bestuurder in
het geval van een storing (waarschu-
wingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes en-
kele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten
deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer
dan voordat u gaat rijden welke functie
het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen
gaan branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Verklikkerlampjes kunnen con-
stant branden of knipperen.
Een aantal verklikkerlampjes
heeft beide mogelijkheden. Of het
constant branden of knipperen van
een verklikkerlampje duidt op een
storing, is afhankelijk van de wer-
kingsfase van de auto.
Page 34 of 340

32
CO
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag
permanent.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand " OFF
".
De frontairbag aan
passagierszijde is
uitgeschakeld.
In dit geval kunt u een
kinderzitje met de "rug in de
rijrichting" plaatsen. Zet de schakelaar in de stand " ON
" om de
frontairbag aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen
kinderzitje met de "rug in de rijrichting".
ESP/ASR
permanent. De toets linksonder op
het dashboard wordt
ingedrukt. Het bijbehorende
verklikkerlampje gaat
branden.
De functie ESP/ASR wordt
uitgeschakeld.
ESP: dynamische
stabiliteitscontrole.
ASR: antispinregeling. Druk op de toets om de functie ESP/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem, wordt
het automatisch opnieuw ingeschakeld bij
snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h.
Page 37 of 340

CO
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Zelfdiagnose
motor
permanent. Er is een storing in de
emissieregeling.
Het controlelampje moet doven als de motor wordt
gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats als dit niet het geval is.
knippert. Er is een storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Laag
brandstofniveau
permanent, met de
wijzer in het rode
gebied. Als het lampje gaat branden
zit er nog ongeveer 6 liter
brandstof in de tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de
tank aangesproken.
Ga zo snel mogelijk tanken om te
voorkomen dat u met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het
aanzetten van het contact branden zolang
er niet voldoende brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 60 liter .
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem
en het injectiesysteem beschadigd raken.
Te hoge
koelvloeistoftemperatuur
permanent, met de
wijzer in het rode
gebied. De temperatuur van de
koelvloeistof is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de
koelvloeistof tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen,
raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Motoroliedruk
permanent. Er is een storing in de motor-
smering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en
raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)
knippert. De ESP-/ASR-regeling is
actief. Deze functie verbetert de aandrijving en
zorgt voor een betere koersstabiliteit.
permanent.
Storing in het ESP-/ASR-systeem,
tenzij deze is uitgeschakeld (toets
ingedrukt en verklikkerlampje van
de toets brandt). Laat het systeem controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 38 of 340

36
CO
Laadstroom
accu
permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor
uitgaan. Parkeer de auto op een veilige plek.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats als dit niet het
geval is.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Veiligheidsgordel
vóór niet
vastgemaakt /
losgemaakt
permanent, en knippert
vervolgens in combinatie met
een in volume toenemend
geluidssignaal.
De bestuurder en/of de
voorpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast
in de gesphouder.
Veiligheidsgordel
achter niet
vastgemaakt /
losgemaakt
permanent, en knippert
vervolgens in combinatie
met een in volume
toenemend geluidssignaal.
Eén of meerdere
achterpassagiers hebben
de veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.
Een of meer
portier e
n
geopend
permanent, bij een snelheid
lager dan 10 km/h.
Een portier, de achterklep,
het onderste deel van de
achterklep of de motorkap
(uitsluitend met alarm) is niet
goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent in combinatie
met een geluidssignaal,
bij een snelheid hoger
dan 10 km/h.
Airbags
tijdelijk. Het lampje brandt gedurende
enkele seconden en dooft als
het contact wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt
gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in
een van de airbags
of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Aanwezigheid
water in
brandstof
permanent. Er bevindt zich water in het
brandstoffi lter.
Risico van beschadiging van het
inspuitsysteem bij dieselmotoren.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 45 of 340

M
U
43
Confi guratie van de auto
Opties
Als het menu "Opties" is geselecteerd,
kan de status van de verschillende func-
ties worden weergegeven (geactiveerd,
gedeactiveerd, storing).
Talen
Als het menu "Talen" is geselecteerd,
kan de taal van de weergave van het
display worden gewijzigd (Français,
Italiano, Nederlands, Portugues, Portu-
gues-Brasil, Türkçe, Deutsch, English,
Español).
Instellingen display
Als het menu "Instellingen disp." is ge-
selecteerd, kunnen de volgende para-
meters worden ingesteld:
- jaar,
- maand,
- dag,
- uren,
- minuten,
- tijdsaanduiding in 12 of 24 uur.
Eenheden
Als het menu "Eenheden" is geselec-
teerd, kunnen de eenheden van de vol-
gende parameters worden gewijzigd:
- temperatuur (°C of °F),
- brandstofverbruik (l/100 km, mpg of
km/l).
)
Selecteer een parameter en druk op
de toets "OK" om de waarde te wij-
zigen.
)
Wacht ongeveer 10 seconden tot de
gewijzigde waarde is opgeslagen of
druk op de toets "ESC" om de uit-
gevoerde handeling af te breken.
Vervolgens keert het display terug naar
het vorige scherm.
Als het menu "Confi g. auto" is geselec-
teerd, kunnen de volgende functies geac-
tiveerd of gedeactiveerd worden (volgens
land van bestemming):
-
het inschakelen van de ruitenwisser
achter als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld (zie het hoofdstuk "Zicht"),
- selectief ontgrendelen (zie het
hoofdstuk "Toegang tot de auto"),
-
de follow-me-home verlichting en instap-
verlichting (zie het hoofdstuk "Zicht"),
- sfeerverlichting (zie het hoofdstuk
"Zicht"),
- verlichting overdag (zie het hoofd-
stuk "Zicht"),
- bochtverlichting (zie het hoofdstuk
"Zicht"),
-
automatische of handbediende hand-
rem (zie het hoofdstuk "Rijden"),
- ...
Om veiligheidsredenen mag
de bestuurder het multifunc-
tionele display uitsluitend be-
dienen als de auto stilstaat.
Page 47 of 340

M
U
45
Om veiligheidsredenen mag
de bestuurder het multifunc-
tionele display uitsluitend be-
dienen als de auto stilstaat.
Instellingen display
Als het menu "Instellingen disp." is ge-
selecteerd, kunnen de volgende para-
meters worden ingesteld:
- jaar,
- maand,
- dag,
- uren,
- minuten,
- tijdsaanduiding in 12 of 24 uur.
Talen
Als het menu "Talen" is geselecteerd,
kan de taal van de weergave van het
display worden gewijzigd (Français,
Italiano, Nederlands, Portugues, Portu-
gues-Brasil, Türkçe, Deutsch, English,
Español).
Eenheden
Als het menu "Eenheden" is geselec-
teerd, kunnen de eenheden van de vol-
gende parameters worden gewijzigd:
- temperatuur (°C of °F),
- brandstofverbruik (l/100, mpg of km/l).
)
Selecteer een parameter en druk op
de toets "
" of "
" om de waarde
te wijzigen.
)
Druk op de toets "
" of "
" om de
vorige of volgende parameter te se-
lecteren.
)
Druk op de toets "OK" om de gewij-
zigde waarde op te slaan en terug
te keren naar het vorige scherm of
druk op de toets "ESC" om de uit-
gevoerde handeling af te breken.
Confi guratie van de auto
Als het menu "Confi g. auto" is gese-
lecteerd, kunnen de volgende functies
geactiveerd of gedeactiveerd worden
(volgens land van bestemming):
-
het inschakelen van de ruitenwisser
achter als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld (zie het hoofdstuk "Zicht"),
- selectief ontgrendelen (zie het
hoofdstuk "Toegang tot de auto"),
-
de follow-me-home verlichting en instap-
verlichting (zie het hoofdstuk "Zicht"),
- sfeerverlichting (zie het hoofdstuk "Zicht"),
- verlichting overdag (zie het hoofdstuk "Zicht"),
- bochtverlichting (zie het hoofdstuk "Zicht"),
- automatische of handbediende hand-
rem (zie het hoofdstuk "Rijden"),
- ...
Opties
Als het menu "Opties" is geselecteerd,
kan de status van de verschillende func-
ties worden weergegeven (geactiveerd,
gedeactiveerd, storing).