PEUGEOT 5008 2013 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2013, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2013Pages: 364, PDF Size: 17.53 MB
Page 81 of 364

TO
E
79
ALARM
Dit systeem beveiligt uw auto tegen in-
braak en diefstal. Het systeem bestaat
uit een omtrek- en een interieurbevei-
liging en is voorzien van een anti-in-
braakfunctie.
Vergrendelen van de auto metvolledig ingeschakeld alarm
Breng geen wijzigingen aan
het alarmsysteem aan, dit kan
leiden tot storingen.
De interieurbeveiliging wordt
uitsluitend uitgeschakeld als
deze procedure wordt uitge-
voerd na het afzetten van het
contact.
Inschakelen van de
interieurbeveiliging
)
Ontgrendel de auto met de ontgren-
delknop van de afstandsbediening.
)
Vergrendel de auto met de afstands-
bediening.
Het alarm wordt weer ingeschakeld met
twee beveiligingsniveaus; het controle-
lampje van de knop A
gaat uit.
Vergrendelen van de auto met alleende omtrekbeveiliging ingeschakeld
Uitschakelen
)
Ontgrendel de auto met de ontgren-
delknop van de afstandsbediening.
Het alarm wordt uitgeschakeld; het con-
trolelampje van de knop A
gaat uit.
Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen carros-
seriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand probeert
in te breken door een portier, de achter-
klep of de motorkap te forceren.
Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er bewegin-
gen in het interieur worden waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen of als iets of iemand in de
auto beweegt.
Schakel de interieurbeveiliging uit als u
tijdens uw afwezigheid een ruit een stukje
open wilt laten of als er een huisdier in de
auto achterblijft.
Anti-inbraakfunctie
Dit systeem treedt in werking als ie-
mand probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert
de kabels van de sirene, de bedienings-
eenheid of de accu door te knippen.
Inschakelen
)
Zet het contact af en verlaat de
auto.
)
Vergrendel de auto of schakel de su-
pervergrendeling in met de vergren-
delknop van de afstandsbediening.
Het alarm is geactiveerd; het controle-
lampje van de knop A
zal één keer per
seconde knipperen.
Uitschakelen van de
interieurbeveiliging
)
Zet het contact af.
)
Druk binnen 10 seconden op de
knop A
tot het controlelampje blijft
branden.
)
Verlaat de auto.
)
Vergrendel de auto of schakel de su-
pervergrendeling in met de vergren-
delknop van de afstandsbediening.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt in-
geschakeld; het controlelampje van de
knop A
zal één keer per seconde knip-
peren.
Page 82 of 364

TO
E
80
Activering
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwij-
zers ongeveer dertig seconden.
Nadat het alarm is gestopt, zijn de om-
trek- en interieurbeveiliging weer actief.
Als het alarm 10 keer achter
elkaar is afgegaan, wordt het
bij de elfde keer uitgescha-
keld.
Als het lampje van de knop A
snel
knippert, betekent dit dat het alarm
tijdens uw afwezigheid is afgegaan.
Het lampje stopt met knipperen als
het contact wordt aangezet.
Om te voorkomen dat tijdens het
wassen van uw auto het alarm af-
gaat, is het raadzaam de auto in dat
geval met de sleutel in het slot van
het bestuurdersportier af te sluiten.
Schakel voordat u de accukabels los-
neemt het alarm uit om te voorkomen
dat de sirene afgaat.
Storing afstandsbediening
)
Ontgrendel de auto met de sleutel in
het slot van het bestuurdersportier.
)
Open het portier; het alarm gaat af.
)
Zet het contact aan; het alarm
stopt.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het
controlelampje van de knop A
geduren-
de 10 seconden blijft branden, duidt dit
op een storing in de verbinding met de
sirene.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwa-
lifi ceerde werkplaats.
Vergrendelen van de auto zonder
het alarm in te schakelen
)
Vergrendel de auto of schakel de su-
pervergrendeling in met de sleutel in
het slot van het bestuurdersportier.
Automatisch inschakelen *
Afhankelijk van de wetgeving in uw land
is het volgende van toepassing:
- Het alarm wordt 45 seconden na-
dat de auto met behulp van de af-
standsbediening is vergrendeld,
geactiveerd, ongeacht de toestand
van de portieren en de achterklep.
- Het alarm wordt 2 minuten nadat
het laatste portier of de achterklep
is gesloten, geactiveerd.
)
Om het afgaan van het alarm bij
het openen van een portier of de
achterklep te voorkomen, moet
eerst op de ontgrendelknop van
de afstandsbediening worden
gedrukt.
*
Volgens land van bestemming.
Page 83 of 364

TO
E
81
Na het afzetten van het contact
kunnen de ruiten nog onge-
veer 45 seconden worden be-
diend, tenzij binnen deze 45 secon-
den een voorportier wordt geopend
en de auto wordt vergrendeld.
Probeer een ruit, wanneer deze niet
met het bedieningspaneel van het
bestuurdersportier kan worden be-
diend, te bedienen met het bedie-
ningspaneel van het desbetreffende
portier, en omgekeerd.
ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN
1.
Bestuurder
2.
Voorpassagier
3.
Rechts achter
4.
Links achter
5.
Blokkeerschakelaar elektrisch be-
dienbare ruiten en portieren achter
Als de ruit bijvoorbeeld bij
vorst niet wil sluiten, voer dan
direct het volgende uit:
)
Druk op de schakelaar tot de ruit
volledig is geopend.
)
Trek vervolgens direct de scha-
kelaar omhoog tot de ruit volledig
is gesloten.
)
Houd de schakelaar na het sluiten
nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de
beveiliging tegen beknellen uitge-
schakeld.
Beveiliging tegen beknellen
Als de ruit sluit en tegen een obstakel
stuit, stopt de ruit en gaat deze gedeel-
telijk weer open.
Automatisch
)
Duw of trek de schakelaar voorbij
het zware punt. Als u de schakelaar
hebt losgelaten, opent of sluit de ruit
volledig.
)
Bedien de schakelaar opnieuw om
het openen of sluiten te stoppen.
Eentraps ruitbediening
Om defect raken van de mo-
toren van de ruitbediening te
voorkomen, treedt wanneer
een ruit tien keer in korte tijd volledig
wordt geopend en gesloten een be-
veiliging in werking.
U heeft vervolgens ongeveer één mi-
nuut de tijd om de ruit te sluiten.
Als de ruit in dat geval wordt geslo-
ten, zal de ruitbediening na ongeveer
40 minuten weer beschikbaar zijn.
U kunt de ruiten handmatig of automa-
tisch volledig openen en sluiten. De
ruiten zijn voorzien van een beveiliging
tegen beknellen en de elektrisch be-
dienbare ruiten achter kunnen worden
geblokkeerd voor de veiligheid van kin-
deren op de achterbank.
Handmatig
)
Duw of trek de schakelaar tot het
zware punt. De ruit stopt zodra de
schakelaar wordt losgelaten.
Page 84 of 364

82
Als het lampje brandt, is de
ruitbediening geblokkeerd.
Als het lampje uit is, is de ruit-
bediening niet geblokkeerd.
Met deze schakelaar worden
ook de binnenportiergrepen
van de achterportieren ge-
blokkeerd, zie de rubriek "Veilig-
heidsvoorzieningen voor kinderen".
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan wor-
den gesloten, moet de ruitbediening
worden gereset:
)
trek de schakelaar omhoog tot de
ruit stopt met bewegen,
)
laat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog, herhaal deze
handeling totdat de ruit volledig is
gesloten,
)
houd de schakelaar na het sluiten
nog ongeveer 1 seconde vast,
)
druk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen,
)
druk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd
deze nog ongeveer 1 seconde vast.
Als het lampje een andere status
heeft, wijst dit op een storing in
de elektrische kinderbeveiliging.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalifi -
ceerde werkplaats.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte periode, altijd de sleutel uit
het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit
iets tussen de ruit en de sponning bekneld
raakt, moet de ruit weer worden geopend.
Druk daarvoor op de desbetreffende scha-
kelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan passa-
gierszijde bedient, moet deze ervan verze-
kerd zijn dat niets het correcte sluiten van
de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn
dat de passagiers op de juiste manier ge-
bruik maken van de elektrische ruitbedie-
ning.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het
bedienen van de ruit niet kunnen bezeren.
en de portieren achter
)
Druk, voor de veiligheid van uw kin-
deren, met aangezet contact op de
schakelaar 5
om de ruitbediening
achter, ongeacht de stand van de
ruiten, te blokkeren.
Het blijft mogelijk de portieren van bui-
tenaf te openen en de elektrische ruitbe-
diening achter kan nog steeds worden
bediend vanaf de bestuurdersstoel.
Tijdens deze handelingen is de be-
veiliging tegen beknellen uitgescha-
keld.