PEUGEOT 5008 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2017Pages: 404, PDF Size: 15.44 MB
Page 11 of 404

9
Toetsen
Weergaves
De meeste waarschuwings- en
verklikkerlampjes hebben geen vaste positie.
De waarschuwings- en verklikkerlampjes van
de tweede rij worden van rechts naar links
weergegeven, in volgorde van belangrijkheid.
De verklikkerlampjes A AN en UIT van
bepaalde functies worden op dezelfde positie
weergegeven.
Permanente weergave
Ongeacht de geselecteerde weergavemodus
toont het instrumentenpaneel:
-
o
p vaste posities:
•
d
e informatie met betrekking tot de
versnellingsbak en de schakelindicator;
•
d
e brandstofniveaumeter;
•
de
koelvloeistoftemperatuurmeter;
•
d
e kilometer- en dagteller;
-
op
variabele posities:
•
d
e digitale snelheidsmeter;
•
s
tatus- resp. waarschuwingsmeldingen
die kortstondig worden weergegeven.
Optionele informatie
Afhankelijk van de geselecteerde
weergavemodus en de ingeschakelde functies
kan het volgende worden weergegeven:
-
d
e toerenteller;
-
de
boordcomputer;
-
d
e rijhulpsystemen;
-
de
snelheidsbegrenzer of -regelaar;
-
d
e ingeschakelde audiobron;
-
d
e aanwijzingen van het navigatiesysteem;
-
m
otorinformatie afkomstig van het Driver
Sport Pack.
A.
Dimmer van de dashboardverlichting en de
verlichting van de bedieningselementen*
(beschikbaar in de nachtmodus).
of
Sfeerverlichting van het dashboard**.
*
U
itvoeringen met monochroom scherm.
**
U
itvoeringen met touchscreen.
B.
Kort indrukken: start van een handmatige
check.
Lang indrukken: resetten van de
onderhoudsindicator of de dagteller
(afhankelijk van de geselecteerde functie).
Persoonlijke instellingen
voor het instrumentenpaneel
U kunt het uiterlijk van het instrumentenpaneel
aanpassen door een keuze te maken uit:
-
d
e kleur van de weergave op het
instrumentenpaneel**,
-
d
e weergavemodi.
Schermtaal en eenheden
Deze zijn afhankelijk van de configuratie van het
multifunctionele display (configuratiemenu).
Wanneer u reist naar een land met een andere officiële
eenheid voor de afstanden en snelheidslimieten
(km
of miles, km/h of mph), dient u de configuratie van
het multifunctionele display te wijzigen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
**
V
ersies met touchscreen.
Keuze van de schermkleur
Deze is afhankelijk van de sfeer die is
geactiveerd met de functie i- Cockpit Amplify.
U kunt kiezen uit de volgende sferen:
F "Relax ": grijs,
F
"Boost ": rood,
F
"Normaal " (geen sfeer geactiveerd): blauw.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de functie i-Cockpit
Amplify .
1
Instrumentenpaneel
Page 12 of 404

10
Keuze van de weergavemodus
Wijzigen van de weergavemodus van het
instrumentenpaneel:
F
D
raai aan de rolknop links op het stuur wiel
om de verschillende weergavemodi
op het rechter gedeelte van het
instrumentenpaneel weer te geven en er
doorheen te scrollen.
F
D
ruk zodra de gewenste weergavemodus
verschijnt op de knop om te bevestigen.
De nieuwe weergavemodus wordt direct
toegepast.
Elke modus is gekoppeld aan een type
informatie dat wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel.
-
"
METERS": standaardweergave van de
analoge en digitale snelheidsmeter, de
toerenteller, de brandstofniveaumeter,
de koelvloeistoftemperatuurmeter en de
kilometer- en dagteller. -
"
NAVIGATIE": standaardweergave
aangevuld met de informatie over de
huidige routebegeleiding (kaartgegevens en
navigatie-aanwijzingen).
-
"
RIJDEN": standaardweergave aangevuld
met de informatie van de actieve
rijhulpsystemen.
-
"
MINIMA AL": beperkte weergave met
alleen de digitale snelheidsmeter, de
kilometer- en dagteller en, uitsluitend
bij een waarschuwingssituatie,
de brandstofniveaumeter en de
koelvloeistoftemperatuurmeter.
-
"
BOORDCOMPUTER"*: weergavemodus
MINIMA AL met bovendien de toerenteller,
de actuele gegevens en het geselecteerde
traject (1 of 2).
of
-
"
PERSOONLIJK"**: weergavemodus
MINIMA AL met bovendien de op het
touchscreen geselecteerde gegevens in de
te personaliseren gedeelten links en rechts.
*
V
ersies met monochroom display.
**
V
ersies met touchscreen.
Configureren van de weergavemodus
"PERSOONLIJK" en selecteren van de weer
te geven gegevens in de te personaliseren
gedeelten van het instrumentenpaneel:
of F
S
electeer het menu
Instellingen in de bovenste
menubalk van het touchscreen.
F
Sel
ecteer "
Parameters ".
F
D
ruk op de toets "Instellingen
instrumentenpaneel".
Instrumentenpaneel
Page 13 of 404

11
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
F
Sel
ecteer voor elk te personaliseren
gedeelte, links en rechts, het type weer te
geven gegevens met de desbetreffende
scrollpijlen op het touchscreen:
•
"
Rijhulpsystemen ",
•
"
Standaard " (leeg),
•
"
Informatie over de motor "
(Driver
Spor t Pack),
•
" G-meters " (Driver Sport Pack),
•
" Temperaturen " (motorolie),
•
" Media ",
•
" Navigatie ",
•
" Boordcomputer ",
•
" Toerenteller ".
F
B
evestig om de instelling op te slaan en het
menu af te sluiten. Als de weergavemodus is ingesteld op
"PERSOONLIJK", wordt de nieuwe selectie
direct weergegeven.
1
Instrumentenpaneel
Page 14 of 404

12
Waarschuwings- en
verklikkerlampjes
Bij het aanzetten van het
contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
lampjes op het instrumentenpaneel enkele
seconden branden.
Zodra de motor is gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als een lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende
waarschuwingen
De meeste lampjes op het instrumentenpaneel
werken in combinatie met de weergave van een
melding en een geluidssignaal.Een aantal lampjes kan op twee manieren
oplichten: permanent of knipperend.
Aan de manier van oplichten in combinatie
met de werkingsfase van de auto valt af
te lezen of er sprake is van een normale
situatie of een storing.
Raadpleeg de desbetreffende tabellen van
de lampjes voor meer informatie.
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden
een of meer van de volgende ampjes gaan
branden, wijst dit op een storing in het
desbetreffende systeem en moet de bestuurder
actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij
een waarschuwingslampje gaat branden
de aanvullende informatie, die via een
waarschuwingsmelding wordt weergegeven.
Verklikkerlampjes
ingeschakelde functies
Het branden van een of meer van de
volgende verklikkerlampjes geeft aan dat
de
desbetreffende functie is ingeschakeld.
Verklikkerlampjes
uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan
dat de desbetreffende functie handmatig is
uitgeschakeld.
Soms wordt dit gecombineerd met de weergave
van een melding en een geluidssignaal.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 15 of 404

13
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
STOP Permanent, in
combinatie met
een ander lampje,
de weergave van
een melding en een
geluidssignaal. Dit waarschuwingslampje gaat
branden bij een ernstige storing
van de motor, het remsysteem,
de stuurbekrachtiging, de
automatische transmissie of bij
een ernstige elektrische storing. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige
plaats.
Zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
+
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurPermanent, in
combinatie met het
lampje STOP. De temperatuur van de
koelvloeistof is te hoog.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
* Afhankelijk van het verkoopland. Laadtoestand
accu
* Permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem
dynamo niet correct gespannen
of gebroken, enz.). Het lampje moet na het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Vanwege de laadtoestand van de accu moet u de
auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stilzetten.
Als de elektrische parkeerrem niet werkt, beveilig de
auto dan op de volgende manier tegen wegrollen:
F
B
ij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak: schakel een versnelling in.
F
B
ij auto's met een automatische transmissie:
plaats de meegeleverde wielblokken voor en
achter een van de wielen.
Motoroliedruk
Permanent. Er is een storing in de
motorsmering. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 16 of 404

14
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Portier(en)
geopend
Permanent, in combinatie met een
melding die het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft.Bij een snelheid lager dan
10 km/h is een portier of de
achterklep niet goed gesloten. Sluit het portier of de achterklep.
Permanent, in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding die het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft.Bij een snelheid hoger dan
10 km/h is een portier of de
achterklep niet goed gesloten.
Veiligheidsgordels
niet vastgemaakt
of losgemaaktPermanent
of
Knippert in
combinatie met een
geluidssignaal.Een van de veiligheidsgordels
is niet vastgemaakt of weer
losgemaakt.Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting.
Dit lampje gaat ook branden op het pictogrammendisplay voor
de veiligheidsgordels en de airbag vóór aan passagierszijde, in
combinatie met het lampje dat aangeeft welke veiligheidsgordel
is losgemaakt of niet is vastgemaakt.
Elektrische
parkeerrem
Permanent.
De elektrische parkeerrem is
aangetrokken. Zet de parkeerrem vrij zodat het lampje uitgaat: trap
het rempedaal in en trek kort aan de hendel van de
parkeerrem.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de elektrische parkeerrem
.
Uitschakeling
van de
automatische
werking van
de elektrische
parkeerrem Permanent.
De functies "automatisch
aantrekken" (bij het afzetten
van de motor) en "automatisch
vrijzetten" zijn uitgeschakeld. Schakel de functies weer in.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de elektrische parkeerrem
.
Instrumentenpaneel
Page 17 of 404

15
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Remsysteem Permanent. Een kleine storing van het
remsysteem.
Rijd voorzichtig.
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent.Het remvloeistofniveau is te
laag.Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een door PEUGEOT aanbevolen vloeistof.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
+
Permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS.Er is een storing in de
elektronische remdrukregelaar
(REF).
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem
(ABS)Permanent.
Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(DSC/ASR)Knippert.
De DSC-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert zodra de wielen te weinig grip
of tractie hebben de aandrijving en zorgt voor een
betere koersstabiliteit.
Permanent. Dit duidt op een storing in het
DSC-/ASR-systeem. Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 404

16
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Service Brandt tijdelijk in
combinatie met de
weergave van een
melding. Er zijn één of meer kleine
storingen gedetecteerd waarbij
geen specifiek lampje gaat
branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van de
melding op het instrumentenpaneel.
In sommige gevallen kunt u het probleem zelf oplossen
door bijvoorbeeld een nog geopend portier te sluiten
of het roetfilter te regenereren als dit verzadigd begint
te raken (ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid van
minimaal 60 km/h rijden tot het lampje dooft).
Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem, het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in combinatie
met de weergave van
een melding.
Er zijn één of meer ernstige storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
lampje gaat branden.Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel en raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in combinatie
met het knipperen en
vervolgens blijven branden
van de onderhoudssleutel.Het inter val voor de
onderhoudsbeurt is
overschreden. Alleen bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel
mogelijk uitvoeren.
Distance Aler t /
Active Safety
Brake Knippert.
Het systeem wordt geactiveerd. Het systeem remt de auto kort af om de snelheid van
de aanrijding met de voorligger te beperken.
Permanent, in combinatie
met een melding en een
geluidssignaal.Er is een storing in het systeem.Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 19 of 404

17
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Distance Aler t
/
Active Safety
Brake Permanent, in
combinatie met een
melding. Het systeem is uitgeschakeld
via het configuratiemenu van
de auto. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de Distance Alert
/ Active Safety
Brake.
Lane Depar ture
Warning System Knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. Er wordt een overschrijding van
een rijstrookmarkering links of
rechts gedetecteerd. Stuur de andere kant op om de auto weer op de juiste
koers te brengen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Lane Depar ture Warning
System
.
Permanent, in combinatie
met de weergave van
een melding.Er is een storing in het systeem. Let extra goed op en rijd voorzichtig.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Actief Lane
Departure
Warning System Permanent.
Het systeem is automatisch
uitgeschakeld of in de
wachtstand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Actieve Lane Depar ture
Warning System
.
Knippert.
De auto dreigt een onderbroken
rijstrookmarkering te overschrijden zonder
dat de richtingaanwijzer is ingeschakeld.Het systeem wordt geactiveerd en corrigeert
ver volgens de koers afhankelijk van de zijde van de
rijstrookmarkering die overschreden dreigt te worden.
+
Permanent, in combinatie
met de weergave van een
melding, een geluidssignaal
en het branden van het
lampje Service.Er is een storing in het systeem. Let extra goed op en rijd voorzichtig. Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Actieve Lane Depar ture
Warning System.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 404

18
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Airbags Brandt tijdelijk. Het lampje brandt gedurende
enkele seconden en dooft als
het contact wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat ze controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Bandenspanning
te laag
Permanent.
De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
+
Knipperend en
vervolgens permanent,
in combinatie met het
lampje Service.Er is een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem. De werking van de bandenspanningscontrole kan niet
langer worden gegarandeerd.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Airbag vóór aan
passagierszijde
permanent op het
pictogrammendisplay
voor de
veiligheidsgordels en
de airbag vóór aan
passagierszijde.De schakelaar in het
dashboardkastje staat in de
stand " OFF".
De airbag vóór aan
passagierszijde is uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de
"rug in de rijrichting" plaatsen,
behalve in het geval van een
storing in het airbagsysteem
(brandend lampje Airbags). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de airbag
vóór aan passagierszijde in te schakelen. Plaats in dit
geval geen kinderzitje met de rug in de rijrichting op
deze zitplaats.
Instrumentenpaneel