PEUGEOT 5008 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2017Pages: 404, PDF Size: 15.44 MB
Page 31 of 404

29
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Onderhoudssleutel Knippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten van
het contact. Het inter val voor de
onderhoudsbeurt is
overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft het aantal afgelegde
kilometers aan sinds het inter val voor de
onderhoudsbeurt is overschreden. Waarde
voorafgegaan door het teken "-".
-
e
en waarschuwing geeft aan dat het inter val voor de
onderhoudsbeurt is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt ook weergegeven wanneer het
inter val voor de onderhoudsbeurt in tijd is overschreden.
+ Knippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten
van het contact, in
combinatie met het
lampje Service.De onderhoudsinterval voor de
uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor is overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van
de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft het aantal afgelegde kilometers
aan sinds het inter val voor de onderhoudsbeurt is
overschreden. Waarde voorafgegaan door het teken "-".
-
e
en waarschuwing geeft aan dat het inter val voor de
onderhoudsbeurt is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt ook weergegeven wanneer het
inter val voor de onderhoudsbeurt in tijd is overschreden.
De weergegeven afstand (in kilometers of mijlen) wordt berekend op basis van het aantal afgelegde kilometers en de verstreken tijd sinds de
laatste onderhoudsbeurt.
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 404

30
Nulstelling onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Als u de onderhoudsbeurt van uw auto zelf
hebt uitgevoerd:
F
zet
het contact af,
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5 minuten. Het op 0 zetten
van de onderhoudsindicator zal anders
niet worden opgeslagen.
Opvragen van
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
Motorolieniveaumeter
F druk op de resetknop van de dagteller en houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display " =0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt. F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller. De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer. (afhankelijk van de uitvoering)
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact eerst
de onderhoudsindicator weergegeven en
vervolgens gedurende enkele seconden het
motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Instrumentenpaneel
Page 33 of 404

31
Olieniveau correct
Te laag olieniveau
Als het motorolieniveau te laag is, verschijnt
de melding "Te laag olieniveau" op het
instrumentenpaneel, gaat het lampje Ser vice
branden en klinkt een geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus.
Storing in motorolieniveaumeter
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Bij draaiende motor:
-
i
n zone A , de temperatuur is in orde,
-
i
n zone B , de temperatuur is te hoog; dit
lampje en het gecentraliseerde STOP -
lampje gaan branden in combinatie met een
melding en een geluidssignaal. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Open nadat u het contact hebt afgezet
voorzichtig de motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
Als de melding "Ongeldige meting olieniveau"
wordt weergegeven, duidt dit op een storing in
de motorolieniveaumeter.
Raadpleeg een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats. Als de motorolieniveaumeter niet
werkt, wordt het motoroliepeil niet meer
gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u het
motoroliepeil controleren met de peilstok
in de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus
.
1
Instrumentenpaneel
Page 34 of 404

32
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-
dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in
het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt
bij het aanzetten van het contact een indicator
die aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van
de
motor automatisch wordt geblokkeerd. Actieradius tussen 2.400 en 600 km
Zodra het contact wordt aangezet,
gaat het lampje AdBlue branden in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding (bijvoorbeeld " Vul
AdBlue bij: starten onmogelijk over
1.500 km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u
nog kunt rijden
met de resterende hoeveelheid
additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen AdBlue
is bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Deze meldingen worden vergezeld van het
advies om niet meer dan 10 liter AdBlue bij te
vullen.
Niet starten van de motor bij een
te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is. Actieradius groter dan 2.400 km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Druk op deze knop om de
actieradius tijdelijk weer te geven
in combinatie met de melding
"AdBlue: Actieradius groter
dan 2.400 km". Afhankelijk van
de hoeveelheid AdBlue in het
reservoir wordt vervolgens een
melding weergegeven waarin staat
aangegeven dat u minimaal 10 liter
kunt bijvullen.
Instrumentenpaneel
Page 35 of 404

33
Actieradius kleiner dan 600 kmZodra het contact wordt aangezet,
gaat het lampje AdBlue knipperen in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding (bijvoorbeeld " Vul
AdBlue bij: starten onmogelijk over
300 km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u
nog kunt rijden
met de resterende hoeveelheid
additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang er geen
AdBlue is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
®, het SCR-
systeem en in het bijzonder over het bijvullen
van vloeistof.
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue®
Als het contact wordt aangezet,
gaat het lampje AdBlue knipperen in
combinatie met een geluidssignaal
en de melding " Vul AdBlue bij:
starten onmogelijk".
Het AdBlue
®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 4 liter AdBlue
®
worden gevuld.
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als
meer dan 1.100 km is gereden nadat de
storing in het SCR-systeem is bevestigd.
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing wordt gedetecteerd
De lampjes AdBlue, Ser vice en zelfdiagnose
motor gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en ver volgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen. In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem.
1
Instrumentenpaneel
Page 36 of 404

34
Tijdens de toegestane rijfase
(tussen 1.100 en 0 km) Starten geblokkeerd
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(na 50 km) en de storingsmelding permanent
wordt weergegeven, gaan de lampjes Ser vice
en motordiagnose branden en knippert
het AdBlue-lampje in combinatie met een
geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld:
"Storing emissieregeling: Starten geblokkeerd
over 300
km") die aangeeft hoeveel kilometer u
nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid
additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30 seconden
weergegeven zolang de storing in het SCR-systeem niet
is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven zodra het
contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden gestart.
Elke keer dat het contact wordt aangezet,
gaan de lampjes Ser vice en zelfdiagnose
motor branden en knippert het lampje AdBlue
in combinatie met een geluidssignaal en de
melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd".
U hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
overschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Handmatige check van het
instrumentenpaneel
Met deze functie kunnen op elk moment
bepaalde indicatoren worden gecontroleerd en
het logboek van storingen worden weergegeven.
F
D
ruk bij draaiende motor kort op deze knop.
De volgende gegevens verschijnen op het
instrumentenpaneel:
-
he
t motorolieniveau,
-
he
t onderhoudsinterval,
-
d
e actieradius van de AdBlue van het SCR-
systeem bij uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor,
-
de
actuele waarschuwingen.
Deze informatie verschijnt ook
automatisch elke keer wanneer u het
contact aanzet.
Instrumentenpaneel
Page 37 of 404

35
Kilometerteller/dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.Voor reizen in het buitenland kan
de eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële
eenheid van het land (km of mijl).
U kunt bij stilstaande auto de eenheid
voor snelheid wijzigen via het
configuratiemenu.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
Op 0 zetten van de dagteller
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0 staat.
Dimmer
dashboardverlichting
Uitvoering met monochroom
display
Werkt alleen als de verlichting van de auto is
ingeschakeld (nachtmodus).
De lichtsterkte van de verlichting van de
instrumenten en bedieningselementen kan
worden afgesteld. F
D
ruk op deze knop om de
lichtsterkte af te stellen.
F
L
aat de knop los als de laagste
stand van de lichtsterkte is bereikt
en druk nogmaals op de knop om
de lichtsterkte te verhogen.
Sfeerverlichting van het
instrumentenpaneel
Uitvoering met touchscreen
Hiermee kan de sfeer verlichting van het
instrumentenpaneel worden ingeschakeld of
uitgeschakeld. of
F
L
aat de knop los als de hoogste stand van
de lichtsterkte is bereikt en druk nogmaals
op de knop om de lichtsterkte te verlagen.
F
L
aat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
F
D
ruk op deze knop.
1
Instrumentenpaneel
Page 38 of 404

36
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
Weergave van informatie op
het instrumentenpaneel
De gegevens van de boordcomputer
worden permanent weergegeven als u de
weergavemodus "BOORDCOMPUTER"
of "PERSOONLIJK" (afhankelijk van de
uitvoering) hebt geselecteerd.
Druk bij alle andere weergavemodi op de toets
op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om deze informatie tijdelijk op een specifiek
scherm weer te geven.-
A
ctuele informatie:
•
d
e actieradius,
•
h
et actuele brandstofverbruik,
•
d
e teller van het Stop & Start-systeem.
- T raject "
1":
• de gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het eerste traject.
-
T
raject "2":
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het tweede traject.
F
D
ruk herhaaldelijk op de toets op het
uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om de verschillende onderwerpen
achtereenvolgend weer te geven.
De lichtsterkte van de sfeer verlichting van het
instrumentenpaneel kan worden ingesteld via
het touchscreen.
of F
S
electeer het menu
Instellingen in de bovenste
menubalk van het touchscreen.
F
D
ruk op de toets "Lichtsterkte".
F
S
tel de lichtsterkte af door op de pijlen te
drukken of de cursor te bewegen.
F
B
evestig om de instelling op te slaan en het
menu af te sluiten.
Instrumentenpaneel
Page 39 of 404

37
Op 0 zetten van de dagteller
Enkele definities...
Actieradius
(km of mijl)De actieradius geeft aan hoeveel
kilometer u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt rijden
(berekend op basis van het
gemiddelde verbruik over de laatste
afgelegde kilometers). Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentane
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100 km
bedraagt. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als tijdens
het rijden de streepjes continu worden
weergegeven.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg) Berekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30 km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg) Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid(km/h of mph) Berekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Teller Stop & Start
F Druk langer dan twee seconden op de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar wanneer het
gewenste traject wordt weergegeven.
Trajecten "1 " en "2" zijn onafhankelijk en
kunnen op dezelfde manier worden gebruikt.
Via traject " 1" kunnen dagelijkse berekeningen
en via traject " 2" maandelijkse berekeningen
worden uitgevoerd.
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
1
Instrumentenpaneel
Page 40 of 404

38
Monochroom display C
WeergaveToetsen
Afhankelijk van de geselecteerde functie wordt
het volgende weergegeven:
-
d
e tijd,
-
d
e datum,
-
de
buitentemperatuur (de temperatuur
knippert bij kans op gladheid),
-
d
e informatie van de parkeerhulp,
-
d
e geluidsbron waarnaar geluisterd wordt,
-
d
e informatie van de telefoon of de
handsfree set,
-
d
e configuratiemenu's van het display en de
uitrusting van de auto.
Druk op het bedieningspaneel van de autoradio op:
F d e toets " MENU" om het hoofdmenu weer te
geven,
F
d
e toets " 5" of " 6" om door de items op het
display te scrollen,
F
d
e toets " 7" of " 8" om de waarde van een
instelling te wijzigen,
F
d
e toets " OK" om te bevestigen,
of
F
d
e toets " Te r u g" om de uitgevoerde handeling
af te breken.
Hoofdmenu
F Druk op de toets MENU :
- "Multimedia",
-
"Telefoon",
-
"Verbindingen",
-
"
Persoonlijke instelling - configuratie",
F
D
ruk op de toets " 7" of " 8" om het
gewenste menu te selecteren en bevestig
door op de toets " OK" te drukken.
Menu "Multimedia"
Als de autoradio is ingeschakeld,
kunt u via dit menu de functies van
de radio (Zendervolgsysteem (RDS),
Volgsysteem digitale zender/FM,
Zenderinfo (TXT)) in- of uitschakelen
en kunt u kiezen op welke manier de
media moeten worden afgespeeld
(Normaal, Shuffle, Shuffle uitgebreid,
Herhaling).
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Multimedia" de rubriek "Audio en telematica".
Menu "Telefoon"
Als de autoradio is ingeschakeld
en dit menu is geselecteerd, kunt u
het gesprekkenlogboek weergeven
en de adresboeken van de telefoon
opvragen.
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Telefoon" de rubriek "Audio en telematica".
Instrumentenpaneel