brake PEUGEOT 5008 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2017Pages: 404, PDF Size: 15.44 MB
Page 5 of 404

3
.
.
Rijadviezen 175
Starten/afzetten van de motor
met de sleutel
1
77
Starten/afzetten van de motor
met Keyless entry and start
1
79
Elektrische parkeerrem
1
81
Handgeschakelde versnellingsbak
1
85
Automatische transmissie
1
85
Hill Start Assist
1
90
Driver Sport Pack
1
91
Schakelindicator
1
91
Stop & Start
1
92
Bandenspanningscontrolesysteem
195
Snelheden opslaan
1
97
Snelheidslimietherkennings- en
snelheidsadviesfunctie
198
Snelheidsbegrenzer
201
Snelheidsregelaar
204
Adaptieve snelheidsregelaar
met stopfunctie
20
7
Distance Alert en Active Safety Brake
2
15
Signalering onoplettendheid
2
19
Lane Departure Warning System
2
21
Actief Lane Departure Warning System
2
22
Dodehoekbewakingssysteem
2
27
Parkeerhulp
230
Visiopark 1 - Visiopark 2
2
31
Park Assist
2
37Ta n k e n 2
4 5
Tankbeveiliging (diesel) 2 46
Geschikte brandstoffen
2
46
Trekken van een aanhanger
2
48
Trekhaak met verwijderbare kogel
2
48
Eco-mode
252
Sneeuwschermen
2
53
Sneeuwkettingen
2
54
Allesdragers monteren
2
55
Motorkap
256
Onder de motorkap
2
57
Niveaus controleren
2
58
Controles
260
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 2 62
Gevarendriehoek
266
Brandstoftank leeg (diesel)
26
6
Boordgereedschap
267
Bandenreparatieset
269
Reservewiel
2
73
Een lamp vervangen
2
78
Ruitenwisserbladen vervangen
2
84
Zekering vervangen
2
84
12V- ac c u
28 5
Slepen van de auto
2
89Algemeen
291
Benzinemotoren
292
Dieselmotoren
293
Afmetingen
295
Identificatie 296
RijdenPraktische informatie Technische gegevens
Index
Audio en telematica
In geval van pech
.
Inhoudsopgave
Page 18 of 404

16
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Service Brandt tijdelijk in
combinatie met de
weergave van een
melding. Er zijn één of meer kleine
storingen gedetecteerd waarbij
geen specifiek lampje gaat
branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van de
melding op het instrumentenpaneel.
In sommige gevallen kunt u het probleem zelf oplossen
door bijvoorbeeld een nog geopend portier te sluiten
of het roetfilter te regenereren als dit verzadigd begint
te raken (ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid van
minimaal 60 km/h rijden tot het lampje dooft).
Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem, het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in combinatie
met de weergave van
een melding.
Er zijn één of meer ernstige storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
lampje gaat branden.Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel en raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in combinatie
met het knipperen en
vervolgens blijven branden
van de onderhoudssleutel.Het inter val voor de
onderhoudsbeurt is
overschreden. Alleen bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel
mogelijk uitvoeren.
Distance Aler t /
Active Safety
Brake Knippert.
Het systeem wordt geactiveerd. Het systeem remt de auto kort af om de snelheid van
de aanrijding met de voorligger te beperken.
Permanent, in combinatie
met een melding en een
geluidssignaal.Er is een storing in het systeem.Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 19 of 404

17
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Distance Aler t
/
Active Safety
Brake Permanent, in
combinatie met een
melding. Het systeem is uitgeschakeld
via het configuratiemenu van
de auto. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de Distance Alert
/ Active Safety
Brake.
Lane Depar ture
Warning System Knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. Er wordt een overschrijding van
een rijstrookmarkering links of
rechts gedetecteerd. Stuur de andere kant op om de auto weer op de juiste
koers te brengen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Lane Depar ture Warning
System
.
Permanent, in combinatie
met de weergave van
een melding.Er is een storing in het systeem. Let extra goed op en rijd voorzichtig.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Actief Lane
Departure
Warning System Permanent.
Het systeem is automatisch
uitgeschakeld of in de
wachtstand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Actieve Lane Depar ture
Warning System
.
Knippert.
De auto dreigt een onderbroken
rijstrookmarkering te overschrijden zonder
dat de richtingaanwijzer is ingeschakeld.Het systeem wordt geactiveerd en corrigeert
ver volgens de koers afhankelijk van de zijde van de
rijstrookmarkering die overschreden dreigt te worden.
+
Permanent, in combinatie
met de weergave van een
melding, een geluidssignaal
en het branden van het
lampje Service.Er is een storing in het systeem. Let extra goed op en rijd voorzichtig. Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Actieve Lane Depar ture
Warning System.
1
Instrumentenpaneel
Page 41 of 404

39
Menu "Verbindingen"
Als de autoradio is ingeschakeld,
kunt u via dit menu een Bluetooth-
apparaat aankoppelen (telefoon,
mediaspeler) en de aansluitmodus
ervan instellen (handsfree,
audiobestanden afspelen).
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Verbindingen" de rubriek "Audio en
telematica".
Menu "Persoonlijke
instelling - configuratie"
Als dit menu is geselecteerd, hebt u
toegang tot de volgende functies:
-
"
Parameters van de auto
instellen",
-
"Taalkeuze",
-
"
Configuratie display".
Parameters van de auto instellen
Via dit menu kunnen verschillende systemen
van de auto in- en uitgeschakeld worden
(afhankelijk van de uitvoering):
-
"
Toegang tot de auto" :
•
"Afstandsbd.".
Raadpleeg voor meer informatie over de
afstandsbediening en in het bijzonder over de
selectieve ontgrendeling van het bestuurdersportier
de rubriek "Toegang tot de auto".
- "Comfort" :
• " Ruitenw. aan bij achteruit".
Raadpleeg voor meer informatie over de
ruitenwissers de rubriek " Verlichting en
zic ht ".
•
"Parkeerhulp".
Raadpleeg voor meer informatie over de
parkeerhulp de rubriek "Rijden".
•
"
Detectie verslapping aandacht".
Raadpleeg voor meer informatie over de
detectie verslapping aandacht de rubriek
"Rijden".
-
"
Hulp bij het rijden" :
•
"
Autom. noodremfunctie".
Raadpleeg voor meer informatie over
Active Safety Brake de rubriek "Rijden".
•
"Snelheidsadviezen".
Raadpleeg voor meer informatie over de
snelheidslimietherkenning de rubriek
"Rijden".
•
"Bandenspanning".
Raadpleeg voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem en
in het bijzonder over het resetten er van de
rubriek "Rijden".
Ta a l k e u z e
Als dit menu is geselecteerd, kan de taal
van de weergave van het display en het
instrumentenpaneel worden geselecteerd uit
een lijst van talen.
Configuratie display
Als dit menu is geselecteerd, hebt u toegang tot
de volgende instellingen:
-
"
Keuze van eenheden",
-
"
Datum en tijd instellen",
-
"
Instellingen display",
-
"Lichtsterkte".
Datum en tijd instellen
F
D
ruk op de knop " 7" of " 8" om het menu
"Configuratie display" weer te geven en
druk ver volgens op OK.
F
D
ruk op de knop " 5" of " 6" om de regel
"Datum en tijd instellen" te selecteren en
druk ver volgens op OK.
F
D
ruk op de knop " 7" of " 8" om de te
wijzigen instelling te selecteren. Bevestig
door op OK te drukken, wijzig de instelling
en bevestig opnieuw om de wijziging op te
slaan.
F
P
as de instellingen één voor één aan en
bevestig met de knop OK.
F
D
ruk op de knop " 5" of " 6" en ver volgens
op de knop OK om het vakje OK te
selecteren en bevestig of druk op de knop
Terug om te annuleren.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel aandacht
vergen altijd bij stilstaande auto uitvoeren.
1
Instrumentenpaneel
Page 149 of 404

147
Hill Assist Descent
Control
Hulpsysteem bij het afdalen van een helling op
onverhard wegdek (gravel, modder enz.) of bij
het afdalen van een steile helling.
Dit systeem beperkt de kans op wegglijden van
de auto en de kans dat de auto te veel vaart
maakt tijdens het voorruit of achteruit afdalen.
Bij het afdalen van een helling assisteert dit
systeem de bestuurder, afhankelijk van de
ingeschakelde versnelling, bij het wegrijden
en constant houden van de snelheid door
geleidelijk de remdruk te verminderen.Het systeem werkt slechts bij hellingen
van meer dan 5%.
Het systeem kan worden gebruikt met de
versnellingsbak in de neutraalstand.
Het is echter raadzaam een voor de
rijsnelheid geschikte versnelling in te
schakelen om te voorkomen dat de motor
afslaat.
Bij een automatische transmissie kan het
systeem worden gebruikt als de stand N ,
D of R is geselecteerd.
Als het systeem in werking treedt, wordt
de Active Safety Brake automatisch
uitgeschakeld. Het systeem is niet meer beschikbaar:
-
a
ls de rijsnelheid hoger is dan 70 km/h,
- a ls de rijsnelheid wordt geregeld door
de adaptieve snelheidsregelaar met
stopfunctie, afhankelijk van het type
versnellingsbak.
Werking
Inschakelen
Het systeem is standaard niet geselecteerd.
De systeemstatus wordt niet opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
De bestuurder kan het systeem bij draaiende
motor selecteren, bij stilstaande auto of tot een
snelheid van ongeveer 50 km/h. F
S
nelheid lager dan 50 km/h:
houd deze toets ingedrukt tot
het lampje gaat branden om
het systeem te selecteren;
dit verklikkerlampje gaat
grijs branden op het
instrumentenpaneel.
F
S
nelheid lager dan 30 km/h:
het systeem wordt geactiveerd;
dit verklikkerlampje gaat
groen branden op het
instrumentenpaneel.
F
Z
odra de afdaling begint, kunt u het
gaspedaal en het rempedaal loslaten, het
systeem regelt de snelheid:
-
a
ls de 1e of 2e versnelling is
ingeschakeld, wordt de snelheid
verminderd en knippert het
verklikkerlampje snel,
-
a
ls de versnellingsbak in de
neutraalstand staat of het
koppelingspedaal is ingetrapt,
wordt de snelheid verminderd
en knippert het verklikkerlampje
langzaam; in dat geval is de
constante snelheid waarmee
wordt afgedaald lager.
5
Veiligheid
Page 217 of 404

215
Het systeem mag niet worden gebruikt:
- a ls de voorzijde van de auto is
gewijzigd (montage van verstralers,
overspuiten van de voorbumper),
-
b
ij het rijden op een circuit,
-
o
p een rollenbank,
-
b
ij het gebruik van sneeuwkettingen,
sneeuwsokken of spijkerbanden.
Matten die niet door PEUGEOT zijn
goedgekeurd kunnen de werking van de
snelheidsregelaar hinderen.
Om te voorkomen dat de pedalen blijven
hangen:
-
c
ontroleer of de mat goed is bevestigd,
-
l
eg nooit meerdere matten boven op
elkaar.
Storing
In het geval van een storing
van de snelheidsregelaar wordt
u gewaarschuwd door het
branden van dit lampje en de
weergave van een melding op het
instrumentenpaneel, in combinatie
met een geluidssignaal.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. De werking van de in de voorbumper
geplaatste radar kan verstoord raken
door een opeenhoping van vuil
(stof, modder enz.) of door bepaalde
weersomstandigheden (sneeuw, vorst
e n z .) .
Reinig de voorbumper regelmatig.
Neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats
alvorens de voorbumper te spuiten of
de lak er van bij te werken. Bepaalde
laksoorten kunnen de werking van de
radar beïnvloeden.
Distance Alert en Active
Safety Brake
Dit rijhulpsysteem heeft drie functies:
-
D istance Alert (waarschuwing bij een
dreigende aanrijding),
-
I
ntelligente noodremassistentie,
-
A
ctive Safety Brake (automatisch
noodremsysteem).
Distance Alert: waarschuwt de bestuurder
wanneer er een risico bestaat op een aanrijding
met een voorligger of een voetganger op de
rijstrook.
Intelligente noodremassistentie: vergroot
het remvermogen wanneer de bestuurder het
rempedaal niet ver genoeg intrapt.
Active Safety Brake: treedt in werking
wanneer de bestuurder, na de waarschuwing,
niet snel genoeg reageert en niet remt.
Dit systeem helpt, zonder ingrijpen van de
bestuurder, een aanrijding te voorkomen
of de zwaar te van de aanrijding te
beperken door de snelheid van de auto te
verminderen.
6
Rijden
Page 219 of 404

217
Dit waarschuwingsniveau is gebaseerd op
de tijd vóór de aanrijding. Daarbij wordt
rekening gehouden met de beweging van
de auto, de snelheid van uw auto en die van
de voorligger, de weersomstandigheden, de
rijomstandigheden (in een bocht, intrappen van
pedalen enz.) zodat de waarschuwing op het
meest geschikte moment wordt geactiveerd.Als uw auto een voorligger te snel nadert,
wordt het eerste waarschuwingsniveau
mogelijk niet weergegeven: in dat geval
wordt waarschuwingsniveau 2 direct
weergegeven.
Belangrijk: waarschuwingsniveau
1 wordt nooit weergegeven als de
activeringsdrempel " Dichtbij" is
geselecteerd.
Activeringsdrempel voor de
waarschuwing wijzigen
Deze drempel bepaalt de manier waarop u
wordt gewaarschuwd voor een rijdende of
stilstaande voorligger, of een voetganger op uw
rijstrook.
De actuele drempel kan worden gewijzigd via
het configuratiemenu van de auto.
U kunt een van drie vooraf gedefinieerde
drempels selecteren:
-
"Ver ",
-
"Normaal ",
-
"Dichtbij".
De stand die als laatste gebruikt is, wordt
opgeslagen bij het afzetten van het contact.
Intelligente
noodremassistentie (AFUi)
Wanneer de bestuurder wel remt, maar niet
voldoende om een aanrijding te voorkomen, vult
deze functie de remkracht aan voor zover dit
binnen de natuurkundige grenzen mogelijk is.
Dit gebeurt alleen als de bestuurder zelf het
rempedaal intrapt.
Active Safety Brake
Als de radar en/of de camera de
aanwezigheid van een voertuig of
een voetganger hebben bevestigd,
knippert dit lampje als de functie
ingrijpt op het remsysteem.
Niveau 2 : waarschuwing door middel van
visuele signalen en geluidssignalen die
aangeeft dat een aanrijding dreigt.
De melding Remmen! wordt weergegeven.
Deze functie, ook wel automatisch
noodremsysteem genoemd, is bedoeld om
de snelheid van de aanrijding te beperken
of de frontale aanrijding met de voorligger te
voorkomen wanneer de bestuurder niet ingrijpt.
Op basis van informatie van de camera
en (afhankelijk van de uitvoering) de radar
activeert de functie de remmen van de auto.
6
Rijden
Page 280 of 404

278
Na het verwisselen van een wiel
Met een noodreservewiel
Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment
van de wielbouten en de bandenspanning
van het reservewiel controleren
door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Laat de lekke band controleren. Na
nadere inspectie kan de technicus u
vertellen of de band gerepareerd kan
worden of moet worden vervangen.
Een lamp vervangen
De koplampunits zijn voorzien van glas van
polycarbonaat met een speciale vernislaag:
F
r
einig de koplampen nooit met een
droge of schurende doek en gebruik
geen oplosmiddelen,
F
g
ebruik een spons met zeepwater of
een pH-neutraal product,
F
w
anneer u met een hogedrukreiniger
hardnekkig vuil probeert te verwijderen,
houd de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten en de
randen ervan gericht, om beschadiging
van de vernislaag en de afdichtrubbers
te voorkomen.
Bij het ver vangen van lampen moet
het contact en de verlichting minstens
enkele minuten zijn uitgeschakeld - om
brandwonden te voorkomen!
F
R
aak de lamp niet met de vingers aan,
maar gebruik een niet-pluizende doek.
Het is van belang dat u uitsluitend
lampen van anti-ultraviolet (UV) toepast
om beschadiging van de koplamp te
voorkomen.
Ver vang een kapotte lamp altijd door een
nieuwe lamp met dezelfde specificaties. Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
LED's (light-emitting diodes)
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om dit type
lampen te laten vervangen.
Doe het volgende:
-
s
chakel bepaalde rijhulpsystemen
(Active Safety Brake, adaptieve
snelheidsregelaar met stopfunctie
enz.) uit, zoals aangegeven op de
sticker op het wiel,
-
r
ijd niet sneller dan de maximaal
toegestane snelheid van 80 km/h.
Halogeenlampen
Controleer ten behoeve van goede
kwaliteitsverlichting of de lamp op juiste
wijze in de behuizing is geplaatst.
Storingen verhelpen
Page 395 of 404

297
12V-aansluiting .................................................2 71
180° zicht naar achteren ............................233, 235
A
Aanhanger ......................................... 14 4, 176 , 248
Aanhangergewichten ..................................291-294
Aanjager achter
................................................. 102
Aansluiten MirrorLink
................................19, 12-14
Aansluiting 12V
........................... 111, 11 9 , 123 , 271
Aansluiting 230V
................................................. 118
Aansteker
............................................................ 111
ABS
.................................................................... 142
Accessoires
............................................... 13 8, 180
Accu
............................. 13, 252 , 260 , 285-286 , 288
Accu laden
.................................................. 287-288
Achterklep
............................................................ 64
Achterlichten
...................................................... 281
Achterportieren
................................................... 1
74
Achterruitverwarming
.................................10 4 -105
Achteruitrijlicht
............................................ 281-282
Actief dodehoekbewakingssysteem
............23, 229
Actieradius AdBlue
.............................................. 32
Actieradius AdBlue
® ............................................. 32
A
ctive Safety Brake
......................... 16 -17, 215 -218
Adaptieve cruise control met Stop-functie
................ 200-201, 2 0 7- 2 11 , 214 -215
AdBlue
® ................................................. 32, 262-264
Advanced Grip Control ............................... 14
5 -146
Afmetingen
......................................................... 295
Afstandsbediening
........................ 4 9 - 51, 53, 55-56
Afzetten van de motor
........................................ 17
7
Airbags
................................................. 18, 153 , 15 8
Airbags vóór
........................................ 153 -15 4, 15 6
Airconditioning
............................................... 96, 98
Airconditioning (handbediend)
..............95-96, 103
Airconditioning met centrale regeling
.... 9
7- 9 8, 103
Airconditioning met gescheiden regeling
.... 99,
103
Alarmknipperlichten
................................... 13
9, 266
Alarmsysteem
...................................................... 61
Allesdragers ....................................................... 255
Antiblokkeersysteem (ABS) .........................15, 142
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling ...142-146
Apple®-speler .................................................. 27, 11
Armleuning vóór .................................................. 114
Audiokabel
.................................
....................26, 10
Audioversterker
................................................... 112
Automatische airconditioning ~ Airconditioning, automatische
.......................... 95
A
utomatische airconditioning met gescheiden regeling
........................... 99,
103
Automatische ruitenwissers
...............13 4, 13 6 -137
Automatische transmissie ~
Versnellingsbak, automatische ... 18 5 -19 5 , 261, 287
Automatisch inschakelen verlichting .......... 1
28 -13 0
Automatisch noodremsysteem
........ 16 -17 , 215 -218
AUX-aansluiting
............................................. 26, 10
Aux-ingang
.................................
.......... 26-27, 1 0 -11
B
Bagageafdekscherm .......................................... 121
Bagagenet voor hoge belading .........................12 2
Bagageruimte .................................... 64-65, 67, 123
Bagageruimte (indeling)
.................................... 12
0
Banden
.................
.............................................. 296
Bandenreparatieset
.................................... 267-269
Bandenspanning
........................................ 272, 296
Bandenspanningscontrole (met set) ...269 -270 , 272
Bandenspanning te laag (detectie)
.............. 18, 195
Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening, batterij
......................... 56, 58
Batterij afstandsbediening vervangen ~ Afstandsbediening, batterij vervangen
............. 58
Bediening autoradio aan stuurkolom ~ Autoradio, bedieningen aan stuurkolom
......... 3, 3
Bekerhouder
....................................................... 11 0
Beladen
...................................................... 12 2, 255
Benzinemotor
...................................... 247, 257 , 292
Binnenspiegel
.................................
..................... 84
BlueHDi .......................................... 32, 34 , 262 , 266
Bluetooth (handsfree set) .................... 2
8-29, 15 -16
Bluetooth (telefoon) ..............................28-30, 15 -17
Bluetooth-verbinding
............... 21
-22, 28-30, 15 -17
Bochtverlichting, statisch ...................................13 3
Boordcomputer
............................................... 36 -37
Boordgereedschap
..................................... 267-269
Brandstof
.................
.................................... 246 -247
Brandstofadditief
................................................ 261
Brandstofniveaumeter
....................................... 245
Brandstoftank
.................................
.............245 -246
Brandstof tanken
......................................... 24
5 -247
Brandstoftank leeg (diesel)
.........................266-267
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
....... 24
5 -246
Buitenlandse reizen
........................................... 126
Buitenspiegels
.................83-84, 10 4 -105 , 227-229
C
CarPlay verbinding ................................. .......18, 13
CD ............................................................. 26-27, 11
CD MP3
..................................................... 26-27, 11
CD-/MP3 -speler
.................................................. 26
Centrale vergrendeling
..................................53, 60
CHECK
.................................
................................34
Claxon
................................................................ 13 9
Configuratie van de auto
.........................3
8 - 42, 45
Contact
................................................. 178, 180 , 31
Contact aangezet
............................................... 180
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau, controle ..................................30
Controles
.................................
............257, 260-262
D
DAB (Digital Audio
Broadcasting) - Digitale radio .......................25, 9
Dagteller
............................................................... 35
.
Trefwoordenregister
Page 396 of 404

298
Dashboardkastje ................................................. 111
Datum (instellen) ................................ 3
8-39, 36, 20
Datum instellen
.................................. 38-39, 36, 20
Derde remlicht .................................................... 283
Detectie te lage bandenspanning ~ Bandenspanning, detectie
............. 18,
195, 272
Dieselmotor
.................246 -247, 257, 266 , 293-294
Digitale radio – DAB (Digital Audio Broadcasting)
...................................... 25,
9
Dimlicht
........................................... 24-25, 279-280
Dimmer dashboardverlichting ~ Dashboardverlichting (dimmer)
.........................35
Display instrumentenpaneel
..............................191
Distance Aler t ~ Waarschuwing kans op aanrijding
.................................... 215 -216
Dodehoekbewaking
.............................. 23,
227-229
Dodehoekdetectie
................................. 23, 227-229
Draadloze lader ............................................ 112 -113
Driver Spor t Pack............................................... 191
Dynamische noodrem
.................................181-18 4
E
Eco-mode ~ Eco-modus .................................... 2 52
Electronic Stability Program (ESP) ............142-146
Elektrisch bedienbare achterklep
................... 6
5 - 67
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem, elektrisch bediend
............. 26,
181-18 4
Elektrisch verstelbare stoelen
.............................81
Elektronische remdrukregelaar (REF)
..............142
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake Force
Distribution (EBD)
........................................... 142
Elektronische sleutel
...................................... 52-55
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische
..................56, 17 7
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
............142, 14 4 -146
ESP (Elektronisch stabiliteitsprogramma)
........142
Extra verwarming
............................................... 105
Follow me home-verlichting..........................51, 13 0
Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting
..............51, 12 9 -13 0
Frequentie (radio) ............................................ 24-25
Functie i- Cockpit Amplify
.......82, 93 , 114 -115 , 191
Functie snelweg (richtingaanwijzers)
................127
G
Geheugen instellingen bestuurder ......................81
Gereedschap ............................... 267-269, 273-274
Gesproken commando’s ~ Spraakcommando’s ........................................ 5 -10
Gevarendriehoek
............................................... 266
Gewichten
.................................
..................291-294
GPS
........
.............................................................. 14
Grootlicht
......................................... 24-25, 279-280
Grootlichtassistent
................................ 25, 131-132
H
Halogeenlampen ......................................... 278-279
Handgeschakelde versnellingsbak ~ Versnellingsbak,
handgeschakeld
.......................185, 19 0 -195 , 261
Handgrepen
.................................
.......................11 0
Handsfree achterklep
.................................... 65, 67
Handsfree set
....................................... 2
8-29, 15 -16
Handsfree toegang
.............................................. 67
Harmonicapaneel
................................................ 89
H
elderheid ............................................................ 19
Het opslaan van de snelheid
......................19
7-198
Hifisysteem
......................................................... 112
Hill Assist Descent Control
...................23, 147-148
Hill Descent Control
..................................... 147-148
Hill-Holder ~ Hill Star t Assist
.............................19 0
Hoedenplank
.................................
......................11 9
Hoofdsteunen achter
..................................... 85, 90
Hoofdsteunen verstellen ......................................79
Hoofdsteunen vóór .............................................. 79
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~ Stuurverstelling
.............................. 83
H
oogteverstelling
veiligheidsgordels ~ Gordelverstelling
...........149
Hulpoproep
................................................. 13 9 -141
I
Identificatiegegevens......................................... 296
Identificatieplaatjes constructeur ...................... 29
6
Identificatie (stickers)
......................................... 296
Indeling achter
.................................................... 118
Indeling bagageruimte ~ Bagageruimte, indeling
................................... 12
0
Indeling interieur ~ Interieurindeling
........... 11
0 -111
Inductielader
.................................
...............112 -113
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank (inhoud) ...245
Instapverlichting ................................................. 13
0
Instellen van de uitrustingen ....................38 - 42, 45
Instellingen bestuurder (opslaan) ~ Bestuurdersplaats (instellingen)
.................... 81
I
nstellingen van het systeem
......................... 35, 19
Instrumentenpaneel
....................... 8
-9 , 8 -10 , 34-37
Intelligente tractiecontrole
................................. 14
3
Interieurfilter
....................................................... 261
Interieurfilter (vervangen)
.................................. 261
Interieurverlichting
....................................... 11 6 -117
ISOFIX
............................................................... 167
ISOFIX (bevestigingen)
..................................... 166
ISOFIX bevestigingen
........................................ 166
ISOFIX kinderzitjes
............................. 16
6 -168 , 170
Trefwoordenregister