Peugeot 508 2012 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2012, Model line: 508, Model: Peugeot 508 2012Pages: 340, PDF Size: 11.35 MB
Page 61 of 340

2
59
!
Toegang tot de auto
Beveiliging tegen beknellen
Een beveiliging tegen beknellen zorgt ervoor
dat het sluiten van het dak wordt onderbroken
,zowel bij het schuiven als het kantelen. Als het
tegen een obstakel stuit, gaat het gedeeltelijkweer open.
Als het na een tweede poging nog niet lukt het
dak te sluiten, kan het noodzakelijk zijn het
systeem te resetten.
Systeem resetten
Na het opnieuw aansluiten van de accukabels
of bij een storing in het zonnescherm tijdenshet openen of sluiten, moet u het systeemsoms resetten: ) draai de knop naar rechts om het dak tekantelen, )
wacht tot het dak volledig open gekanteld is, )
druk de draaiknop direct in en houddeze gedurende minimaal drie seconden ingedrukt.
Als het dak bi
j het sluiten ongewild opengaat,
voer dan, zodra het dak ophoudt te bewegen,
de volgende handelingen uit:
- draai de knop in de stand "volledig sluiten",
- druk de draaiknop direct in,
-
houd de draaiknop ingedrukt tot het dakvolledig is gesloten.Tijdens deze handelingen werkt de beveiliging tegen het beknellen niet.
De bestuurder moet er voor zorgendat de inzittenden het dak correct gebruiken. Let goed op de kinderen tijdens het openen en sluiten van het dak.
Page 62 of 340

60
!
Toegang tot de auto
U hebt de beschikking over een panoramadak met getint glas, waardoor de lichtinval en het
zicht in het interieur worden vergroot. Hetelektrisch bedienbare zonnescherm zorgt voor een nog beter thermisch en akoestisch comfort
in het interieur.
Dit is elektrisch te bedienen met behulp van een draaiknop.
Openen
Draai de knop linksom(meerdere standen zijn mogelijk).
Beveiliging tegen beknellen
Als het zonnescherm bij het sluiten tegen een
obstakel stuit, stopt het automatisch en gaat hetgedeeltelijk, tot de 2e stand, weer open.
Als het na een tweede keer nog niet lukt, moet
het systeem wellicht gereset worden.
Sluiten
Draai de knop terug in zijn oorspronkelijke stand.
Als de stand van het scherm niet overeenkomt
met de stand op de draaiknop, druk dan de
knop in tot het scherm wel de juiste stand heeft bereikt.
Elektrisch bedienbaar
zonnescherm
Als er iets bekneld raakt tijdens hetbedienen van het zonnescherm, moet ude beweging van het scherm omkeren. Draai hiervoor de draaiknop in de juiste richting.
Let er bij het bedienen van hetzonnescherm op dat niets het correcte sluiten van het scherm kan verhinderen.
Zorg er voor dat de inzittenden hetzonnescherm correct gebruiken.
Let goed op de kinderen tijdens het openen en sluiten van het scherm.
Systeem resetten
Na het opnieuw aansluiten van de accukabels
of bij een storing in het zonnescherm tijdens
het openen of sluiten, moet u het systeem soms resetten: ) draai de draaiknop in de stand
"volledig openen", )
wacht tot het zonnescherm volledig isgeopend, )
druk de draaiknop direct in en houd dezegedurende minimaal drie seconden ingedrukt.
Als het zonnescherm bij het sluiten ongewild
opengaat, voer dan, zodra het zonnescherm
ophoudt te bewe
gen, de volgendehandelingen uit:
- draai de draaiknop in de stand "volledig sluiten",
- druk de draaiknop direct in,
- houd de draaiknop ingedrukt tot het
zonnescherm volledig is gesloten.
Tijdens deze handelingen werkt debeveiliging tegen het beknellen niet.
Panoramadak (SW)
Page 63 of 340

2
61
!
!
Toegang tot de auto
Brandstoftank Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 72 liter (of 55 liter, afhankelijk van de uitvoering).
Als er minder dan 5 liter brandstof getankt wordt, wordt deze stijging van het brandstofniveau niet weergegeven op de brandstofmeter.
Tijdens het openen van de tankdop kan eengeluid van aangezogen lucht hoorbaar zijn. Dit wordt veroorzaakt door de onderdruk
die ontstaat door de afdichting van het
brandstofcircuit. Dit geluid is normaal. )Kies bij het tankstation de juiste brandstof (dezestaat vermeld op de sticker aan de binnenzijde
van de brandstofvulklep van uw auto). ) Open de vuldop door deze een kwart
omwentelin
g linksom te draaien. ) Ver wijder de vuldop en plaats deze op de steun (aan de klep).
Openen
Indien u per vergissing de verkeerde brandstof voor uw auto tankt, moetde tank beslist worden afgetapt voordat de motor kan worden gestart.
Tank nooit als de motor door het Stop & Start-systeem is afgezet; zet in dat geval altijd het contact af met de sleutel.
- Druk op de toets.
Dit is gedurende enkele minuten na het afzetten van het contact mogelijk. Zet hetcontact nog een keer aan om deze functie
opnieuw te activeren (indien nodig).
Ta n k e n
) Steek het vulpistool zo ver mogelijk in de
vu
lopening en druk hierbij de metalen klep Ain. ) Vul de brandstoftank. Laat het vulpistoolmaximaal drie keer afslaan, aangezien er
anders storingen kunnen optreden. ) Plaats de vuldop terug en sluit deze door
de dop een kwart omwenteling rechtsom te draaien. ) Druk de klep van de tankdop dicht.
Uw auto is voorzien van een katalysator, die de schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen
vermindert.
Bij benzinemotoren mag uitsluitend loodvrije benzine worden gebruikt. Door de vernauwde vulpijp kan alleen benzine
worden getankt.
Page 64 of 340

62
i
Toegang tot de auto
Minimumbrandstofniveau
Als het minimumbrandstofniveau isbereikt, gaat dit waarschuwingslampje branden, in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op het
display van het instrumentenpaneel.
Als dit lampje gaat branden, zit er nog ongeveer
7 liter brandstof in de tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomendat u zonder brandstof komt te staan.
Onderbreking
brandstoftoevoer
Uw auto is voorzien van een beveiliging die bij een aanrijding onmiddellijk de brandstoftoevoer afsluit.
Het vullen van de brandstoftankmet behulp van een jerrycan is wel mogelijk, maar doe dit met beleid. Houd de tuit van de jerrycan recht en druk deze niet tegen de klep van de tankbeveiliging, om er voor te zorgen dat debrandstof netjes in de vulopening stroomt.
Tankbeveiliging diesel
Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om benzine te
tanken. Hiermee wordt schade aan de motor, ontstaan door het tanken van de verkeerde brandstof, voorkomen.
Deze voorzienin
g, die in de tankopening is ingebouwd, wordt geactiveerd zodra u de brandstoftankdop
ver wijdert.
Wanneer u bij een dieseluitvoering eenbenzinetankpistool in de tankopening plaatst,
wordt dit tegengehouden door een klep,
waardoor het ver
grendeld blijft en er dus nietgetankt kan worden.
Probeer in dat geval niet toch te tankenmaar kies een dieseltankpistool.
Werking
Reizen naar het buitenland
Omdat de tankpistolen voor het tanken van
Diesel per land kunnen verschillen, kan de
aanwezigheid van een tankbeveiliging op de
auto er toe leiden dat tanken niet mogelijk is.
Wij adviseren u daarom voordat u naar het
buitenland afreist bij het PEUGEOT-netwerk
te informeren of uw auto geschikt is om in het desbetreffende land te kunnen tanken.
Page 65 of 340

2
63
DIESEL
Toegang tot de auto
Brandstofkwaliteit voor
benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen probleemloos rijden op biobrandstoffen vanhet type E10 en E24 (deze bevatten resp. 10% en 24% ethanol) die voldoen aan de Europese
richtlijnen EN 228 en EN 15376.
Brandstoffen van het type E85 (deze bevatten
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor
auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de ethanol moet voldoen aan de Europese richtlijn
EN 15293.
Auto's die kunnen rijden op brandstoffen meteen ethanolgehalte tot 100% (type E100),
worden alleen verkocht in Brazilië.
Brandstofkwaliteit voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloosrijden op biobrandstoffen die aan de huidige
en toekomstige Europese richtlijnen voldoen
(diesel die voldoet aan de richtlijn EN 590gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN 14214) en die aan de pomp getankt kunnen worden (met een gehalte aan
methyl-estervetzuren van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk bij bepaalde dieselmotoren op voorwaarde dat
de bi
jzondere onderhoudsvoorschriften striktworden nageleefd. Raadpleeg het PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof (zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke
olie, stookolie ...) is nadrukkelijk verboden(kans op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).
Page 66 of 340

64
Comfort
Vo or stoelen
1.Hoofdsteun in hoogte verstellen en kantelen
Trek de hoofdsteun omhoog om deze hoger te stellen.
Houd de knop ingedrukt om de hoofdsteunlager te stellen en duw de hoofdsteun
omlaag (druk de knop in tot voorbij het zware punt). 2.Kantelen van de rugleuning
Zet met de daar voor bestemde bedieningde rugleuning in de gewenste hellingshoek. 3.Instellen van de zithoogteBeweeg de hendel net zo lang omhoog
of omlaag tot de gewenste instelling is bereikt.4.Lendensteun verstellen
Hiermee kunt u onafhankelijk van elkaar de hoogte en de diepte van de lendensteun instellen. )Naar voren of naar achteren om
de lendensteun te vergroten of te
verkleinen. )Omhoog of omlaag om het gedeelte waar de lendensteun het lichaam
ondersteunt te verplaatsen.
5.Verstellen van de stoel in lengterichtingTil de beugel op en schuif de stoel naar
voren of naar achteren.
6. Verstellen van de zittin
gTrek aan de handgreep om de lengte van
de zitting in te stellen.
Page 67 of 340

3
65
i
Comfort
Elektrisch verstellen
Zet, om de stoelen elektrisch te verstellen, het contact aan of star t de motor als de eco-modus is ingeschakeld. 1
.Zitting kantelen en in hoogte en inlengterichting verstellen )Licht de schakelaar aan de voorzijde op
of druk deze neer om het zitgedeelte vande stoel te kantelen. )Licht de schakelaar aan de achterzijde
op of druk deze neer om het zitgedeelte
te verhogen of te verlagen. )Beweeg de schakelaar naar voren of naar achteren om de stoel naar voren of naar achteren te bewegen. 2.Kantelen van de rugleuning Beweeg de schakelaar naar voren of naar achteren om de hellingshoek van de
rugleuning in te stellen.
3.Lendensteun verstellen
Dit systeem biedt de mogelijkheid om
ona
fhankelijk van elkaar de hoogte en de
diepte van de lendensteun in te stellen.
Na het openen van het voorportier kan de bediening van de elektrische verstelling van de
bestuurdersstoel nog ongeveer een minuut worden gebruikt. Ongeveer een minuut na het uitzetten van het contact en in de eco-mode, wordt de bediening van de elektrische stoelverstelling uitgeschakeld. Als het contact wordt aangezet, wordt de bediening van de elektrische stoelverstelling weer ingeschakeld.
Bedien de schakelaar: )
Naar voren of naar achteren voor meer of minder steun in de lendenen. )
Omhoog of omlaag om de drukzone van
de lendensteun omhoog of omlaag te
bewegen.
Page 68 of 340

66
Comfort
Opslaan van zitposities in
het
geheugen
Dit systeem slaat de elektrische instellingen
van de bestuurdersstoel, de buitenspiegels en het head-up display op. U kunt twee standen
opslaan met de toetsen aan de zijkant van debestuurdersstoel.
Opslaan van een zitpositie
met de toetsen M / 1 / 2
)
Zet het contact aan. )
Zet uw stoel, de buitenspiegels en het
head-up display in de gewenste stand.
) Druk op de toets Men vervolgens binnen
4 seconden op de toets 1 of 2.
Een geluidssignaal geeft aan dat de
zitpositie is opgeslagen.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vor
ige, in het geheugen opgeslagen stand.
Oproepen van een opgeslagen
zitpositie
Contact aan of draaiende motor
)
Druk kort op de toets 1of 2om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
Een
geluidssignaal geeft aan dat de opgeslagen zitpositie is ingenomen.
U kunt de beweging onderbreken door op de
toets M , 1 of 2 te drukken of door één van de
schakelaars van de stoelverstelling te bedienen. U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens het rijden.
Het opvragen van een opgeslagen zitpositie is tot
45 s na het afzetten van het contact mogelijk.
In-/uitstapfunctie
Deze functie vergemakkelijkt het in- en
uitsta
ppen.
Zo schuift de stoel automatisch naar achteren
bij het afzetten van het contact of bij het
openen van het bestuurdersportier; de stoel
bli
jft in deze stand staan tot u weer instapt.
Bij aanzetten van het contact schuift de stoel
weer naar voren in de geprogrammeerde stand.
Zorg ervoor dat het verplaatsen van de stoel niet gehinderd wordt door voor werpen of personen.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats om deze functie in of uit te schakelen.