stop start Peugeot 508 2012 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2012, Model line: 508, Model: Peugeot 508 2012Pages: 340, PDF Size: 11.35 MB
Page 4 of 340

.
Inhoud
Instrumentenpaneel 22
Verklikkerlampjes 23
Meters 33
Boordcomputer 38
Controle tijdens het rijdenIn één oogopslag
Sleutel met afstandsbediening 41
Alarm 50
Elektrisch bedienbare ruiten  52
Bagageruimte 54
Elektrisch bedienbare achterklep 
(SW) 55
Schuif-/kanteldak 58
Panoramadak (SW) 60
Brandstoftank 61
Tankbeveiliging diesel 62
Toegang tot de auto
Voorstoelen 64
Achterbank 69
Spiegels 71
Stuurwielverstelling 73
Indeling interieur 74
Indelin
g van de bagageruimte (Berline) 77
Indeling van de bagageruimte (SW) 78
Ver war ming en ventilatie 83
Handbediende airconditioning 85
Automatische airconditioning metgescheiden regeling 87
Automatische airconditioning quadrizone 90
Achterruitverwarming 95
Programmeerbaar ver warmings-/ventilatiesysteem 96
Comfort
Starten - afzetten van de motor 97Elektrische parkeerrem 99Handbediende parkeerrem 106Handgeschakelde versnellingsbak 107Opschakelindicator 108Automatische transmissie 109Gestuurde handgeschakelde
6-versnellingsbak 113Stop & Start 117Hill holder 120Head-up display 121Snelheidsbegrenzer 124Snelheidsregelaar 126Parkeerhulp 128Intelligente parkeerhulp 130
Rijden
Lichtschakelaar 132
Automatische verlichting 137
Koplampen verstellen  140
Bochtverlichting 141
Ruitenwisserschakelaar 143
Automatische ruitenwissers 145
Plafonniers 147
Sfeerverlichting 148
Zicht
Eco-rijden 20 
Page 6 of 340

4
In één oogopslag
Elektronische sleutel:Keyless entry and start 
Met dit systeem kunt u de auto openenen sluiten en de motor starten zonder dat u de sleutel uit uw zak hoeft tehalen. De sleutel moet zich wel in hetdetectiegebied bevinden.
  Dit systeem meet de grootte van de parkeerplek en geeft vervolgens aan of er genoeg ruimte is 
om in te parkeren. 
13
0
  Buitenzijde  
St
Dit systeem zet de motor tijdelijk af als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordtautomatisch weer gestart als u weer weg wilt rijden.Het Stop & Start-systeem zorgt voor een lager 
brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een aangename rust in het interieur 
tijdens het wachten. 
117 
Page 10 of 340

8
In één oogopslag
Het branden van een verklikkerlampje geeft aan of de bijbehorende functie is in- of 
uitgeschakeld.
Schakelaars
Openen van het kofferdeksel/de 
achterklep.
Openen van de brandstofvulklep.54, 55    
Massa
ge-functie.
6
8
50
   
Inbraakalarm.   
Verklikkerlamp
je programmeerbare
ver warming.
6
1
96
Elektrische parkeerrem.
99
Motor star ten/afzetten met de elektronische sleutel.
97
   
Uitschakelen van het 
Stop & Start-
systeem.
118
   
Head-up display (aan/uit, instellingen).
12
1
   Uitschakelen parkeerhulp. 
129
   
Intelli
gente parkeerhulp.
130   
Elektrische kinderbeveiliging.
160    
Uitschakelen van het 
CDS-/ASR-systeem.
166
 
 Automatisch dimmende koplampen. 
138 
Page 20 of 340

18
i
!
In één oogopslag
  Onder het rijden 
Stop & Start
Overgang naar de STOP-stand van de motor 
117
 
Het verklikkerlampje  "ECO"op het 
instrumentenpaneel gaat brandenen de motor komt in de standby-stand. Trap bij auto's met een gestuurde handgeschakelde versnellingsbak   bij een snelheid lager dan 6 km/h het rempedaal in of 
zet de selectiehendel in de stand  N 
. 
 
 
Overgang naar de START-standvan de motor 
   
Uit-
/inschakelen  
U kunt deze functie op elk willekeurig moment uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"
in te drukken; het verklikkerlampje in deschakelaar gaat branden. 
118
118
 Het systeem wordt automatisch opnieuw ingeschakeld zodra u het contact weer aanzet.
 Zet tijdens het tanken en als uhandelingen onder de motorkap wilt uitvoeren, altijd het contact af en neemde sleutel uit het contactslot.  Het verklikkerlamp
je "ECO" 
 gaat 
uit en de motor wordt gestart. Bij auto's met een  gestuurde handgeschakelde versnellingsbak:
   
 
-   laat het rempedaal los als deselectiehendel in de stand  Aof M 
 staat, 
   
-  of zet de selectiehendel in de stand  Aof M 
 als deze in de stand  Nstaat en het 
rempedaal niet ingetrapt is, 
   
-  of schakel de achteruitversnelling in.  
Onder bepaalde omstandigheden is deSTOP-stand niet beschikbaar; het
verklikkerlampje "ECO" 
 knippertenkele seconden en gaat dan uit. 
Onder bepaalde omstandigheden wordt de STA R T- s t a n d  a u t o m a t i s c h  geactiveerd; het 
verklikkerlampje  "ECO"knippert enkele seconden en gaat dan uit.  
Page 27 of 340

1
25
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
   
 
 
Voorgloeien dieselmotor 
 
permanent.De star tknop "START/STOP" 
 is 
ingedrukt (Contact). Wacht met star ten tot het controlelampje uitgaat.
  De wachttijd is afhankelijk van de 
weersomstandigheden (in extreme gevallen30 seconden). 
 Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet het contact vervolgens weer aan en wacht opnieuw
tot het lampje uitgaat voordat u de motor start. 
Handrem   
permanent. De handrem is aangetrokken of niet goed vrijgezet.   Zet de handrem vrij zodat het controlelampje uitgaat;
trap het rempedaal in. 
  Houd u aan de veiligheidsvoorschriften. 
  Raadpleeg het hoofdstuk "Rijden" voor meer 
informatie over de handrem. 
Uitschakelingvan de automatische werking van de elektrischeparkeerrem   
permanent. D
e functies "automatisch aantrekken" (bij het afzetten van de motor)en "automatisch vrijzetten" zijn 
uitgeschakeld of werken niet.
 Activeer de functie (volgens land van bestemming) via het configuratiemenu van de auto of raadpleeg het 
PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde werkplaats als de
parkeerrem niet meer automatisch wordt aangetrokken of vrijgezet.  De parkeerrem kan met behulp van de procedure voor de noodontgrendeling handmatig worden vrijgezet. 
  Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische parkeerrem het hoofdstuk "Rijden". 
Page 28 of 340

26
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
   
 
 
Automatischeruitenwisserspermanent.De ruitenwisserschakelaar is naar beneden bewogen.De automatische stand van de ruitenwissers vóór isgeactiveerd.Beweeg om de automatische stand van de 
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand. 
Airbag aan
passagierszijde
permanent op het
displa
y van de 
verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordels en de airbag vóór aan passagierszijde. 
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "ON". De passagiersairbag vóór is geactiveerd.Plaats in dit geval geen kinderzitje metde rug in de rijrichting op de stoel van de
voorpassagier. 
Zet de schakelaar in de stand "OFF" 
 om de
passagiersairbag vóór uit te schakelen.
In dit geval kunt u een kinderzitje met de rug in de 
rijrichting plaatsen. 
   Stop & Start 
 
permanent.  Het Stop & Star t-systeem heeft 
de motor in de STOP-stand gezet(verkeerslicht, stopbord, opstopping,enz.).  Het lamp
je gaat uit en de motor wordt automatischgestart als u wilt wegrijden. 
   
knippert enkeleseconden en gaatdan uit.    De 
STOP-stand is nu nietbeschikbaar. 
 of 
 De motor wordt automatisch gestart.   Raadplee
g het hoofdstuk 
"Rijden - § Stop & Start-systeem" voor 
bijzonderheden van de Stop- en Start-stand.  
Page 36 of 340

34
i
Controle tijdens het rijden
   
*  
 Volgens land van bestemming.
CHECK (automatische controle van de auto) 
Automatische CHECK 
Contact aan: alle pictogrammen van degecontroleerde functies worden weergegeven.
Na enkele seconden doven ze. Gelijktijdig wordt automatisch een CHECK(automatische controle van de auto) uitgevoerd. 
In het geval van een storing 
Er is een "kleine" storing gesignaleerd: de 
desbetreffende waarschuwingslampjes gaan branden en vervolgens weer uit.U kunt de auto starten, maar raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats. 
Er is een "grote" storing gesignaleerd: de
desbetreffende waarschuwingslampjes
blijven branden, in combinatie met het lampjeSTOP of SERVICE. Start de auto niet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde
werkplaats.
   
Handmatige CHECK
 
Druk op de knop  "CHECK" 
 van het 
instrumentenpaneel om de CHECK (automatische controle van de auto) handmatig te activeren. 
  Met behulp van deze functie kunnen op elk gewenst moment (contact aan of bij draaiende 
motor) de aanwezige waarschuwingsmeldingen 
worden weergegeven.
Zolang de airbag aan passagierszijde isuitgeschakeld *  , wordt het desbetreffende pictogram constant weergegeven.  
Het display van het instrumentenpaneel geeft bij draaiende motor en tijdens het rijden 
 de pictogrammen
weer die een storing aangeven (in geval van een storing). 
 Als er geen storing wordt gesignaleerd, kunt ude motor starten.
   
Dimmer verlichting 
 
Druk, als de verlichting brandt, op de 
knop  Bom de dashboardverlichting en de sfeerverlichting sterker te laten branden of op 
de knop  Aom de verlichting te dimmen.
  Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkteis bereikt. 
Page 40 of 340

38
Controle tijdens het rijden
De boordcomputer geeft tijdens het rijden 
verschillende informatie (actieradius, 
brandstofverbruik ...).
   
 
 
 
 
 
 
 
Boordcomputer 
Display van het instrumentenpaneel   
 
 
Weergave van de informatie 
 ) 
  Druk op de  toets op het stuur wielomachtereenvolgens de verschillende functies
van de boordcomputer weer te geven.-  A
ctuele informatie:
● 
 actieradius, 
● 
 huidig brandstofverbruik, 
● 
  de teller van het 
Stop &Start-systeem.  
 
 
-  
Traject "1":● 
 gemiddelde snelheid, 
voor het eerste traject, 
● 
 gemiddeld 
brandstofverbruik,
● 
 afgelegde afstand,  
 
 
-  
Traject "2":● 
 gemiddelde snelheid, 
voor het tweede traject, 
● 
 gemiddeld brandstofverbruik,
● 
 afgelegde afstand,  
 
 
 
 ) 
 Of op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar.   
Page 42 of 340

40
Controle tijdens het rijden
Stop & Start-teller 
 (minuten/seconden of uren/
minuten)  Als uw auto is uitgerust met Stop & Star t, registreer t een 
teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.De teller wordt, elke keer alsu het contact met de sleutel
aanzet, weer op nul gezet.  
  
Page 53 of 340

2
51
Toegang tot de auto
   Vergrendelen van de
auto met alleen de 
omtrekbeveili
ging
ingeschakeld 
  Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit 
om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld: 
   
 
-   een ruit op een kier blijft staan,
   
-  de auto wordt gewassen,
   
-  een wiel wordt ver wisseld, 
   
-   de auto wordt gesleept, 
   
-   de auto op een boot wordt ver voerd.  
 
 
Uitschakelen van de interieur- en 
wegsleepbeveiliging 
 )   Zet het contact af en druk binnen
10 seconden op deze knop 
tot het verklikkerlamp
je blijft branden. )   Verlaat de auto. 
 ) 
 Druk onmiddellijk op de
vergrendelknop van de 
afstandsbediening of vergrendel
de auto met het "Keyless entryand start"-systeem.  
 
Alleen de omtrekbeveiliging wordt 
in
geschakeld; het verklikkerlampje van de
knop zal één keer per seconde knipperen. 
 
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden 
uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure elke keer na het afzetten van het contact wordt
uitgevoerd.
Opnieuw inschakelen van de interieur- en wegsleepbeveiliging 
Afgaan van het alarm 
   
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werkingen knipperen de richtingaanwijzers gedurende
der tig seconden. 
  Al
s het alarm voor de 11 ekeer afgaat, worden 
de alarmsystemen uitgeschakeld. 
 )    Druk op de ontgrendelknop 
van de afstandsbediening of 
ontgrendel de auto met het 
"Keyless entry and star t"-systeem om de omtrekbeveiliging uit te schakelen.  )   Druk op de vergrendelknop van de
afstandsbediening of vergrendelde auto met het "Keyless entry 
and star t"-systeem om alle 
alarms
ystemen in te schakelen.  
 
Het verklikkerlampje van de knop 
zal opnieuw één keer per seconde
knipperen.
 
Als het verklikkerlampje van de knopsnel knippert bij het ontgrendelen van 
de auto met de afstandsbediening of 
met het "Ke
yless entry and star t"-
systeem, is het alarm tijdens uw afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met knipperen alshet contact wordt aangezet.
   
Storing afstandsbediening
 Om de alarmsystemen uit te schakelen: 
 ) 
 Ontgrendel de auto met de sleutel in hetslot van het bestuurdersportier. ) 
 Open het por tier; het alarm gaat af. ) 
 Zet het contact aan, het alarm stopt. Het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.  
 
 
 
 Vergrendelen van de auto 
zonder het alarm in te schakelen 
 )   Vergrendel de auto of schakel desuper vergrendeling in met de sleutel in het slot van het bestuurdersportier.
 
 
Storing
 
 Als bij het aanzetten van het contact het
verklikkerlampje van de knop blijft branden, 
duidt dit op een storing in het systeem.
  Laat het s
ysteem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.  
   
*  
 Vol
gens land van bestemming.
 
 
Automatisch inschakelen *  
 
 
Het systeem wordt 2 minuten nadat het 
laatste por tier of de achterklep is gesloten, 
automatisch ingeschakeld. )   Om het afgaan van het alarm bij het
openen van een portier of de achterklep te 
voorkomen, moet eerst op de ontgrendelknop
van de afstandsbediening worden gedrukt 
of moet de auto ontgrendeld worden met het
"Ke
yless entry and star t"-systeem.