Peugeot 508 2018 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: 508, Model: Peugeot 508 2018Pages: 320, PDF Size: 10.22 MB
Page 31 of 320

29
Touchscreen
Om veiligheidsredenen mag de 
bestuurder handelingen die zijn 
volledige aandacht vragen uitsluitend 
uitvoeren bij stilstaande auto.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar 
als de auto rijdt.
Aanbevelingen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
Het kan bij alle temperaturen worden gebruikt.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het 
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige 
vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het 
touchscreen te reinigen.
De teller van het Stop & Start-
systeem.
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, houdt een teller bij hoelang de STOP-
stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact 
aanzet weer op nul gezet.
Dit systeem heeft de volgende functies:
-
 
p
ermanente weergave van de tijd en de 
buitentemperatuur (er gaat een blauw 
lampje branden bij kans op gladheid),
-
 
b
ediening van de ver warming/
airconditioning,
-
 
t
oegang tot de configuratiemenu's van de 
functies en de systemen van de auto,
-
 
b
ediening van het audiosysteem, de 
telefoon en weergave van de bijbehorende 
informatie,
-
 
w
eergave van de waarschuwingen van de 
parkeerhulpsystemen (grafische weergave 
van de parkeerhulp, Park Assist enz.),
-
 
t
oegang tot de internetdiensten en 
weergave van de bijbehorende informatie,
en, afhankelijk van de uitvoering:
-
 
b
ediening van het navigatiesysteem en 
weergave van de bijbehorende informatie.
Werkingsprincipes
Gebruik de toetsen onder het touchscreen om 
de hoofdmenu's te openen en druk ver volgens 
op de op het touchscreen weergegeven 
toetsen.
Bepaalde menu's kunnen op twee pagina's 
worden weergegeven: druk op de toets 
" OPTIES " om de tweede pagina te bekijken.
Als gedurende enkele seconden geen 
handelingen op de tweede pagina worden 
uitgevoerd, wordt automatisch de eerste 
pagina weer weergegeven. Druk op "
ON" of " OFF" om een functie in of uit 
te schakelen.
Druk op deze toets om de 
instellingen voor een functie aan te 
passen.
Druk op deze toets om aanvullende 
informatie over de functie weer te 
geven.
Druk op deze toets om uw keuze te 
bevestigen.
Druk op deze toets om terug te keren 
naar de vorige pagina.
Menu's
Radio Media.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Airconditioning.
De instellingen voor de temperatuur, 
luchtopbrengst, enz.
1 
Instrumentenpaneel  
Page 32 of 320

30
De functie i- Cockpit® A mpli f y.
Persoonlijke instellingen voor de 
sfeer in de auto. of
U kunt ook met drie vingers op 
het touchscreen drukken om alle 
menuknoppen weer te geven. Instellen geluidsvolume/geluid 
onderbreken.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Informatiebalk(en)
Bepaalde informatie wordt permanent 
weergegeven op de zijbalk(en) of de bovenste 
balk(en) van het touchscreen (afhankelijk van 
de uitvoering).
Online navigatie
.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Rijden of Auto. *
Activeren, deactiveren en 
configureren van bepaalde functies.
Telefoon.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Applicaties.
Rechtstreekse toegang tot bepaalde 
elementen van de functie i-Cockpit
® 
Amplify .
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over de automatische 
airconditioning met centrale regeling
.
De via dit menu beschikbare functies zijn 
verdeeld onder twee tabbladen: " Rijfuncties" 
en " Voertuiginstellingen ".
Raadpleeg voor andere functies de rubriek 
"Audio en telematica". Instellingen.
Belangrijkste instellingen van het 
audiosysteem, het touchscreen en 
het digitale instrumentenpaneel.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over de functie i-Cockpit
® 
Amplify .
Bovenste balk van het 8 inch 
touchscreen
- Tijd en buitentemperatuur (er gaat een 
blauw lampje branden bij kans op gladheid).
-
 
H
 erhaling van de informatie over de 
airconditioning en rechtstreekse toegang tot 
het snelmenu.
Zijbalken van het 10 inch HD-
touchscreen
Linkerzijde
-  B uitentemperatuur (er gaat een blauw 
lampje branden bij kans op gladheid).
-
 
T
 oegang tot de instellingen  voor 
het touchscreen en het digitale 
instrumentenpaneel (datum/tijd, taal, 
eenheden enz.).
-
 
H
 erhaling van de informatie over de 
airconditioning en rechtstreekse toegang tot 
het snelmenu.
Rechterzijde
-
  Tijd.
-
 
Berichten.
-
 
H
 erhaling van de informatie over de 
airconditioning en rechtstreekse toegang tot 
het snelmenu.
-
 
H
 erhaling van de informatie over de menu's 
Radio Media  en Telefoon.
-
 
 Berichten.
-  
T
 oegang tot de instellingen
 voor 
het touchscreen en het digitale 
instrumentenpaneel (datum/tijd, taal, 
eenheden enz.).
*
 A
fhankelijk van de uitvoering. 
Instrumentenpaneel  
Page 33 of 320

31
Menu Rijverlichting/Auto
Tabblad "Rijfuncties"
FunctieAanwijzingen
"Park Assist" Inschakelen van de functie Park Assist.
"Grootlichtassistent" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Parkeerhulpsysteem" Inschakelen van de functie Visiopark 2.
"Parkeerhulp" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Antispinregeling" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Resetten 
bandenspanningscontrolesysteem" Resetten van het bandenspanningscontrolesysteem.
"Night Vision". Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Controle/Diagnose" Herinnering onderhoudsinterval, motorolieniveau, 
AdBlue-actieradius en bandenspanning.
Overzicht van de actuele waarschuwingsmeldingen.
"Instellingen snelheden" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Selecteren en aanpassen van de ingestelde 
snelheid voor uitsluitend de programmeerbare 
snelheidsbegrenzer en de snelheidsregelaar. Raadpleeg de desbetreffende rubriek 
voor meer informatie over een van deze 
functies.
1 
Instrumentenpaneel  
Page 34 of 320

32
Tabblad "Voertuiginstellingen"
GroepenFuncties
"Parkeren" -
 "
Ruitenwisser achter bij inschakelen achteruit": inschakelen/uitschakelen van het activeren van de ruitenwisser achter bij het 
inschakelen van de achteruitversnelling (SW).
-
 "
Voorkomen van inklappen van spiegels": inschakelen/uitschakelen van het automatisch inklappen/uitklappen van de 
buitenspiegels bij het vergrendelen/ontgrendelen.
-
 "
Buitensp. afstellen bij inschakelen achteruit": inschakelen/uitschakelen van het automatisch verstellen van de buitenspiegels 
bij het inschakelen van de achteruitversnelling.
"Verlichting"/  
"Koplampen en  achterlichten" -
 
"
 Follow me home-verlichting": inschakelen/uitschakelen van de automatische follow me home-verlichting en instellen van de 
duur ervan.
-
 "
Instapverlichting": inschakelen/uitschakelen van de instapverlichting en instellen van de duur ervan.
-
 "
Adaptieve achterverlichting": inschakelen/uitschakelen van de adaptieve 3D-achterverlichting.
-
 "
Bochtverlichting": inschakelen/uitschakelen van de statische bochtverlichting.
"Comfort"
- "Sfeerverlichting": inschakelen/uitschakelen van de sfeerverlichting en instellen van de lichtsterkte.
- "Ontgrendelen: Alleen bestuurder": inschakelen/uitschakelen van het selectief ontgrendelen van het bestuurdersportier.
-
 "
Ontgrendelen: Alleen de achterklep": inschakelen/uitschakelen van het selectief ontgrendelen van de achterklep.
-
 "
Elektrisch bedienbare achterklep/openen": inschakelen/uitschakelen van het elektrisch openen en sluiten van de achterklep.
-
 "
Handsfree toegang/openen": inschakelen/uitschakelen van de handsfree-functie van de achterklep.
"Veiligheid" -
 "
Snelheidslimietherkenning": inschakelen/uitschakelen van de snelheidslimietherkenning.
-
 
"
 Detectie verslapping aandacht": inschakelen/uitschakelen van de detectie van het verslappen van de aandacht van de 
bestuurder.
-
 "
Verkeersbordherkenning": inschakelen/uitschakelen van de verkeersbordherkenning.
-
 
"
 Distance Alert en automatisch remmen": inschakelen/uitschakelen van de Distance Alert en het automatische 
noodremsysteem.
-
 "
Dodehoekbewaking": inschakelen/uitschakelen van de dodehoekbewaking.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over een van deze functies. 
Instrumentenpaneel  
Page 35 of 320

33
Menu "Instellingen"
8 inch touchscreen
De via de bovenste menubalk 
toegankelijke functies worden in 
onderstaande tabel beschreven.
To e t s Aanwijzingen
Uitschakelen van het scherm 
(zwart scherm).
Druk op het zwarte scherm of 
op een van de menutoetsen 
om terug te gaan naar de 
oorspronkelijke weergave.
Regeling van de lichtsterkte van 
de dashboardverlichting.
Selecteren en configureren van 
de drie gebruikersprofielen.
Instellingen van het 
touchscreen en het digitale 
instrumentenpaneel.
Privacy-instellingen voor de 
persoonlijke gegevens en/of 
locatie.
Activering en configuratie van de 
wifi-instellingen. Instellingen van het touchscreen en het 
digitale instrumentenpaneel
To e t s Aanwijzingen
Configureren van de scherminstellingen 
(weergavewijze van teksten, animaties 
enz.) en van de lichtsterkte van de 
dashboardverlichting.
Keuze van de eenheden:
-
 t emperatuur (°Celsius of 
°Fahrenheit),
-
 
a
 fstand en brandstofverbruik 
(l/100 km, mpg of km/l).
Keuze van de op het 
touchscreen en het digitale 
instrumentenpaneel 
weergegeven taal.
Instellen van datum en tijd.
Keuze van het type weer te 
geven informatie op het digitale 
instrumentenpaneel.
10 inch HD-touchscreen
De via de linkerbalk toegankelijke 
functies worden in onderstaande 
tabel beschreven.
To e t s Aanwijzingen
Keuze van een thema.
Audio-instellingen (geluidssfeer, 
verdeling, niveau, stemvolume, 
belvolume).
Scherm uitschakelen.
Instellingen van het 
touchscreen en het digitale 
instrumentenpaneel.
1 
Instrumentenpaneel  
Page 36 of 320

34
To e t sAanwijzingen
Keuze van de eenheden:
-
 
t
 emperatuur (°Celsius of 
°Fahrenheit),
-
 
a
 fstand en brandstofverbruik 
(l/100 km, mpg of km/l).
Privacy-instellingen voor de 
persoonlijke gegevens en/of 
locatie.
Keuze van de op het touchscreen 
en het digitale instrumentenpaneel 
weergegeven taal.
Instellen van datum en tijd.
Keuze voor de synchronisering 
met het GPS.
Configureren van de scherminstellingen 
(weergavewijze van teksten, animaties 
enz.) en van de lichtsterkte van de 
dashboardverlichting.
Selecteren en configureren van 
de drie gebruikersprofielen.
Keuze van het type weer te 
geven informatie op het digitale 
instrumentenpaneel.
Instellingen van het touchscreen en het 
digitale instrumentenpaneel
Datum en tijd instellen
Met PEUGEOT Connect 
Radio
F Selecteer het menu 
Instellingen  in de bovenste 
menubalk van het touchscreen.
F
 
Sel
ecteer " Systeemconfiguratie ".
F
 
Sel
 ecteer " Datum en tijd ".
F
 
Sel
ecteer " Datum:" of " Tijd:".
F
 
S
electeer het formaat van de weergave.
F
 
W
ijzig de datum en/of de tijd met het 
numerieke toetsenbord.
F
 
Be
vestig met " OK".
Met PEUGEOT Connect Nav
Het instellen van de datum en tijd is alleen 
mogelijk als de GPS-synchronisatie is 
uitgeschakeld.
F
 
S
 electeer het menu 
Instellingen  in de menubalk 
van het touchscreen.
F
 
D
 ruk op de toets " OPTIES" om de 
secundaire pagina te openen. F
 
Sel
 ecteer "
Instellen tijd-
datum ".
F  
S
 electeer het tabblad "
Datum" of "Tijd".
F  
W
 ijzig de datum en/of de tijd met het 
numerieke toetsenbord.
F  
Be
 vestig met "
OK".
Andere instellingen
U kunt:
-
 D e tijdzone wijzigen.
-
 
D
 e weergave-indeling voor de datum en tijd 
(12h/24h) instellen.
-
 
D
 e regelfunctie voor de zomertijd activeren 
of deactiveren (+ 1 uur).
-
 
D
 e GPS-synchronisatie (UTC) in- of 
uitschakelen.
Het systeem schakelt niet automatisch 
over op zomertijd/wintertijd (afhankelijk 
van het verkoopland). 
Instrumentenpaneel  
Page 37 of 320

35
Afstandsbediening
AlgemeenUitklappen van de sleutelOntgrendelen van de auto
Volledige ontgrendeling
F Druk op de knop.
Afhankelijk van de uitvoering heeft de 
afstandsbediening de volgende functies:
-
 
ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen van de auto,
-
 o
ntgrendelen/openen/sluiten van de 
achterklep,
-
 
i
nschakelen van de verlichting,
-
 in
klappen/uitklappen van de buitenspiegels,
-
 in
schakelen/uitschakelen van het 
alarmsysteem,
-
 
o
penen van de ruiten,
-
 
s
luiten van de ruiten en het schuif-/
kanteldak,
-
 
l
okaliseren van de auto,
-
 
o
ntgrendelen van de startblokkering van de 
auto. Afhankelijk van de uitvoering kan met de in de 
afstandsbediening geïntegreerde sleutel het 
volgende worden gedaan:
- 
ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen van de auto,
-
 in
schakelen/uitschakelen van de 
mechanische kinderbeveiliging,
-
 in
schakelen/uitschakelen van de airbag 
vóór aan passagierszijde,
-
 v
ergrendelen van de portieren 
(noodprocedure).
F
 
T
rek aan deze knop ter wijl u de sleutel uit 
de houder haalt.
Houd deze knop aangetrokken voordat u de 
sleutel weer terugplaatst.
Selectief ontgrendelen
Bestuurdersportier en brandstofvulklep
De functie wordt ingesteld via 
het menu Auto /Rijden  van het 
touchscreen.
F
 
D
 ruk op de ontgrendelknop.
F
 
D
 ruk nogmaals op de ontgrendelknop om 
de andere portieren en de achterklep te 
ontgrendelen.
De eerste keer dat op de ontgrendelknop 
wordt gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers 
enkele seconden om aan te geven dat:
-
 
d
 e auto volledig of selectief is ontgrendeld 
bij uitvoeringen zonder alarmsysteem,
-
 
h
 et alarmsysteem is uitgeschakeld (overige 
uitvoeringen).
De buitenspiegels worden uitgeklapt.
Openen van de ruiten
Afhankelijk van de uitvoering worden 
de ruiten geopend door de knop 
langer dan 3 seconden in te drukken.
2 
Toegang tot de auto  
Page 38 of 320

36
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
F Druk op de knop.
De eerste keer dat op de vergrendelknop 
wordt gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers 
enkele seconden om aan te geven dat:
-
 d
e auto is vergrendeld (uitvoeringen zonder 
alarmsysteem),
-
 
h
 et alarmsysteem is ingeschakeld (overige 
uitvoeringen).
De buitenspiegels worden ingeklapt.
Als een portier of de achterklep niet goed 
is gesloten, wordt de auto niet vergrendeld. 
Als uw auto echter is uitgerust met het 
alarmsysteem, wordt dit na ongeveer 
45
 
seconden volledig ingeschakeld.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk 
wordt ontgrendeld zonder dat binnen 
ongeveer 30 seconden een van de portieren 
of de achterklep wordt geopend, wordt de 
auto automatisch weer vergrendeld. Als het 
alarmsysteem ingeschakeld was, wordt dit 
automatisch weer opnieuw ingeschakeld. Het automatisch inklappen en uitklappen 
van de buitenspiegels bij het vergrendelen 
en ontgrendelen met de afstandsbediening 
kan worden ingesteld in het touchscreen 
via het menu Rijden
/Voertuig .
Supervergrendelen
F Druk binnen vijf seconden nogmaals op de 
vergrendelknop om de supervergrendeling 
in te schakelen.
Bij uitvoeringen zonder een alarmsysteem, 
geeft het gedurende enkele seconden branden 
van de richtingaanwijzers tijdens het de tweede 
keer indrukken van de vergrendelknop aan, dat 
de supervergrendeling is ingeschakeld.
Als de supervergrendeling 
is ingeschakeld, werken de 
binnenportiergrepen niet.
Ook de toets van de centrale 
vergrendeling, op het dashboard, werkt 
dan niet meer.
Schakel daarom nooit de 
supervergrendeling in als er zich iemand 
in de auto bevindt.
Sluiten van de ruiten en het schuif- /kanteldak Zorg er voor dat het sluiten van de ruiten 
en het schuif-/kanteldak niet gehinderd 
wordt door voorwerpen of personen.
Als u bij een uitvoering met alarmsysteem 
de ruiten en/of het schuif-/kanteldak bij het 
verlaten van de auto op een kier wilt laten 
staan, moet u eerst de interieurbeveiliging 
van het alarmsysteem uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over het alarmsysteem
.
"Peugeot Adaptive LED Technology"
Bij uitvoeringen met 3D-achterlichten met 
LED's gaan de achterlichten sequentieel 
branden wanneer de auto vergrendeld 
of ontgrendeld wordt en wanneer de 
verlichting op afstand wordt ingeschakeld.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand 
lokaliseren, met name bij weinig licht. De auto 
dient hiervoor wel vergrendeld te zijn. F
 
D
 ruk op deze knop.
Gedurende ongeveer tien seconden 
gaan de plafonniers en de verlichting in 
de buitenspiegels branden en gaan de 
richtingaanwijzers knipperen.
Het openen van de ruiten stopt zodra u de knop 
loslaat.
Als u de vergrendelknop op de 
achterklep langer dan 3 seconden 
ingedrukt houdt, worden de ruiten 
en, afhankelijk van de uitvoering, het 
schuif-/kanteldak gesloten tot u de 
knop loslaat.Hierbij wordt ook het zonnescherm van het 
schuif-/kanteldak gesloten. 
Toegang tot de auto  
Page 39 of 320

37
Instapverlichting
De beschikbaarheid van deze functie is 
afhankelijk van de uitvoering.F
 
D
 ruk kort op deze knop. 
De
  parkeerlichten, het dimlicht, 
de kentekenplaatverlichting 
en de instapverlichting in de 
buitenspiegels gaan gedurende 
30 seconden branden.
Door de toets nogmaals in te drukken ter wijl 
de verlichting nog brandt, wordt de verlichting 
onmiddellijk uitgeschakeld.
Selectief ontgrendelen en 
openen van de achterklep
Het selectief ontgrendelen en 
de elektrische werking van de 
achterklep kunnen worden ingesteld 
via het menu Rijden/Auto  van het 
touchscreen.
Standaard is het selectief ontgrendelen van 
de achterklep geactiveerd en de elektrische 
werking gedeactiveerd.
F
 
H
 oud deze knop ingedrukt om 
de achterklep te ontgrendelen en 
elektrisch te openen.
De portieren en de brandstofvulklep blijven 
Als de selectieve ontgrendeling van de achterklep 
is uitgeschakeld, wordt bij het indrukken van de 
knop de auto volledig ontgrendeld.
Als de elektrische werking van de achterklep 
is uitgeschakeld, wordt de achterklep bij het 
indrukken van de knop op een kier gezet.
Om de auto te kunnen vergrendelen, moet 
u
 
de achterklep weer sluiten.
vergrendeld.
Keyless entry and start
De elektronische sleutel kan ook worden 
gebruikt als afstandsbediening.
Zie de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over de werking van de 
afstandsbediening .
Ontgrendelen van de auto
Volledige ontgrendeling
F Zorg dat de elektronische sleutel zich in de 
detectiezone A bevindt en breng uw hand 
achter de portiergreep van één van de 
vier portieren of druk op de knop voor het 
openen van de achterklep.
Als de elektrische werking van de achterklep is 
geactiveerd, gaat deze bovendien automatisch 
open.
Met dit systeem kan de auto worden ontgrendeld 
en vergrendeld, en de motor worden gestart, 
als de elektronische sleutel zich binnen het 
detectiebereik 
A van de auto bevindt.
2 
Toegang tot de auto  
Page 40 of 320

38
Openen van de ruiten
Het gedurende enkele seconden knipperen van 
de richtingaanwijzers geeft aan dat:
- 
d
 e auto is ontgrendeld (uitvoeringen zonder 
alarmsysteem),
-
 
h
 et alarmsysteem is uitgeschakeld (overige 
uitvoeringen).
De buitenspiegels worden uitgeklapt.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep
F Leg uw hand achter de portiergreep van het  bestuurdersportier.
F
 W
anneer u de volledige auto wilt ontgrendelen, 
legt u uw hand achter de portiergreep van 
een van de passagiersportieren terwijl de 
elektronische sleutel zich in de buurt van dit 
portier bevindt, of drukt u op de schakelaar 
voor het openen van de achterklep ter wijl de 
elektronische sleutel zich in de buurt van de 
achterzijde van de auto bevindt.
De selectieve ontgrendeling van 
het bestuurdersportier kan worden 
geconfigureerd via het menu Rijden/
Auto  van het touchscreen.
Tijdens het ontgrendelen van het 
bestuurdersportier knipperen de richtingaanwijzers 
gedurende enkele seconden om aan te geven dat:
-
 d
e auto selectief is ontgrendeld (uitvoeringen 
zonder alarmsysteem),
-
 
h
 et alarmsysteem is uitgeschakeld bij de 
andere uitvoeringen.
De buitenspiegels worden uitgeklapt.
Selectief ontgrendelen van de 
achterklep
F Druk op de schakelaar voor het openen van  de achterklep om uitsluitend de achterklep 
te ontgrendelen.
De portieren blijven vergrendeld.
Als de selectieve ontgrendeling van de achterklep 
is uitgeschakeld, worden bij het indrukken van 
deze knop ook de portieren ontgrendeld.
De selectieve ontgrendeling van 
de achterklep kan worden in- of 
uitgeschakeld via het menu Rijden/
Auto  van het touchscreen.
Als een van de portieren of de achterklep 
geopend is of als een van de elektronische 
sleutels van het Keyless entry and start-
systeem zich in de auto bevindt, werkt 
de
 
centrale vergrendeling niet.
Daarentegen wordt het alarmsysteem 
(indien aanwezig) na ongeveer 
45
 
seconden ingeschakeld. Als de auto is vergrendeld en per ongeluk 
wordt ontgrendeld zonder dat binnen 
ongeveer 30 seconden een van de portieren 
of de achterklep wordt geopend, wordt de 
auto automatisch weer vergrendeld.
Het alarm (indien aanwezig) wordt 
automatisch opnieuw ingeschakeld.
Het automatisch inklappen en uitklappen 
van de buitenspiegels bij het vergrendelen 
en ontgrendelen met de afstandsbediening 
kan worden ingesteld via het menu Rijden/
Auto
 van het touchscreen.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen 
in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor 
een korte tijd, zonder de elektronische 
sleutel van het Keyless entry and start-
systeem mee te nemen.
Wees bedacht op diefstal van de auto als 
de elektronische sleutel van het Keyless 
entry and start-systeem zich binnen een 
van de detectiezones bevindt ter wijl uw 
auto ontgrendeld is.
Afhankelijk van de uitvoering kunnen 
de ruiten worden geopend door 
langer dan drie seconden de hand 
achter de handgreep te houden of 
de knop voor het openen van de 
achterklep ingedrukt te houden.
Het openen van de ruiten stopt zodra u de hand 
terugtrekt of de knop loslaat. 
Toegang tot de auto