alarm Peugeot 508 RXH 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 508 RXH, Model: Peugeot 508 RXH 2016Pages: 364, PDF Size: 10.31 MB
Page 4 of 364
.
.
508_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2016
Instrumentenpaneel 13
Verklikkerlampjes
14
Meters
2
9
Kilometerteller en dagteller
2
9
Boordcomputer
39
Touchscreen
43
Datum en tijd instellen
4
7
Sleutel met afstandsbediening
49
N
oodprocedure - Sleutels met
afstandbediening
5
3
Elektronische sleutel "Keyless entry and start"-systeem
5
5
Noodprocedure - Elektronische sleutels
6
2
Bagageruimte
6
5
Elektrisch bedienbare achterklep (SW en R XH BlueHDi)
6
6
Alarm
70
Elektrisch bedienbare ruiten
7
3Voor stoelen
75
Stuurwielverstelling
79
Spiegels
80
Verwarming en ventilatie
8
3
Handbediende airconditioning
8
6
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
8
8
Automatische airconditioning quadrizone
9
1
Ontwasemen - Ontdooien vóór
9
6
Achterruitverwarming 96
Programmeerbaar verwarmings-/ ventilatiesysteem
97
Voorzieningen vóór
9
9
Plafonniers
1
02
Sfeerverlichting
103
Schuif-/kanteldak
104
Panoramadak (SW en R XH BlueHDi)
1
06
Middenconsole
107
Achterbank
1
09
Voorzieningen achter
1
11
Indeling van de bagageruimte (Berline)
1
12
Voorzieningen bagageruimte
(SW en R XH BlueHDi)
1
13Lichtschakelaar
117
Richtingaanwijzers
1
20
Dagrijverlichting
1
20
Automatische verlichting
1
21
Grootlichtassistent
1
22
Statische bochtverlichting
1
23
Follow me home-verlichting
1
24
Koplampen in hoogte verstellen
1
26
Ruitenwisserschakelaar 1 27
Automatische ruitenwissers 1 29
Algemene aanbevelingen met betrekking tot de veiligheid
1
31
Alarmknipperlichten
132
Cla xon
132
Urgence-oproep of Assistance-oproep
1
32
Elektronische stabiliteitscontrole (ESP)
1
33
Veiligheidsgordels
136
Airbags
139
Kinderzitjes
1
43
Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde
146
ISOFIX-kinderzitjes
152
Kinderbeveiliging
158
Overzicht
Eco-rijden
Instrumentenpaneel
Toegang tot de auto Ergonomie en comfort
Verlichting en zicht
Veiligheid
Inhoud
Page 6 of 364
4
508_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Exterieur
Sleutel met afstandsbediening/elektronische sleutel 49 -63
-
openen/sluiten
-
diefstalbeveiliging
-
starten
-
batterij Instapverlichting
1
25
Verlichting buitenspiegels
1
25
Aanvullende verlichting
1
23
Statische bochtverlichting
1
23
Koplamphoogteverstelling
126
Lampen vóór vervangen
24
2-244
Ruitenwissers
127-130
Ruitenwisserbladen vervangen 1 30, 211
Portieren
4
9-63
-
K
eyless entry and start
-
openen/sluiten
-
c
entrale vergrendeling
-
noodbediening
Alarmsysteem
70 -72
Ruitbediening
7
3-74
Brandstoftank, tankbeveiliging
200-202
Schuif-/kanteldak
104-105
Allesdragers
212
Bandenspanningscontrolesysteem 18 6 -187
ES
P: ABS-REF, AFU,
AS R ,
CDS
13
3 -13 5
Wiel verwisselen
2
35-241
-
gereedschap
-
demonteren/monteren
Sneeuwkettingen
203
Bandenspanning
277
Kofferdeksel
5
0, 57, 65, 68
-
openen/sluiten
-
noodbediening
Bandenreparatieset
229-234
Achteruitrijcamera
199
Lampen vervangen
2
42, 248
-
achterlichten
-
de
rde remlicht
-
kentekenplaatverlichting
Parkeerhulp
193-195
Trekhaak
205-210
Slepen
262-263 Buitenspiegels
80-81
Dodehoekbewaking
19
6 -198
Berline
Overzicht
Page 7 of 364
5
508_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Exterieur
Sleutel met afstandsbediening/elektronische sleutel 49 -63
-
openen/sluiten
-
diefstalbeveiliging
-
starten
-
batterij Instapverlichting
1
25
Verlichting buitenspiegels
125
Aanvullende verlichting
1
23
Statische bochtverlichting
1
23
Koplamphoogteverstelling
126
Lampen vóór vervangen
24
2-244
Ruitenwissers
127-130
Ruitenwisserbladen vervangen
1
30, 211
Buitenspiegels
80-81
Dodehoekbewaking
19
6 -198
Portieren
4
9-63
-
K
eyless entry and start
-
openen/sluiten
-
c
entrale vergrendeling
-
noodbediening
Alarmsysteem
70 -72
Ruitbediening
7
3-74
Brandstoftank, tankbeveiliging
200-202
Achterklep
5
0, 57, 65, 68
-
openen/sluiten
-
noodbediening
Elektrisch bedienbare achterklep
66-68
Bandenreparatieset
229-234
Achteruitrijcamera
199
Lampen vervangen
2
46-248
-
achterlichten
-
de
rde remlicht
-
kentekenplaatverlichting
Parkeerhulp
193-195
Trekhaak
205-210
Slepen
262-263Schuif-/kanteldak
104-105
Panoramadak
106
Allesdragers
212
Bandenspanningscontrolesysteem 18 6 -187
ES
P: ABS-REF, AFU,
AS R ,
CDS
13
3 -13 5
Wiel verwisselen
2
35-241
-
gereedschap
-
demonteren/monteren
Sneeuwkettingen
203
Bandenspanning
273
SW en RXH BlueHDi
.
Overzicht
Page 10 of 364
8
508_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Alarmknipperlichten 132
Contactslot, Keyless entry and start, motor starten/afzetten
1
61-166
Stop & Start-systeem
1
80 -182
Elektrische parkeerrem
168-173
Instrumentenpaneel
1
3, 28 -29, 32-34
-
check/onderhoudsindicator/dagteller
-
d
immer dashboardverlichting
Verklikkerlampjes
14-27
Meters
29 -38
-
koelvloeistoftemperatuur/
motorolietemperatuur
-
motoroliepeil
-
a
ctieradius additief AdBlue
®
Schakelindicator
175
Ruitenwisserschakelaar
127-130
Boordcomputer
39- 42
Koplamphoogteverstelling
126Head- up display
18
4 -185
Touchscreen
4
3 - 46, 48, 277-335
Display C
4
7, 337-352
Cockpit (vervolg)
Lichtschakelaar
117-125
Richtingaanwijzers, parkeerverlichting
1
20, 125
Rijen drukschakelaars, knoppen
9
P
rogrammeerbare verwarming
9
7-98
Opslaan van snelheden
1
92
Snelheidsbegrenzer
1
88-189
Snelheidsregelaar
190-191
Stuurwiel verstellen
7
9
Cla xon
132
Overzicht
Page 11 of 364
9
508_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Schakelaars*
Cockpit (vervolg)
Openen van het kofferdeksel/de
achterklep.
Openen van de brandstofvulklep.
Massagefunctie.
Inbraakalarm.
Verklikkerlampje programmeerbare verwarming.Elektrische parkeerrem.
Motor starten/afzetten met de
elektronische sleutel.
Uitschakelen van het Stop & Start-
systeem.
Head-up display
(aan/uit, instellingen). Uitschakelen parkeerhulp.
Dodehoekbewaking. Elektrische kinderbeveiliging. Uitschakelen van het ASR-systeem.
Grootlichtassistent.
Het branden van een verklikkerlampje geeft aan
of de bijbehorende functie is in- of uitgeschakeld.
* Volgens uitvoering.
70
79
12 2
19 6 200168
165
50, 57, 65, 68
18 497
193 182 13 5
15 8
.
Overzicht
Page 55 of 364
53
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Noodprocedure - Sleutels met afstandbediening
Vergrendelen/ontgrendelen
van het bestuurdersportier
Steek de sleutel in het slot om het portier te
vergrendelen of ontgrendelen.
Vergrendelen/ontgrendelen
van de overige portieren
Vergrendelen
F Controleer bij de achterportieren of de kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
F
V
er wijder met de sleutel het zwarte
afdekkapje op de zijkant van het portier.
F
S
teek de sleutel zonder te forceren in de
opening en duw vervolgens, zonder te
draaien, de nok het portier in.
F
V
er wijder de sleutel en plaats het
afdekkapje terug.
Ontgrendelen
Trek aan de binnenportiergreep.
Het inbraakalarm (indien aanwezig)
wordt niet uit-/ingeschakeld tijdens het
openen/sluiten van de auto.
Bij het openen van een portier zal het
alarm afgaan. Door het contact aan te
zetten wordt het alarm uitgeschakeld.
2
Toegang tot de auto
Page 61 of 364
59
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als een van de portieren of de
achterklep geopend is, als een van
de sleutels van het Keyless entry and
start-systeem zich in de auto bevindt
of als het contact is aangezet, werkt de
centrale vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat
binnen ongeveer 30
seconden een van
de portieren wordt geopend, wordt de
auto automatisch weer vergrendeld.
Als het alarmsysteem al was
ingeschakeld, wordt dit niet automatisch
weer ingeschakeld.
Het in- en uitklappen van
de buitenspiegels met de
afstandsbediening kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Verlaat om veiligheidsredenen
(kinderen in de auto) de auto nooit,
zelfs niet voor een korte tijd, zonder de
sleutel van het Keyless entry and start-
systeem mee te nemen.
Wees bedacht op diefstal als de sleutel
van het Keyless entry and start-systeem
zich binnen het detectiebereik bevindt
ter wijl uw auto ontgrendeld is.
Om te voorkomen dat de batterij van
de elektronische sleutel ontladen raakt,
gaan de "Keyless entry"-functies over
in de waakfase als de auto langer
dan 21
dagen niet is gebruikt. Om
de functies weer te activeren, dient
u op een van de knoppen van de
afstandsbediening te drukken of de
motor te starten met de elektronische
sleutel in de lezer.
2
Toegang tot de auto
Page 64 of 364
62
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Vergrendelen/ontgrendelen
met de geïntegreerde sleutelVergrendelen/ontgrendelen
van het bestuurdersportier
Steek de geïntegreerde sleutel in het slot om
het portier te vergrendelen of ontgrendelen.
Vergrendelen/ontgrendelen
van de overige portieren
Noodprocedure - Elektronische sleutels
Met de geïntegreerde sleutel kan de auto
vergrendeld en ontgrendeld worden als de
elektronische sleutel niet werkt:
-
l
ege batterij, accu ontladen of
losgekoppeld, ...
-
a
uto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
F
T
rek aan de knop 1 om de geïntegreerde
sleutel 2 uit de houder te halen.
F
O
pen of sluit de auto met de sleutel.
Vergrendelen
F Controleer bij de achterportieren of de kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
F
V
erwijder met de geïntegreerde sleutel het
zwarte afdekkapje op de zijkant van het
portier.
F
S
teek de geïntegreerde sleutel zonder te
forceren in de opening en duw vervolgens,
zonder te draaien, de nok het portier in.
F
V
erwijder de geïntegreerde sleutel en
plaats het afdekkapje terug.
Ontgrendelen
Trek aan de binnenportiergreep.
Het inbraakalarm (indien aanwezig)
wordt niet uit-/ingeschakeld tijdens het
openen/sluiten van de auto.
Bij het openen van een portier zal het
alarm afgaan. Door het contact aan te
zetten wordt het alarm uitgeschakeld.
Toegang tot de auto
Page 72 of 364
70
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende
typen beveiliging:
Alarm
- Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen
carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de
achterklep of de motorkap probeert te openen.
- Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er bewegingen
in het interieur worden waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt ingeslagen,
als iets of iemand de auto binnendringt of als iets
of iemand in de auto beweegt.
- Wegsleepbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er veranderingen
in de wagenhoogte worden waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild,
verplaatst of aangestoten.
Automatische
beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert
de accu, de bedieningseenheid of de
kabels van de sirene uit te schakelen of
te beschadigen.Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
alvorens wijzigingen aan het
alarmsysteem aan te brengen.
Vergrendelen van de auto met
volledig ingeschakeld alarm
Inschakelen
F Zet het contact af en verlaat de auto.
F
D
ruk op de vergrendelknop
van de afstandsbediening of
vergrendel de auto met het
"Keyless entry and start"-
systeem.
Het alarmsysteem is geactiveerd: het
verklikkerlampje van de knop zal één keer per
seconde knipperen.
De inbraakbeveiliging wordt 5
seconden nadat
de vergrendelknop van de afstandsbediening
is ingedrukt of nadat de auto met het "Keyless
entry and start"-systeem vergrendeld is,
geactiveerd. De interieurbeveiliging wordt
45
seconden en de wegsleepbeveiliging
90
seconden nadat de vergrendelknop van de
afstandsbediening is ingedrukt, geactiveerd.
Indien een portier of de achterklep niet goed is
gesloten, wordt de auto niet vergrendeld, maar
wordt de omtrekbeveiliging na 45
seconden wel
ingeschakeld.
Toegang tot de auto
Page 73 of 364
71
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Vergrendelen van de
auto met alleen de
omtrekbeveiliging
ingeschakeld
Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit
om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
e
en ruit op een kier blijft staan,
-
d
e auto wordt gewassen,
-
e
en wiel wordt ver wisseld,
-
d
e auto wordt gesleept,
-
d
e auto op een boot wordt vervoerd.
Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
F Zet het contact af en druk binnen 10 seconden op deze knop
tot het verklikkerlampje blijft
branden.
F
V
erlaat de auto.
F
D
ruk onmiddellijk op de
vergrendelknop van de
afstandsbediening of vergrendel
de auto met het "Keyless entry
and start"-systeem.
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden
uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure elke
keer na het afzetten van het contact wordt uitgevoerd.
Opnieuw inschakelen van de
interieur- en wegsleepbeveiliging
F Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening of
ontgrendel de auto met het
"Keyless entry and start"-
systeem om de omtrekbeveiliging
uit te schakelen.
F
D
ruk op de vergrendelknop van de
afstandsbediening of vergrendel
de auto met het "Keyless entry
and start"-systeem om alle
alarmsystemen in te schakelen.
Het verklikkerlampje van de knop
zal opnieuw één keer per seconde
knipperen.
F
D
ruk op de ontgrendelknop
van de afstandsbediening of
ontgrendel de auto met het
"Keyless entry and start"-
systeem.
Uitschakelen van de
interieurbeveiliging
De interieurbeveiliging wordt
uitgeschakeld; het verklikkerlampje
van de knop gaat uit.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt
ingeschakeld; het verklikkerlampje van de knop
zal één keer per seconde knipperen.
2
Toegang tot de auto