ESP Peugeot Boxer 2010 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2010, Model line: Boxer, Model: Peugeot Boxer 2010Pages: 163, PDF Size: 4.29 MB
Page 13 of 163
4321
IN EEN OOGOPSLAG
17
In een oogopslag
Snelheidsregelaar
De werking van de snelheidsregelaar wordt
aangegeven door een pictogram in de
toerenteller.
44 Hill-holder
Deze functie, verbonden met het ESP,
vergemakkelijkt het wegrijden op een helling
en wordt onder de volgende voorwaarden
geactiveerd:
- de auto moet stilstaan, met draaiende motor,
- de helling moet steiler zijn dan 5%.
38 Luchtvering
Hiermee kan de wagenhoogte achter
gewijzigd worden om het laden en lossen te
vergemakkelijken.
Druk op de schakelaar en laat de schakelaar
los om de beweging te stoppen. Elke keer
dat de schakelaar wordt ingedrukt, wordt de
wagenhoogte achter één stand verhoogd:
+1 tot +3.
Druk op de schakelaar en laat de schakelaar
los om de beweging te stoppen. Elke keer
dat de schakelaar wordt ingedrukt, wordt
de wagenhoogte achter één stand verlaagd:
-1 tot -3.
Het rijden met een te lage of te hoge
wagenhoogte kan schade aan de onderzijde
van de auto veroorzaken.
79
Functie uitgeschakeld.
Functie geselecteerd.
RIJDEN
Page 26 of 163
29
2
VOORDAT U GAAT RIJDEN
Cockpit
Verklikkerlampje status signaleert Wat te doen
Veiligheidsgordel
niet vastgemaakt brandt en gaat
vervolgens
knipperen.
dat de bestuurder zijn
veiligheidsgordel niet heeft
vastgemaakt.
Trek aan de gordel en steek de gesp in de
gordelsluiting.
in combinatie met
een geluidssignaal;
blijft vervolgens
branden. tijdens het rijden dat de
veiligheidsgordel van de
bestuurder niet is vastgemaakt. Trek aan de gordel om de vergrendeling van de
gesp te controleren. Zie in de rubriek 5 het gedeel
te
"Veiligheidsgordels".
Stuurbekrachtiging
brandt in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding op het display.
een storing in het systeem. De conventionele werking van de stuurinrichting,
zonder bekrachtiging, blijft behouden. Laat het sys
teem
controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Airbag
vóór/zij-airbag knippert of blijft
branden.
een defecte airbag. Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk. Zie in de rubriek 5 het gedeelte
"Airbags".
Vering brandt.
een storing in de pneumatische
niveauregeling. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
ABS brandt. een storing in het systeem.
De conventionele werking van het remsysteem, zonde
r
bekrachtiging, blijft behouden. Het is echter raadz aam de auto stil
te zetten en contact op te nemen met het PEUGEOT-ne twerk.
ASR knippert. een ingreep van de ASR.
Het systeem verdeelt de aandrijfkracht optimaal ove
r de
wielen en verbetert zo de richtingsstabiliteit van de auto.
Zie in de rubriek 5 het gedeelte "Veilig rijden".
brandt, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding op het display.
een storing in het systeem. Raadpleeg het PEUGEOT -netwerk.
Page 27 of 163
30
Cockpit
Verklikkerlampje status signaleert Wat te doen
ESP knippert. de werking van het systeem.
brandt.
een storing in het systeem of in
het hulpsysteem voor wegrijden
op een helling. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Zie in de rubriek 5 het gedeelte "Veilig rijden".
Emissieregeling brandt. een storing in het syste
em. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door
het
PEUGEOT-netwerk.
Emissieregeling brandt. een storing in het syste em. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door
het
PEUGEOT-netwerk.
Uitschakeling
airbag aan
passagierszijde brandt. dat deze airbag handmatig is
uitgeschakeld op het moment
dat een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op deze plaats
is bevestigd. Schakel de airbag in of uit via het menu MODE van
de
boordcomputer. Zie in de rubriek 4 het gedeelte "Mo de".
Elektronische
startblokkering brandt. dat de gebruikte contactsleutel
niet wordt herkend.
De motor kan in dat geval niet
worden gestart. Gebruik een andere sleutel en laat de defecte sleu
tel
controleren door het PEUGEOT-netwerk. Zie in de
rubriek 2 het gedeelte "Toegang tot de auto".
Remblokken
vóór brandt. dat de remblokken zijn
versleten. Laat de remblokken vervangen door het
PEUGEOT-netwerk.
Page 35 of 163
Starten en stoppen
HILL HOLDER
Deze aan het ESP gekoppelde functie
vereenvoudigt het wegrijden op een helling
en wordt geactiveerd onder de volgende
omstandigheden:
- de auto moet stilstaan met draaiende motor en het rempedaal ingetrapt,
- de helling moet steiler zijn dan 5%,
- bij het omhoog rijden op een helling moet de versnellingsbak in de
neutraalstand staan of moet een
versnelling zijn ingeschakeld, maar niet
de achteruitversnelling,
- bij het afdalen van een helling moet de achteruitversnelling zijn ingeschakeld.
De Hill Holder of hulp bij het wegrijden
op een helling is een voorziening om het
rijcomfort te vergroten en kan niet gebruikt
worden als elektrisch bediende handrem.
Als u het rempedaal en het
koppelingspedaal hebt ingetrapt, hebt u
zodra u het rempedaal loslaat ongeveer
2 seconden de tijd om, zonder dat de auto
de helling af begint te rollen, gas te geven
en weg te rijden.
Bij het wegrijden wordt de functie
automatisch gedeactiveerd door de remdruk
geleidelijk te laten afnemen.
Gedurende deze fase is het mogelijk dat de
remmen hoorbaar zijn, het teken dat de auto
in beweging komt.
Storing
In het geval van een storing in het
systeem gaat dit verklikkerlampje
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
ter bevestiging op het display.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk om het
systeem te laten nakijken.
De Hill Holder wordt gedeactiveerd onder de
volgende omstandigheden:
- als u het koppelingspedaal laat
opkomen,
- als de handrem wordt aangetrokken,
- als de motor wordt afgezet,
- als de motor afslaat.
Page 36 of 163
Starten en stoppen
HILL HOLDER
Deze aan het ESP gekoppelde functie
vereenvoudigt het wegrijden op een helling
en wordt geactiveerd onder de volgende
omstandigheden:
- de auto moet stilstaan met draaiende motor en het rempedaal ingetrapt,
- de helling moet steiler zijn dan 5%,
- bij het omhoog rijden op een helling moet de versnellingsbak in de
neutraalstand staan of moet een
versnelling zijn ingeschakeld, maar niet
de achteruitversnelling,
- bij het afdalen van een helling moet de achteruitversnelling zijn ingeschakeld.
De Hill Holder of hulp bij het wegrijden
op een helling is een voorziening om het
rijcomfort te vergroten en kan niet gebruikt
worden als elektrisch bediende handrem.
Als u het rempedaal en het
koppelingspedaal hebt ingetrapt, hebt u
zodra u het rempedaal loslaat ongeveer
2 seconden de tijd om, zonder dat de auto
de helling af begint te rollen, gas te geven
en weg te rijden.
Bij het wegrijden wordt de functie
automatisch gedeactiveerd door de remdruk
geleidelijk te laten afnemen.
Gedurende deze fase is het mogelijk dat de
remmen hoorbaar zijn, het teken dat de auto
in beweging komt.
Storing
In het geval van een storing in het
systeem gaat dit verklikkerlampje
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
ter bevestiging op het display.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk om het
systeem te laten nakijken.
De Hill Holder wordt gedeactiveerd onder de
volgende omstandigheden:
- als u het koppelingspedaal laat
opkomen,
- als de handrem wordt aangetrokken,
- als de motor wordt afgezet,
- als de motor afslaat.
Page 43 of 163
45
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Stuurkolomschakelaars
Selecteren van de functie - ON
Selecteer ON om de
functie in te schakelen.
Dit wordt bevestigd
door een melding op dit
display (volgens uitvoering).
Instellen van een snelheid
Breng uw auto met het gaspedaal op de
gewenste snelheid (4e of 5e versnelling
ingeschakeld).
Beweeg de hendel ongeveer één seconde
omhoog (+) om de snelheid op te slaan.
Laat het gaspedaal geleidelijk los.
De snelheid wordt nu door de auto
gehandhaafd.
Uitschakelen van de functie
Trap het rem- of koppelingspedaal in
of draai de knop in de stand OFF , het
pictogram verdwijnt.
Bij een ingreep van het ESP- of het
ASR-systeem wordt de snelheidsregelaar
tijdelijk uitgeschakeld.
- de snelheid in stappen verhogen door de toets steeds kort in te drukken of de
snelheid geleidelijk verhogen door de
schakelaar omhoog te houden (+),
Tijdelijke overschrijding van de snelheid
Het blijft altijd mogelijk om als de
snelheidsregelaar is ingeschakeld de
ingestelde snelheid te overschrijden door
het gaspedaal in te trappen (bijv. voor het
inhalen van een auto).
- de snelheid geleidelijk verlagen door de schakelaar omlaag te houden (-).
Hervatten - RES
Verhoog of verlaag de
wagensnelheid geleidelijk naar
de eerder ingestelde snelheid
en druk op RES om deze weer aan te
nemen (nadat bijvoorbeeld het rem- of
koppelingspedaal is ingetrapt).
Het pictogram gaat branden, de
snelheidsregelaar is weer ingeschakeld.
Ingestelde snelheid wijzigen tijdens de werking van de snelheidsregelaar
U kunt:
Page 73 of 163
75
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Mode
Menu…
Druk
op...
Submenu…
Druk
op...
Selecteer…
Bevestig
en stop
Om...
8 Eenheid
(Unit)
Afstand Km De eenheid voor de weergave
van de afstanden te selecteren.
Miles
Brandstofverbruik km/l De eenheid voor de weergave van
het brandstofverbruik te selecteren.
l/100 km
9 Talen
Lijst met
beschikbare
talen
De taal van de weergave te
kiezen.
10
Volume
gesproken
berichten (Buzz) Verhogen
Het volume van de gesproken
berichten of het waarschuwingssignaal
te verhogen of verlagen.
Verlagen
11 Toetsen-
volume
Verhogen Het toetsenvolume te verhogen
of verlagen.
Verlagen
12 Service
Service (resterende
afstand in km
tot verversen)
Het resterende aantal kilometers/
mijlen tot het verversingsinterval
weer te geven.
Olie Het motorolieniveau weer te geven.
13 Airbag
passagier
(BAG P) OFF
Ja
De airbag aan passagierszijde
uit te schakelen.
Nee
ON Ja De airbag aan passagierszijde in
te schakelen.
Nee
14 Menu
verlaten Het menu te verlaten. Druk op de
pijltoets "omlaag" om terug te
keren naar het hoofdmenu.
Page 86 of 163
22
11
CDFFM
C
AMAMASA
AM
FM
MUTE CD
AM
AS
88
Autoradio
EEN CD AFSPELEN -
Het formaat MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Aud io
Layer 3) is een standaard voor het comprimeren van geluid
die de mogelijkheid biedt enkele tientallen speelli jsten op één
CD te plaatsen.
MP3
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de
standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joli et om
deze te kunnen afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat
deze niet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één CD niet meer dan één stan daard
voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogel ijke
snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluid skwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-CD is het raa dzaam
de standaard Joliet te gebruiken.
De autoradio speelt uitsluitend bestanden met de e xtensie
".mp3" en een sampling frequentie van 22,05 kHz of
44,1 kHz af. Geluidsbestanden met een andere extens ie
(.wma, .mp4, .m3u...) kunnen niet worden afgespeeld .
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters e n
verwijder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om pro blemen met
het afspelen of de weergave te voorkomen.
Gebruik alleen CD's met een ronde
vorm. Bepaalde beveiligingssystemen
op de originele CD of zelfgebrande
CD's kunnen storingen veroorzaken,
ongeacht de kwaliteit van de CD-brander.
Zodra een CD of MP3-CD in de CD-speler wordt gesto ken,
zal deze de CD automatisch afspelen.
Zet, als er al een CD in het apparaat
zit, de radio aan en druk kort op de
toets CD.
Het laatst beluisterde nummer zal
worden afgespeeld.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de CD te selecteren.
Page 87 of 163
89
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Inleiding
VERKLARING
Geeft aan dat een toets ingedrukt gehouden moet worden om de omschreven actie uit te voeren.
Functie gesproken commando's Druk op de toets om de spraakherkenning in te scha kelen. Wacht met spreken tot na het geluidssignaal dat het activeren van deze
functie bevestigt.
Zeg "Help" voor meer informatie of raadpleeg de ov erzichten achter in deze handleiding.
INTRODUCTIE
Dit systeem biedt in het bijzonder de volgende mogelijkheden:
- aansluiten van uw mobiele telefoon met Blueto oth®-technologie op uw auto om handsfree te kunnen bellen,
- afspelen van audiobestanden (mp3, wma, wav) op een draagbare speler,
- bediening met gesproken commando's.
Aanbevelingen
Als de accu uitvalt, blijft het systeem nog ongeve er 15 minuten actief.
De functies "F1, F2, NAV, SOS" op het bedieningspa neel werken dan niet.
HANDSFREE SYSTEEM
Page 89 of 163
1 F2
OSOSESC
NAVF1
SOSSOSMAINOK
NAV F1 F2
SOSSOSMAINESC
NAMAOK
NAMOK
91
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Presentatie
PRESENTATIE
Volumeregeling van de
functies: handsfree set,
audiospeler, gesproken
berichten.
Pauzeren/hervatten
van het afspelen
(draagbare speler).
USB-aansluiting. Verwijder het plastic kapje om
uw draagbare speler aan te sluiten.
Weergave van de menu's en indexen van
de speellijsten die worden afgespeeld
(draagbare speler).
- Scrollen door de menuopties.
- Selecteren van de af te spelen
speellijsten (draagbare speler).
- Activeren van de spraakherkenning.
- Onderbreken van het gesproken bericht om
een nieuw gesproken commando te geven.
- Uitschakelen van de spraakherkenning.
- Onderbreken van het gesproken bericht.
- Verlaten van het hoofdmenu.
- Verlaten van een submenu en terugkeren naar het vorige menu.
- Verlaten zonder opslaan.
- Deactiveren/activeren van de microfoon tijdens een telefoongesprek.
- Nustelling volume beltoon inkomende oproep.
- Bevestigen van de opties in het weergegeven menu.
- Overbrengen van het telefoongesprek van de handsfree
set naar de mobiele telefoon en
andersom.
- Weigeren van een inkomend
gesprek.
- Onderbreken van een telefoongesprek.
- Activeren van het hoofdmenu.
- Bevestigen van de opties in het
weergegeven menu.
-
Accepteren van een inkomend gesprek. - Wisselen tussen telefoongesprekken.
- Herhalen van het laatste gesproken bericht.
BESCHRIJVING VAN DE BEDIENING