ESP Peugeot Boxer 2011.5 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2011.5, Model line: Boxer, Model: Peugeot Boxer 2011.5Pages: 184, PDF Size: 4.9 MB
Page 5 of 184

3
INHOU
D
Inhoud
5. VEILIGHEID 111-1296. ACCESSOIRES130-133
7. ONDERHOUD134-141
8. SNEL WEER OP WEG 142-158
9. TECHNISCHEGEGEVENS 159-172
Handrem 111Alarmknipperlichten 111Claxon 112ABS 112Noodremassistentie 112ASR en ESP 113Vastesnelheidsbegrenzer 115Veiligheidsgordels 116Airbags 119Uitschakelen airbag aanpassagierszijde 120Kinderzitjes 122ISOFIX-kinderzitjes 124
Trekken vaneen aanhanger 130Imperiaal 132Overige accessoires 132
Motorkap openen 134Onder de motorkap 135Niveaus 136Controles 138Brandstof 141
Accu 142Wiel verwisselen 144Bandenreparatieset 147Lampen vervangen 149Zekeringen vervangen 153Ruitenwisserblad vervangen 157Slepen van uw auto 158
Milieu 159Afmetingen 160Motoren 167Gewichten 168Identifi catie 172
10. WEGWIJZER173-180
Exterieur 173Cockpit 174Interieur 176Technische gegevens -Onderhoud 177
Kinderzitjes op de
achterzitplaatsen.
Page 19 of 184

4321
IN EEN OOGOPSLA
G
17
In een oogopslag
Snelheidsregelaar
De werking van de snelheidsregelaar wordt
aangegeven door een pictogram in de
toerenteller.
46
Hill-holder
Deze functie, verbonden met het ESP,
vergemakkelijkt het wegrijden op een helling
en wordt onder de volgende voorwaarden
geactiveerd:
- de auto moet stilstaan, met draaiende
motor,
- de helling moet steiler zijn dan 5%.
40
Luchtvering
Hiermee kan de wagenhoogte achter
gewijzigd worden om het laden en lossen te
vergemakkelijken.
Druk op de schakelaar en laat de schakelaar
los om de beweging te stoppen. Elke keer
dat de schakelaar wordt ingedrukt, wordt de
wagenhoogte achter één stand verhoogd:
+1 tot +3.
Druk op de schakelaar en laat de schakelaar
los om de beweging te stoppen. Elke keer
dat de schakelaar wordt ingedrukt, wordt de
wagenhoogte achter één stand verlaagd: -1
tot -3.
Het rijden met een te lage of te hoge
wagenhoogte kan schade aan de onderzijde
van de auto veroorzaken.
81
Functie uitgeschakeld. Functie geselecteerd.
RIJDEN
Page 33 of 184

2
VOORDAT U GAAT RIJDE
N
Cockpit
Verklikkerlampje
status
signaleert
Wat te doen
Veiligheidsgordel
niet vastgemaakt brandt en gaat
vervolgens
knipperen. dat de bestuurder zijn
veiligheidsgordel niet heeft
vastgemaakt. Trek aan de gordel en steek de gesp in de
gordelsluiting. in combinatie met
een geluidssignaal;
blijft vervolgens
branden. tijdens het rijden dat de
veiligheidsgordel van de
bestuurder niet is vastgemaakt. Trek aan de gordel om de vergrendeling van de
gesp te controleren. Zie in de rubriek 5 het gedeelte
"Veiligheidsgordels".
Stuurbekrachtiging
brandt in combinatie
met een geluidssignaal
en een melding op het
display.
een storing in het systeem. De conventionele werking van de stuurinrichting,
zonder bekrachtiging, blijft behouden. Laat het systeem
controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Airbag vóór/
zij-airbag knippert of blijft
branden. een defecte airbag. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk..Zie in de rubriek 5 het gedeelte "Airbags".
Vering brandt. een storing in de pneumatische
niveauregeling. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
ABS brandt. een storing in het systeem.
De conventionele werking van het remsysteem, zonder
bekrachtiging, blijft behouden. Het is echter raadzaam de auto stil
te zetten en contact op te nemen met het PEUGEOT-netwerk.
ASR knippert. een ingreep van de ASR. Het systeem verdeelt de aandrijfkracht optimaal over de
wielen en verbetert zo de richtingsstabiliteit van de auto.
Zie in de rubriek 5 het gedeelte "Veilig rijden". brandt, in combinatie
met een geluidssignaal
en een melding op
het display.
een storing in het systeem. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Page 34 of 184

Cockpit
Verklikkerlampje
status
signaleert
Wat te doen
ESP knippert. de werking van het systeem.
brandt. een storing in het systeem of in
het hulpsysteem voor wegrijden
op een helling.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Zie in de rubriek 5 het gedeelte "Veilig rijden".
een storing in de Intelligente
tractiecontrole.
Emissieregeling brandt. de regeneratie van het roetfilter. Het is raadzaam de motor te laten lopen tot het lampje
dooft, om er zeker van te zijn dat de regeneratiefase is
afgesloten, Rubriek 7, gedeelte "Controles".
Emissieregeling brandt. een storing in het systeem. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het
PEUGEOT-netwerk.
Uitschakeling
airbag aan
passagierszijde brandt.
dat deze airbag handmatig is
uitgeschakeld op het moment dat
een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op deze plaats is bevestigd.
Schakel de airbag in of uit via het menu MODE van de
boordcomputer. Zie in de rubriek 4 het gedeelte "Mode".
Elektronische
startblokkering brandt. dat de gebruikte contactsleutel
niet wordt herkend.
De motor kan in dat geval niet
worden gestart. Gebruik een andere sleutel en laat de defecte sleutel
controleren door het PEUGEOT-netwerk. Zie in de
rubriek 2 het gedeelte "Toegang tot de auto".
Remblokken
vóór brandt. dat de remblokken zijn
versleten. Laat de remblokken vervangen door het PEUGEOT-netwerk.
Page 42 of 184

40
Starten en stoppen
HILL HOLDER
Deze aan het ESP gekoppelde functie
vereenvoudigt het wegrijden op een helling
en wordt geactiveerd onder de volgende
omstandigheden:
- de auto moet stilstaan met draaiende
motor en het rempedaal ingetrapt,
- de helling moet steiler zijn dan 5%,
- bij het omhoog rijden op een helling
moet de versnellingsbak in de
neutraalstand staan of moet een
versnelling zijn ingeschakeld, maar niet
de achteruitversnelling,
- bij het afdalen van een helling moet de
achteruitversnelling zijn ingeschakeld.
De Hill Holder of hulp bij het wegrijden
op een helling is een voorziening om het
rijcomfort te vergroten en kan niet gebruikt
worden als elektrisch bediende handrem.
Als u het rempedaal en het
koppelingspedaal hebt ingetrapt, hebt u
zodra u het rempedaal loslaat ongeveer
2 seconden de tijd om, zonder dat de auto
de helling af begint te rollen, gas te geven
en weg te rijden.
Bij het wegrijden wordt de functie
automatisch gedeactiveerd door de remdruk
geleidelijk te laten afnemen.
Gedurende deze fase is het mogelijk dat de
remmen hoorbaar zijn, het teken dat de auto
in beweging komt.
Storing
In het geval van een storing in het
systeem gaat dit verklikkerlampje
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
ter bevestiging op het display.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk om het
systeem te laten nakijken. De Hill Holder wordt gedeactiveerd onder de
volgende omstandigheden:
- als u het koppelingspedaal laat
opkomen,
- als de handrem wordt aangetrokken,
- als de motor wordt afgezet,
- als de motor afslaat.
Page 49 of 184

47
3
ERGONOMIE EN COMFOR
T
Stuurkolomschakelaars
Selecteren van de functie - ON
Selecteer ON om de
functie in te schakelen.
Dit wordt bevestigd
door een melding op dit
display (volgens uitvoering).
Instellen van een snelheid
Breng uw auto met het gaspedaal op de
gewenste snelheid (4e of 5e versnelling
ingeschakeld).
Beweeg de hendel ongeveer één seconde
omhoog (+) om de snelheid op te slaan.
Laat het gaspedaal geleidelijk los.
De snelheid wordt nu door de auto
gehandhaafd.
Uitschakelen van de functie
Trap het rem- of koppelingspedaal in
of draai de knop in de stand OFF , het
pictogram verdwijnt.
Bij een ingreep van het ESP- of het
ASR-systeem wordt de snelheidsregelaar
tijdelijk uitgeschakeld.
- de snelheid in stappen verhogen door
de toets steeds kort in te drukken of de
snelheid geleidelijk verhogen door de
schakelaar omhoog te houden (+),
Tijdelijke overschrijding van de
snelheid
Het blijft altijd mogelijk om als de
snelheidsregelaar is ingeschakeld de
ingestelde snelheid te overschrijden door
het gaspedaal in te trappen (bijv. voor het
inhalen van een auto).
- de snelheid geleidelijk verlagen door de
schakelaar omlaag te houden (-).
Hervatten - RES
Verhoog of verlaag de
wagensnelheid geleidelijk naar
de eerder ingestelde snelheid
en druk op RES om deze weer aan te
nemen (nadat bijvoorbeeld het rem- of
koppelingspedaal is ingetrapt).
Het pictogram gaat branden, de
snelheidsregelaar is weer ingeschakeld.
Ingestelde snelheid wijzigen tijdensde werking van de snelheidsregelaar
U kunt:
Page 79 of 184

77
4
TECHNOLOGIE AAN BOOR
D
Mode
Menu…
Druk
op...
Submenu…
Druk
op...
Selecteer…
Bevestig
en stop
Om...
8 Eenheid
(Unit)
Afstand
Km
De eenheid voor de weergave
van de afstanden te selecteren.
Miles
Brandstofverbruik
km/l
De eenheid voor de weergave van
het brandstofverbruik te selecteren.
l/100 km
9 Talen
Lijst met
beschikbare
talen
De taal van de weergave te
kiezen.
10
Volume
gesproken
berichten (Buzz)
Verhogen
Het volume van de gesproken
berichten of het waarschuwingssignaal
te verhogen of verlagen.
Verlagen
11 Toetsen-
volume
Verhogen
Het toetsenvolume te verhogen
of verlagen.
Verlagen
12 Service
Service (resterende
afstand in km
tot verversen)
Het resterende aantal kilometers/
mijlen tot het verversingsinterval
weer te geven.
Olie Het motorolieniveau weer te geven.
13 Airbag
passagier
(BAG P) OFF Ja
De airbag aan passagierszijde
uit te schakelen.
Nee
ON
Ja
De airbag aan passagierszijde in
te schakelen.
Nee
14 Menu
verlaten
Het menu te verlaten. Druk op de
pijltoets "omlaag" om terug te
keren naar het hoofdmenu.
Page 93 of 184

2
11
CDFFMAMAMASA
AM
FM MUTE CD
AMAS
Autoradio
91
4
EEN CD AFSPELEN -
Het formaat MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Audio
Layer 3) is een standaard voor het comprimeren van geluid
die de mogelijkheid biedt enkele tientallen speellijsten op één
CD te plaatsen.
MP3
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de
standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om
deze te kunnen afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat
deze niet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één CD niet meer dan één standaard
voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke
snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-CD is het raadzaam
de standaard Joliet te gebruiken.
De autoradio speelt uitsluitend bestanden met de extensie
".mp3" en een sampling frequentie van 22,05 kHz of
44,1 kHz af. Geluidsbestanden met een andere extensie
(.wma, .mp4, .m3u...) kunnen niet worden afgespeeld.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en
verwijder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met
het afspelen of de weergave te voorkomen.
Gebruik alleen CD's met een ronde
vorm. Bepaalde beveiligingssystemen
op de originele CD of zelfgebrande
CD's kunnen storingen veroorzaken,
ongeacht de kwaliteit van de CD-brander.
Zodra een CD of MP3-CD in de CD-speler wordt gestoken,
zal deze de CD automatisch afspelen.
Zet, als er al een CD in het apparaat
zit, de radio aan en druk kort op de
toets CD.
Het laatst beluisterde nummer zal
worden afgespeeld.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de CD te selecteren.
TECHNOLOGIE AAN BOOR
D
Page 95 of 184

93
TECHNOLOGIE AAN BOOR
D
Bluetooth handsfree systeem
4
INTRODUCTIE
Dit systeem biedt de volgende mogelijkheden:
- bellen en gebeld worden via de Bluetooth® verbinding van uw mobiele telefoon,
- weergeven van de naam van uw contacten en de nummers van de contactenlijst van uw mobiele telefoon op het display van het
instrumentenpaneel,
- gebruiken van gesproken commando's voor het bellen en het beheren van uw contacten, zodat u uw handen aan het stuur kunt
houden,
- beluisteren van uw sms-berichten dankzij de in het systeem ingebouwde spraaksynthese,
- afspelen van audiobestanden (MP3, WMA, AAC, M4A, MP4 en WAV) via een USB-opslagmedium,
- weergeven van informatie over het muziekstuk dat wordt afgespeeld op het display van de autoradio (titel, artiest, enz.),
- aansturen van externe apparatuur (zoals een iPod®) via spraakcommando's,
- opladen van externe apparatuur (zoals een iPod®) via de USB-aansluiting.
BLUETOOTH HANDSFREE SYSTEEM
LEGENDA
Geeft aan dat een toets ingedrukt gehouden moet worden om de omschreven actie uit te voeren.
Functie gesproken commando's
Spreek het beschreven gesproken commando duidelijk uit. Vereist het indrukken van de toets "gesproken commando's" op het stuurwiel alvorens het gewenste gesproken commando kan
worden uitgesproken.
Page 97 of 184

95
TECHNOLOGIE AAN BOOR
D
Bluetooth handsfree systeem
4
PRESENTATIE
Volumeregeling van de functies:
handsfree set, audiospeler en
gesproken sms-berichten, gesproken
berichten.
Pauzeren/hervatten van het afspelen
(draagbare speler).
USB-aansluiting. Verwijder het plastic kapje om uw
draagbare speler aan te sluiten.
Weergave van de menu's en indexen van de
speellijsten die worden afgespeeld
(USB-opslagmedium).
- Scrollen door de menuopties.
- Selecteren van de af te spelen
speellijsten (draagbare speler).
- Scrollen door de sms-berichten in
de lijst.
- Activeren van de spraakherkenning.
- Onderbreken van het gesproken bericht om
een nieuw gesproken commando te geven.
- Uitschakelen van de
spraakherkenning.
- Onderbreken van het gesproken
bericht.
- Verlaten van het hoofdmenu.
- Verlaten van een submenu en
terugkeren naar het vorige menu.
- Verlaten zonder opslaan.
- Deactiveren/weer activeren van de
microfoon tijdens een telefoongesprek.
- Nulstelling volume beltoon inkomende
oproep.
-
Bevestigen van de opties in het weergegeven
menu.
- Overbrengen van het telefoongesprek van de
handsfree set naar de mobiele telefoon en
andersom.
- Selecteren van de audiobron.
- Selecteren van het weergegeven sms-bericht.
- Activeren van het hoofdmenu.
- Bevestigen van de opties in het
weergegeven menu.
- Accepteren van een inkomend gesprek.
- Wisselen tussen telefoongesprekken.
- Selecteren van het weergegeven
bericht.
- Weigeren van een inkomend gesprek.
- Beëindigen van een telefoongesprek.
Beschrijving van de bediening via de stuurkolomschakelaars
- Herhalen van het laatste gesproken
bericht.