Peugeot Boxer 2013 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2013, Model line: Boxer, Model: Peugeot Boxer 2013Pages: 184, PDF Size: 5.78 MB
Page 151 of 184

SNEL WEER OP WE
G
8
Wiel verwisselen
4. VERWISSELEN
- Wip de wieldop los met de
schroevendraaier Fen verwijder hem.
-
Draai de bouten iets los met de
w
ielsleutel E.
-Plaats de krik C onder één van de vier
steunpunten aan de onderzijde (bij het
te verwisselen wiel
).
3. RESERVEWIEL
De bevestigingsbout van het reservewiel
bevindt zich rechts onder de achterbumper.
-Draai de bout met behulp van het
ver
lengstuk Aen de ratel B los om het
r
eservewiel los te maken.
-Draai totdat de beweging blokkeert, tot
aan het zo
genaamde zware punt.
- Neem het reservewiel uit de houder met
behulp van de ratel.
-
Draai de handgreep G
los en verwijder
de steun H .
-
Maak het reservewiel los en plaats het
bij het te verwisselen wiel.
Plaats de krik bij uitvoeringen met
we
gklapbare treeplank onder een hoek
van 4
5°.
- Draai de krik uit met behul
p van de ratel
B tot het wiel enkele centimeters van de
grond verwijderd is.
-Draai de bouten volledig los en
v
erwissel het wiel.
Page 152 of 184

150
Wiel verwisselen
6. MONTEREN VAN HET
GEREPAREERDE WIEL
Plaats het wiel volgens de procedure
van stap 5 en ver
geet niet de wieldop te
bevestigen.
Zie in de rubriek 9 het
gedeelte
"Identificatie" voor de plaats van de
sticker met informatie over de banden.
Het noodreservewiel is niet geschikt voor
het a
fleggen van lange afstanden. Laat
zo snel mogelijk het aanhaalmoment van
de wielbouten en de bandenspanning van
h
et noodreservewiel door het PEUGEOT-
n
etwerk controleren.
Laat bovendien de lekke band zo spoedi
g
mo
gelijk repareren en het oorspronkelijke
w
iel in de plaats van het reservewiel
monteren door het PEUGEOT- netwerk.
5. MONTEREN VAN HET
RESERVEWIEL
-Plaats het wiel op de naaf en breng de
wi
elbouten met de hand aan.
-Dr
aai de wielbouten iets aan met de
wi
elsleutel E.
-Laat de krik volledig zakken en verwijder
deze vervolgens.
-Draai de bouten nogmaals aan met de
w
ielsleutel E zonder te forceren.
-Plaats het wiel met de lekke band achter
in
de auto. - Bevesti
g de steun H
en schroef de
handgreep G
vast.
-
Steek het verlengstuk Ain het gat en
draai de bout vast met de ratel Bom het
wiel te bevestigen.
- Berg het gereedschap en de wieldop op.
Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt
(gebruik
bokken
).
De krik en het
gereedschap behoren bij
uw auto. Gebruik ze niet voor andere
doeleinden.
Page 153 of 184

151
SNEL WEER OP WE
G
8
Wiel verwisselen
BANDENREPARATIESET
Werkwijze
- Trek de handrem aan. Haal het dopje
van het ventiel van de te repareren
band, monteer de flexibele vulslang B
en schroef de ring E vast op het ventiel
van de band,
- start de motor,
- sluit stekker G aan op de dichtstbijzijnde
12V-aansluiting in de auto,
- schakel de compressor in door de
schakelaar F in de stand I (aan) te
zetten,
- breng de band op een spanning van
4 bar.
Voor een betrouwbaardere metin
g van de
druk wordt aangeraden om de druk met de
compressor uitgeschakeld af te lezen op de
m
anometer H.
- controleer of de schakelaar F van de
compressor in de stand 0 (uit) staat, Deze set voor tijdelijke bandenreparatie
bevindt zich voorin in het interieur.
Deze bevat:
- een patroon A , met daarin het
afdichtmiddel, voorzien van:
●
een vulslang B ,
●
een sticker C "max. 80 km/h", die de
bestuurder op een zichtbare plaats op
het dashboard moet plakken nadat de
band gerepareerd is,
- een beknopte gebruiksaanwijzing voor
de bandenreparatieset,
- een compressor D voorzien van een
manometer en aansluitingen,
- aansluitnippels om de verschillende
onderdelen op spanning te brengen.
Page 154 of 184

Wiel verwisselen
- Maak, als binnen 5 minuten de spanning
van minimaal 3 bar niet bereikt is,
de compressor los van het ventiel
en de 12V-aansluiting. Rijd de auto
ongeveer 10 meter naar voren om het
afdichtmiddel binnen in de band te
verdelen.
- Breng de band vervolgens weer op
spanning:
●
schakel de compressor uit als binnen
10 minuten de waarde van minimaal
3 bar niet bereikt is: de band is te
zwaar beschadigd om gerepareerd
te kunnen worden. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
●
rijd zo snel mogelijk verder als de
bandenspanning een waarde heeft
bereikt van 4 bar .
Zet de auto na 10 minuten stil en controleer
de bandenspanning opnieuw.
Bren
g de band indien nodig weer op de
juiste spanning en raadpleeg zo snel
mogelijk het PEUGEOT-netwerk.
Controle en op spanning brengen
De compressor kan ook gebruikt worden om
de bandenspanning te controleren en de
banden op de juiste spanning te brengen.
- Maak de slang I los en sluit deze
rechtstreeks aan op het ventiel van de
band; de patroon is op deze manier
met de compressor verbonden en
het afdichtmiddel zal niet worden
ingespoten.
Verbind slang I met het ventiel van de
band als de bandenspanning te hoog is en
druk op de gele toets in het midden van de
schakelaar van de compressor.
Vervangen van de patroon met
afdichtmiddel
Voer de volgende handelingen uit om de
patroon te vervangen:
- maak de slang I los,
- draai de te vervangen patroon naar links
en til deze op,
- plaats de nieuwe patroon en draai deze
naar rechts,
- sluit de slang I weer aan en verbind de
slang B in zijn houder.
De patroon bevat ethyleen-glycol. Dit is
schadelijk bij inslikken en kan de ogen
irriteren.
Houd de patroon daarom buiten het bereik
van kinderen.
Gooi de patroon na gebruik niet zomaar weg,
maar lever deze in bij het PEUGEOT-netwerk
of een hiervoor bestemd inzamelpunt.
Deze vervangingsset is verkrijgbaar bij het
PEUGEOT-netwerk.
Page 155 of 184

153
SNEL WEER OP WE
G
8
Lamp vervangen
TYPEN LAMPEN
Uw auto is voorzien van verschillende typen
lampen. Verwijder ze als volgt:
LAMPEN VERVANGEN
Type A Volledig glazen gloeilamp: de
lamp is gemonteerd met een
drukbevestiging. Trek de lamp
daarom voorzichtig los.
Type B Gloeilamp met bajonetsluiting:
druk de lamp iets in en draai
hem linksom.
Type C Cilindrische gloeilamp: druk de
contacten uit elkaar.
Type D - E Halogeenlamp: duw de
borgveer open en verwijder
de lamp uit de lamphouder.
KOPLAMPEN
Open de motorkap. Steek uw hand achter de
koplampunit om bij de lampen te komen.
Voer het monteren uit in omgekeerde volgorde.
Page 156 of 184

154
Lamp vervangen
1 - Dimlicht
Type D , H7 - 55 W
- Draai het deksel linksom open en
verwijder het.
- Neem de stekker los.
- Druk op de twee haakjes en duw de
borgveer open.
- Vervang de lamp en let erop dat het
metalen gedeelte goed aansluit op de
groeven van de lampunit.
3 - Grootlicht
Type E , H1 - 55 W
- Draai het deksel linksom open en
verwijder het.
- Neem de stekker los.
- Druk op de twee haakjes en duw de
borgveer open.
- Vervang de lamp en let erop dat het
metalen gedeelte goed aansluit op de
groeven van de lampunit.
2 - Parkeerlicht
Type A , W 5 W - 5 W
- Draai het deksel linksom open en
verwijder het.
- Neem de met een drukbevestiging
gemonteerde lamphouder los.
- Vervang de lamp.
4 - Richtingaanwijzers
Type B , PY 21 W - 21 W
- Draai de lamphouder een kwart
omwenteling linksom.
- Druk de lamp iets in en draai hem
linksom.
- Vervang de lamp.
5 - Mistlampen vóór
Type D , H1 - 55 W
- Draai het stuurwiel linksom tot aan de
aanslag.
- Verwijder de bout in de wielkuip en open
het deksel.
- Verwijder de afdekplaat.
- Neem de stekker los.
- Druk op de twee haakjes en duw de
borgveer open.
- Vervang de lamp en let erop dat het
metalen gedeelte goed aansluit op de
groeven van de lampunit.
Wacht na het uitschakelen van de
verlichting enkele minuten alvorens
een halogeenlamp te vervangen
(om brandwonden te voorkomen).
Raak de lamp niet met de hand aan,
maar gebruik een droge, pluisvrije doek.
Controleer na het vervangen of de
verlichting goed werkt.
Probeer hardnekkig vuil niet van de
koplampen, achterlichten en omgeving
te verwijderen met een hogedrukreiniger,
om te voorkomen dat de vernislaag en de
afdichting beschadigd raken.
Page 157 of 184

SNEL WEER OP WE
G
8
Lamp vervangen
ZIJKNIPPERLICHT
Type A , W 16 W F - 16 W
- Beweeg het spiegelglas van de
buitenspiegel opzij om bij de
bout te komen.
- Draai de twee bouten los met de
bijgeleverde schroevendraaier.
- Trek de lamphouder los uit de
borgnokjes.
- Trek de lamp los en vervang hem.
Voor/achter
PLAFONNIERS
Type C , 12 V 10 W - 10 W
- Druk de plafonnier op de door de
pijl aangegeven punten los en
verwijder hem.
- Open het beschermplaatje.
- Druk de twee contacten uit elkaar en
vervang de lamp.
- Controleer of de nieuwe lamp goed
tussen de contacten vastzit.
- Sluit het beschermplaatje.
- Breng de plafonnier aan en controleer
of hij goed vastzit.
PARKEERLICHTEN ZIJKANT
Type A, W5W - 5 W
- Volgens uitvoering (bestelwagen
type L4), draai de twee bouten los met
de bijgeleverde schroevendraaier.
- Trek de lamphouder los uit de
borgnokjes.
- Trek de lamp los en vervang hem.
Page 158 of 184

156
Lamp vervangen
ACHTERLICHTEN
Raadpleeg voor meer informatie over de
lampen, het overzicht "Typen lampen".
- Verwijder de twee bevestigingsmoeren.
- Trek aan de buitenzijde de lampunit los.
- Draai de drie schroeven los met de
bijgeleverde schroevendraaier (onder
de passagiersstoel vóór) en neem de
lamphouder los.
- Druk de defecte lamp iets in en draai
hem linksom om hem te verwijderen.
- Vervang de lamp.
1. Remlichten/achterlichten
Type B, P21/5W - 5W
DERDE REMLICHT
Type B, P21W - 21W
- Draai de twee bouten los.
- Verwijder de lamp.
- Druk de twee borglippen uit elkaaren
verwijder de lamphouder.
- Druk de defecte lamp iets in en
draaihem linksom om hem te
verwijderen.
- Vervang de lamp.
2. Richtingaanwijzers
Type B, PY21W - 21W
3. Achteruitrijlichten
Type B, P21W - 21W
4. Mistachterlicht
Type B, P21W - 21W
- Bepaal de plaats van de defecte lampen
en open de achterdeuren.
- Neem de stekker los.
KENTEKENPLAATVERLICHTING
Type A, C5W - 5W
- Druk het lampglas op het door de pijl
aangegeven punt los en verwijder het.
- Druk de twee contacten uit elkaar en
vervang de lamp.
- Controleer of de nieuwe lamp goed
tussen de contacten vastzit.
- Breng het lampglas aan en druk het aan
de bovenzijde vast.
Page 159 of 184

157
SNEL WEER OP WE
G
8
Zekering vervangen
De drie zekeringkasten bevinden zich in het
dashboard aan bestuurderszi
jde, in de stijl
aan passagierszijde en in de motorruimte.
De weer
gegeven zekeringen betreffen alleen
de zekeringen die door de gebruiker kunnen
worden vervan
gen. Raadpleeg voor alle
overi
ge werkzaamheden het PEUGEOT-
netwerk o
f een gekwalificeerde werkplaats.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient
u eerst de oorzaak van de storing op te
sporen en te (laten) verhelpen. De nummers
van de zekerin
gen zijn aangegeven op de
zekerin
gkast.
Vervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte.
ZEKERINGEN VERVANGEN
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storin
gen
v
eroorzaakt door het monteren van extra
accessoires die niet door PEUGEOT
aanbevolen en geleverd worden, of
door voorzienin
gen die niet volgens de
voorschri
ften van het merk zijn gemonteerd.
Dit
geldt met name voor apparatuur met
een totaal stroomverbruik van meer dan
10 milliampère.
Goed Defect
Voor professionele autobedrijven:
raadpleeg voor een compleet overzicht
van
de zekeringen en de relais, de schema's
v
an de "Methodes" via het Netwerk.
Page 160 of 184

158
Zekering vervangen
ZEKERINGEN DASHBOARD (BESTUURDERSZIJDE)
- Verwijder de schroeven en kantel de zekeringkast omlaag om bij de zekeringen te komen.
ZekeringA (Ampère)Functie
127,5Dimlicht rechts
137,5Dimlicht links
317,5Voeding relais
3210Interieurverlichting
331512V-aansluiting achter
34-Niet gebruikt
357,5
Achteruitrijlichten - Sensor water in brandstof
3615Bediening centrale vergrendeling - Accu
377,5Remlichtschakelaar - Derde remlicht - Instrumentenpaneel
3810Voeding relais
3910
Autoradio - Diagnoseaansluiting - Sirene alarm - Bediening programmeerbare standkachel - Bediening
airconditioning - Tachograaf - Accu
4015
Achterruitverwarming (links) - Spiegelverwarming bestuurderszijde
4115
Achterruitverwarming (rechts) - Spiegelverwarming passagierszijde
427,5Elektronische eenheid en sensor ABS - Sensor ASR - Sensor ESP - Remlichtschakelaar
4330Motor ruitenwissers vóór
4420
Aansteker - 12V-aansluiting 457,5Bediening portieren
46-Niet gebruikt
4720Motor ruitbediening bestuurderszijde
4820Motor ruitbediening passagierszijde
497,5
Autoradio - Schakelaars cockpit - Ruitbediening bestuurderszijde
507,5Elektronische eenheid airbags en gordelspanners
517,5Tachograaf - Snelheidsregelaar - Bediening airconditioning
527,5Optionele voeding relais
537,5Instrumentenpaneel - Mistachterlicht